10 redenen voor het parlement om het migratiepact te steunen

Analyse

Valt regering over tekst die vooral bestaande verbintenissen bevestigt?

10 redenen voor het parlement om het migratiepact te steunen

10 redenen voor het parlement om het migratiepact te steunen
10 redenen voor het parlement om het migratiepact te steunen

De laatste week voor Marrakech is ingezet. Morgen beginnen de hoorzittingen in het parlement over het VN-migratiepact. Donderdag volgt een debat met alle partijen. De inzet is groot: de regering kan vallen. MO* wil daarom parlementsleden en regering, maar ook de lezer, helpen om een goed geïnformeerd debat te voeren.

(c) Lectrr

(c) Lectrr

Peter De Roover (N-VA) heeft de inzet helder verwoord: ‘Zonder akkoord over het VN-migratiepact kan premier Michel niet als premier van déze regering naar Marrakesh. Een regering kan alleen iets doen als alle regeringspartijen zich er achter scharen. Anders zeggen de andere regeringspartijen het vertrouwen in de regering op.’

Valt de regering op 6 december? Het is zo mogelijk nog belangrijker geworden om goed te begrijpen wat er in de tekst staat.

Talloze analyses in verschillende media ten spijt, onwaarheden en selectieve lezingen blijven terugkeren. Tot het laatste moment wordt het debat polariserend gevoerd. Zo zei Peter De Roover: ‘Ik vind het goed dat we alle partijen in het parlement kleur laten bekennen over wie grenzen belangrijk vindt, en wie niet.’

Het struikelblok is dat het migratiepact óók de bestaande mensenrechten van migranten bevestigt. Hadden critici dan gewild dat het migratiepact die mensenrechten afschaft?

Is het werkelijk zo dat je voor “open grenzen” bent als je het VN-migratiepact steunt?

Kritieken kwamen uit rechtse hoek (migratie als bedreiging van de natiestaat en de nationale grenzen), en uit linkse hoek (migratie als bedreiging van de verzorgingsstaat en de sociale zekerheid).

Uit onderstaande inhoudelijke analyse blijkt dat het migratiepact zélf tegemoet komt aan de meeste kritieken. Daardoor onstaat de indruk dat de kritiek vooral ingegeven is, niet door inhoudelijke, maar partijpolitiek-strategische overwegingen.

Een andere verklaring is de volgende: het grote struikelblok is dat het migratiepact, naast inderdaad tegemoet te komen aan de kritieken, óók de bestaande mensenrechten van migranten bevestigt die al decennialang in andere bindende teksten zijn opgenomen. Hadden critici dan gewild dat het migratiepact die mensenrechten afschaft?

Illegale migratie en mensensmokkel

Het VN-migratiepact is een van de twee teksten die voortvloeien uit de New York Declaration for Refugees and Migrants die de lidstaten van de Verenigde Naties op 19 september 2016 hebben aangenomen.

De tweede tekst is het VN-vluchtelingenpact, dat in de schoot van UNHCR werd opgemaakt. Het vluchtelingenpact gaat over financiële steun (humanitaire hulp en duurzame ontwikkeling) voor de opvang van vluchtelingen uit oorlogslanden in de buurlanden van die oorlogslanden. Het gaat ook over over hervestiging van vluchtelingen naar andere landen, om de verantwoordelijkheid van de opvang eerlijker te verdelen. Het gaat niet over de fase waar de vluchteling zelf de regio verlaat om in een ander land asiel aan te vragen. Vanaf dan is er een eigen verdere migratie van de vluchteling zelf en is het migratiepact van toepassing. Het vluchtelingenpact spreekt zich ook niet uit over de trend van externalisering van asielprocedures die we bijvoorbeeld in de EU en Australië zien: de verplaatsing van behandeling van asielaanvragen van het eigen grondgebied naar landen aan de buitengrenzen.

Kritiek 1: ‘Het VN-migratiepact maakt geen onderscheid tussen legale en illegale migratie, en moedigt illegale immigratie zelfs aan. Het ondermijnt het soevereine recht van een staat om te bepalen wie het grondgebied binnen mag en wie niet.’

Paragraaf 15 zegt: ‘Als staten wetten en beleid maken om het migratiepact uit te voeren, mogen zij een onderscheid maken tussen een legale en een illegale migratiestatus en mogen zij eigen voorwaarden stellen aan wie hun grondgebied binnen mag, en wie op hun grondgebied mag verblijven en werken.’

Deze ene paragraaf ontkracht meteen de kritiek dat wie het migratiepact steunt voor open grenzen is. Het migratiepact ondermijnt niet het soevereine recht van een staat om te bepalen wie het grondgebied binnen mag.

Letterlijk: ‘Landen mogen eigen voorwaarden stellen aan wie hun grondgebied binnen mag, en er mag verblijven en werken.’

Wat natuurlijk niet tot het soevereine recht van staten behoort, migratiepact of niet, is de mogelijkheid om de toegang tot de asielprocedure te verhinderen enkel en alleen omdat een vluchteling irregulier het grondgebied binnengekomen is. Want het is een fundamenteel mensenrecht om asiel aan te vragen, en dit kan voor de meeste vluchtelingen enkel na “illegale migratie”.

Vluchtelingen hebben geen keuze. Ze verlaten hun land door oorlog of persoonlijke vervolging en belanden vaak in de illegaliteit in een buurland, omdat die buurlanden geen asielprocedure hebben die kan leiden tot een legaal verblijfsstatuut. Omdat ze daardoor niet kunnen integreren in dat land, vluchten ze verder om ergens een verblijfsstatuut te kunnen krijgen.

Je hebt een recht om dat te doen, omdat je volgens het VN-vluchtelingenverdrag van 1951 ergens een asielaanvraag moet kunnen indienen.

Kritiek 2: ‘Het VN-migratiepact creëert een aanzuigeffect van illegale migranten doordat het staten verplicht om hen gelijke rechten op dienstverlening te geven als legale migranten. En doordat wetten die illegale binnenkomst strafbaar stellen, moeten worden ingeperkt. En doordat opsluiting in gesloten centra niet als afschrikking mag gebruikt worden.’

Paragraaf 15 stelt dat het migratiepact gebaseerd is op het non-discriminatiebeginsel, maar toch staat het een verschil in behandeling tussen legale en illegale migranten toe. Paragraaf 31 stelt gewoon dat het verschil in behandeling bij wet voorzien moet zijn en proportioneel moet zijn.

Je kan er hoogstens uit afleiden dat staten geen onderscheid mogen maken tussen legale migranten en eigen onderdanen. Maar dat is normaal.

Het migratiepact laat dit allemaal wél toe. Het stelt alleen dat het ‘proportioneel’ moet zijn: een normale toevoeging volgens lang bestaande standaarden van het internationaal recht.

Paragraaf 27 laat wel toe dat landen irreguliere binnenkomst strafbaar stellen, alleen moeten die wetten proportioneel zijn. Dat is een normale toevoeging volgens lang bestaande standaarden van het internationaal recht.

Ook het feit dat opsluiting in gesloten centra niet mag gebruikt worden om af te schrikken, is sinds decennia een verworvenheid van internationaal recht. Opsluiting van mensen zonder wettig verblijf mag wel om hen terug te sturen naar hun land van herkomst. Dat mag enkel in de mate waarin opsluiting nodig is om dat doel te realiseren.

Wat niet mag, is extra veel migranten opsluiten om een signaal van hardvochtigheid te sturen, om anderen af te schrikken. Dat is een mensenrechtenschending.

Het migratiepact doet niets meer dan bestaande normen bevestigen, waaraan landen nu al gebonden zijn. Het migratiepact creëert geen ‘extra obstakel voor een effectief beleid’.

De kritiek op het migratiepact verraadt dan ook dat de critici het migratiepact enkel zouden steunen als het migratiepact de bestaande standaarden van het internationaal recht zou afbouwen. Het is begrijpelijk dat velen dat niet zien zitten.

Kritiek 3: ‘We moeten humanitaire helpers van illegale migranten met mensensmokkelaars kunnen gelijkschakelen. Het VN-migratiepact verhindert dat.’

Dat klopt. Paragraaf 24 herbevestigt een principe dat al lang in de Belgische Vreemdelingenwet is opgenomen, namelijk dat louter humanitaire hulp aan mensen zonder wettig verblijf niet beschouwd wordt als vergemakkelijken van illegale migratie. Staten moeten verzekeren dat ‘hulp van een exclusief humanitaire aard aan (irreguliere) migranten niet onwettig is’.

Opnieuw voert het migratiepact geen nieuwe verbintenis in. En opnieuw is België er aan gehouden, zelfs door onze eigen Belgische Vreemdelingenwet.

Kritiek 4: ‘Het VN-migratiepact stelt migranten voor als slachtoffers die niet zelf verantwoordelijk zijn voor het feit dat ze gesmokkeld worden.’

Het migratiepact maakt in paragraaf 24 inderdaad een onderscheid tussen de smokkelaar als crimineel en de migrant als slachtoffer. Uit de reacties van sommige politici van Belgische regeringspartijen op de dood van het kleine meisje Mawda tijdens de achtervolging van een smokkelbusje viel af te leiden dat zij gesmokkelde migranten als mededaders beschouwen.

Het migratiepact roept op tot méér samenwerking ‘om de straffeloosheid van smokkelaars te stoppen en illegale migratie te voorkomen.’

Daar gaat het migratiepact niet in mee. Paragraaf 25 roept op om migranten te beschermen tegen criminele smokkelaars.

Maar diezelfde paragraaf roept evengoed op tot méér samenwerking tussen landen ‘om de straffeloosheid van smokkelaars te stoppen en illegale migratie te voorkomen.’ Het migratiepact roept zelfs op om nationale wetten te stemmen die de smokkel van migranten strafbaar stellen, dus als er financieel geldgewin mee gemoeid is.

Samengevat wil het migratiepact migranten beschermen als slachtoffers en smokkelaars harder vervolgen als criminelen. Gesmokkelde migranten gelijkstellen met criminelen die van hun kwetsbaarheid profiteren, kan niet.

Kritiek 5: ‘Het VN-migratiepact vraagt om grensbewaking uit handen te geven. Dat grensbewaking mensenrechten moet respecteren, is een obstakel voor effectief grensbeheer.’

Paragraaf 27 stelt letterlijk: ‘We houden ons eraan om onze nationale grenzen te beheren op een gecoördineerde manier en met regionale samenwerking. We vergemakkelijken legale grensovergangen, terwijl we illegale migratie verhinderen.’

Misschien stuit de toevoeging dat dit moet gebeuren ‘met respect voor de rechtsstaat, verplichtingen onder internationaal recht en de mensenrechten van alle migranten’ sommigen tegen de borst.

Opnieuw, dit moet niet het migratiepact zelf aangewreven worden, maar verplichtingen onder internationaal recht die al decennialang bestaan.

Kritiek 6: ‘Het VN-migratiepact maakt de terugkeer van uitgeprocedeerde asielzoekers en illegale migranten onmogelijk.’

Paragraaf 37 bevat nochtans een duidelijke oproep aan herkomstlanden: ze moeten verzekeren ‘dat ze hun onderdanen terugnemen, dat ze samenwerken om hun onderdanen te identificeren en hen reisdocumenten te geven, dat de contacten tussen ambassades vlotter verlopen, dat ze hun bevolkingsregisters moderniseren’.

Het migratiepact bevat verschillende bepalingen die de terugkeer van afgewezen asielzoekers zelfs zullen vergemakkelijken.

Als dat gebeurt, zal dat het terugsturen van afgewezen asielzoekers juist sterk vergemakkelijken.

Uiteraard vermeldt het migratiepact dat de gastlanden, in ons geval dus België, tijdens terugkeerprocedures wel rekening moeten houden met ‘het recht op hoger beroep, bescherming tegen foltering,…’ Dat zijn eenvoudige bevestigingen van internationale standaarden die al lang bestaan.

De indruk ontstaat dat de vermelding van de mensenrechten van de migranten een obstakel te veel is voor sommigen. Vinden zij dan dat alléén de herkomstlanden verplichtingen mogen hebben en wij niet?

Zo ja, kan je je best helemaal terugtrekken uit de multilaterale wereldorde van onderhandelingen en het principe van geven en nemen tussen staten. Dat is dan ook wat sommige nationalisten willen. Of dat in ons nationaal belang is, is maar de vraag.

Kritiek op migratie

Kritiek 7: ‘Het VN-migratiepact zegt dat we geen kritiek mogen geven op migratie, dat kritiek op migratie racistisch en intolerant is. Alleen positief nieuws over migratie moet gepromoot worden, niet het nieuws dat rekening houdt met de legitieme bezorgdheden van de mensen in de landen van bestemming.’

Paragraaf 33 zegt dat staten ‘kwaliteitsvolle verslaggeving moeten promoten’ en ‘financiering van intolerantie, racisme en xenofobie moeten stoppen’.

Extreemrechtse websites voelden zich aangesproken. Deze kritiek circuleerde dan ook aanvankelijk op zulke websites, en vond opvallend makkelijk zijn weg naar mainstream politici in België en Nederland.

Maar er staat niet dat ze ‘de financiering van kritiek moeten stoppen’. Er staat ook niet dat overheden bepaalde berichtgeving moeten verbieden, wel dat ze zich ertoe verbinden om die bepaalde berichtgeving niet langer te financieren.

Stellen de critici dan het omgekeerde voor? Namelijk: dat overheden berichtgeving die aanzet tot intolerantie, racisme en xenofobie — en die bestaat wel degelijk in de vorm van weelderig tierend nepnieuws dat inspeelt op gevoelens van xenofobie — wél financieren?

Zouden ze deze paragraaf niet beter uitdrukkelijk steunen in plaats van bestrijden? Ze zouden deze paragraaf kunnen gebruiken om landen aan te pakken waar de overheid effectief nepnieuws financiert.

Los daarvan is het natuurlijk wel de vraag of het aan een VN-migratiepact is om iets te zeggen over migratie-berichtgeving.

Kritiek 8: ‘Het VN-migratiepact houdt geen rekening met de negatieve impact van migratie op de landen van bestemming, met de specifieke aard van de arbeidsmarkten en verzorgingsstaten van die landen. Het beschouwt de multiculturele samenleving als beter dan een homogene samenleving.’

Het migratiepact spreekt wel degelijk over de uitdagingen voor de landen van bestemming en de potentieel negatieve impact op gastgemeenschappen en de sociale cohesie.

Culturele problemen door migratie staan niet tussen haakjes: het migratiepact roept op om sterker te werken aan inclusie, integratie en sociale cohesie.

Paragraaf 8 zegt: ‘Migratie beïnvloedt onze landen en samenlevingen op soms onvoorspelbare manieren.’ Gastgemeenschappen mogen wel degelijk eisen stellen aan migranten (bijvoorbeeld: ‘respecteren van lokale tradities’).

In paragraaf 32 staat dat landen de aanvaarding van diversiteit moeten promoten. Maar eerder vanuit het besef dat diversiteit een realiteit is die niet meer zal weg gaan, en dat je de aanvaarding ervan dan maar beter kan promoten in plaats van tegenwerken.

Maar het migratiepact erkent de mogelijke culturele problemen. Ze worden uitdrukkelijk vermeld. Daarom bevat paragraaf 32 oproepen om nog sterker te werken aan inclusie, integratie en sociale cohesie via taallessen, opleidingen, inburgeringscursussen, versterking van vrouwen en gelijke participatie in de samenleving.

Migratie als mensenrecht?

Kritiek 9: ‘Het VN-migratiepact roept op tot uitbreiding van de gezinshereniging terwijl de trend gaat in de richting van een verstrenging.’

Dat klopt. Ook de Belgische Hoge Raad voor de Werkgelegenheid roept op om de voorwaarden waaraan de migrant in het gastland moet voldoen om zijn familie te laten overkomen (inkomen, taalkennis, duur van verblijf, werk hebben,…) een tweede keer te verstrengen. De instroom moet volgens de Raad beperkter, zodat de integratie actiever kan, met de lagere aantallen die binnenkomen.

Kritiek 10: ‘Het VN-migratiepact poneert migratie onterecht als een mensenrecht. Het versterkt de positie van de migrant om allerlei mensenrechten af te dwingen in het gastland. Ook het verbod op foltering is een obstakel om illegale migranten te kunnen terugsturen. En het migratiepact zegt dat migranten tijdens hun migratieroute toegang moeten hebben tot informatie. Dat is vergemakkelijking van illegale migratie.’

Wat de critici bedoelen als ze zeggen dat het migratiepact migratie als een mensenrecht poneert, is dat het migratiepact van het krijgen van een verblijfsrecht na illegale migratie een mensenrecht maakt. Maar het is intellectueel oneerlijk om dat te beweren.

Nergens zegt het migratiepact dat het een mensenrecht is om ergens een verblijfsrecht te krijgen.

Nergens zegt het migratiepact dat het een mensenrecht is om ergens een verblijfsrecht te krijgen. Kort gezegd: je land mogen verlaten is een mensenrecht, ergens anders een verblijfsrecht krijgen is geen mensenrecht (tenzij je een vluchteling bent die vlucht voor oorlog of vervolging, maar dat moet je dan ook zelf aantonen; zie daarover punt 1).

Het migratiepact vermeldt enkel de bestaande mensenrechten die migranten al hebben, niet omdat ze migreren, maar omdat ze mensen zijn. En ze verliezen die niet enkel en alleen omdat ze migreren. Dat het migratiepact bijvoorbeeld het verbod op foltering vermeldt, is louter een bevestiging van een absoluut mensenrecht dat volgt uit het VN-verdrag tegen foltering van 1985, niet uit het VN-migratiepact van 2018.

Dat een tekst mensenrechten vermeldt, betekent niet dat die tekst die rechten aan migranten toekent. Migranten hebben die rechten al uit andere bronnen.

Recht op informatie tijdens migratieroutes: dat dient niet om illegale migratie te vergemakkelijken, maar om ervoor te zorgen dat migranten duurzame keuzes maken. Zo leidt het gebrek aan informatie bij veel vluchtelingen en migranten in en rond het Maximiliaanpark tot chaos.

Informatie over mensenrechten versterkt de positie van de migrant en dat zou de natiestaat bedreigen. Dat is een illiberale gedachte.

Informatie is bedoeld om orde te scheppen. Gebrek aan informatie creëert wanorde. Het zijn juist de misverstanden en de foute informatie die het aanzuigeffect creëren.

De echte reden van deze kritiek is: informatie over mensenrechten versterkt de positie van de migrant en dat zou de natiestaat bedreigen. De achterliggende gedachte: de staat moet sterk zijn, de migrant zwak. Dat is een illiberale gedachte, want het liberalisme versterkt het individu tegenover de staat.

Dat zie je ook in de oproep van N-VA voorzitter Bart De Wever om de mobiele telefoons van “transmigranten” af te nemen. Het migratiepact daarentegen, zegt dat migranten altijd toegang moeten hebben tot communicatiemiddelen om in contact te blijven met hun familie en informatiebronnen.

Besluit?

Het VN-migratiepact is geformuleerd in de traditie van de wereld die we na de wereldoorlogen hebben opgebouwd, gebaseerd op multilateralisme, internationale samenwerking, en verdragen die individuele mensenrechten tegenover staten afdwingbaar maken.

Dat de kritiek daarop zoveel stof doet opwaaien, betekent dat de anti-mensenrechtentrend opmars maakt. Is het migratiepact een restant uit de oude wereld en zitten we al in een nieuw tijdperk? Of is de toegenomen nadruk op nationale soevereiniteit het restant uit de oude wereld en erkent het migratiepact de grensoverschrijdende dynamieken die gewoon niet meer te stoppen zijn?

Dat het migratiepact vooral in Europa zoveel ophef maakt, is niet toevallig: de Europese verkiezingen van mei 2019 komen dichterbij en nationalisten ruiken hun grootste overwinning in decennia. Het debat rond het migratiepact, hoe positief een publiek debat ook is, is ingegeven door overwegingen van politieke campagne en strategie.

Zij die oproepen om het migratiepact niet te “tekenen”, kiezen ervoor om mee te stappen in de tweedeling die de Hongaarse premier Viktor Orbán en de Italiaanse minister van Binnenlandse Zaken Matteo Salvini creëerden – het pro-immigratiekamp en anti-immigratiekamp.

Want je kan het “tekenen” en toch nog soevereiniteit behouden over wie je grondgebied binnenmag. Je kan het “tekenen” en toch nog op je eigen manier de uitdagingen van integratie en diversiteit aanpakken. Er staan amper nieuwe verbintenissen in, vooral verbintenissen die al lang in andere bindende teksten staan en die niet “nog bindender” worden door dit migratiepact.

Het verzet tegen het migratiepact is een electoraal instrument om het anti-immigratiekamp voor de Europese verkiezingen van mei 2019 zichtbaarheid te geven.

Het verzet tegen het migratiepact houdt dus weinig steek. Niet toevallig kwam het eerst uit Hongarije. Het is een electorale strategie om het anti-immigratiekamp zichtbaarheid te geven.

Eind oktober 2018 was Orbán blij omdat de Oostenrijkse kanselier Sebastian Kurz aankondigde dat ook Oostenrijk het migratiepact niet zou tekenen. Deze stap van een regering waarin de extreemrechtse FPÖ de minister van Binnenlandse Zaken levert, was de voorbode van een domino-effect in Europa. Het is tegelijk ook een blamage voor de internationale geloofwaardigheid van de Europese Unie.

Het is immers ongezien dat een voorzitter van de EU, Oostenrijk, eenzijdig en zonder overleg met andere EU-lidstaten uit een internationaal VN-proces stapt.