Minder CO2 door meer lokale hop
Belgisch bier is toch niet zo Belgisch. Deze brouwerijen brengen daar verandering in
Magali Bruneel
11 augustus 2019
Hoe Belgisch is ons bier écht? De typische ingrediënten, gerst en hop, blijken doorgaans niet op eigen bodem geproduceerd te zijn, maar daar komt stilaan verandering in.
CC0
Wie “België” zegt, denkt haast automatisch aan bier. Logisch, ons Belgisch bier en haar uitgebreide aanbod is wereldwijd bekend, geroemd en geliefd. Minder bekend is waar de ingrediënten van ons bier precies vandaan komen. En dat blijkt vaak niet écht van Belgische oorsprong te zijn. Kunnen we erachter komen of ons favoriete gerstennat ook echt van Belgische makelij is?
Wat hop betreft, voorziet Vzw Hop twee labels — één voor bieren die voor minstens 50 procent en één die voor 100 procent van Belgische hop zijn gemaakt — maar over de herkomst van andere basisstoffen tasten we vooral in het donker. Navraag leert dat de hopvereniging geen weet heeft van gelijkaardige labels voor de andere basisingrediënten van bier.
Ook Zythos vzw, de nationale liefhebbersvereniging die ons bier promoot en nauwkeurig lijsten bijhoudt over Belgische brouwers en bierfirma’s, kent geen overzichtslijst of -kaart die specifiek kijkt naar de herkomst van de brouwersingrediënten.
Water, hop, gist en … gerst
Het belangrijkste ingrediënt om bier te brouwen, is water. Brouwerijen pompen daarvoor vaak zelf grondwater op, of beschikken over een eigen bron. Een tweede element is gist, dat voor de alcohol zorgt. Gist bestaat uit eencellige micro-organismen, en wordt bijvoorbeeld ook gebruikt voor het maken van brood. Brouwers kunnen hun gist simpelweg aankopen in de gistfabrieken waar ze gekweekt worden.
Een derde basisingrediënt is hop, afkomstig van de bloemen van de gelijknamige klimplant. Hop helpt het bier langer bewaren en geeft het een bittere of aromatische smaak. De teelt van Belgische hop leek enkele jaren geleden zo goed als dood, maar de laatste jaren merkt Luc Dewulf van vzw Hop een groeibeweging op. Zijn vereniging introduceerde in 2011 en 2017 haar Belgische hoplabels, om onze hopteelt te promoten.
‘Sommige bierproducenten verkiezen eerder Thaise hop, bekend voor haar aromatische eigenschappen’
‘Steeds meer bedrijven willen minder CO2 uitstoten, en kiezen daarom vaker voor lokale teelt. Maar dat wil nog niet zeggen dat België nu een grote speler is op de hopmarkt. Ons land heeft niet genoeg landbouwgrond voor alle geproduceerde Belgische bier. Bedrijven verkiezen daarnaast andere hopsoorten dan diegene die wij hier kweken. Zo verkiezen sommigen eerder Thaise hop, bekend voor haar aromatische eigenschappen.’
Het laatste basisingrediënt, brouwgerst, ook gekend onder de naam zomergerst, is de belangrijkste graansoort voor het brouwen van bier (naast andere soorten zoals tarwe). Ook zomergerst was vroeger populair in onze plaatselijke landbouw, met een hoogtepunt mid vorige eeuw. Die productie verdween toen de landbouw overschakelde op graansoorten die meer opbrachten. Wintergerst wordt wel nog steeds veel geteeld, maar alleen zomergerst is geschikt om mee te brouwen, vanwege het hoge zetmeelgehalte. Wintergerst bevat te veel stikstof en eiwitten.
Volgens cijfers uit 2016 van Terra Brew, die de productie van Belgische streekbieren met lokale ingrediënten wil promoten, is er een tekort van 97,53 procent tussen vraag en aanbod van Belgische brouwgerst. Zij schatten de vraag op 404.000 ton, en het aanbod op 10.000 ton. Recentere cijfers voor Belgische brouwgerst zijn er nog niet. Op haar website staat te lezen dat zij zich inzetten voor een bierlabel dat garandeert dat er voor het brouwen lokale Belgische gerst werd gebruikt. Voorlopig lijkt dat label nog niet erg bekend in de bredere biersector.
Belgische gerst: Vlaams project voor herintroductie
Net als hop enkele jaren geleden, wordt nu ook zomergerst opnieuw gelanceerd in België. Het ILVO (Instituut voor Landbouw-, Visserij- en Voedingsonderzoek) startte samen met brouwerij Huyghe uit Melle (bekend van het bier Delirium) een experiment waarbij zomergerst opnieuw op grotere schaal wordt geteeld. Het ILVO wil zo onderzoeken welke mogelijkheden er in ons land zijn op vlak van smaak en kwaliteit, in de hoop de teelt van brouwgerst te herintroduceren in België. Op 26 juli vond al een eerste oogst plaats en brouwerij Huyghe beloofde alle gerst over te nemen, zelfs als de kwaliteit minder goed blijkt om mee te brouwen.
Het ILVO en brouwerij Huyghe hopen een ideale en rendabele teelttechniek te vinden, om Belgische landbouwers daarna warm te maken voor het verbouwen van zomergerst. Dat alles zou duurzame voordelen met zich meebrengen en de lokale keten stimuleren. Volgens de woordvoerder van het ILVO, Greet Riebbels, raakte de stielkennis van de zomergerstteelt inderdaad achterop.
‘Ik wil de groenste brouwer van België worden. Niet alleen voor mijn portemonnee, maar ook omdat ik mijn werk wil kunnen doorgeven aan de volgende generatie’
Zomergerst uit België zou een duurzaam alternatief kunnen zijn voor de import, die nu vooral uit Frankrijk en Denemarken komt. Die duurzaamheid is ook wat CEO van brouwerij Huyghe Alain De Laet aantrekt: ‘Ik wil de groenste brouwer van België worden. Niet alleen omdat het goed is voor mijn portemonnee, maar ook omdat het goed is voor de toekomst. Ik wil daar op voorbereid zijn, en mijn werk later kunnen doorgeven aan de volgende generatie. Ik wil een betere leefwereld nalaten voor mijn zoon, en dan kunnen we niet allemaal blijven doorgaan op de manier waarop we nu bezig zijn.’
De Laet is volgens een online artikel van het VILT (Vlaams Infocentrum Land- en Tuinbouw) de eerste grotere Belgische brouwer die zich engageert voor lokaal geteelde gerst. Zelf schrijft hij dat unicum toe aan de vrijheid die hij heeft als CEO: ‘Ik ben niet zo’n manager die verslag moet uitbrengen aan een Raad van Bestuur, en die na drie jaar moet opstappen als hij niet genoeg gepresteerd heeft.’
Brugse gerst voor Brugse Zot
De opkomst van Belgische gerst in de biersector is ook te zien bij enkele kleinere initiatieven. Zo gebruikt brouwerij De Halve Maan sinds midden 2017 zoveel mogelijk lokaal geteelde gerst uit de Brugse omgeving voor haar Brugse Zot. Die keuze maakten ze om in te zetten op de korte keten en zo ecologisch mogelijk te brouwen. Bovendien maakt het hen minder afhankelijk van multinationals. Toch kunnen ze voorlopig niet enkel op Belgische gerst rekenen: ‘Waar mogelijk gebruiken wij graag ingrediënten van Belgische oorsprong, maar soms kan een oogst mislukken en voldoen de grondstoffen niet aan de specificaties, en dan gaat de voorkeur uit naar kwalitatief hoogstaande producten in plaats van oorsprong’, aldus Liesbet Vanlandschoote van De Halve Maan. Voor het Brugs Tarwebier wordt daarom voornamelijk Franse gerst gebruikt, omdat er in België een te klein aanbod van brouwersgerst is.
Ook bij Oxfam-Wereldwinkels maken ze bewust gebruik van Belgische gerst. Zij brachten vorige maand hun drie JUSTE-bieren uit. Aan de Belgische ingrediënten voegden ze producten uit het Zuiden toe, namelijk bio-rijst, -quinoa of -cacao. ‘Dat is uiteraard onze core business: producten uit het Zuiden via fairtrade hier op de markt brengen. Dat zorgt voor een unieke positie op de Belgische biermarkt,’ aldus Tom Ysewijn van Oxfam-Wereldwinkels.
Voor de typische bieringrediënten zoals hop en gerst werd grotendeels gekozen voor Belgische productie. De biertjes dragen het hoplabel dat minstens 50 procent Belgische hop garandeert, en de gerst is voornamelijk Belgisch. Ysewijn kon vertellen dat de hop wordt aangevuld met Duitse hop omwille van de smaak, terwijl de gerst indien nodig wordt aangevuld met gerst vanuit Noord-Frankrijk. ‘Met de korte keten in het achterhoofd werd voor de typische bieringrediënten zoals hop en gerst voornamelijk gekozen voor Belgische productie. De gerst wordt op natuurlijke wijze geteeld op de velden van de familieboerderij van meester-brouwer Pierre Delcoigne, van Brasserie des Légendes, tegelijk de brouwerij en bottelarij van JUSTE. Dit is mogelijk omdat de boerderij bewust kiest voor oude gerstsoorten die geen pesticiden nodig hebben,’ liet Ysewijn nog weten.
De organisatie benadrukt dat het principe van korte keten niet enkel duidt op de ecologische voetafdruk, maar ook op het aantal tussenpersonen in het productieproces. Omdat ze de zuiderse ingrediënten rechtstreeks aankopen bij de lokale producent, dragen ze volgens hen ook bij aan het principe van de korte keten.
100 procent Belgische bieren – bijna zover?
Streven naar 100 procent lokale ingrediënten zit in de lift. Ook het Luikse witbier Blanche de Liège vermeldt trots gemaakt te zijn met 100 procent Belgische gerst.
Microbrouwer Steffen De Backer met zijn Pikaflor.
Magali Bruneel
Ook Wetteren kent sinds juli een goed voorbeeld. Pikaflor, van microbrouwer Steffen De Backer is het eerste bier dat hij op de markt brengt, in oktober volgt Pikahop. Ook hij streeft naar het gebruik van zoveel mogelijk lokale ingrediënten. Op het etiket van Pikaflor leest het zo: ‘100 procent Belgische mout, 100 procent Belgische hop, 100 procent Belgische gist’.
De mout duidt op bewerkte gerst. Alleen de kruiden, gemberwortel en korianderzaad, zijn niet lokaal geteeld. Hij zocht, maar vond geen boer in de buurt die hem kon verder helpen. Daarom heeft hij de ambitie om ze in de toekomst zelf te kweken. In de tuin van de brouwerij staan alvast enkele plantjes te groeien in de zon. Bij hem thuis staan dan weer 12 hopplanten, om éénmaal per jaar een speciale editie van zijn bier mee te brouwen.
‘Belgische ingrediënten zijn de beste’
‘Aanvankelijk ging ik niet specifiek op zoek naar Belgische ingrediënten. Ik wilde een bier creëren dat helemaal naar mijn smaak was. Toevallig bleken de Belgische grondstoffen gewoon de beste. Maar het idee van de korte keten spreekt me wel aan. Sindsdien wil ik zoveel mogelijk voor lokaal gaan.’
Ook het label van 100 procent Belgische hop staat op zijn etiket. Hij haalt die uit Poperinge en Asse, terwijl zijn gist uit Gent komt. De gerst haalt hij van de mouterijen Dingemans in Antwerpen, en Castle Malting in Beloeil.
‘Als je Belgische ingrediënten en Belgische mouterijen gebruikt, is dat duurder dan wanneer je voor buitenlandse opties kiest’
Toch duidt De Backer ook op enkele obstakels die duurzaam bier minder aantrekkelijk maakt. ‘Als je Belgische ingrediënten en Belgische mouterijen gebruikt, is dat duurder dan wanneer je voor buitenlandse opties kiest.’
Hoewel er dus steeds meer brouwerijen en initiatieven zijn die Belgische ingrediënten voor bier stimuleren, is er nog wel wat werk aan de winkel. Meer stielkennis over het telen van de basisingrediënten kan al veel verhelpen. Als er als gevolg daarvan ook meer aanbod komt, zal de prijs mogelijk dalen en dus aantrekkelijker worden dan buitenlandse producten.
De laatste vraag blijft hoeveel aanbod ons land kan voorzien. We blijven ten slotte een klein land, met een veel grotere bierexport dan de Belgen ooit zelf kunnen opdrinken. Het buitenland wil toch ook wat.