Het vredesakkoord in Havana, Cuba, maakte een einde aan meer dan vijftig jaar gewapend conflict tussen de Colombiaanse regering en de FARC-guerrilla. Colombia zette een grote stap, maar een akkoord garandeert echter geen vrede. Wat speelt er zich af op het terrein in Colombia? MO* brengt het in kaart.
Tijdens de Algemene Vergadering van de VN in New York kondigde president Juan Manuel Santos het vredesakkoord aan als ‘het beste nieuws voor Colombia, Latijns-Amerika en de wereld’.
Nu speelt het vervolg zich af op Colombiaans grondgebied.
Slachtoffers aan het woord
De slachtoffers van het conflict moeten in het middelpunt van het vredesakkoord staan, daar waren beide kampen het van het begin van de onderhandelingen over eens.
Het akkoord van Havana wordt als een unieke overeenkomst beschouwd, omdat de slachtoffers hun stem konden laten gelden voor de opmaak ervan.
Een belangrijk deel van deze slachtoffers zijn de Internally Displaced People (IDPs), of intern ontheemden, en vluchtelingen. De cijfers en verhalen achter de cijfers, maken een belangrijk deel uit van het verhaal van Colombia.
Vrede betekent ook de re-integratie van al deze Colombianen die gedwongen hun thuis verlieten. Bovendien moet er rekening gehouden worden met gewapende actoren die de ontluikende vrede kunnen bemoeilijken.
Zijn de kleine lettertjes in deze afbeelding niet goed leesbaar? Download hier de kaart in een groter formaat (1.1 Mb)
Rurale exodus, verdreven door geweld
Volgens de studie Global Trends. Forced Displacement in 2015 van de VN-vluchtelingenorganisatie heeft Colombia wereldwijd het hoogste aantal IDPs. Colombia telt 6,9 miljoen intern ontheemden gevolgd door Syrië met 6,5 miljoen.
Begin 2000 beleefde Colombia een opflakkering van het geweld tussen verschillende gewapende partijen en was er bijgevolg een stijging van het aantal intern ontheemden.
Hoewel de FARC-rebellen en de Colombiaanse regering sinds 2012 aan de onderhandelingstafel zaten, bleven militaire operaties tot het staakt-het-vuren eind augustus niet uit.
Een derde van de intern ontheemden in Colombia komen uit de departementen Valle del Cauca, Nariño, Antioquia, Cauca en Chocó aan de Stille Oceaan waar een groot deel van de Afro-Colombiaanse bevolking woont.
De Afro-Colombiaanse en de inheemse bevolking zijn het zwaarst getroffen. Van de 6,9 miljoen intern ontheemden zijn 29,6 procent Afro-Colombianen.
Meer dan 80 procent van de IDPs zijn plattelandsbewoners die veiligheid zochten in de steden van Colombia.
Meer dan 80 procent van de IDPs zijn plattelandsbewoners die veiligheid zochten in de steden van Colombia.
Colombianen verlieten vooral hun thuis als het gevolg van confrontaties tussen gewapende groepen en veiligheidsgroepen van de regering, en directe bedreigingen.
Een film als The Colors of the Mountain (2010) verbeeldt hoe de Colombiaanse landelijke bevolking tijdens het conflict vaak gevangen zat tussen de guerrilla, het leger en de paramilitairen en zich genoodzaakt zag hun thuis te verlaten.
De animatiefilm Little Voices (2010) geeft een stem aan de meer dan 1 miljoen ontheemde kinderen die Colombia in 2010 telde.
Colombiaanse vluchtelingen zoeken beschutting tegen de zon
Colombiaanse Nationale Politie (CC BY-SA 2.0)
Over de grens, in veiliger oorden
Midden jaren negentig breidde het Colombiaanse conflict zich uit naar de grensregio’s waardoor steeds meer burgers naar een van de buurlanden vluchtten.
Over de grens weg van het geweld, en grotendeels buiten de aandacht van de internationale media, waren er eind 2015 meer dan 340.000 Colombiaanse vluchtelingen.
Buurland Ecuador vangt de meeste Colombiaanse vluchtelingen op. Volgens officiële cijfers van de VN- vluchtelingenorganisatie wonen er in het kleine Andes-land ten zuiden van Colombia 147.000 geregistreerde vluchtelingen.
Het effectieve aantal vluchtelingen ligt hoger dan de officiële telling, vele ontheemden zijn immers niet geregistreerd.
De effectieve aantallen liggen hoger want veel van de vluchtelingen zijn niet geregistreerd.
In Venezuela woonden in 2014 ruim 174.000 Colombiaanse vluchtelingen waarvan de meerderheid niet geregistreerd was.
Na een grensconflict in 2015 en repressie vanuit de Venezolaanse overheid keerden naar schatting 20.000 Colombianen terug naar hun geboorteland.
De afgelopen maanden staken honderden duizenden Venezolanen, omgekeerd, de grens over naar Colombia, op de vlucht voor de humanitaire crisis in hun land.
In Panama wonen 30.000 geregistreerde Colombiaanse vluchtelingen. In buurlanden Brazilië en Peru bevinden zich veel minder Colombiaanse vluchtelingen. De grensprovincies tussen deze landen hebben minder te lijden onder het geweld en de junglegebieden maakten de oversteek moeilijk.
Gewapende groepen gooien roet in het eten
De berichtgeving over het vredesakkoord kan de indruk wekken dat de FARC-guerrilla en de Colombiaanse overheid de enige actoren in het conflict zijn.
Met de overgang van de FARC van gewapende groepering naar politieke partij verdwijnt een van de meest iconische actoren van het gewapend conflict in Colombia. Toch was de FARC niet de enige gewapende groepering op het terrein.
Vrouwelijke slachtoffers uit Chocó zongen daarom tijdens de ceremonie van de vredesondertekening in de stad Cartagena de Indias: ‘We voelen ons tevreden en vol geluk dat de FARC-guerrilla de wapens neerlegt. Maar vertel ons, meneer de president: Wat gebeurt er met de andere gewapende groepen?’
Veel commentatoren zien in de veertien paramilitaire groepen actief in Colombia een van de grootste bedreigingen voor de vrede.
Het Nationale Bevrijdingsleger (ELN) is de op een na grootste rebellenbeweging. Deze linkse guerrillagroep is al opgemerkt in voormalig FARC-gebied. De regering en het ELN kondigden in maart dit jaar aan formele vredesonderhandelingen te beginnen. Dit was tot op heden onsuccesvol, omdat het ELN ontvoeringen blijft uitvoeren. Een van de voorwaarden die de regering stelde voor de onderhandelingen was de stopzetting hiervan.
Volgens de organisatie Insight Crime zijn het ELN en neo-paramilitaire groepen -gekend als ‘Bandas Criminales’, Criminele Bendes, of BACRIMs- erop uit FARC’s voormalige aandeel van de illegale cocateelt in te nemen.
Illustratie © Ruth Govaerts