‘De sector kent risico's, maar op dit moment lijken die vooral bij de teler te liggen’
Overleeft de aardappelsector een nieuwe berg aan overschotten?
Dario Van Fleteren
04 september 2020Updated: 05 oktober 2020
In september worden opnieuw massaal aardappelen geoogst. Maar na de berg overschotten van vorig jaar kwam de economische schok van de coronacrisis en dreigt de aardappelberg alleen maar groter te worden.
Een aardappelrooier oogst aardappelen
Werktuigendagen Oudenaarde / Flickr (CC BY-SA 2.0)
In september worden opnieuw massaal aardappelen geoogst. Maar de economische schok van de coronacrisis is in de aardappelteelt nog niet verwerkt. Grote aantallen diepgevroren aardappelproducten kwamen nooit tot ontdooien. Bovenop de overschotten van vorig jaar komt nu een berg nieuwe aardappelen. Dreigen er weer overschotten? En welke lessen moeten we hieruit trekken?
Update 5 oktober 2020
De prijzen voor aardappelen blijken te kelderen: van 110 naar 30 euro per ton. Door de lockdown is er minder vraag naar (diepvries)frieten voor horeca en industrie. En ook de hitte van juli en augustus speelt de boeren parten: die zorgde ervoor dat een deel van de oogst voor gewone consumenten mislukte.
België heeft veel aardappeloverschotten, voornamelijk van aardappelsoorten die verwerkt worden tot diepvriesproducten. Daarvan worden onder andere frieten en puree gemaakt, die wereldwijd verhandeld worden. Maar door de pandemie hielden restaurants, frituren en fastfoodketens wereldwijd de deuren gesloten. Die handelsketen werd abrupt afgesloten.
Het gevolg is een grote aardappelberg. Wordt die met de nieuwe oogst nu nog groter? En tegen welke kost?
‘Twee keer per week frietjes’
Tijdens de coronacrisis riep Romain Cools, de topman van de vereniging van aardappelverwerkende industrie Belgapom, op om ‘twee keer per week frietjes te eten’. Op die manier hoopte hij de gigantische berg van 750.000 ton overtollige aardappelen te verkleinen. ‘Ondertussen schatten we dat er nog minder dan 100.000 ton aan overschotten van vorig jaar ligt’, vertelt Cools aan MO*.
‘Landbouwers die hun aardappelen op de vrije markt verkopen, weten dat dat risico’s inhoudt.’
‘De meeste aardappeltelers sluiten contracten af met opkopers. In zo’n contract beloven opkopers een vaste prijs voor een vaststaande hoeveelheid aardappelen tegen een bepaalde datum’, legt Cools uit. ‘De contracten voor de aardappelen die de komende maanden worden geoogst zullen worden nageleefd en zullen worden voorgenomen op aardappelen uit de vrije markt’, belooft hij.
‘Landbouwers die hun aardappelen op de vrije markt verkopen, weten dat dat risico’s inhoudt’, voegt Cools toe. ‘De vrije markt is speculeren. Het ene jaar zijn er hoge prijzen, het andere jaar lage.’
‘Voor de nieuwe oogst wordt een gemiddelde opbrengst verwacht’, vertelt Guy Depraetere van het Algemeen Boerensyndicaat. ‘Het is altijd moeilijk om de aardappelmarkt en eventuele overschotten van het volgende jaar in te schatten. Er zijn dan ook aardappelsoorten die lang in hangaars kunnen worden opgeslagen.’
‘Op het einde van het jaar veranderen prijzen vaak nog’, verduidelijkt Depraetere. ‘Het gebeurt dat er een jaar weinig aardappelen overblijven en dat de prijs op het einde van het jaar klimt. Ofwel merken verwerkers na een jaar dat ze spaarzaam zijn geweest en dat er nog een heleboel aardappelen beschikbaar zijn. Dan gaat de prijs omlaag.’
Vorig jaar spraken Vlaamse overheid en Belgapom af om per week 25 ton overschotten te schenken aan de Voedselbanken.
Om die reden heeft de Vlaamse regering ook nog geen plannen bij mogelijke nieuwe overschotten. ‘Door de onzekerheid over zowel het aanbod als de toekomstige vraag naar bewaaraardappelen, kan op dit moment geen voorspelling worden gedaan over de verhouding vraag/aanbod die zich het komende jaar zal voordoen’, laat het kabinet van Vlaams minister van Landbvouw Hilde Crevits (CD&V) weten per mail.
Voor de oogst van het najaar van 2019 werd met Belgapom wel afgesproken om een deel van de aardappeloverschotten (25 ton per week) te schenken aan de voedselbanken. Dergelijke afspraken voor de komende oogst zijn er nog niet.
Veevoeder
‘Bovendien valt dit jaar de maïsoogst, die onder andere gebruikt wordt voor veevoeder, tegen. Om dat tekort op te vangen kunnen aardappelen, die ook zetmeel bevatten, gebruikt worden. Op die manier moeten eventuele overschotten niet vernietigd worden’, merkt Cools op.
‘Aardappelen kunnen inderdaad tot veevoeder verwerkt worden’, sluit Depraetere aan. ‘Toch zullen de veevoederbedrijven enkel toehappen wanneer de prijs heel erg laag, en onder de productieprijs ligt’, aldus Depraetere.
Door de coronacrisis worden momenteel enkel nog de gecontracteerde aardappelen aanvaard in de fabrieken. De prijzen op de vrije markt kelderen. In de feiten worden vrije aardappelen niet opgekocht. De krant Landbouwleven meldt in haar rubriek “prijsnoteringen” zelfs dat er geen noteringen zijn wegens een gebrek aan transacties.
Wel schatten ze de prijs van honderd kilo aardappelen op één à twee euro. De website van de Boerenbond is optimistischer en pint de prijs van honderd kilo aardappelen op drie euro vast, maar ook die ligt ver onder de kostprijs.
Overheid springt in
Om de impact van de coronacrisis te verzachten konden aardappeltelers zich tot 28 augustus wenden tot een noodfonds van de Vlaamse overheid. Die voorzag financiële compensatie voor aardappelen uit de laatste oogst, die bleven liggen sinds 15 mei.
De compensatie bedroeg 50 euro per ton, maar de eerste 100 ton aan overschot werden niet vergoed. Bovendien was er een plafond van 500 ton voor de vergoeding. ‘Daarbovenop werd er vanuit Europa 13 miljoen euro aan steun voorzien voor aardappeltelers via directe inkomenssteun’, laat het kabinet van Crevits weten.
‘Omdat noodhulp pas toegekend wordt vanaf honderd ton, komt die vooral de grotere telers tegemoet’, merkt Depraetere op. ‘Toch ben ik de Vlaamse regering zeer dankbaar voor hun inspanningen. In Wallonië werd bijvoorbeeld geen vangnet opgezet.’
Schade door droogte werd de voorbije jaren gecompenseerd door het rampenfonds, maar daar komt nu verandering in.
Ook voor de impact van de toenemende droogte op de oogst kregen aardappeltelers de laatste jaren steun uit het rampenfonds. ‘Wanneer de droogte als natuur- of landbouwramp erkend werd, konden landbouwers rekenen op een vergoeding uit het rampenfonds van de Vlaamse overheid.’
Maar daar komt verandering in. ‘Teeltschade door ongunstige weersomstandigheden zal in de toekomst helaas niet meer gedekt worden door het rampenfonds. Daarvoor moeten landbouwers de komende jaren overschakelen naar private verzekeringen’, legt Depraetere uit.
Volgens Cools zijn zo’n premies niet nodig wanneer een landbouwer met een contract werkt. ‘De aardappelsector was lang de “Robin Hood” onder de gewassen waarmee het meest op de vrije markt gespeculeerd werd. Door de extreme droogte en klimaatverandering lukt dit steeds moeilijker. Bij een contract ligt de verantwoordelijkheid voor de geleverde tonnages wel bij de telers. Zij moeten er op hun beurt alles aan doen om het beloofde gewicht te leveren’, legt hij uit.
Milieukost
‘Op zich zijn aardappelcontracten een goed iets omdat ze boeren een vaste prijs bieden’, vindt Bart Vanwildemeersch van de West-Vlaamse Milieufederatie. West-Vlaanderen is namelijk één van de grootste aardappelproducerende regio’s. Het is wel zo dat aardappelproductie – en verwerking- een grote milieukost met zich meedragen.
‘Van alle akkerbouwteelten krijgen aardappelen de meeste gewasbeschermingsmiddelen per hectare.’
Van alle akkerbouwteelten krijgen aardappelen de meeste gewasbeschermingsmiddelen per hectare. ‘De laatste jaren leeft onder telers stress door de droogte. Daarom willen telers vaak hun aardappelen met water besproeien. Captatieverboden werden vaak genegeerd en zo kwamen West-Vlaamse beken droog te staan. Dit heeft nefaste gevolgen voor de kwaliteit van de beken en hun omgeving’, legt Vanwildemeersch uit.
Vlaanderen is één van de grootste aardappelproducerende regio’s ter wereld
© Dario Van Fleteren
Elke drie jaar komen er op een veld aardappelen. In de jaren ertussen komen andere gewassen op het veld. Dat heet gewasrotatie. ‘We zien dat de bodem daar uitgeput door raakt’, zegt Vanwildemeersch. ‘Zeker in West-Vlaanderen, waar enorm veel aardappelen voor export worden geteeld.’
‘Onderzoek toont aan dat het beter zou zijn om over te schakelen naar een systeem waarbij een veld elke vier of vijf jaar voor aardappelen bestemd wordt. Vijf jaar zou het beste zijn voor de bodem, maar is economisch minder haalbaar. Eén op de vier lijkt me daarom een mooi compromis.’
‘Daarnaast zien we ook dat boeren meer bemesten uit angst om hun beloofde gewicht niet te halen. Dat heeft uiteraard ook een impact op het milieu’, stipt Vanwildemeersch aan.
‘Toch zijn de aardappeltelers niet de enige vervuiler in het verhaal. Ook de aardappelverwerkende industrie en intensieve groententeelt heeft een grote impact op het milieu in West-Vlaanderen’, voegt Vanwildemeersch toe.
Volgens Vanwildemeersch is het tijd dat ook de aardappelverwerkende industrie een duit in het zakje doet om de milieu-impact te beperken. Illustratief daarvoor zijn de huidige protesten in de Noord-Franse stad St-Georges-sur-l’Aa tegen de plannen van aardappelverwerker Claerbout om er een nieuwe vestiging te openen. Burgers maken er zich zorgen over de ecologische impact van de fabriek. Ze vrezen voor geuroverlast, overmatig watergebruik, een enorme toename aan verkeer, nefaste milieueffecten van het gebruik van amoniak, enzoverder.
Een eeuwige gok
Elk jaar opnieuw komen de aardappeltelers voor een moeilijke keuze te staan. Enerzijds kunnen ze een contract afsluiten waarin een vast tonnage voor een vaste prijs wordt afgesproken. Daarbij moet de landbouwer wel leven met de angst om zijn beloofde gewicht te halen en dreigt het milieu overbelast worden. Anderzijds is er de optie om een sprong in het onbekende te maken op de vrije markt.
Hoewel Belgapom vandaag vertelt dat de meeste landbouwers met contracten werken, adviseerde diezelfde koepel in 2017 om geen al te hoog gewicht per hectare te contracteren.
‘Door de dubieus opgestelde contracten werden tekorten door de fabriek op kosten van de teler opgekocht op de vrije markt.’
‘In 2018 kenden we een enorme droogte. De fabrieken waren toen keihard voor de aardappeltelers’, horen we bij het Algemeen Boerensyndicaat. ‘Wie zijn beloofde tonnages uit het contract niet kon leveren, kreeg het hard te verduren. Door de dubieus opgestelde contracten werden tekorten door de fabriek, op kosten van de teler, opgekocht op de vrije markt. Vrije aardappelen staan in tijden van schaarste aan een hoge prijs. Dat jaar zijn er boeren geweest die opleggers aan aardappelen weggaven en daarbovenop nog een factuur moesten betalen. Voor vele boeren is dat jaar nog niet verwerkt, want die schulden werden vaak verspreid over contracten van de volgende jaren.’
‘Vandaar dat er angst leeft om veel gewicht aan de fabrieken te beloven. Door de angst voor droogte werd minder gewicht beloofd in contracten. Wat de industrie dus eventueel moet bijkopen op de vrije markt gaat aan spotprijzen’, aldus Depraetere.
Hoe houdbaar zijn de huidige aardappelcontracten tegen de achtergrond van schommelende wereldprijzen en extreme droge zomers?
Naar een nieuwe generatie Aardappelcontracten
In overleg met alle partijen in de aardappelsector wordt via het forum Belpotato.be gewerkt aan een nieuw soort contracten. ‘Contracten die waken over een duurzame sector op zowel economisch als ecologisch vlak. We willen er werken aan een evenwichtige commerciële relatie’, vertelt Cools.
Depraetere is voorzichtig positief. ‘Belpotato is inderdaad een positief project. Het is een forum waarbij alle partijen samenzitten en werken aan oplossingen. Ik hoop dat het een vehikel kan worden voor een verbetering van aardappelcontracten, waarvoor ik al langer pleit’, vertelt hij.
Volgens Vanwildemeersch van de West-Vlaamse milieufederatie is het tijd dat ook de verwerkende industrie een duit in het zakje doet wanneer het over milieu gaat. ‘Veel risico’s in het contract worden al doorgeschoven naar de landbouwer. Daarom kan ik me wel scharen achter het idee om een groen infrastructuurfonds op Vlaams niveau op te richten’, zegt hij. Zo’n fonds moet bij de bouw van nieuwe infrastructuur bijvoorbeeld waken over waterkwantiteit en –kwaliteit van een fabriek.
Moet het risico gedragen worden door teler, verwerker, handelaar, consument of de overheid?’
‘De markt lijkt heel volatiel te zijn door variërende opbrengsten en variërende vraag. Opslag kan dat maar beperkt opvangen. Er is dus een risico dat gedragen moet worden. Het is de vraag of dat risico gedragen moet worden door teler, verwerker, handelaar, consument of de overheid. Op dit moment lijkt veel risico bij de teler te liggen’, merkt Jeroen Buysse, expert landbouwbeleid aan de Universiteit Gent, op.
Ook op het gebied van milieu stelt hij zich vragen. ‘Aardappelen krijgen de meeste gewasbeschermingsmiddelen per hectare van alle akkerbouwteelten. Bovendien laten aardappelen een hoog nitraatresidu achter in vergelijking met andere akkerbouwteelten. Je kan je inderdaad afvragen of het wel goed is dat de productie van een teelt zo snel groeit’, vindt Buysse.
‘Volgens mij mag de rol van de consument niet vergeten worden’, vult hij aan. ‘Denk dan aan systemen waarbij een consument automatisch zijn consumptie moet aanpassen op de beschikbaarheid van voedsel. Daarbij is zijn financiële bijdrage vast, terwijl de hoeveelheid voedsel onzeker is. Een goed voorbeeld daarvan zijn voedselpakketen’, aldus Buysse. ‘Natuurlijk kan de consument eenvoudigweg meer consumeren van producten waarvan het aanbod groter is’, sluit hij af.