Nieuw IPCC-rapport schetst somber beeld van ijs en oceanen
Het ijs smelt, de oceaan verzuurt: alarmfase rood voor blauwe en witte wereld
Vandaag publiceert het VN-klimaatpanel IPCC haar derde bijzondere rapport in een jaar tijd: het ‘Special Report on Oceans and Cryosphere'. Het bevestigt de trend: de effecten van de klimaatverandering zijn zichtbaar, en ze versnellen.
Een rivier van smeltwaterbij de Athabasca-gletsjer, Rocky Mountains, Columbia.
Wing-Chi Poon (CC BY-SA 2.5)
‘Oceanen: heter, hoger, minder zuurstof, zuurder, minder leven, meer ontwrichting. IJsplaten, gletsjers, bergen: smeltend ijs, ontwrichting van menselijke activiteiten en ecosystemen. Reductie-uitstoot en adaptatie zijn cruciaal, en bieden veel positieve neveneffecten.’
Nog geen 250 tekens had de Australische klimaatwetenschapper en vicevoorzitter van het VN-klimaatpanel IPCC Mark Howden nodig om de kern van het nieuwe, bijzondere rapport over de oceanen en de cryosfeer (SROCC) samen te vatten. Het rapport wordt vandaag in Monaco voorgesteld.
Het nieuwe rapport is een bundeling van de stand van de wetenschap over de staat van de oceanen en het ijs. Na het speciale rapport over 1,5 graad (vorig jaar gepubliceerd) en het rapport over landgebruik (deze zomer) sluit dit nieuwste rapport de drie tussentijdse klimaatverslagen af.
‘Het rapport beschrijft het minimum waarover wetenschappers het eens zijn. Dat is al erg genoeg.’
‘Het beschrijft het minimum waarover wetenschappers het eens zijn’, vertelt geograaf en glacioloog Philippe Huybrechts in zijn kantoor op de campus van de VUB. ‘En dat is al erg genoeg.’
Huybrechts doctoreerde eind jaren tachtig op klimaatverandering en het broeikaseffect, toen de gevolgen ervan nog iets van ver weg in de toekomst leken. Voor dit rapport deed het IPCC beroep op een vijftal studies van Huybrechts’ onderzoeksteam, vooral over de conditie en de toekomstige evolutie van de Groenlandse ijskap en het effect op de zeespiegelstijging.
Met zijn onderzoeksteam ontwikkelde Huybrechts onder andere modellen van de ijskappen van Antarctica en Groenland, waarin de grote lijnen al opdoken van de bevindingen die in dit Special Report worden geaccentueerd. Zo legde Huybrechts jaren geleden de lat van een onomkeerbaar smeltproces van de Groenlandse ijskap op een lokale temperatuurstijging van 2,7 graden. Het huidige rapport rekt die band op en heeft het over een lokale opwarming tussen 1 en 4 graden.
Kantelpunt
Groenland bevindt zich op een zucht van die grenswaarde. ‘Voor Groenland ziet het er niet goed uit’, stelt Huybrechts. ‘Eens het smeltproces op gang trekt, is het niet meer te stoppen. Groenland is een anomalie in het huidige klimaat. Door de hoogte houdt de ijskap zichzelf in stand. Maar eens opgewarmd verdwijnt die onherroepelijk.’
Het ijs dat smelt, vloeit in zee en bevriest niet meer. De drie kilometer dikke ijskap die het land als restant van de laatste ijstijd bedekt, kan zichzelf niet meer in stand houden. Hij krimpt en blijft krimpen tot hij over enkele duizenden jaren helemaal verdwenen is. Het resultaat is nieuw land en een zeespiegel die uiteindelijk met 7,4 meter gestegen is.
‘Een stijgende zeespiegel vormt de verbinding tussen de oceanen en de cryosfeer, zoals men alle gebieden met sneeuw en ijs noemt’, legt Huybrechts uit. ‘Dat is een eerste belangrijke vaststelling. De stijging versnelt.’
‘Enerzijds omdat de oceanen opwarmen. Samen met bomen, moerassen en veengebieden vormen zij natuurlijke koolstofopslagplaatsen. De helft van de CO2 die we door de verbranding van fossiele brandstoffen of ontbossing hebben uitgestoten, is geabsorbeerd door bomen en oceanen. Maar warm water zet uit. Het volume wordt groter.’
De stijging van de zeespiegel is het venijn in het systeem. Die valt niet te stoppen.
‘Anderzijds is er het smeltwater. Voornamelijk van Groenland, maar ook van Antarctica en gebergtegletsjers. In de twintigste eeuw noteerden we een stijging van 1,4 millimeter per jaar, ondertussen is dat meer dan verdubbeld. De projectie is in dit rapport opgetrokken van 98 centimeter in 2100 naar 1,1 meter voor het hoogste scenario dat bekeken werd.’
Het venijn in het systeem, noemt Huybrechts die stijgende zeespiegel. ‘Dat valt niet te stoppen’, zegt hij. ‘Zelfs al verbranden we vanaf morgen geen steenkool, olie of gas meer, die stijging zet zich honderden, duizenden jaren verder.’
‘Het enige wat je enigszins kan beïnvloeden, is het tempo waaraan dit gebeurt. Als we erin slagen de temperatuurstijging te stabiliseren, dan neemt dat af en kopen we tijd om ons te beschermen of om in het uiterste geval collectieve migratie uit kuststeden te organiseren. Je mag niet vergeten dat tien procent van de wereldbevolking op minder dan tien meter boven zeeniveau woont.’
Managed retreat, heet dat. Beheerst terugtrekken.
Verloren land
In de beide scenario’s die de auteurs van het rapport onder de loep namen, zal die managed retreat op sommige plaatsen de ultieme optie zijn.
In het zogenaamde ‘extreme mitigatiescenario’, technisch gelabeld met de lettercijfercode RCP 2.6, gaan we tegen 2070 naar een nuluitstoot en slagen we er in de tweede helft van de eeuw in om de temperatuurstijging te stabiliseren rond 2 graden. Door massaal CO2 uit de lucht te halen – ‘Een herculische klus, waarvoor ik momenteel de politieke moed niet zie’, aldus Huybrechts.
In dat scenario krijgen de atols in de Stille Zuidzee nog steeds jaarlijks een storm te verduren die normaal slechts een keer om de honderd jaar voorkomt. Zelfs in een wereld die amper 1,5 graden warmer is, is hun voortbestaan bedreigd.
IPCC
Huybrechts aarzelt wanneer hij het zegt. ‘Die eilanden kijken tegen ontruiming aan.’ Enigszins terughoudend voegt hij eraan toe: ‘Bovendien is het behoorlijk onwaarschijnlijk dat we dit scenario, het meest gunstige, zullen halen. Zolang we blijven uitstoten, stijgt de temperatuur. De knik in de grafiek is nog niet in zicht.’
De laagliggende eilanden in de Stille Zuidzee kijken tegen ontruiming aan.
Het andere scenario, met code RCP 8.6, brengt de effecten in beeld van een voortzetting van het huidige klimaatbeleid, of het gebrek eraan. De uitstoot neemt toe tot 2100 en vlakt daarna af. Het is een scenario waar we op dit moment nog boven zitten. ‘Maar,’ meent Huybrechts, ‘ik neem aan dat we er uiteindelijk onder duiken.’
Het is een scenario waarbij het ijs van de Noordelijke IJszee verdwijnt in de zomer, waarbij de gletsjers verschrompelen zowel in Scandinavië, de Alpen, de Kaukasus als in grote delen van de Andes, en waarbij de oppervlakkige de ondergrond die nooit ontdooit — permafrost — nu wel grotendeels smelt.
Het is een ander punt dat Huybrechts aanstipt. ‘Het rapport is behoorlijk genuanceerd over het effect van de dooi van permafrost. De apocalyptische voorspelling over een monstervoorraad aan methaan die daarbij zou opborrelen, wordt voorlopig niet bevestigd.’
Broeikasbom
Huybrechts bladert even in de samenvatting van het rapport voor beleidsmakers en citeert hoe men het formuleert: ‘Tegen 2100 zal de oppervlakkige permafrost, de bovenste drie tot vier meter, verminderen tussen 2 en 40 procent voor scenario RCP 2.6, en met 46 en 86 procent in het andere.’
Hij gaat verder: ‘Men verwacht dat hierbij tien tot honderden miljarden ton broeikasgas zoals CO2 en methaan vrijkomen, met de potentie klimaatverandering nog te versnellen. Er is onzekerheid of toegenomen plantengroei dit koolstofverlies zal compenseren.’
Met het smeltende ijs zullen levenssoorten en manieren van leven wegkwijnen.
Huybrechts haalt zijn vinger van de tekst. ‘Met andere woorden: het versterkend effect van de dooi van permafrost op de klimaatcrisis moet nog verder onderzocht worden. Wat we wel weten, is dat dit een tragedie is voor het leven in het poolgebied. Huizen dreigen weg te zinken en wegen te verbrokkelen, en de combinatie van dooi met zeespiegelstijging verhoogt de kusterosie. Ze verliezen simpelweg een deel van hun land.’
Met het smeltende ijs zullen levenssoorten en manieren van leven wegkwijnen. Nu al zakken er meer mensen door het ijs in Alaska. Walrussen storten dan weer van kliffen omdat de sneeuw waarlangs ze vroeger omlaag gleden, slechts steengruis is.
Slapende reus Antarctica ontwaakt
‘Evolueren we naar een wereld zonder ijs?’ vraag ik Huybrechts.
Het brengt hem bij het volgende opvallende punt in het rapport: Antarctica. Lange tijd werd aangenomen dat het continent op de Zuidpool een slapende reus was, onaangeroerd en onbewogen door klimaatverandering. Modellen voorspelden een aangroei van de ijskap door verhoogde sneeuwval. Dat blijkt niet te kloppen.
‘Antarctica is ontwaakt’, zegt Huybrechts. ‘De stijging van de zeespiegel is naar boven bijgesteld, en dat heeft daar alles mee te maken. Al zijn er nog heel veel vragen.’
Aan de westkant van Antarctica rust de ijskap op de zeebodem. Als het oceaanwater opwarmt – wat het doet –, knaagt het aan het ijs en aan de stabiliteit van de ijskap. Een ijsbrok van 450 vierkante kilometer dreigt af te breken van de Pine Ice-gletsjer, die zich daar bevindt.
‘Al is het niet duidelijk of dit het begin is van de desintegratie van Antarctica’, stelt Huybrechts. ‘Er zijn gebieden met versnelde ijsvloei. Sinds 1990 verliest de Zuidpool ijsmassa. In absolute cijfers zijn dat nog kleine hoeveelheden, maar het kan het begin zijn van een algemene instabiliteit. Sommige onderzoekers menen dat het nu al bezig is. Onze modellen zitten eerder aan de voorzichtige kant. Ik geloof niet zo in de catastrofe.’
‘We hebben zaken in gang gezet die niet meer terug te schroeven zijn. Het is meer dan 3 miljoen jaar geleden dat er nog zoveel koolstof in de atmosfeer zat.’
Hij gaat verder: ‘Dan nog is het een semantische discussie. Als het niet tegen 2100 is, dan is het voor later. De stijging van het zeeniveau stopt dan niet.’
Hij kijkt naar de kaarten van Groenland en Antarctica die boven zijn werktafel aan de muur hangen. Een landmassa en een continent verstopt onder bergen van ijs. ‘We hebben zaken in gang gezet die niet meer terug te schroeven zijn. Het is meer dan drie miljoen jaar geleden dat er nog zo veel koolstof in de atmosfeer zat. De moderne mens bestond nog niet. Laat staan de beschaving die we hebben uitgebouwd.’
Heter en zuurder
Het brengt ons bij de volgende opvallende evolutie die bovendrijft in het nieuwe IPCC-rapport: de oceanen staan onder gigantische druk. Niet alleen is de verzuring met een kwart toegenomen, ze warmen aan sneltempo op. Dat drijft hele ecosystemen naar de rand van de ineenstorting.
Voor het eerst duikt de term ‘mariene hittegolven’ op. ‘Periodes waarin het oceaanwater zo sterk opwarmt dat koralen in korte tijd afsterven’, legt Huybrechts uit. ‘Maar ook de schadelijke effecten op wouden van kelp en zeegras zijn aanzienlijk.’
‘We hebben wel degelijk nog een keuze. De uitstoot moet zo snel mogelijk naar nul.’
Het is de dramatische paradox van een versnelde klimaatverandering. De natuurlijke buffers die er zijn om de toename aan CO2 te absorberen – mangroves, kelp, zeewier – dreigen het te begeven onder de snelheid waarmee ze die extra uitstoot moeten compenseren.
‘Natuurlijke adaptatie door bijvoorbeeld het herstel van mangroves, zoals een project in Kenia dat oud-doctoraatsstudent James Kairo leidt, is een fantastische manier om kusten te beschermen en gemeenschappen hierbij te betrekken. Blue carbon, heet het. Alleen is het maar effectief tot een stijging van vijf millimeter per jaar.’
Dit derde rapport dat het IPCC in amper een jaar tijd publiceert, maakt duidelijk wat al kristalhelder was: de toestand is alarmerend. De waarschuwingssignalen staan voor zowel de aarde, het leven in en op die aarde, het ijs en het water op donkerrood.
‘Maar,’ benadrukt Huybrechts, ‘we hebben wel degelijk nog een keuze. De uitstoot moet zo snel mogelijk naar nul. Het is de enige manier om de opwarming te stabiliseren. Dat is de voorwaarde om te redden wat er te redden valt.’