Amerikaanse verkiezingen: seksisme, leugens en vrouwenhaat

Analyse

Amerikaanse verkiezingen: seksisme, leugens en vrouwenhaat

Amerikaanse verkiezingen: seksisme, leugens en vrouwenhaat
Amerikaanse verkiezingen: seksisme, leugens en vrouwenhaat

Tine Destrooper volgt in New York de presidentsverkiezingen voor MO*. Ze kijk verder dan poppetjes en het mediacircus in Iowa, en wat ze ziet is allesbehalve fraai. ‘If Clinton can’t satisfy her husband, what makes her think she can satisfy America’, twitterde Trump een paar maanden terug. Wie zei daar dat gendergelijkheid een westerse waarde was?

In de laatste week van januari lanceerde de Amerikaanse organisatie Planned Parenthood haar meest recente fundraising-campagne. De oproep begon met een oplijsting van de problemen waar de organisatie in 2015 mee te maken had gehad.

Het zorg- en informatiecentrum dat vrouwen begeleidt inzake reproductieve en seksuele gezondheid moest dat jaar afrekenen met brandstichting, intimidatie van werknemers en cliënten, verminderde subsidies, restrictieve wetgeving, en meer algemeen met laster- en desinformatiecampagnes betreffende abortus, contraceptie en seksuele opvoeding.

Deze aanvallen op één van de belangrijkste voorvechters van de seksuele en reproductieve rechten van vrouwen kan niet losgekoppeld worden van de debatten in de aanloop naar de Amerikaanse presidentsverkiezingen. Planned Partenhood is -samen met IS- één van de twee grote thema’s tijdens de Amerikaanse voorverkiezingsdebatten geworden, belangrijker nog dan de grote economische thema’s zoals de relatie tussen de VS en China.

De waarheid mag verkracht worden

In dit debat is desinformatie schering en inslag. Op 19 oktober 2015 zond Fox News een interview uit waarin werd geclaimd dat ‘[Planned Parenthood] niks anders doet dan winst maken door baby’s te vermoorden en de lichaamsdelen van geaborteerde baby’s te verkopen’. Twee weken eerder werd tijdens een hoorzitting in het Congres onderstaande statistiek getoond om te pleiten voor het stopzetten van subsidies aan Planned Parenthood (fig 1).

De grafiek –zonder x-as– suggereert een grote toename in het aantal zwangerschapsonderbrekingen uitgevoerd door Planned Parenthood, ten koste van andere ingrepen. Een recente studie toont echter dat in de praktijk het aantal zwangerschapsonderbrekingen nauwelijks is toegenomen (fig. 2), en dat, meer bepaald, zwangerschapsonderbrekingen slechts een minimale plaats innemen in het aanbod van diensten dat de organisatie biedt (fig. 3). Bovendien steunt ruim 60 procent van de Amerikanen een blijvende en stabiele financiering voor Planned Parenthood.

Deze realiteit weerhoudt presidentskandidaten er echter niet van steeds radicalere uitspraken te doen over de organisatie, en de cruciale rol te negeren die Planned Parenthood speelt in het informeren van vrouwen en mannen omtrent hun seksuele en reproductieve rechten en gezondheid.

Deze conservatieve retoriek heeft ook feitelijk gevolgen in het Congres en de Senaat. Omdat het cruciaal is te kunnen aantonen dat je als kandidaat consequent gehandeld hebt in het Congres of de Senaat, hebben verschillende kandidaten waaronder de Republikeinen Marco Rubio, Rand Paul en Ted Cruz in het verleden systematisch gestemd tégen wetsvoorstellen die bijvoorbeeld therapeutische zwangerschapsonderbreking of zwangerschapsonderbreking in geval van incest of verkrachting toestaan.

De impact van dit stemgedrag op de feitelijke toegang van vrouwen tot seksuele en reproductieve gezondheidszorg en informatie is evident. De campagne-retoriek heeft echter ook vergaande gevolgen inzake het legitimeren van een uitgesproken vrouwvijandig discours.

Het feit dat seksuele en reproductieve rechten één van de twee grote thema’s geworden zijn in een verkiezingsstrijd die nadrukkelijk gedomineerd wordt door conservatieve en polariserende retoriek, bemoeilijkt het voeren van een genuanceerd debat omtrent dit onderwerp.

Alleen vrouwen moeten zich verantwoorden

Zowel Hillary Clinton als Bernie Sanders, de huidige Democratische kandidaten, hebben doorheen de campagne en in hun stemgedrag uitgesproken de kant gekozen van het pro-choice kamp: de voorstanders van het keuzerecht van vrouwen in de reproductieve sfeer. De pro-choice retoriek van Hillary Clinton wordt vaak wordt afgedaan als een logische keuze. Zij is immers een vrouw, dus verdedigt ze uiteraard de rechten van vrouwen, zo gaat het argument.

Clinton is bijna altijd de enige kandidaat die gevraagd wordt naar haar beleidspositie omtrent vrouwenrechten, van gelijke lonen tot kinderopvang en van sociale zekerheid tot reproductieve rechten. Hoewel Sanders ook een omstandig beleid heeft op dit vlak, krijgt hij veel minder vaak vragen omtrent vrouwenrechten.

Carly Fiorina is de enige –vrouwelijke– kandidaat aan Republikeinse kant. Zij wordt systematisch ondervraagd over haar pro-life positie, zeg maar haar anti-abortusstandpunt. De veel extremere uitspraken van Ben Carson, Ted Cruz of Marco Rubio hebben tot minder ophef geleid dan de anti-abortus uitspraken van Fiorina.

Deze karakterisering van seksuele en reproductieve rechten als ‘een zaak van vrouwen’ is kenmerkend voor het meer algemene debat omtrent vrouwenrechten. In een recent NBC debat bijvoorbeeld werd dit beleidsonderwerp dermate onbelangrijk geacht dat het debat door de moderator werd omgebogen naar een discussie over het overspel van Bill Clinton, eerder dan in te gaan op de beleidsvoorstellen van Hillary Clinton.

Scheldpartijen en vooringenomen media

Dit was overigens niet het enige moment waarop het overspel van Bill tegen Hillary Clinton gebruikt werd. ‘If Clinton can’t satisfy her husband, what makes her think she can satisfy America’, twitterde Donald Trump een paar maanden terug. En op Republikeinse bijeenkomsten dragen supporters steevast buttons met dat beledigende citaat, of anders met ‘Trump That Bitch’ of ‘Up Yours Hillary’.

Trumps commentaren over Carly Fiorina’s gezicht, dat geen leiderschap zou uitstralen of over Fox-journaliste Meg Kelly -‘blood coming out of her wherever’-, zijn illustratief voor de agressieve women bashing die de huidige campagne kenmerkt.

Daarnaast zijn er echter ook de meer onderhuidse aanvallen op de enige twee vrouwen in de verkiezingsrace. Uitspraken van Bush en Rubio dat ze geen lessen te krijgen hebben van een vrouw (Clinton). Fiorina krijgt het verwijt dat haar verdediging inzake de recente schietpartij in Colorado een emotionele explosie was -terwijl veel chaotischere en agressieve antwoorden van mannelijke tegenkandidaten niet werden bekritiseerd.

De speeches van Clinton worden weggezet als schreeuwen -terwijl haar tegenkandidaat Sanders steevast luider spreekt dan zij. Het zijn allemaal uitingen van een _gender-_vooringenomenheid die misschien subtieler is dan de openlijke aanvallen op Planned Parenthood en op de reproductieve rechten van vrouwen in het algemeen, maar die vragen oproept over de taal en de berichtgeving die gebruikt en gedoogd worden om dergelijke politieke campagnes te voeren en te verslaan.

De constante lijkt te zijn dat vrouwen steevast neergezet worden als minder goede leiders. En de huidige voorverkiezingscampagne lijkt zeer weinig ruimte te laten om nieuwe invullingen te zoeken voor wat het betekent een goed of een sterk leider te zijn.

Tine Destrooper is Managing Director van het Center for Human Rights and Global Justice van de rechtsfaculteit van de Universiteit van New York. Zij schrijft deze bijdagen voor MO* in persoonlijke naam.