VS leveren al sinds 1948 wapens aan het Israëlisch leger
Amerikanen staken al 130 miljard dollar in veiligheid van Israël
IPS / Thalif Deen
20 november 2023
De VS hebben sinds de oprichting van Israël meer dan 130 miljard dollar gespendeerd aan de veiligheid van het land. Dat budget werd nagenoeg volledig opgeslokt door wapenleveringen. De voorwaarden voor het inzetten van die wapens worden alvast in het huidige conflict met Gaza niet nagekomen.
Een ontmoeting tussen Amerikaanse en Israëlische topmilitairen in de zomer van 2022.
Israel Defense Forces (CC BY-NC 2.0 DEED)
De VS hebben sinds de oprichting van Israël meer dan 130 miljard dollar gespendeerd aan de veiligheid van het land. Dat budget werd nagenoeg volledig opgeslokt door wapenleveringen. De voorwaarden voor het inzetten van die wapens worden alvast in het huidige conflict met Gaza, niet nagekomen.
Al sinds de oprichting van Israël in 1948 is het land politiek, economisch en militair sterk afhankelijk van zijn bondgenoot, de Verenigde Staten (VS).
Dat uit zich onder meer in aanhoudende wapenleveringen van de VS aan Israël - meestal gratis. Uit gegevens van de Congressional Research Service (CRS) hebben de VS sinds de Tweede Wereldoorlog meer buitenlandse hulp aan Israël verstrekt dan aan enig ander land. Die leveringen worden gekanaliseerd via de Amerikaanse Foreign Military Financing (FMF), het Military Assistance Program (MAP) en Excess Defense Articles (EDA).
Wapenleveringen
Volgens het Stockholm International Peace Research Institute (SIPRI) hebben de Verenigde Staten 79 procent van alle wapens geleverd die tussen 2018 en 2022 Israël zijn binnengekomen.
De tweede grootste leverancier was Duitsland met 20 procent, gevolgd door Italië met slechts 0,2 procent.
De standvastige veiligheidshulp aan Israël is altijd een hoeksteen van het Amerikaanse buitenlandse beleid geweest sinds het presidentschap van Harry S. Truman. Vandaag vertaalt zich dat in een kostenplaatje - sinds 1948 - van meer dan 130 miljard dollar aan bilaterale hulp om de veiligheid van Israël te garanderen.
Volgens het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken heeft dit ertoe bijgedragen dat de Israel Defense Forces (IDF) vandaag een van de ‘meest capabele en effectieve legers ter wereld’ zijn.
In de huidige oorlog heeft deze overweldigende vuurkracht van Israël geresulteerd in de vernietiging van hele steden in Gaza en de dood van duizenden Palestijnse burgers, meestal door de wapens die door de VS zijn geleverd.
7 oktober
Volgens Natalie J. Goldring, gasthoogleraar aan de Sanford School of Public Policy aan Duke University waren de Hamas-aanvallen van 7 oktober ‘afschuwelijke daden’ die ook als zodanig veroordeeld moeten worden. ‘Desondanks zijn de Israëlische reacties op deze aanvallen willekeurig geweest, en opzettelijk’, zegt ze.
‘De Amerikaanse regering heeft Israël enorme hoeveelheden militaire hulp en wapens geleverd, en Israël heeft de Amerikaanse beperkingen aangaande het gebruik van die wapens genegeerd.’
Volgens haar heeft de Amerikaanse regering daarin een speciale verantwoordelijkheid. ‘Ze heeft Israël enorme hoeveelheden militaire hulp en wapens geleverd, en Israël heeft de Amerikaanse beperkingen aangaande het gebruik van die wapens genegeerd.’
Goldring vindt dat de VS onmiddellijk een staakt-het-vuren moeten afdwingen en verdere wapenleveringen voorlopig on hold zetten.
Memorandum of understanding
Sinds 1983 komen de Verenigde Staten en Israël regelmatig samen via de Joint Political-Military Group (JPMG). Ze bespreken dan gezamenlijk beleid, gemeenschappelijke bedreigingen en nieuwe manieren voor een hechtere veiligheidssamenwerking.
Israël is ook aangewezen als een belangrijke niet-NAVO-bondgenoot van de VS. Deze status biedt buitenlandse partners bepaalde voordelen op het gebied van defensie, handel en veiligheidssamenwerking. Het geldt als een krachtig symbool van de nauwe relatie tussen beide landen.
Volgens Buitenlandse Zaken is Israël de belangrijkste ontvanger van Amerikaanse veiligheidsbijstand, geregeld onder titel 22 van het Foreign Military Financing-programma (FMF), momenteel vastgelegd in een Memorandum of Understanding (MOU) voor een periode van tien jaar (2019-2028).
In overeenstemming met het MOU leveren de Verenigde Staten jaarlijks 3,3 miljard dollar aan het FMF en 500 miljoen dollar voor samenwerkingsprogramma’s voor raketverdediging, onder meer voor de ondersteuning van de Iron Dome.
Israël kan de jaarlijkse FMF-dotatie gebruiken om onder meer defensieartikelen, -diensten en -training aan te schaffen, en via FMF geven de Verenigde Staten Israël ook toegang tot enkele van de meest geavanceerde militaire uitrustingen ter wereld, waaronder de F-35 Stealth gevechtsvliegtuigen.
De huidige MOU laat ook toe dat Israël een deel van zijn FMF-geld besteedt aan defensieartikelen van Israëlische in plaats van Amerikaanse oorsprong. Dit was 25 procent in boekjaar 2019, maar zal geleidelijk worden afgebouwd tot nul in boekjaar 2028.
Overeenkomsten met Jemen
Goldring merkt op dat de situatie in Gaza overeenkomsten vertoont met het gedocumenteerde gebruik van Amerikaanse wapens door de coalitie onder leiding van Saoedi-Arabië bij aanvallen in Jemen.
‘De Amerikaanse besluitvorming over wapenoverdrachten geeft te veel gewicht aan het oordeel van regeringsfunctionarissen en politici, die vaak geen rekening houden met de volledige menselijke kost van deze overdrachten.’
‘Onze reactie zou in beide gevallen hetzelfde moeten zijn. Deze landen hebben zich niet gehouden aan de voorwaarden van Amerikaanse wapenoverdrachten en zouden niet meer in aanmerking mogen komen voor verdere leveringen totdat ze zich wel aan de voorwaarden houden’, zegt Goldring.
‘De Amerikaanse besluitvorming over wapenoverdrachten geeft te veel gewicht aan het oordeel van regeringsfunctionarissen en politici, die vaak geen rekening houden met de volledige menselijke kost van deze overdrachten. Eerder dit jaar installeerde de regering-Biden nieuw beleid rond de levering van conventionele wapens. Wapenoverdrachten zouden niet langer worden goedgekeurd als uit analyse bleek dat “het meer waarschijnlijk is dan niet” dat de geleverde wapens worden ingezet in conflicten die ernstige schendingen van het internationaal humanitair recht zijn of die ingaan tegen de mensenrechtenwetgeving.’
Uit de acties van de Israëlische en Saoedische legers blijkt dat niet aan deze standaard wordt voldaan, concludeert Goldring.
Van vliegtuigen tot precisiegeleide munitie
In oktober 2023 hebben de Verenigde Staten 599 militaire verkoopovereenkomsten afgesloten met Israël, ter waarde van 23,8 miljard dollar. Ze omvatten onder meer F-35 Joint Strike Fighter-vliegtuigen, CH-53K Heavy Lift Helicopters, KC-46A Aerial Refueling Tankers en precisiegeleide munitie.
Maar tussen 2018 en 2022 was er ook de permanente uitvoer van defensieartikelen naar Israël via nog een ander programma, de Direct Commercial Sales (DCS). Totale kostprijs: meer dan 5,7 miljard dollar.
Hieronder vielen onder meer de levering van chemische en biologische middelen, software, geleide raketten, ballistische raketten, bommen en mijnen.
Naast veiligheidsbijstand en wapenverkopen lopen er tussen de Verenigde Staten en Israël, verschillende uitwisselingsprogramma’s waaronder militaire oefeningen zoals Juniper Oak en Juniper Falcon, maar ook gezamenlijk onderzoek en programma’s rond de ontwikkeling van nieuwe wapens.
De Verenigde Staten en Israël hebben daartoe meerdere bilaterale samenwerkingsovereenkomsten ondertekend: een overeenkomst voor wederzijdse verdedigingsbijstand (1952); een overeenkomst voor algemene informatiebeveiliging (1982); een overeenkomst voor wederzijdse logistieke ondersteuning (1991); en een overeenkomst rond strijdkrachten (1994).
Sinds 2011 hebben de Verenigde Staten ook meer dan 8 miljoen dollar geïnvesteerd in programma’s voor de vernietiging van conventionele wapens op de Westelijke Jordaanoever met als doel de regionale en menselijke veiligheid te verbeteren door onder meer mijnenvelden in kaart te brengen en op te ruimen.
In 2014 startte, na jarenlange onderhandelingen met Palestijnen en Israëli’s, een humanitaire actie rond de opruiming van landmijnen. Het gaat om de eerste humanitaire samenwerking rond mijnen op bijna vijftig jaar tijd.