‘Nog een lange weg te gaan voor gelijke vertegenwoordiging’
Amper 10 procent vrouwen op Algemene Vergadering van Verenigde Naties
IPS / Thalif Deen
04 oktober 2022
De recente Algemene Vergadering van de Verenigde Naties maakt pijnlijk duidelijk dat vrouwelijke leiders nog een lange weg te gaan hebben om gelijk vertegenwoordigd te zijn op het politieke wereldtoneel. Van de 190 voorname gasten en sprekers waren er slechts 23 vrouw.
Bij de in totaal 190 sprekers op de Algemene Vergadering van de VN waren amper 23 vrouwen. ‘10 procent van de mensen die onze leiders hebben vertegenwoordigd was vrouw’, is het cijfer dat de VN vrijgaven in de nabespreking van het event.
UN Photo / Loey Felipe / Flickr (CC BY-NC-ND 2.0)
De recente Algemene Vergadering van de Verenigde Naties maakt pijnlijk duidelijk dat vrouwelijke leiders nog een lange weg te gaan hebben om gelijk vertegenwoordigd te zijn op het politieke wereldtoneel. Van de 190 voorname gasten en sprekers waren er slechts 23 vrouw. ‘10 procent van de mensen die onze leiders hebben vertegenwoordigd was vrouw’, is het cijfer dat de VN zelf vrijgaven in de nabespreking van de jaarlijkse bijeenkomst.
De samenkomst van wereldleiders op de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties (VN) in New York is vorige week beëindigd. Als we naar de aanwezigheidslijst kijken, valt er iets op. Er waren 190 sprekers, waaronder 76 staatshoofden, 50 regeringsleiders, 4 vice-voorzitters, 5 vice-premiers, 48 ministers en 7 vertegenwoordigers van officiële delegaties — allen overweldigend mannelijk.
‘Een verontrustend signaal gezien de achteruitgang van vrouwenrechten in veel delen van de wereld, ook in de Verenigde Staten, waar dit event plaatsvindt.’
Bij de in totaal 190 sprekers waren amper 23 vrouwen. ‘10 procent van de mensen die onze leiders hebben vertegenwoordigd was vrouw’, is het cijfer dat de VN vrijgaven in de nabespreking van het event.
‘Hoewel hun aantal klein was, hebben vrouwelijke leiders “een vuist” gemaakt, om de voormalige Nieuw-Zeelandse premier Helen Clark te citeren’, zei de voorzitter van de Algemene Vergadering, de Hongaar Csaba Kőrösi, daarover troostend. Clark modereerde in New York het Algemene Platform van Vrouwelijke Leiders dat dit jaar voor het eerst heeft plaatsgevonden.
Vrede, veiligheid en vrouwen
Maar de reactie van mensenrechtenactivisten en maatschappelijke organisaties is overwegend negatief.
‘De weinige vrouwelijke leiders die dit jaar op de Algemene Vergadering hebben gesproken, geven een verontrustend signaal gezien de achteruitgang van vrouwenrechten in veel delen van de wereld, ook in de Verenigde Staten, waar dit event plaatsvindt’, zegt Antonia Kirkland van Equality Now.
We kennen allemaal de goed gedocumenteerde correlatie tussen vrede, veiligheid, economische ontwikkeling en vrouwenrechten, zegt ze. ‘Dit heeft een impact op iedereen.’
‘Het lage aantal vrouwelijke leiders dat heeft gesproken op de Algemene Vergadering is zelfs minder dan de helft van het toch al lage aantal vrouwelijke parlementariërs wereldwijd’ - iets meer dan 26 procent volgens de Inter-Parliamentory Union (IPU).
‘En omdat het voor het maatschappelijk middenveld steeds moeilijker wordt om toegang te krijgen tot de Verenigde Naties, hebben vrouwenrechtenorganisaties nog veel minder de mogelijkheid om regeringen verantwoordelijk te houden voor hun wettelijke verplichtingen en beloftes om gendergelijkheid te waarborgen’, aldus Kirkland.
Enkel mannen aan de VN-top
De kritiek volgt op een lange reeks van klachten over hoe vrouwen te beperkt aanwezig zijn op de hoogste niveaus van de VN, en dat al sinds de oprichting ervan.
De man/vrouw-verhouding voor de baan als secretaris-generaal staat op 9 versus nul. En het voorzitterschap van de Algemene Vergadering, het hoogste beleidsbepalende orgaan van de VN, loopt niet ver achter. De score staat daar op 73 mannelijke versus 4 vrouwelijke voorzitters.
Sinds 1945 waren dat: Vijaya Lakshmi Pandit uit India (1953), Angie Brooks uit Liberia (1969), Sheikha Haya Rashed Al-Khalifa uit Bahrein (2006) en Maria Fernando Espinosa Garces uit Ecuador (2018).
Op het Platform van Vrouwelijke Leiders was er ook veel aandacht voor dit thema, onder ander met een zij-event met als onderwerp ‘Transformatieve oplossingen door vrouwelijke leiders’, bijgewoond door onder meer de president van Hongarije Katalin Novák, premier Sheikh Hasina van Bangladesh, premier Katrín Jakobsdóttir van IJsland, premier Robinah Nabbanja van Oeganda en voormalig premier Helen Clark van Nieuw-Zeeland.
Lange weg te gaan
‘We erkennen dat de VN een problematische verhouding hebben met vrouwen in leidersrollen’, zegt Purnima Mane, een Indiase auteur en expert seksuele en reproductieve gezondheid die zelf leidinggevende functies bij de VN heeft bekleed, onder meer als assistent-secretaris-generaal.
Hoewel de politieke vertegenwoordiging van vrouwen de afgelopen jaren in veel landen toeneemt, is er nog een lange weg te gaan, aangezien slechts 28 van de 193 lidstaten vrouwelijke staatshoofden in de regering hebben, zegt ze.
‘Landen waar vrouwen aan de macht zijn, doen het beter op vlak van ontwikkelingsdoelen en ze inspireren vrouwen over de hele wereld om hun potentieel te erkennen.’
‘Van de 190 sprekers waren 23 vrouwen, een bedroevend laag aantal’, erkent ook Mane. Maar het is wel veelbetekenend, voegde ze eraan toe, ‘dat veel van deze kleine groep vrouwelijke leiders een vuist maken’, verwijzend naar de metafoor van Helen Clark.
‘Ongetwijfeld geeft deze opmerking van de voormalige Nieuw-Zeelandse premier Clark ons een moment om na te denken. Het is waar dat sommige vrouwelijke leiders, zoals die van Finland en veel andere lidstaten, ervoor hebben gezorgd dat de wereld rechtop gaat zitten en kennis neemt van hun prestaties.’
Veel van de landen waar vrouwen aan de macht zijn, richten zich vanzelf meer op gendergelijkheid en een wettelijk kader die dat bevordert, weet Mane.
‘Deze landen doen het ook beter op vlak van ontwikkelingsdoelen en ze inspireren vrouwen over de hele wereld om hun potentieel te erkennen. Stel je voor hoe de wereld eruit zou zien als dit aantal vrouwelijke leiders aanzienlijk zou toenemen, wat niet alleen ten goede zou komen aan hun land, maar ook aan hun regio’s en de wereld’, zegt ze.
Gendergelijkheid
‘De acties die vrouwelijke leiders hebben ondernomen, spreken voor zich. Vaak zijn ze baanbrekend geweest en hebben ze broodnodige voordelen opgeleverd’, zegt Mane. ‘Er zijn voldoende gegevens die tonen wat een verschil deze vrouwelijke leiders maken, zowel nationaal als internationaal. En toch groeit hun aantal veel te langzaam’.
‘We moeten elke mogelijke manier vinden om de troeven die vrouwelijke leiders inbrengen te versterken. Dit platform is een kans om precies dat te doen’, zei Sima Bahous, uitvoerend directeur van VN Women, tijdens de bijeenkomst van vrouwelijke leiders. ‘Als meer vrouwen de leiding nemen in het politieke en openbare leven, profiteert iedereen, vooral in crises’.
Volgens een nieuw rapport zal aan het huidige tempo van vooruitgang pas in 2062 een gelijke vertegenwoordiging van mannen en vrouwen op politiek vlak zal worden bereikt.
Volgens Bahous hebben de recente wereldwijde crises, zoals de pandemie en de klimaatcrisis, het positieve verschil aangetoond dat het leiderschap en de besluitvorming van vrouwen kunnen maken.
De UNDP-UN Women COVID-19 Global Gender Response Tracker laat bijvoorbeeld zien dat regeringen met een hogere vertegenwoordiging van vrouwen een groter aantal gendergevoelige beleidsmaatregelen hebben genomen als reactie op covid-19, zoals beleid dat rechtstreeks gericht is op het versterken van de economische veiligheid van vrouwen.
Maar hoewel er dus in veel landen vooruitgang is geboekt, heeft het wereldwijde aandeel van vrouwen in andere politieke ambten wereldwijd nog een lange weg te gaan: 21 procent van de ministers ter wereld is vrouw, 26 procent van de nationale parlementariërs en lokaal gaat het om 34 procent vrouwen.
Gelijke verdeling in 2062
Sima Bahous wijst er nog fijntjes op dat er volgens een nieuw VN-rapport aan het huidige tempo van vooruitgang pas in 2062 een gelijke vertegenwoordiging van mannen en vrouwen op politiek vlak zal worden bereikt.
Katrín Jakobsdóttir, premier van IJsland en voorzitter van de Council of Women World Leaders, zei vorige week: ‘Het is mijn sterke overtuiging dat de wereld meer vrouwelijke leiders en meer diverse leiders nodig heeft, mensen met allerlei achtergronden en levenservaringen.
‘De beslissingen die leiders nemen hebben invloed op alle mensen in onze samenlevingen. Deze beslissingen zouden moeten worden genomen door mensen die een echt en diep begrip hebben van hoe de meeste mensen leven, van wat hun zorgen zijn, en die daarom inspelen op hun behoeften.’