Het Angolese model, ofwel: de ultieme nachtmerrie van elke dictator

Analyse

President Lourenço wil in augustus herverkozen worden

Het Angolese model, ofwel: de ultieme nachtmerrie van elke dictator

Het Angolese model, ofwel: de ultieme nachtmerrie van elke dictator
Het Angolese model, ofwel: de ultieme nachtmerrie van elke dictator

Welke richting gaat Angola uit en hoe historisch worden de komende verkiezingen van eind augustus? ‘Voor het eerst in drie decennia hebben de Angolezen een reële kans om te bepalen wat voor soort staat en samenleving ze willen.’

© AFP

Een man in Angola leest de krant naar aanleiding van het overlijden van voormalig president Dos Santos.

© AFP

Angola probeert al enkele jaren een gewelddadig verleden van zich af te schudden. Het vredesakkoord na de burgeroorlog is twintig jaar oud. De autoritaire president Dos Santos gaf de fakkel door aan een onverwacht hervormingsgezinde opvolger en overleed begin juli. En binnen enkele weken zijn er verkiezingen. ‘Voor het eerst in drie decennia hebben de Angolezen een reële kans om te bepalen wat voor soort staat en samenleving ze willen.’

Angola verandert én vindt navolging van andere landen.

In 2017 legde president José Eduardo Dos Santos, die begin juli overleed in Barcelona, na 38 jaar zijn ambt neer. Zijn machtsoverdracht was goed voorbereid.

Zijn opvolger was de enigszins saaie, bureaucratische, niet van visie overlopende trouwe partijsoldaat João Lourenço. Die zou het roer van de staat in handen krijgen. Dos Santos zelf zou de economie verder besturen. Hij behield de controle over de staatsbedrijven en vooral de oliesector, met de hulp van zijn flamboyante dochter Isabel, de rijkste vrouw van Afrika.

Maar in de praktijk liep het anders. Minder dan twee maand na zijn ambtsaanvaarding begon Lourenço het bastion van zijn voorganger te ontmantelen. In eerste instantie werd Isabel Dos Santos ontslagen als leading lady van de olie-parastatale. Niet veel later had de voormalige president alle greep op de economie verloren.

Elke autocraat die te lang op zijn stoel zit, weet dat hij ooit moet weggaan en denkt na over verschillende scenario’s. De Angolese opvolging toonde aan hoe snel het kan gaan. Niemand had dit verwacht. Voor alle autocraten is ‘het Angolese model’ de ultieme nachtmerrie. Het blijkt erg moeilijk om de economische touwtjes in handen te houden als je de politieke macht afstaat. Deze machtswissel in Luanda heeft in Afrika de bakens verzet.

Lange strijd

Samen met Namibië, Zimbabwe en Mozambique behoort Angola tot de groep landen in zuidelijk Afrika die zich door langdurige gewapende strijd moesten bevrijden van het koloniale juk. In Angola begon de gewapende opstand voor dekolonisatie in 1961, en hij duurde tot 1974, toen de Anjerrevolutie in Portugal een einde maakte aan het zieltogend koloniaal imperium.

Er streden maar liefst drie gewapende groepen tegen het Portugese ‘moederland’: Movimento Popular de Libertação de Angola, (MPLA), União Nacional para a Independência Total de Angola (Unita) en Frente Nacional de Libertação de Angola (FNLA).

Helaas ging het geweld ook na de dekolonisatie door. MPLA veroverde de hoofdstad Luanda en riep de onafhankelijkheid uit. Unita en FNLA gingen gewoon door met de strijd.

Het land raakte snel verstrikt in een ijzeren Koude Oorloglogica. De MPLA werd gesteund door Cuba en de Sovjet-Unie. Unita en FNLA kregen hulp vanuit de VS, Zuid-Afrika en Mobutu’s Zaïre.

Naar schatting een miljoen Angolezen overleefden de burgeroorlog niet.

FNLA verdween snel uit beeld als belangrijke speler, maar Unita bleef de overheid bestoken, met de hulp van het apartheidsregime. In 1988 werd een vredesakkoord getekend, vier jaar later kwamen er slecht georganiseerde verkiezingen.

De MPLA won die, Unita erkende de nederlaag niet en trok opnieuw het maquis in. De burgeroorlog laaide weer op, heviger dan ooit, op een bepaalde momenten vielen er duizend doden per dag.

Een paar vredesakkoorden later, in 2002 slaagde het leger erin om Unita-leider Jonas Savimbi te doden. Zijn opvolger ging aan tafel zitten met de regering. Ze kwamen snel tot een vredesakkoord dat tot vandaag duurt. Naar schatting overleefde een miljoen Angolezen de burgeroorlog niet.

Gouden decennium

Na de oorlog raakte Angola in een economische stroomversnelling. Dat had het vooral te danken aan de oliesector. De periode van 2002 tot 2014 werd het “gouden decennium” genoemd.

Journalist Jan Van Criekinge volgt het land al jaren: ‘De olieprijzen waren zeer hoog en de productie kon goed volgen. Dos Santos slaagde erin op autoritaire manier politieke stabiliteit te creëren, en het gewapende conflict leek ook bedwongen.’

‘Unita begon een tweede leven als politieke partij, en MPLA bleef de machtspartij die ze sinds de onafhankelijkheid geweest is. Partij en staat bleven op alle niveaus samenvallen, al vervelde MPLA van een bijna stalinistische, marxistische eenheidspartij tot een gilde van oligarchen uit de olie- en diamantindustrie.’

Tezelfdertijd ontpopte de MPLA zich tot een erg brede partij, met een uitgebreide jongerenwerking en een indrukwekkend ledenbestand. En dat met een traditie van sterk gemediatiseerde partijcongressen, waar grote beslissingen werden genomen.

Tijdens de laatste twintig jaar van zijn presidentschap regeerde Dos Santos vooral via een parallel netwerk van familieleden en baronnen van het regime. Zolang de olie-inkomsten hoog waren, lukte dat goed. Maar in 2014 zakte de olieprijs van 100 Amerikaanse dollar per vat tot minder dan 50 dollar. Ook de productie daalde met een derde.

‘De MPLA-machine ging sputteren’, duidt Kris Carlier. Hij heeft een half leven in de humanitaire wereld achter zich en werkt de laatste jaren als zelfstandig veiligheidsconsulent. Zijn leven is verweven met Angola. ’ In Angola primeerde de partij op de staat. In andere woorden: niet het parlement besliste, maar de partijtop. Na het halveren van de olieprijs hoopten de Angolezen nog even door te kunnen op de reserves van de staatskas. Maar die bleek leeg.’

‘Snel bleek dat dat voor een belangrijk deel te maken had met de zelfverrijking van Dos Santos’ familie’, vervolgt Carlier. ‘In de eerste plaats van zijn dochter Isabel, die erg dominant aanwezig was in de nationale economie, onder meer in de oliesector. Toen dat plaatje duidelijk werd, kwam het einde voor Dos Santos langzaam in zicht.’

Kater

Angola bleef achter met een kater en met een probleem. Het werd pijnlijk duidelijk hoe kwetsbaar het land was door zijn eenzijdige afhankelijkheid van olie. Maar de stimulans om die afhankelijkheid te doorbreken, was niet erg groot. Olie bleef de belangrijkste bron van inkomen voor de elite.

Aan de andere kant bleef het overgrote deel van de bevolking helemaal buiten de welvaart van het gouden decennium staan. Veel mensen leefden en leven in bittere armoede en lijden honger. De kloof met de elite lijkt steeds groter te worden.

Het feit dat het vet van de soep was, zette ook de elite onder druk. Ook daar ging men morren, en uiteindelijk maakte dat een eind aan de onaantastbaarheid van Dos Santos. De crisis bood de kans aan een deel van het partijapparaat om de president in vraag te stellen, en meteen ook de manier waarop hij zijn macht uitoefende.

President Lourenço engageerde er zich publiekelijk toe om de corruptie uit te roeien.

João Lourenço werd aangeduid als opvolger, de voormalige minister van Defensie, loyale MPLA-apparatsjik ook. Lourenço kwam sterk binnen, veel sterker dan iemand ooit had durven dromen. De vorige president en zijn omgeving moesten al snel afstand doen van hun ongebreidelde macht over partij en staat en over de economie.

President Lourenço engageerde er zich publiekelijk toe om de corruptie uit te roeien. Angola zou minder afhankelijk worden van olie.

De hoop groeide ook dat de nieuwe president stappen zou zetten naar een meer participatieve, pluralistische democratie. Hij nodigde oude critici van Dos Santos’ regering uit voor een gesprek en ontmoette zelfs de legendarische, kritische onderzoeksjournalist Rafael Marques (zie ook verder in het artikel). Lourenço bekritiseerde ook de gewelddadige repressie van vreedzame demonstraties door de veiligheidsdiensten, en nam maatregelen om een vrijer klimaat te scheppen voor de pers en het maatschappelijk middenveld.

Die verwachtingen zijn niet ingelost. Jan Van Criekinge verduidelijkt: ‘Lourenço heeft de grote verdienste dat hij het Dos Santos-kamp ontmanteld heeft, maar de partij blijft alom aanwezig. Daarbinnen werd op de rem gestaan bij de hervormingen. De corruptie is niet uitgeroeid, het autoritaire politieke systeem blijft grotendeels intact, en van economische diversificatie is er voorlopig geen sprake.’

‘Lourenço is tegen zijn grenzen aangelopen. Je merkt dat hij er vermoeid uitkomt.’

Ook Kris Carlier ziet de president vertragen: ‘Alles wordt nog steeds bepaald binnen de partij. Lourenço wilde dat veranderen en is tegen zijn grenzen aangelopen. De strijd tegen de corruptie was heftig, je merkt dat hij er vermoeid uitkomt. Hij is niet meer zo combattief als in het begin. De logheid van het partijapparaat vertraagt het proces.’

Dat heeft de bevolking, tot haar frustratie, ondertussen ook begrepen. En tot overmaat van ramp is de economie tot stilstand gekomen.

Costa Júnior

Ondertussen riep Unita, de eeuwige tegenstander van de MPLA, een politieke alliantie in het leven: het Verenigd Patriottisch Front. Daar zijn niet alleen andere oppositiepartijen ingestapt, maar ook een deel van het maatschappelijk middenveld. De dynamiek kristalliseert zich in de charismatische politicus Adalberto Costa Júnior. Die bekleedde belangrijke functies binnen Unita, maar nam nooit deel aan de gewapende strijd.

Adalberto Costa Júnior spreekt niet alleen de bevolking aan in de streken waar Unita traditioneel sterk staat, maar scoort ook goed bij de jeugd in de steden. Die gelooft niet langer dat president Lourenço Angola echt kan veranderen.

Costa Junior is 60 en dus niet veel jonger dan zijn tegenstander (68), maar zijn kandidatuur drijft op jongeren die in hem de bevrijder van Angola zien en die dat op de sociale media duidelijk laten horen.

Costa Junior drijft op jongeren die in hem de bevrijder van Angola zien.

Costa Júnior heeft uitstekende contacten in het Westen. Hij had de Portugese nationaliteit maar gaf die niet lang geleden op, en hij reist regelmatig naar Europa en Noord-Amerika. Hij profileert zich als een voorvechter voor goed bestuur en mensenrechten, een flank waarop Lourenço kwetsbaar is.

Mensenrechten

Amnesty International en Human Rights Watch kaarten belangrijke schendingen van de mensenrechten aan. Zo waren de Angolese staatsveiligheidsdiensten ook in 2021 betrokken bij ernstige schendingen van de mensenrechten, waaronder standrechtelijke executies, buitensporig gebruik van geweld tegen vreedzame demonstranten en willekeurige aanhoudingen. De autoriteiten bleven ook draconische mediawetten gebruiken om journalisten te onderdrukken en hun werk te bemoeilijken.

Een Europees diplomaat in Luanda stemt toe met ons te praten over het Angolese regime, als hij niet met naam en toenaam geciteerd wordt. Hij is zich natuurlijk bewust van de problemen, maar benadrukt de verwezenlijkingen.

‘Vandaag is Angola geen brute dictatuur. Dit is geen agressief regime, we krijgen hier niet te maken met slachtpartijen. Er wordt serieus beleid gevoerd, zeer gestructureerd. De maatregelen tegen covid werden hier bijvoorbeeld tot in detail toegepast en opgevolgd.’

‘Vandaag is Angola geen brute dictatuur. Er wordt serieus beleid gevoerd, zeer gestructureerd.’

‘Het blijft een progressief land’, zegt de diplomaat. ‘Een toonvoorbeeld op het vlak van gender, nergens in Afrika worden lhbti+-rechten gerespecteerd zoals in Angola. Racisme is hier geen issue. Er is nog steeds corruptie in staat en partij. Maar tegelijk zie je de groep hervormingsgezinde mensen binnen de partij, die bijvoorbeeld vinden dat oppositie en maatschappelijk debat fundamenteel zijn voor een jonge democratie.’

Op enkele weken voor de verkiezingen van eind augustus is het regime nerveus. Voor het eerst heeft de MPLA het gevoel dat ze wel eens zou kunnen verliezen.

Maar geen enkele gesprekspartner gelooft dat dit gaat gebeuren. Adalberto Costa Júnior is dan wel populair, want hij teert op de frustratie over de dalende koopkracht en de groeiende onveiligheid op straat, de mobilisatiekracht van 3 miljoen MPLA-leden mag niet onderschat worden. Hun gerodeerde partijmachine controleert het grootste deel van de media. ‘Alleen al de budgetten die MPLA kan inzetten voor haar campagne zijn vele malen groter dan die van de oppositie’, zegt Carlier.

Verandering?

Welke richting gaat Angola uit? Hoe historisch worden de komende verkiezingen?’ Dit worden de vijfde democratische verkiezingen sinds de onafhankelijkheid, en de eerste zonder de machinaties van voormalig president Dos Santos’, stelt journalist en anticorruptieactivist Rafael Marques (50) vast.

Al heeft Angola geen traditie van open maatschappelijk debat, onafhankelijke pers of sterk maatschappelijk middenveld. Marques wordt gewaardeerd voor zijn korte, goed gestructureerde rapporten, en hij won internationale prijzen voor zijn werk over conflictdiamanten en corruptie binnen de Angolese overheid. Nu leidt hij de anticorruptiewaakhond Maka Angola. Hij werd vervolgd onder Dos Santos, maar gedoogd onder Lourenço.

‘Decennialang beweerde de MPLA de partij te zijn die een einde maakte aan vele jaren van conflict, waarbij Dos Santos werd neergezet als “de architect van de vrede”. Nu hopen de oppositiepartijen te profiteren van de wijdverspreide frustratie dat afgelegen provincies twintig jaar later nog steeds niet hebben geprofiteerd van het vredesdividend, dat grote delen van het land nog steeds wachten op essentiële infrastructuur en diensten, en dat het leven voor de overgrote meerderheid van de Angolezen niet is verbeterd, ondanks alle beloften van president Lourenço.’

‘Voor het eerst in drie decennia hebben de Angolezen een reële kans om te bepalen wat voor soort staat en samenleving ze willen. ‘

Op de vraag waar we ons aan kunnen verwachten, antwoordt Marques voorzichtig: ‘Voor het eerst in drie decennia hebben de Angolezen een reële kans om te bepalen wat voor soort staat en samenleving ze willen. Moet de macht geconcentreerd blijven bij één partij? Of zou een sterkere oppositie in het parlement beter in staat zijn excessen te beteugelen en de regeerders ter verantwoording te roepen?’

Op 8 juli stierf Dos Santos in Barcelona, hij werd bijna 80 jaar oud. Zijn dood maakte veel gevoelens los. Hij was een controversieel figuur. Voor velen was hij een oligarch die kniediep aan zelfverrijking deed en kniediep in het nepotisme zat. Maar hij bleef de vader van de onafhankelijkheid, de man die met Cubaanse steun overeind bleef toen het apartheidsregime alle middelen inzette om hem ten val te brengen.

In de dagen na zijn overlijden werden er een paar manifestaties georganiseerd. Die legden het spanningsveld tussen Dos Santos’ omgeving en de hervormingsgezinden binnen MPLA bloot. Maar de rust keerde snel terug. De rangen lijken zich toch te sluiten rond Lourenço.

Het lijkt weinig waarschijnlijk dat Lourenço de verkiezingen zal verliezen. Naarmate ze dichterbij komen, nemen de treiterijen van de oppositie alleen maar toe.

Maar een goede uitslag en een stevige vertegenwoordiging in het parlement kunnen de ruimte voor verandering en debat vergroten. En het kan Lourenço onder druk zetten om in zijn tweede mandaat een stuk verder te gaan in zijn hervormingen.