Argentinië huldigt het groei-cliché

Analyse

Argentinië huldigt het groei-cliché

Argentinië huldigt het groei-cliché
Argentinië huldigt het groei-cliché

Argentinië trekt zichzelf bij de haren uit de sloot. Dat doet het sinds de diepe crisis van 2001, toen het land als wanbetaler internationaal op droog zaad werd gezet. De crisis stortte de helft van de bevolking in de armoede. De Argentijnen slikten dat niet. In heel het land organiseerden ze sociale protesten en de regering moest luisteren. Sindsdien heeft Argentinië een lange weg afgelegd.

In 2013 zou minder dan tien procent van de 43 miljoen Argentijnen in armoede hebben geleefd. Dat blijft nog altijd veel voor zo’n opkomend land. Qua oppervlakte is Argentinië het achtste grootste land op de aardbol. In 2013 stond zijn economie 21ste gerangschikt, vijf plaatsen boven België.

Cijfers zeggen echter lang niet alles. In de hoofdstad Buenos Aires en in de uithoeken van het land woekert de miserie voort. Als je in Mendoza de hutten ziet waarin mensen wonen, waan je je in Afrika.

De regering is niet blind voor de miserie. Ze herverdeelt de rijkdom, in enige mate. Maar de regering wil vooral ‘méér rijkdom genereren’. Groeien, de economie moet groeien – dat zou hèt recept zijn om de Argentijnen beter te laten leven.

Dat objectief springt vooral in de primaire sector, de winning van grondstoffen, in het oog. Argentinië is al groot in de landbouw. In de grondstoffensector wil het nòg groter worden. Vooral met olie en gas wil het snel vooruit.

Schaliegas uit de Dode Koe

Argentinië is vastbesloten zijn energiereserves uit te baten. Dan kan het land op eigen benen staan en bespaart het op import.

Alle jagers op fossiele brandstof lijken momenteel te azen op gas en petroleum uit ondergrondse schalielagen. Vanuit die optiek zit Argentinië goed. Zijn onontgonnen reserves van schaliegas en -olie horen bij de grootste ter wereld. Ze liggen onder Vaca Muerta, een gebied zo groot als België, in de provincie Neuquén in het centrum van Argentinië. Vaca Muerta (‘Dode Koe’) is in korte tijd legendarisch geworden. Het loopt daar storm om vergunningen te krijgen om gas en olie op te pompen.

De Argentijnse petroleummaatschappij YPF (Yacimientos Petroliferos Fiscales) gaat mee met de internationale schalie-flow. Grote baas Miguel Galuccio feliciteerde zopas de werknemers van YPF omdat ze in alweer méér vaten petroleum hadden opgepompt uit Loma Campana: 20.000 vaten per dag in augustus. Loma Compana is één van de eerste velden in Vaca Muerta die al in productie zijn.

Argentinië is vastbesloten zijn energiereserves uit te baten. Dan, zo luidt het hoofdargument, kan het land op eigen benen staan en bespaart het op import. Nu voert Argentinië onder andere uit buurland Bolivië gas in. Argentinië zoekt – en vindt – dus investeerders om Vaca Muerta verder te exploreren en er boortorens neer te zetten om die ondergrondse reserves op te pompen.

© Raf Custers

© Raf Custers

300 boortorens

Om de schalielagen te exploiteren, wordt een andere techniek gebruikt dan in gewone olievelden. Het gas en de petroleum komen maar vrij nadat de schalielagen zijn gekraakt. Daarvoor wordt onder hoge druk een mengsel van water, zand en chemicaliën in de aders van de schalielagen gespoten. Hydraulische fracturatie, heet dat procédé, of fracking. Het heeft vervelende neveneffecten.

Voor fracking is veel water voor nodig, er blijven chemicaliën in de ondergrond achter, de industrie weigert te onthullen welke chemicaliën ze precies inspuit, en ga zo maar door. Elke individuele “bron” is bovendien na enkele maanden leeg. Die bron moet dan vervangen door een volgende. Fracking werkt dus enkel als een wingebied met veel putten wordt volgeplant. YPF zou op termijn 300 boortorens willen oprichten in het Vaca Muerta-gebied. Dat vergt miljarden aan investeringen, miljarden die Argentinië van elders moet zien te lokken.

Petroleumreuzen

Argentinië trekt ook investeringen uit niet-westerse landen, zoals uit Rusland en Maleisië.

Die crowd funding lukt momenteel aardig. Wel was er een fameus incident toen de hype rond Vaca Muerta pas begon. Argentinië onteigende namelijk de Spaanse petroleumfirma Repsol. Eind de jaren negentig, toen Argentinië nog volop publieke eigendommen uitverkocht, had Repsol bijna alle aandelen van YPF opgekocht. In 2012 nam de Argentijnse staat echter 51 procent van de YPF-aandelen af van Repsol, en bracht de petroleumfirma weer onder haar controle.

Sindsdien vonden Argentinië en Repsol een vergelijk. De Spaanse firma krijgt een vergoeding van 5,5 miljard dollar. Dat was blijkbaar nodig om andere investeerders vertrouwen in te boezemen. En er komen investeerders naar Argentinië. Een voorbeeld: recent verdubbelde de Amerikaanse miljardair George Soros zijn aandelenpakket in YPF.

YPF staat niet alleen om Vaca Muerta te ontginnen. Het bedrijf neemt een derde van het gebied voor zijn rekening en doet dat deels samen met Chevron. Die Amerikaanse transnational sloot een akkoord met YPF, een jaar nadat Repsol moest opstappen. In andere stukken van Vaca Muerta zijn de petroleumreuzen Exxon (VS), Shell (Brits-Nederlands) en Total (Frans) aan het werk. Argentinië trekt ook investeringen uit niet-westerse landen, zoals uit Rusland en Maleisië.

© Raf Custers

© Raf Custers

Mapuche-indianen

De streek van Vaca Muerta bulkt van de drukte. In het stadje Añelo zijn nu al 120 ondernemingen neergestreken – grote maar vooral kleine – die technische diensten leveren aan de petroleumfirma’s. Añelo kan ze niet eens allemaal stroom en water leveren. De bewoners worden opzij geduwd, in de eerste plaats de inheemse Mapuche-gemeenschappen. Dit land was van hun voorouders, maar hun eigendomsrechten zijn nooit op papier gezet, en naar de claims van de Mapuche wordt niet geluisterd.

Het provinciebestuur van Neuquén staat ook niet aan de kant van het volk. Het heeft een eigen onderneming opgericht, Gas y Petroleo de Neuquén, die vlak naast de concessie van Exxon schaliegas wil opboren.

Bij de provincie Neuquén denken ze aan hun eigenbelang. Ze kibbelen met de federale regering over wie de opbrengsten van Vaca Muerta krijgt. Komt er een herverdeling van de nieuwe rijkdom, zoals de federale regering het voorspiegelt? Of blijft het geld bij de regionale politici plakken – of bij de buitenlandse multinationale ondernemingen?

Landbouwland

Het landbouwareaal moet nog sterk uitbreiden. Dat is nu het uitdrukkelijke doel van de regering.

Argentinië blijft vooralsnog vooral een landbouwland. In de landbouw staat het aan de wereldtop. Het is nu al de derde producent van soja. De expansie was fenomenaal, vooral vanaf de jaren negentig. De akkerbouw barstte uit zijn voegen.

In Argentinië spreken ze over de landbouwgrens (Frontera Agricola). Die markeert de overgang tussen bebouwde gronden en de “wildernis”. Het is riskant om te zeggen dat het nieuwe areaal “in cultuur” is gebracht: hier geldt enkel monocultuur, en bijna enkel van transgene (of genetisch gemodificeerde) gewassen. Voortdurend gaan daarvoor bossen en natuurgebieden voor de bijl.

De grote boeren zagen de verlokking van de internationale markten en schakelden over op nieuwe teelten en nieuwe technieken – nogmaals, alle soja in Argentinië is nu transgeen – en zij duwden de landbouwgrens vooruit. De voorbije twintig jaar nam de oppervlakte om soja te telen op die manier met vijftig procent toe. De helft van het Argentijnse grondgebied is nu door landbouw ingenomen. Opvallend is dat akkerbouw terrein wint, veeteelt (waarvoor Argentinië toch bekend staat) gaat achteruit. De productie is hoofdzakelijk voor de export bestemd. De Argentijnse staat haalt inkomsten uit de export die tot dertig procent wordt belast.

Het landbouwareaal moet nog sterk uitbreiden. Dat is nu het uitdrukkelijke doel van de regering. Het zit vervat in een plan dat loopt tot 2020. Tegen dan moet 5,7 miljoen hectare met maïs worden ingezaaid (of 56 procent meer dan in 2010), 22 miljoen hectare met soja (+20 procent) en 7,5 miljoen hectare met tarwe (+111 procent).

Wordt de meerproductie gehaald? De boerenstand is er op zich niet tegen, al ligt hij regelmatig met de regering overhoop. Die schrijft in haar meerjarenplan ook dat de meerproductie in eigen land, door de eigen Argentijnse industrie verwerkt zou moeten worden. Dat zou jobs moeten scheppen en de eigen industrie moeten opkrikken.

Of die doelstelling ook wordt vervuld, is een andere vraag. Dit kan maar wanneer Argentinië de uitvoer afbouwt. Daarmee zou het land inkomsten uit de export verliezen. Een omschakeling naar meer binnenlandse verwerking is dus niet evident.

Dit dossier kwam mee tot stand met de steun van het Fonds Pascal Decroos voor Bijzondere Journalistiek.