"De Asielzoeker", een last of zegen?

Analyse

"De Asielzoeker", een last of zegen?

"De Asielzoeker", een last of zegen?
"De Asielzoeker", een last of zegen?

Geert Torremans

18 september 2015

De tienduizenden mensen aan de grenzen roepen de vraag op of Europa deze vluchtelingenstroom aankan. Of zijn we net gebaat bij hun komst? Politici, opiniemakers en onderzoekers haalden al hun rekenmachine boven om die vragen te beantwoorden. Maar welke cijfers voer je in?

‘Ofwel bouw je een muur rond je sociaal zekerheidssysteem ofwel bouw je er één rond je land.’ (Sarah Smeyers) ‘Migratie kost ons jaarlijks ruim 7 miljard euro.’ (Jean-Marie Dedecker) ‘Massa-immigratie zou wel eens de ondergang van de Europese beschaving kunnen betekenen.’ (Etienne Vermeersch)

Sommige opniemakers zagen de voorbije weken hun kans schoon om de scherpste oneliners boven te halen. Vaak gebruikten ze onvolledig cijfermateriaal om het publiek te overtuigen dat “de migranten” onze (financiële) ondergang zouden worden. Aan de andere kant bleken werkgeversorganisaties de vluchtelingen wel met open armen te willen ontvangen. Is de asielzoeker nu een last of een zegen voor België? En hoe bereken je dat precies?

Het kostenplaatje

Uitzoeken hoeveel een asielzoeker kost is eenvoudiger dan uitzoeken hoeveel een asielzoeker bijdraagt aan de economie. Volgende kosten moeten in rekening worden gebracht.

Asielinstanties

Om te beginnen zijn er de drie asielinstanties (Dienst Vreemdelingenzaken of DVZ, het Commissariaat-Generaal voor Vluchtelingen en Staatslozen of CGVS, en de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen of RvV) die zich bezighouden met het verwerken van de asielaanvragen. Het budget van het Commissariaat-Generaal, dat de gegrondheid van de aanvragen nagaat, bedroeg in 2013 bijvoorbeeld 30.106.092 euro. Het werkingsbudget van het Commissariaat-Generaal voor Vluchtelingen en Staatslozen bedraagt 5.157.000 euro en het huidge budget van de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen bedraagt 21.217.500 euro.

Daarnaast belanden er ook nog steeds een aantal dossiers bij de Raad van State wegens vermeende procedurefouten, maar dit aantal is via het invoeren van een filterprocedure in 2007 flink afgenomen.

Opvang

Eens een asielzoeker bij DVZ geregistreerd is, krijgt Fedasil de opdracht opvang voor hem of haar te regelen. Op 1 januari 2015 werd hen een budget van bijna 306 miljoen euro toegekend. Vooralsnog zal dit budget niet verhoogd worden, maar de komende drie maanden zal er 14,7 miljoen euro vrijgemaakt worden uit een reserve van 80 miljoen bij de organisatie.

Met het budget van Fedasil worden onder meer de opvang en medische kosten voor asielzoekers gefinancieerd. Fedasil stort ook geld door naar andere organisaties die eveneens opvang organiseren. Wanneer een OCMW instaat voor de opvang van een asielzoeker ontvangt het van Fedasil per volwassene 40 euro en per minderjarige 29 euro per dag. Hoe langer de asielprocedure duurt, hoe duurder de asielzoeker wordt.

Inburgering

Nadat de nieuwkomer eventueel zijn verblijfspapieren heeft, volgen natuurlijk ook de normale kosten die de staat voor zijn inwoners draagt.

Eens een asielzoeker erkend wordt, kan hij ingeburgerd worden. Jan Vandervloet (perswoordvoerder van Liesbeth Homans) laat weten dat een inburgeringtraject 4100 euro kost per inburgeraar.

‘Op dit moment volgen er ongeveer 17.000 mensen dit traject. Dit zijn wel niet alleen erkende asielzoekers, meer dan de helft volgt het traject op vrijwillige basis. Door de huidige migratiestroom wordt een forse toename aan verplichte inburgeraars verwacht en men probeert zich hier op voor te bereiden. In de nabije toekomst wordt een extra kost van 83 miljoen euro verwacht en de bevoegde diensten zijn aan het uitkijken naar extra lokalen en personeel om de instroom de baas te kunnen.’

Overige kosten

Nadat de nieuwkomer eventueel zijn verblijfspapieren heeft, volgen natuurlijk ook de normale kosten die de staat voor zijn inwoners draagt. Het uitbetalen van sociale uitkeringen, administratieve kosten, onderwijs voor de kinderen, enzovoort. Aangezien deze uitgaven erg verschillend zijn per individu en gezinssituatie is het onmogelijk hier één prijs op te kleven.

Ten slotte moeten ook de inspanningen die België levert binnen het Europese kader om de buitengrenzen te bewaken en reddingsoperaties uit te voeren voor drenkelingen in rekening gebracht worden. In 2014 bedroeg het totale budget van Frontex 97.945.077 euro, de bijdrage van de Europese Commissie hierin was 86.810.000 euro.

Return on investment

Onrechtstreekse opbrengsten

In België worden duizenden mensen tewerkgesteld om zich op verschillende terreinen met asielzoekers bezig te houden. Dat brengt een enorme kost met zich mee, maar zorgt ook voor werkgelegenheid, consumptie en belastingsinkomsten.

Bij Fedasil werkten in 2014 al 1100 mensen. Daarnaast is het moeilijk te becijferen hoeveel externe partijen er door de aanwezigheid van asielzoekers een grotere afzetmarkt vinden. Dan hebben we het bijvoorbeeld over het leveren van maaltijden aan asielcentra.

Bij DVZ werken momenteel ongeveer 2000 mensen en de komende maanden zal dat aantal mogelijk nog oplopen. Bij het CGVS werken momenteel 380 mensen (er worden de volgende maanden 120 mensen extra aangenomen) en bij RvV zijn 270 mensen aan de slag.

Daarnaast hebben ook het personeel van ngo’s en sociale diensten allerhande hun loon (deels) te danken aan het bestaan van asielzoekers. Net als deze organisaties, is ook het Vlaamse Agentschap Integratie en Inburgering een steeds groeiende werkgever.

Asielzoeker zelf

En de asielzoeker zelf? Zuigt hij onze economie en sociale zekerheid leeg of zorgt hij er (eens hij een arbeidskaart en verblijfsvergunning heeft) net voor dat die weer zuurstof krijgen?

UNIZO gelooft alvast in de toegevoegde waarde van asielzoekers. Sanderijn Vanleenhove, woordvoerster van UNIZO, verwoordt het enthousiasme als volgt: ‘Wij waren vragende partij om asielzoekers al na vier in plaats van na zes maanden een werkvergunning te geven. Ze hebben veel potentieel en competenties.’

Een Belgische jongere brengt gemiddeld negentien jaar op de schoolbanken door, het volgen van een inburgeringscursus duurt slechts zestig uur.

‘Heel wat werkgevers snakken naar goede werkkrachten of kampen met vacatures die niet ingevuld geraken. Wij zien kansen in de vele mensen die hier nu toekomen.’ Uit hun cijfers blijkt onder meer dat het aantal niet-Belgische zelfstandige ondernemers in ons land tussen 2001 en 2014 verdubbelde, terwijl het aantal Belgische ondernemers in die periode slechts met een goede 20 procent toenam.

Iemand die extreem positief tegenover migratie staat is Philippe Legrain. Hij is adviseur van de Wereldhandelsorganisatie (WTO) en de Europese Commissie en schreef met ‘Immigrants (Your country needs them)’ een opvallend boek over het thema. In een interview met Knack benadrukte hij dat asielzoekers via het betalen van belastingen meer bijdragen aan de economie dan ze eruit weghalen met uitkeringen.

Hij verwijst onder meer naar een studie van OESO die de fiscale impact van migranten onderzocht en aantoonde dat ze bijna overal netto een positieve bijdrage leveren. Legrain wijst erop dat de gemiddelde asielzoeker jong en gezond is, waardoor hij minder beroep doet op onze gezondheidszorg. Bovendien creëert een asielzoeker ook werkgelegenheid in een land, al was het maar omdat hij er geld uitgeeft.

Een ander economisch voordeel dat hij aanhaalt is dat de asielzoekers al onderwijs genoten hebben in hun land van herkomst, een kost die de westerse overheden bijgevolg niet meer moet dragen. Een Belgische jongere brengt gemiddeld negentien jaar op de schoolbanken door, het volgen van een inburgeringscursus duurt slechts zestig uur.

Een onderzoek dat zich specifiek richtte op asielzoekers en mensen die subsidiaire bescherming genoten in ons land was het CAREER-onderzoek. Het werd gecoördineerd door Andrea Rea, professor sociologie aan de ULB. Zij bestudeerde de gegevens van 108.856 mensen en onderzocht hun integratie op de arbeidsmarkt. Eén van de vaststellingen was dat de Belgische asielzoekers minder goed scoorden qua arbeidsmarktintegratie in vergelijking met de autochtone bevolking. In de meeste andere OESO-landen werden betere scores opgetekend. Ze stelde wel vast dat ‘tijd’ een belangrijke rol speelt. Hoe langer de asielzoekers in België verbleven, hoe beter hun integratie op de arbeidsmarkt verliep en hoe minder ze afhankelijk werden van de sociale zekerheid.

De onbekende factoren

Omdat er teveel onbekende factoren in het spel zijn, blijkt het onmogelijk een kostprijs te plakken op het hoofd van één asielzoeker en na te gaan wat hij de Belgische maatschappij zal opbrengen. En zelfs als je het rekensommetje zou kunnen maken, hoe bereken je dan de eventuele meerwaarde van zijn nakomelingen voor ons land?

Het stellen van de juiste vragen lijkt andermaal eenvoudiger dan het beantwoorden ervan. Elke politicus, opiniemaker of onderzoeker die op dit moment met simplistische cijfers en voorspellingen komt, mag u dan ook bij voorbaat wantrouwen.