België goochelt met cijfers maar haalt quota voor hervestiging vluchtelingen niet

Analyse

‘Wanneer je de slechtere Europese landen als maatstaf neemt, ondersteun je de race naar de bodem’

België goochelt met cijfers maar haalt quota voor hervestiging vluchtelingen niet

België goochelt met cijfers maar haalt quota voor hervestiging vluchtelingen niet
België goochelt met cijfers maar haalt quota voor hervestiging vluchtelingen niet

Ons land neemt proportioneel veel meer vluchtelingen over dan de meeste Europese lidstaten, klinkt het bij de bevoegde minister. Maar België komt zijn engagementen voor hervestiging niet na, waardoor het er meer lijken dan er in werkelijkheid werden hervestigd, en telt minstens 570 mensen dubbel in de statistieken.

Een vrouw en kind staan buiten hun tentje in het nieuwe tijdelijke kamp dat opgezet werd na het afbranden van het vluchtelingenkamp op het eiland Lesbos, 16 september 2020.`

© Reuters/Elias Marcou

België neemt na de brand in het vluchtelingenkamp Moria tot 150 asielzoekers over van Griekenland. Ons land doet proportioneel al veel meer dan de meeste Europese lidstaten, klinkt het bij de bevoegde minister. Dat klopt alvast niet voor hervestiging, want België haalt de beloofde quota niet en goochelt met cijfers.

‘Vandaag doet België proportioneel veel meer dan de meeste lidstaten.’

Dat liet het kabinet van minister van Asiel en Migratie Maggie De Block (Open Vld) vorige week weten. Het was een wat ontwijkend antwoord op een vraag die we hadden gesteld: ‘Dacht de federale staat ook aan concrete stappen om vluchtelingen van Moria over te nemen, het vluchtelingenkamp op het Griekse eiland Lesbos dat volledig afbrandde?’ Belgische steden hadden zich daar op dat moment toe geëngageerd.

Het antwoord was toen nog ‘dat we al zoveel doen’, wat nadien ook nog in een persbericht te lezen stond. Enkele dagen later, op 16 september, liet minister De Block na een onderhoud met Griekenland weten dat België zich toch engageert om 100 tot 150 vluchtelingen op te vangen.

In het Belgische parlement vertelde De Block dat het daarnaast urgent is om ervoor te zorgen dat de situatie op Lesbos zo snel mogelijk humanitair gestabiliseerd wordt. ‘We moeten er eerst voor zorgen dat mensen een tent, een matras, toegang tot voedsel en drinkbaar water en sanitaire voorzieningen hebben.’

‘Eens die situatie voor mensen stabiel is, kan je werken aan relocatie’, zei De Block, doelend op het herplaatsen van vluchtelingen uit de Griekse kampen naar de Europese lidstaten. ‘Niet omgekeerd. Dat kan elke ngo met terreinervaring bevestigen.’

Solidariteit is rekbaar

Eerder dit jaar engageerde België zich al om achttien niet-begeleide minderjarige vluchtelingen van de Griekse eilanden op te vangen, nog vóór de brand. België heeft zich al volledig gehouden aan die belofte, zo meldt De Block, ‘in tegenstelling tot andere landen’.

‘Ik stel vast dat maar een fractie is gerealiseerd van de beloofde relocatie van 1600 minderjarigen, en dat vele lidstaten hun engagement van maart 2020 nog moeten uitvoeren.’

‘Elke lidstaat in Europa is in staat om de 12.000 mensen op te vangen die nu dakloos zijn geworden op Lesbos .’

Minister De Block hamert erop dat elk Europees land een eerlijke en proportionele bijdrage moet leveren aan de opvang van vluchtelingen. Dat gebeurt nu niet. België doet zonder twijfel veel meer dan pakweg landen als Hongarije, Polen en Tsjechië, die weigeren zich solidair op te stellen. En als je kijkt naar onze bevolkingsdichtheid, naar de grootte van ons land en naar de rest van Europa, vangt België in verhouding relatief veel asielzoekers op.

Maar ECRE, de koepelorganisatie van een negentigtal Europese vluchtelingen-ngo’s, is niet onder de indruk. In een recent opiniestuk zei ECRE-directeur Catherine Woollard te begrijpen dat solidaire EU-lidstaten (zoals België, red.) zich om politieke of rationele redenen verzetten tegen lidstaten die weigeren solidair te zijn. Maar Woollard verwijst vooral naar het dwingende argument van de humanitaire noden, dat alle tegenargumenten om actie te ondernemen wegveegt. ‘Elke, ik herhaal, elke lidstaat in Europa is in staat om de 12.000 mensen die nu dakloos zijn geworden op Lesbos op te vangen en dat ook in goede banen te leiden.’

Europese afspraken

Op 8 en 9 september brandde Moria volledig af. De reactie van internationale mensenrechtenorganisaties die op de Griekse eilanden werken, was unaniem: de verwoestende brand kwam niet als een verrassing. ‘Al jarenlang worden duizenden mensen in erbarmelijke omstandigheden vastgehouden in een kamp dat vele malen over zijn capaciteit zit’, zegt Vluchtelingenwerk Vlaanderen.

Het Fundamentele Rechtenagentschap van de EU (FRA) noemt de situatie op de Griekse eilanden niet voor niets het meest zorgwekkende mensenrechtenprobleem van de Unie.

‘Al jarenlang worden duizenden mensen in erbarmelijke omstandigheden vastgehouden.’

Hoe kon het zover komen? Veel heeft te maken met een gebrek aan solidariteit in de lidstaten, zeggen mensenrechtenorganisaties zoals ECRE. De koepelorganisatie hamert al jaren op het belang van relocatie of het herplaatsen van vluchtelingen uit de Griekse kampen naar de Europese lidstaten. Daar zijn afspraken over gemaakt. Maar ze zijn half of niet uitgevoerd, zegt de ngo.

Europa maakte de voorbije jaren ook afspraken over hervestiging uit Turkije, maar wie de cijfers bekijkt, ziet dat ook die niet werden nagekomen. De hervestigingsprogramma’s verlopen nu eenmaal traag, klinkt het bij de overheid. Maar die hervestiging heeft ook bijgedragen aan de overvolle Griekse kampen.

Voor een goed begrip: ‘relocatie’ is niet hetzelfde als ‘hervestiging’. Relocatie is een intern Europees solidariteitsmechanisme, en moet ervoor zorgen dat vluchtelingen uit hotspots zoals Griekenland, Italië en Malta herplaatst worden in Europa. Hervestiging is een extern, buiten-Europees mechanisme, dat vluchtelingen in niet-Europese landen moet hervestigen in Europa.

Om het hele plaatje te kunnen begrijpen moeten we even terug in de tijd en nemen we de relocatie- en hervestigingsafspraken van Europa onder de loep.

Flor Didden

Donderdag 17 september vond een protestactie plaatst voor het Europees Parlement in solidariteit met de mensen van Moria.

Flor Didden

Eén: de hotspotbenadering

In 2015 kreeg Europa te maken met één miljoen vluchtelingen op haar grondgebied. De Europese Unie riep toen de zogenaamde hotspotbenadering in het leven. Kort gezegd: daarmee wilde Europa zijn buiten- en binnengrenzen beter controleren door hotspots op te richten in de grenslanden Griekenland, Italië en Malta.

Alle Europese lidstaten zouden zich solidair moeten opstellen met de grenslanden: ze zouden asielzoekers met grote kansen op asiel overnemen en opvangen op hun grondgebied. In 2015 gingen de Europese landen akkoord met die relocatie van 98.255 asielzoekers uit Griekenland en Italië.

Maar de praktijk draaide anders uit. De uitvoering van het akkoord kwam tergend traag op gang. Een jaar nadat het akkoord in werking was getreden, waren nog maar een kleine 8000 asielzoekers uit Griekenland overgebracht naar andere Europese lidstaten.

Een aantal lidstaten – zoals Polen, Hongarije en Slovakije – verzetten zich ook eenvoudigweg tegen het Europese relocatieplan. En vluchtelingen met een erkenningsgraad die onder de 75 procent lag, werden sowieso uitgesloten voor relocatie. Ze werden letterlijk voor jaren geparkeerd op overvolle eilanden.

Heeft België de relocatieafspraken nageleefd?

Hoe droeg België zijn steentje bij om vluchtelingen van Griekenland en Italië over te nemen? ‘Ons land maakte van het doorvoeren van de relocaties uit die landen alvast geen prioriteit’. Dat schreef het federaal migratiecentrum Myria vorig jaar in een uitgebreid rapport: Een nieuw paradigma voor het Europees asielmodel? (2019)

In september 2015 kreeg België door Europa een relocatiequotum opgelegd: op twee jaar tijd moest ons land 3812 mensen die zich in de grenslanden bevonden herplaatsen. Later werd het algemene Europese relocatiequotum verlaagd, en werd ook het Belgische cijfer bijgesteld naar 1530 plaatsen.

Dat waren de afspraken. En de praktijk? In de eerste jaren bood België volgens Myria slechts 530 relocatieplaatsen aan voor Griekenland en Italië. Pas in 2017, nadat België door de Europese Commissie met de vinger was gewezen, werden de relocaties opgedreven, schrijft Myria. Begin 2019 eindigde België op 1171 relocaties, waarvan 700 personen uit Griekenland en 471 uit Italië kwamen.

Heeft België de relocatieafspraken dus nageleefd? Nee.

Twee: de EU-Turkijedeal, het “duivelspact”

Een andere verbintenis die de Europese Unie aanging, was het omstreden EU-Turkijeakkoord van 2015. Dat akkoord beloofde, nog voor het getekend werd, de geschiedenis in te gaan als ‘controversieel en paradoxaal’. De Europese rechterflank sprak van een duivelspact met Turkije, de linkerzijde noemde het ‘een Fort-Europa-akkoord dat de rechten van mensen op de vlucht direct van de helling duwde’.

De verdedigers van de EU-Turkijedeal vonden het akkoord het best mogelijke antwoord op de vluchtelingencrisis. Een pragmatische middenweg zeg maar, in een politiek verdeeld Europa.

Turkije, waar zich ook veel vluchtelingen op het grondgebied bevinden, kreeg door het EU-Turkijeakkoord financiële steun van Europa. In ruil daarvoor zou het zijn grenzen met Europa beschermen én afgewezen asielzoekers van de Griekse eilanden terugnemen. Europa zou van zijn kant één Syrische vluchteling uit Turkije hervestigen voor elke Syrische vluchteling die van Griekenland naar Turkije werd gestuurd, het zogenaamde 1:1-principe.

Het akkoord ging in maart 2016 in voege, maar er kwam weinig van terecht. Er werden nauwelijks mensen teruggestuurd naar Turkije, en tegelijk werden de mensen die op de Griekse eilanden toekwamen vastgehouden, wachtend tot hun dossier behandeld werd.

Tegelijk haalden de EU-lidstaten de beloofde relocatiedoelen van de hotspot Griekenland naar de lidstaten, volgens dat ándere akkoord, niet. En ook hervestiging vanuit Turkije lag dus een pak lager dan vooropgesteld.

Toen de EU-Turkijedeal eind 2019 afliep, werden er geen onderhandelingen voor een nieuw akkoord opgestart. Het resultaat van het akkoord was dat achttien EU-landen, waaronder België, samen 24.500 Syrische vluchtelingen uit Turkije hadden hervestigd.

Turkije zelf huisvest op dit ogenblik nog altijd meer dan 3,4 miljoen Syrische vluchtelingen.

Hield België zich aan zijn beloftes voor de EU-Turkijedeal?

Binnen het EU-Turkijeakkoord verbond België zich ertoe om 1968 vluchtelingen legaal toe te laten over Turkije. ‘600 mensen zouden via hervestiging komen, de overige mensen zouden op andere legale manieren komen: humanitaire visa, transfers, gezinshereniging, studentenvisa’, zegt Florent Baudewyns, de woordvoerder van minister De Block.

In totaal kwamen 1592 mensen effectief naar ons land door het EU-Turkijeakkoord. 570 daarvan kwamen via hervestiging, 1022 personen via de andere legale kanalen. België nam dus 376 mensen minder over van Turkije dan beloofd.

Drie: het EU-hervestigingsprogramma

De relocatieafspraken en het EU-Turkijeakkoord waren er vooral op gericht om een antwoord te bieden op de Europese asielcrisis in 2015. De focus lag op hervestiging van Syrische vluchtelingen uit de buurlanden van Syrië, zoals Turkije, Libanon en Jordanië, die grote aantallen vluchtelingen opvangen.

Daarnaast maakten de EU-lidstaten ook afspraken voor hervestiging in 2016-2017 en 2018-2019. Met dat EU-hervestigingsprogramma schreef Europa zich in om een steentje bij te dragen aan de wereldwijde vluchtelingencrisis. Meer dan 65 miljoen vluchtelingen wereldwijd waren in 2016 op de vlucht.

Wat België doet, is goochelen met cijfers. Ons land telt mensen dubbel.

De EU-lidstaten verbonden zich er in 2018 toe om 50.000 mensen te hervestigen via dat EU-hervestigingsprogramma. Tot nu werden binnen dat programma 24.000 mensen effectief hervestigd.

Wat deed België voor het hervestigingsprogramma?

Het Belgische beleid volgde de afspraken die in de EU gemaakt werden en krijgt daarvoor ook financiële middelen van Europa. Via het EU-hervestigingsprogramma hervestigde België 1120 vluchtelingen uit Turkije in de periode 2018-2019.

Maar wat België doet, is goochelen met cijfers. Ons land telt een aantal hervestigde mensen dubbel. Bij de 1120 mensen die België overnam via het EU-hervestigingsprogramma worden ook de 570 mensen geteld die via het EU-Turkijeakkoord hervestigd werden. Het kabinet van minister De Block geeft die dubbeltelling ook zelf toe. In feite hervestigde België dus slechts 804 vluchtelingen via het EU-hervestigingsprogramma

Een andere kanttekening: de hervestiging (vanuit een niet-Europees land naar de EU, dus) verliep de laatste jaren niet van een leien dakje. In oktober 2018 zette de toenmalige staatssecretaris voor Asiel en Migratie Theo Francken (N-VA) eenzijdig de hervestiging van vluchtelingen stop, tegen de eerdere Belgische engagementen in. De reden die hij aanriep: het opvangnetwek zat vol. Maar ook onder opvolgster minister De Block, sinds 9 december 2018 bevoegd voor Asiel en Migratie, bleef de hervestiging op pauze staan.

‘De hervestigingsstop in 2018 en 2019 was het gevolg van een duidelijke beleidskeuze om de opvang in België af te bouwen.’

Daardoor werd bijvoorbeeld het overbrengen van 189 Syriërs vanuit Turkije en 249 Syriërs vanuit Libanon, vluchtelingen die waren toegewezen voor hervestiging, voor minstens een jaar op pauze werd gezet. Bijkomende missies werden opgeschort omwille van het blijvend tekort aan opvang, zo werd een jaar later gezegd op een maandelijks overleg tussen asielinstanties en middenveld.

‘De minister heeft gevraagd te wachten tot er bijkomende marges zijn’, reageerde Dirk Van den Bulck, de commissaris-generaal voor Vluchtelingen en Staatlozen, op een overleg dat in september 2019 plaatsvond.

In 2019 kwamen maar 239 mensen naar België voor hervestiging. En ook in 2020 blijft hervestiging een moeilijk verhaal, als gevolg van de pandemie.

‘COVID-19 is één deel van het verhaal, maar de stop in 2018 en 2019 was het gevolg van een duidelijke beleidskeuze om de opvang in België af te bouwen’, reageert Petra Baeyens, senior juridisch medewerkster bij ECRE. ‘Als argument volstaat “tekort aan opvang” niet. Want als land moet je een flexibel asielsysteem hanteren en kunnen reageren op wijzigende omstandigheden.’

Baeyens merkt ook op dat er hoofdzakelijk werd ingezet op de Syrische vluchtelingen. ‘Dat is uiteraard goed in het kader van de Syrische vluchtelingencrisis. Maar tegelijk werden de engagementen stopgezet voor vluchtelingen die elders wachtten op hervestiging. Zo werden Congolozen uit de Kivu-provincies, die al tientallen jaren vastzitten in de regio van de Grote Meren, de dupe van de verschuiving naar Syrische vluchtelingen. Dat is schrijnend, want dit zou een en-en-verhaal moeten zijn.’

Afrika blijft overigens de regio met het hoogste aantal hervestigingsnoden. Voor 2019 schat de VN-vluchtelingenorganisatie UNHCR het aantal mensen uit Afrika dat nood heeft aan hervestiging op 629.744.

Alleen cijfers zijn niet genoeg

‘Als België naar voor schuift dat we veel meer doen dan andere lidstaten, dan gaat het alvast niet over hervestiging. Momenteel is een klein aantal EU-landen verantwoordelijk voor de meerderheid van de hervestiging in de EU: de andere lidstaten, waaronder België, moeten dringend een tandje bijsteken’, zegt Petra Baeyens. ‘We spelen mee in een Europese Unie waar de inspanningen op het vlak van asiel en migratie erbarmelijk zijn.’

‘Wanneer je de slechtere leerlingen van Europa als maatstaf neemt, ondersteun je de race to the bottom’, zegt ook directeur en woordvoerder van Vluchtelingenwerk Vlaanderen Charlotte Vandycke. ‘Waar dat eindigt, zien we vandaag. België wil zich toch niet spiegelen aan landen zoals Hongarije die op grote schaal mensenrechten schenden? Het zijn precies die logica van “ranking” en het gebrek aan Europese samenwerking die ervoor zorgen dat we vandaag een Europa hebben met ongelijke asielsystemen, en met hotspots aan de grenzen waar mensen wegkwijnen omdat niemand hen wil opvangen.’

Vandycke wijst ook op een ander wrang aspect van de cijfers en van het beleid: de toegang tot de Belgische asielprocedures. ‘Zeggen dat we als land genoeg doen, is wel hoogst merkwaardig als je weet dat België al een half jaar, sinds het begin van de coronacrisis, de toegang tot asiel verhindert.’

‘Onze asiel- en opvanginstanties, die onder de verantwoordelijkheid van minister De Block vallen, verlenen al een half jaar halve diensten. Daardoor staan mensen alweer in lange wachtrijen op straat en kunnen ze geen beroep doen op opvang. Dat is geen gevolg van COVID-19, dat is een beleidskeuze.’

Als het dan toch over cijfers moet gaan, zegt Vandycke, schuift ze alvast één cijfer naar voren: 500 per Europese lidstaat. ‘Onmiddellijk. Dat zou al een begin zijn.’ Zoveel mensen kan België op korte termijn opvangen, zeggen ngo’s, steden en burgers. ‘Dat kan, als je weet dat er een lokaal draagvlak is, met de steun van steden en gemeenten als Brugge, Gent, Mechelen, Genk, Lichtervelde en Veurne.’