Moeten wij meebetalen voor het klimaatwerk van inheemse gemeenschappen?

Analyse

Zij leveren de onbetaalde zorg voor de aarde

Moeten wij meebetalen voor het klimaatwerk van inheemse gemeenschappen?

Taylar Dawn Stagner / Grist / Climate Coverage Now

22 april 2024

Inheemse gemeenschappen verzetten in hun directe omgeving belangrijk onbetaald werk in de strijd tegen de klimaatverandering en voor natuurbeheer. Werk dat in feite de hele wereld ten goede komt. Moet dit werk worden vergoed?

Big Wind Carpenter is vandaag 30, maar spendeerde het grootste deel van hun* twintigerjaren aan de strijd tegen extractieprojecten. Carpenter nam deel aan de protesten bij Standing Rock, tegen de Dakota Access-oliepijpleiding in 2016 en 2017, en reisde nadien meteen door naar het oosten in de VS voor de strijd tegen de constructie van een gaspijpleiding in Tennessee. De activist is lid van de noordelijke inheemse Arapaho-gemeenschap die in het reservaat Wind River in de staat Wyoming leven.

(*Big Wind Carpenter identificeert zich als non-binair, als man noch als vrouw dus, en verkiest de genderneutrale voornaamwoorden die/hen/hun.)

Tijdens de protestacties leerde Carpenter belangrijke financiële lessen, zoals wat het belang is van collectief samenwerken in verzetskampen, waarbij middelen samengebracht en gedeeld worden. Het is belangrijk, omdat klimaatwerk, tenminste op het individuele niveau, maar weinig inkomen oplevert.

‘Je gebruikt niet echt geld in een kamp, ook al helpen financiële middelen wel om te kúnnen werken’, legt die uit. ‘Er zijn zo veel mogelijkheden, omdat niemand zich zorgen hoeft te maken over hun basisbehoeften.’

Maar activisten zoals Big Wind Carpenter moeten zich wel zorgen maken buiten de verzetskampen. Carpenter is een doorwinterde klimaatactivist en lid van de 30x30 adviescomité voor het Witte Huis. Tijdens de meest recente klimaattop in Dubai nam Carpenter het woord en van jongs af organiseerde die crowdfundings voor natuurbehoud in het reservaat van Wind River.

Onbetaalde arbeid, zoals zorg voor ouderen of voor de aarde, bevindt zich buiten de markt.

‘Ik word daar niet voor betaald’, vertelt Carpenter. ‘Niet door de instituten, niet door de federale overheid of door de internationale gemeenschap.’ Hun vaste job bij de Wyoming Outdoor Council, een lokale milieuorganisatie, helpt om sommige van hun reizen te betalen, maar verder maakt Carpenter gebruik van crowdfunding om dat mogelijk te maken.

Het type onbetaalde werk zoals Big Wind Carpenter doet in de strijd tegen de klimaatverandering vormt de kern van een recent gepubliceerde paper in Cambridge University Press getiteld Wages for Earthwork. Met de term “earthwork” wordt bedoeld: het werk dat zorgt voor de planeet en voordelen voor ons allen biedt. Dergelijk werk zou moeten worden vergoed, stelt David Temin, de auteur van het essay en assistent-professor Politieke Wetenschappen aan de universiteit van Michigan.

‘Als we nadenken over een eerlijke transitie naar een wereld zonder fossiele brandstoffen, moeten we die onzichtbare arbeid daarin centraal zetten’, aldus Temin. ‘Veel van dat werk is vanzelfsprekend voor inheemse gemeenschappen. Iedereen profiteert hier impliciet van.’

Onzichtbare arbeid

Het voorstel mag eenvoudig lijken, maar de uitbuiting van dit onbetaalde werk heeft verreikende economische dimensies. Vergelijk het met onbetaald huishoudelijk werk of de zorg voor kinderen. Het is het type arbeid dat de samenleving in stand houdt en ervoor zorgt dat de economie kan blijven draaien.

Maar het is ook onzichtbaar, binnen de arbeidsmarkt en ook in het bruto binnenlands product. Omdat productiviteit in de meeste economieën een kwestie van goederen en diensten is, bevindt onbetaalde arbeid — zoals zorg voor ouderen of voor de aarde — zich buiten de markt.

Die parallel is absoluut treffend, zegt Erin Hatton daarover. Ze is professor aan de universiteit van Buffalo en specialiseert zich in gender en arbeidsmarkten. ‘Door ons kapitalistisch systeem krijgt arbeid buitenshuis een zekere vorm van respect.

Onbetaalde zorg voor de aarde rust veelal op de schouders van inheemse gemeenschappen.

“Earthwork”, ofwel werk voor de aarde, zegt ze, verbreedt het concept van onbetaald werk binnen het huishouden. Het gaat om zorg voor de aarde, zoals je zou zorgen voor je eigen huishouden. ‘De aarde is onze thuis, maar dan veel breder opgezet.’

Waar onbetaald huishoudelijk werk en kinderopvang historisch gezien op de schouders van vrouwen terecht kwam, is onbetaalde zorg voor de aarde terecht gekomen op de schouders van inheemse gemeenschappen. Van hen wordt al te vaak verwacht dat ze gratis het land beheren en hun traditionele ecologische kennis delen. Dat zegt Micheal Mikulewicz, professor aan SUNY College of Environmental Science and Forestry. ‘Het idee heerst dat ze dankbaar moeten zijn dat we hen bevragen en proberen te helpen, maar dat brengt geen voedsel op de tafel.’

De Amerikaanse federale overheid maakte het wel mogelijk voor inheemse naties en organisaties om aanvragen voor subsidies in te dienen. Zo verdeelde de administratie van Biden dit jaar 120 miljoen dollar over 146 projecten geleid door inheemse gemeenschappen. Het gaat om verschillende klimaatgerelateerd projecten, gaande van klimaatadaptatieplannen, de hervestiging van gemeenschappen tot het herstel van natuurlijke habitats.

Maar dat brengt het werk dat al zonder enige overheidsfinanciering is gedaan, niet in rekening. Bovendien neigen subsidies organisaties te bevoordelen die de middelen hebben om mensen aan het werk te zetten om projectvoorstellen te schrijven. Kleine organisaties hebben daardoor een groot nadeel.

‘We spreken in feite niet over de hoeveelheid werk en arbeid die nodig zijn om ons aan te passen aan de klimaatverandering’, zegt Mikulewicz. ‘Het gaat om effectieve veranderingen die aangebracht worden in onze economie, onze samenleving en de manier waarop ons economisch systeem werkt. Of zelfs de manier waarop we voedsel telen. De verschillende fasen van aanpassing zijn heel erg divers.’

Makkelijke antwoorden zijn er niet om dit onevenwicht op te lossen, voegt Mikulewicz toe. Maar de compensatie van het klimaatwerk van inheemse gemeenschappen is een stap in de juiste richting. Het kan de deur openen voor een bredere, vruchtbaardere alliantie tussen milieubeschermers en arbeid.

Soevereiniteit

Volgens Temin, de auteur van Wages for Earthwork, kunnen oplossingen variëren van uurlonen tot het onder druk zetten van niet-inheemse natuurbeschermingsorganisaties om de rekening te betalen. Tegelijk erkent hij dat het antwoord verschilt van situatie tot situatie en er geen eenduidige oplossing is om mensen die het werk doen daarvoor te vergoeden. Maar het geld van grote natuurbeschermingsorganisaties komt momenteel niet terecht in de handen van lokale inheemse gemeenschappen.

Wat volgens Temin de beste manier is om inheemse gemeenschappen effectief te vergoeden, is de versterking van hun soevereiniteit door overheden, waarbij ook oorspronkelijk grondgebied wordt teruggeven onder inheems beheer.

‘De belangrijkste componenten zijn het versterken van grond- en eigendomsrechten en het ondersteunen van de inspanningen van lokale gemeenschappen. Inspanningen die ze maken om zichzelf en hun grondgebied te beschermen tegen milieuschade door extractieve ontwikkelingsprojecten, maar ook projecten van natuurbeheer waarbij ze zelf van hun eigen land worden geschopt.’

Big Wind Carpenter uit het reservaat Wind River gaat daarmee akkoord. ‘Geld gaat het niet oplossen, maar ik geloof dat we een verantwoordelijkheid hebben om te verzekeren dat we zorgen voor de mensen die voor ons allemaal zorgen.’

Dit artikel werd oorspronkelijk gepubliceerd door Grist en werd door MO* in een vertaalde versie gepubliceerd via het globale journalistieke samenwerkingsverband Covering Climate Now.