Bolivia zegt Nee tegen Evo

Analyse

Bolivia zegt Nee tegen Evo

Bolivia zegt Nee tegen Evo
Bolivia zegt Nee tegen Evo

Suzanne Kruyt

07 maart 2016

‘Een extern complot, een vuile oorlog van rechts’, zo verklaart Evo Morales zijn nederlaag tijdens het referendum van 21 februari. Ook de sociale media zijn schuldig, die volgens hem ‘regeringen omverwerpen’. Voor het eerst in tien jaar daalt zijn populariteit. Morales kan zijn frustratie nauwelijks de baas.

Na drie opeenvolgende verkiezingsoverwinningen, een unicum in de geschiedenis van Bolivia, dacht Evo Morales moeiteloos de steun van het volk te krijgen voor een vierde termijn.

Daarvoor was wel een wijziging van de Grondwet nodig door middel van een referendum.

De stembus als bliksemafleider

Daar de volgende presidentsverkiezingen in principe pas in 2020 plaatsvinden, was het besluit om dit referendum in 2016 al te organiseren op zijn minst merkwaardig.

Volgens de Socialistische Partij (MAS), de partij van Morales, stelde zijn achterban voor het referendum nu reeds te houden.

Critici stellen echter dat deze opeenvolging van verkiezingen en referendum - na de nationale verkiezingen van 2014 en de lokale verkiezingen van 2015 - de aandacht moet afleiden van de structurele problemen in het land en de polarisering in de samenleving moet opdrijven.

Toen president Morales in 2015 dit referendum aankondigde, was hij zelf de grote favoriet. De afgelopen maanden sloeg de stemming echter steeds meer om in het nadeel van Evo Morales en zijn vicepresident Alvaro García Linera. Uiteindelijk stemde 51,27 procent tegen de hervorming van de Grondwet.

Dalende olieprijzen, stijgende onrust

Verschillende factoren speelden een cruciale rol in de afnemende politieke steun voor Morales.

De dramatische daling van de olieprijs weegt zwaar op de economie van Bolivia. De afgelopen tien jaar heeft Evo Morales zijn beleid vooral kunnen financieren met de hoge inkomsten van de olie- en gasexport.

Intussen zijn die vette jaren voorbij en hebben ook de sectoren van mijnbouw en soja het zwaar te verduren. Deze situatie onthult het schrijnende gebrek aan een economisch alternatief voor de export van primaire grondstoffen.

In 2015 liep Bolivia 3250 miljoen dollar mis, alleen al door de daling van de olie en mineralenprijzen.

Hevige protesten van de bevolking van het departement Potosí toonden vorig jaar duidelijk aan hoe weinig beloftes zijn ingelost betreffende investeringen in regionale economische projecten.

Hoewel de regering steeds blijft benadrukken dat Bolivia ‘voorbereid is op een crisis’, moest ze toch toegeven dat Bolivia in 2015 zeker 3250 miljoen dollar misliep, alleen al door de daling van de olie en mineralenprijzen.

Deze crisis leidt onvermijdelijk tot bezuinigingen in het overheidsapparaat en programma’s als Evo Cumple, waarmee de president lokale projecten financiert en zo sociale bewegingen aan zich bindt.

Bovendien is Bolivia voor de export van gas afhankelijk van contracten met Brazilië en Argentinië, die in het huidige politieke en economische klimaat veel minder steun kunnen bieden dan tien jaar geleden.

Inheems Fonds

Terwijl de regering voor het referendum haar uiterste best deed om de omvang van de economische crisis te verbloemen, kon ze niet voorkomen dat een tweede probleem de geloofwaardigheid van deze regering zwaar aantastte: de corruptie en of schandalen.

Maar liefst 49 spookprojecten, 205 personen juridisch zijn vervolgd, waaronder een voormalig minister en verschillende politieke leiders van de MAS en miljoenen dollars overgemaakt naar persoonlijke rekeningen.

Dit zijn de nog voorzichtige conclusies van een rapport van het Openbaar Ministerie over het corruptieschandaal in het Fondo Indígena of Inheems Fonds.

Dit fonds werd in 2005 opgericht opdat de boeren en inheemse organisaties mee zouden genieten van de inkomsten uit de olie- en gasexport, door directe financiering van lokale ontwikkelingsprojecten.

Deze fondsen blijken niet alleen een middel bij uitstek om deze organisaties in de pas van de regering te laten lopen, ze zijn ook, zo blijkt nu, een ongekende bron van zelfverrijking voor de leiders hiervan.

Journalist Diego Ayo publiceerde een onafhankelijk onderzoek waarin hij uit de doeken doet hoe dit fonds van de afgelopen jaren opereerde. De goedkeuring van de projecten is kennelijk gelinkt aan de politieke steun van de leiders van de betrokken organisaties aan de MAS.

100 miljoen dollar van het Inheems Fonds werd rechtstreeks op persoonlijke rekeningen gestort.

Ayo berekent dat bijna 100 miljoen dollar rechtstreeks op persoonlijke rekeningen werden gestort. Er was geen sprake van kwalitatieve controle van de projecten, die vaak vaag geformuleerd waren, zonder duidelijke activiteiten en doelgroepen.

Dit gebrek aan overzicht en amper verhulde cliëntelisme duiden op structurele corruptie, en niet, zoals de MAS graag wil doen geloven, wanbeheer van een aantal individuen.

In de afgelopen maanden is een aantal betrokken leiders opgepakt, maar het is opvallend dat de eindverantwoordelijken buiten schot blijven.

Nemesia Achacolla had als minister van Rurale Ontwikkeling jarenlang het fonds onder haar verantwoordelijkheid. In augustus 2015 trad zij zelf af, toch wordt ze niet juridisch vervolgd.

Bovendien waren Evo Morales en andere ministers in 2011 reeds op de hoogte van de problemen in het fonds, maar troffen ze geen maatregelen.

Dit schandaal is niet alleen polemisch wegens de grote omvang van de corruptie, maar ook omdat het de bedroevende situatie blootlegt waarin de sociale organisaties zich bevinden.

Terwijl in veel inheemse en boerengemeenschappen de armoede nog altijd schrijnend is, houdt de MAS een elite in stand van leiders die zich verrijken met overheidsgeld en hun rol als leiders van sociale bewegingen verzaken.

Szymon Kochański / Flickr (CC by-nc-nd 2.0)

Terwijl in veel inheemse en boerengemeenschappen de armoede nog altijd schrijnend is, houdt de MAS een elite in stand van leiders die zich verrijken met overheidsgeld en hun rol als leiders van sociale bewegingen verzaken.

Szymon Kochański / Flickr (CC by-nc-nd 2.0)​

Zapatagate

Een tweede en persoonlijk schandaal overschaduwde de laatste weken voor het referendum de corruptie in het Fondo Indigena.

Journalist Carlos Valverde onthulde dat Gabriela Zapata Montaño, een vrouw met wie Evo Morales in 2007 een kind kreeg, nu een hoge functie bekleedt bij de Chinese multinational CAMC.

Dit bedrijf sloot de afgelopen jaren verschillende miljoenencontracten met de Boliviaanse overheid af. Dit duidt onmiskenbaar op belangenverstrengeling, zeker gezien de jonge leeftijd (28) en beperkte ervaring van Zapata.

De geloofwaardigheid van Evo Morales is aangetast en zijn verkrampte reacties doen vermoeden dat hij nog heel wat verborgen houdt.

Bovendien zou dit het derde buitenechtelijke kind zijn van Morales, die nooit gehuwd is en tijdens zijn ambtstermijn geen officiële partner heeft gehad.

De president en zijn omgeving reageerden nerveus. Eerst verklaarde Morales dat het kind in 2007 was overleden en daarna het contact met de moeder was verbroken, waardoor geen sprake was geweest van belangenverstrengeling.

Vervolgens verschenen op sociale netwerken foto’s van Morales met Zapata tijdens het carnaval in Oruro van 2015. Waarop Morales reageerde met de weinig overtuigende woorden dat hij de moeder van zijn kind inderdaad had gezien in 2015 en ‘haar gezicht hem bekend voorkwam’.

De afloop van dit schandaal is nog onbekend. In de week na het referendum werd Zapata opgepakt en bleek het kind toch nog in leven te zijn. De geloofwaardigheid van Evo Morales is aangetast en zijn verkrampte reacties doen vermoeden dat hij nog heel wat verborgen houdt.

Verzwakte democratie

De derde factor die de uitslag van het referendum beïnvloedde, zijn de autoritaire tendensen die steeds zichtbaarder worden in deze regering.

Belangrijke instituties voor een goed werkende democratie, zoals een kritische pers en maatschappelijk middenveld, en een onafhankelijke rechterlijke macht, werden bewust verzwakt in de afgelopen jaren.

Zo worden de meeste televisiezenders vrijwel volledig gefinancierd door publiciteitsinkomsten afkomstig van de overheid en in ruil daarvoor houden ze hun journalistieke producties binnen de lijnen van de MAS.

Ministers maken kritische journalisten zoals de bekende Amalia Pando en media zoals de krant Pagina Siete, het leven onmogelijk. Ook ngo’s die kritische informatie verspreiden over het overheidsbeleid bedreigt de regering met repressieve regelgeving en sluiting.

De regering bedreigt ngo’s die kritische informatie verspreiden over het overheidsbeleid met sluiting.

Het Verkiezingstribunaal toont goed aan dat coöptatie en incompetent leiderschap nationale instellingen verzwakken. Bij de verkiezingen in 2014 en 2015 maakte het Tribunaal veel fouten en toonde het zich tolerant als de MAS de regels overtrad, bijvoorbeeld bij het inhuldigen van publieke werken tijdens de campagneperiode.

Voor dit referendum werd het Tribunaal vernieuwd, om een signaal te geven aan de publieke opinie. Maar toen het maatregelen nam om het gebruik van publieke zendtijd voor campagne te beperken, werd ze hierin gedwarsboomd door het Hooggerechtshof, een ander orgaan waar de invloed van de MAS manifest is.

De oppositie was dan ook bezorgd over de uitslag van dit referendum. Ze vreesde dat de MAS door middel van frauduleuze praktijken de resultaten naar haar hand zou zetten, met steun van het Tribunaal.

Opnieuw doden in El Alto

El Alto, de stad waar in 2003 meer dan 60 mensen om het leven kwamen bij protesten tegen president Gonzales Sanchez de Lozada, was vlak voor het referendum opnieuw het toneel van een politiek drama.

El Alto was vlak voor het referendum opnieuw het toneel van een politiek drama.

Een protestmars van ouders over investeringen in het onderwijs mondde uit in een gewelddadige aanval op het stadhuis, dat vervolgens in vlammen opging.

Er kwamen zes mensen om bij dit tragische incident. Lang niet alle feiten zijn gekend, maar een aantal feiten wijzen op een medeplichtige rol van de MAS.

In 2014 verloor de regeringspartij voor het eerst de lokale verkiezingen in El Alto. De zittende burgemeester Edgar Patana moest het afleggen tegen de jonge oppositiekandidate Soledad Chapeton, tot grote frustratie van de MAS.

In 2015 werd Patana opgepakt wegens drie corruptieschandalen, waaronder het op de loonlijst houden van 120 spooksalarissen van niet bestaande functionarissen.

Complottheorie

Eén van de vakbondsleiders die verbonden is aan de MAS en aan Patana, Braulio Rocha, dreigde dat hij “de nachtmerrie van Soledad Chapeton” zou worden.

De politie verscheen pas twee uur later, toen het drama zich al voltrokken had.

Bij de recente aanval op het stadhuis werd precies het kantoor in brand gestoken waar de documentatie over de corruptie van Patana zich bevond.

Functionarissen van het gemeentebestuur verwittigden de politie al vroeg in de ochtend, maar die verscheen pas twee uur later, toen het drama zich al voltrokken had. Deze late reactie van de politie leidde tot veel verontwaardiging.

Later bleek immers dat de viceminister van Binnenlandse zaken, Marcelo Elio, eindverantwoordelijke voor veiligheid, zich de gehele ochtend in El Alto had bevonden op de plek van het drama. Waarom liet hij de politie niet ingrijpen?

Diezelfde Marcelo Elio twitterde vlak na het incident dat dit een autoatentado, oftewel zelf georkestreerde aanslag, was van burgemeester Soledad Chapeton in het kader van de campagne tegen de herverkiezing van Morales. Deze versie werd later ook door Evo Morales herhaald.

Het is op zijn minst dubieus te noemen dat politieke autoriteiten schuldigen aanwijzen, in een zaak die nog onderzocht wordt door justitie.

De vermoedens nemen toe dat leden van de regering wel degelijk op de hoogte waren van, of betrokken bij de voorbereiding van dit politieke geweld.

In elk geval betekent het voorval een toename van de polarisatie in El Alto en wordt het Soledad Chapeton zo steeds moeilijker gemaakt om de nodige verbeteringen in te voeren in het stadsbestuur.

Het stelt ook een verontrustend precedent van de verwrongen relatie tussen de nationale regering van de MAS en lokale overheden waar de oppositie aan de macht is.

Na de Nee-stem

De economische crisis, de corruptieschandalen en de bedreigingen voor de democratie, hebben bijgedragen aan de afnemende populariteit van Evo Morales.

Het ziet er naar uit dat deze tendensen zich de komende maanden zullen voortzetten.

Toch wordt Morales geacht nog tot 2019 het land te besturen. De nederlaag in het referendum legt een pijnlijk probleem bloot voor de MAS: er is geen opvolger voor Evo Morales.

Vicepresident Alvaro García Linera heeft weinig waardering van de sociale bewegingen die Morales steunen en in die organisaties zelf zijn ook geen leiders die zich profileren.

De MAS heeft altijd om Evo gedraaid en het ziet er niet naar uit dat dit zal veranderen. De vraag is dus of de partij zich echt zal neerleggen bij de uitkomst van het referendum of toch nog op een andere manier de continuïteit van Evo zal willen waarborgen.

‘Dat ik NEE heb gestemd, betekent niet dat ik voor deze dinosaurussen zal stemmen’.

Ondertussen hebben ze van de oppositie weinig te vrezen. De campagne voor het Nee werd veelal gedragen door jongeren en onafhankelijke coalities van intellectuelen, journalisten, ex-leden van de MAS, die niet aan een politieke partij verbonden zijn.

Op de sociale netwerken circuleerde al snel na het referendum een afbeelding van alle politieke oppositieleiders met de tekst ‘Dat ik NEE heb gestemd, betekent niet dat ik voor deze dinosaurussen zal stemmen’.

Een politieke vernieuwing binnen of buiten de MAS ligt dus niet in de lijn der verwachtingen.

Maar dit zal ongetwijfeld de moeilijkste periode worden die Evo Morales als president zal meemaken. Terwijl in de rest van het continent de bondgenoten verzwakken en de economische problemen toenemen, toont de uitslag van het referendum een verdeeld volk.

Verschillende sociale sectoren zullen ongetwijfeld op straat hun eisen laten gelden. De cocatelers, de achterban van Evo Morales hebben een wetsvoorstel ingediend om sociale media te reguleren. Maar dat zal niet kunnen verhelpen dat het geloof in Evo steeds meer aangetast wordt door zaken als het Fondo Indigena en Zapatagate. En zonder het geloof in Evo, blijft er weinig over van het “proceso de cambio”, het veranderingsproces.