‘Bolsonaro is weg, maar de vernieling gaatvoort’
Lula wil Amazonewoud en inheemse bewoners beschermen, maar kán hij dat ook?
Braziliaans president Lula da Silva wil tegen 2030 álle ontbossing in het Amazonewoud een halt toeroepen. Maar hoe realistisch is die ambitie met een oerconservatief parlement? ‘De situatie is nu veel erger dan bij de start van Lula’s eerste ambtstermijn.’
In april 2023 was Lula aanwezig bij Terra Livre, een protestkamp ter verdediging van land- en culturele rechten van de inheemse gemeenschappen.
© Ueslei Marcelino / Reuters
Net als in januari 2003, aan het begin van Lula’s eerste ambtstermijn als Braziliaans president, trok João Capobianco bij aanvang van Lula’s derde ambtstermijn naar Brasilia om aldaar aan de slag te gaan als hoofd Biodiversiteit en Bossen op het ministerie van Milieu en Klimaatverandering (MMK). Deze keer was de ontvangst een stuk minder hartelijk dan 20 jaar geleden.
Toen werd hij persoonlijk ontvangen door zijn voorganger die alle belangrijke dossiers in alfabetische volgorde op tafel had uitgespreid. Een eerste vergadering met het personeel stond al in de agenda. ‘Deze keer was het ministerie helemaal verlaten’, vertelde de 66-jarige bioloog en milieukundige aan het Braziliaanse maandblad Piau. ‘Er waren alleen de secretaressen, allen extern ingehuurd, en het afdelingshoofd. De agenda was leeg. Alles stond op non-actief.’
Toen Jair Bolsonaro in 2019 president werd, wilde hij het MMK eigenlijk onderdeel maken van het ministerie van Landbouw. Dat was zelfs de Braziliaanse boeren wat te gortig. Die wisten dat hen dat internationaal niet in dank zou worden afgenomen en waren als de dood voor sancties op hun miljarden exporten.
Bolsonaro besloot het anders aan te pakken. Tot afgrijzen van een ieder met een beetje hart voor natuur en milieu benoemde hij Ricardo Salles tot minister van Milieu. De inmiddels 48-jarige advocaat stond bekend als iemand voor wie rechts niet rechts genoeg was en de vrije markt heilig. Als milieusecretaris van de deelstaat São Paulo stelde hij ooit voor om alle natuurparken te privatiseren.
In Brazilië spreekt men van de “termitisering” van het ministerie van Milieu en Klimaatverandering : het gebouw staat nog, maar van binnen is het leeg.
Onder zijn leiding werd het MMK van binnenuit gedemonteerd. Sommige ambtenaren werden overgeplaatst naar een andere regio of vakgebied. Anderen gingen met pensioen en werden niet vervangen. Het departement dat belast was met ontbossing werd opgeheven.
Toen Bolsonaro aan de macht kwam, werkten er op het ministerie en gerelateerde overheidsinstanties zo’n 9000 mensen. Toen hij vier jaar later wegging, waren er nog 4100 over. In Brazilië spreekt men van de “termitisering” van het MMK: het gebouw staat nog, maar van binnen is het leeg.
Een en ander had desastreuze gevolgen voor, onder meer, ontbossing in de Amazone. In 2018 ging er jaarlijks zo’n 7500 vierkante kilometer regenwoud tegen de vlakte. Vier jaar was dat met zo’n 35% gestegen. Salles was er toen al niet meer bij. Op 23 juni 2021 trad hij af omdat hij verdacht werd betrokken te zijn bij illegale houttransporten.
Goed begin
Toen Lula eind 2022 nipt de verkiezingen won, haalde de Braziliaanse milieubeweging opgelucht adem. De Amazone was een speerpunt in zijn verkiezingscampagne en Lula stelde na zijn aantreden niet teleur. Op de eerste dag van zijn presidentiële comeback vaardigde hij meteen vijf decreten uit op het gebied van natuur en milieu.
Zo blies hij het door Bolsonaro stopgezette Amazone Fonds (AF) nieuw leven in. Met Noorwegen en Duitsland als grootste donoren investeert het fonds miljoenen in duurzame projecten. In februari stuurde Lula het leger naar Terra Yanomami, het grootste beschermde inheemse gebied van Brazilië, waar sinds de komst van Bolsonaro tienduizenden illegale goudzoekers actief waren. In april erkende Lula zes inheemse gebieden met een totale oppervlakte van 621.800 hectare. Dat was minder dan gehoopt, maar toch een flinke stap voorwaarts vergeleken met het tijdperk Bolsonaro toen er geen millimeter beschermd gebied bij kwam.
Dat brengt ons bij 5 juni, Wereldmilieudag, de dag dat Lula en milieuminister Maria Silva de vijfde editie van het door Bolsonaro afgeschafte Actieplan voor de Preventie en Controle van Ontbossing in de Amazone (PPCDam) aankondigden. PPCDam is het geesteskind van João Capobianco, de bioloog die in januari dus terugkeerde op het MMK als hoofd Biodiversiteit en Bossen en minister Silva’s rechterhand.
Het plan werd in 2004 gelanceerd en was indertijd een waar succesverhaal: de ontbossing in het Amazoneregenwoud daalde onder Lula en Capobianco met maar liefst 83% tot zo’n 4570 vierkante kilometer in 2012. Aan het einde van Bolsonaro’s ambtstermijn in 2022 stond de teller weer op 10.573 vierkante kilometer – het equivalent van bijna 3000 voetbalvelden per dag.
Het nieuwe, 92-pagina’s tellende PPCDam begint met een diagnose van de huidige staat van het ministerie en het regenwoud. Het noemt onder andere de reductie in personeel, het gebrek aan inspecties en de opkomst van de georganiseerde misdaad als problemen. En het formuleert ambitieuze doelen: publiek grondgebied zonder bestemming moet dat krijgen; werk voor zo’n 1600 extra milieu-analisten; ruim baan voor de bio-economie; een embargo op reeds illegaal ontbost gebied; drie miljoen hectare beschermd gebied in 2027 en, last but not least, een einde aan alle ontbossing in 2030.
Ipê Maffias
‘Het is de eerste keer dat een politiek leider van “zero”-ontbossing in het Amazone regenwoud spreekt’, zegt bioloog Rômulo Batista vanuit Manaus. ‘Dus een eind aan niet alleen illegale maar álle ontbossing. Daarmee geeft Lula een belangrijk signaal.’
‘Het is de eerste keer dat een politiek leider van ‘zero’ ontbossing in het Amazone regenwoud spreekt.’
Op het Power Our Planet festival op 22 juni in Parijs herhaalde Lula zijn streven naar “zero”-ontbossing. Hij verwacht daarbij wel enige internationale hulp. ‘Sinds het begin van de industriële revolutie zijn het de rijke landen die de wereld vervuilden, niet de Afrikaanse of Latijns-Amerikaanse volken’, zei Lula. ‘Zij moeten hun historische schuld met de planeet aarde inlossen.’
Batista werkt voor Greenpeace Brazilië en werkte de laatste jaren aan een reeks rapporten over houtkap en ontbossing in de Amazone. Volgens hem is bijna 40% van alle houtkap illegaal, omdat die niet over de vereiste vergunningen beschikt. Maar dat wil niet zeggen dat de houtkap mét vergunning wél legaal is.
‘Het is erg makkelijk om te frauderen’, aldus Batista. ‘Voor een kapvergunning moet je een zogenaamd Forest Management Plan (FMP) presenteren. Daarin overschat je het aantal waardevolle bomen, en hun grootte, hetgeen je vervolgens toestaat om elders gekapte bomen binnen te brengen en wit te wassen. Er zijn nauwelijks inspecties, met als gevolg dat het bijna onmogelijk is om onderscheid te maken tussen legaal en illegaal hout in de Amazone.’
Het meest kostbare hout uit het regenwoud stamt van de Ipē, de nationale boom van Brazilië. Het is een langzaam groeiende boom, die slechts sporadisch voorkomt in het bos, maar in het oog springt door diens felgekleurde bloemen. Volgens Batista kost Ipē in de haven van Belém vandaag de dag meer dan 5000 dollar per kubieke meter.
Het regenwoud produceert gemiddeld zo’n 0,6 kubieke meter Ipē per hectare. In 2018, onderzocht Greenpeace 586 gebieden met een FMP in het Amazoneregenwoud. In 52% van de gevallen werd de aanwezigheid van Ipē tot vier maal hoger ingeschat dan het gemiddelde en in 29% méér dan vier keer het gemiddelde.
Volgens de Amerikaanse organisatie Forest Trends exporteerde het Amazonebekken tussen 2017 en 2021 meer dan 469.000 kubieke meter Ipê, waarvan 96% afkomstig was uit Brazilië, en 85% bestemd was voor Europa, de Verenigde Staten en Canada. Zowel Nederland als België behoren tot ‘s werelds grootste importeurs. Ook daar is Ipē vooral populair voor vlonderplanken voor buitenterrassen.
Nederland en België behoren tot ‘s werelds grootste importeurs van Ipē-hout, vooral populair voor vlonderplanken voor buitenterrassen.
Door de combinatie van grote vraag, langzame groei en lage natuurlijke concentraties is Ipė, volgens Forest Trends, een bedreigde boomsoort. Op veel plaatsen in de Amazone komt de boom inmiddels niet meer voor en houthakkers trekken steeds dieper het woud in om nog exemplaren te vinden.
‘De houthakkers kappen alleen de kostbaarste bomen, zoals Ipė, maar om het hout weg te halen, leggen zij wegen aan’, zegt Batista. ‘Daarmee openen zij het woud voor anderen. De houthakkers trekken 1, 2 of 3 keer binnen en degraderen zo het woud. Vervolgens slaan landrovers het gebied kaal en verkopen het aan boeren. Of ze gaan zelf boeren. Dat is het gangbare patroon.’
Volgens Human Rights Watch is de houtkap in de Braziliaanse Amazone grotendeels in handen van criminele netwerken die de logistieke capaciteit hebben om de kap, verwerking en verkoop van hout te coördineren. Volgens HRW is het uiteindelijke doel van deze “Ipê-mafias” om het bos te ruimen voor vee of gewassen.
‘Zo’n 600.000 vierkante kilometer van het regenwoud is publieke grond maar heeft nog geen officiële bestemming’, zegt Batista. ‘Vooral daar zijn de landrovers actief. Daarom is het zo belangrijk dat Lula alle publieke grond zo snel mogelijk een bestemming geeft en meer beschermde gebieden creëert.’
Soja
‘Na vier jaar Bolsonaro is het goed om te zien dat er met Lula de politieke wil en een plan is om ontbossing tegen te gaan’, zegt Alice Thuault, directrice van Instituto Centro da Vida (ICV), een organisatie die zoekt naar duurzame oplossingen voor landgebruik en natuurlijke hulpbronnen. ‘Maar het zal de nodige onderhandelingen vergen om het plan te implementeren.’
ICV werd in 1991 opgericht in Mata Grosso, een niet onbelangrijk detail. De noordwestelijke deelstaat was lang een “vergeten” gebied. In het noorden bestond het vooral uit regenwoud. In het zuiden en oosten heerste de Cerrado, de meest biodiverse savanne ter wereld en de op één na grootste biotoop in Zuid Amerika.
‘Het is zo belangrijk dat Lula alle publieke grond zo snel mogelijk een bestemming geeft en meer beschermde gebieden creëert.’
In de jaren ‘70 moedigde de Braziliaanse junta mensen aan zich in Mata Grosso te vestigen. Daarmee begon de ontginning van het regenwoud, voornamelijk voor de veeteelt. Eind jaren ‘80 werd de sojaboon ontdekt. Sindsdien werd meer dan de helft van de Cerrado gekapt voor de intensieve, industriële sojateelt. Vorig jaar exporteerde Brazilië meer dan 90 miljoen ton met een waarde van zo’n 43 miljard euro. Ongeveer een vijfde was bestemd voor de Europese markt.
De Braziliaanse Boswet van 2012 verplicht boeren en landeigenaren hun grond in het Nationale Kadaster Rurale Gebieden (CAR) te registreren. En eind 2020 was dat ook grotendeels gebeurd. Op het eerste gezicht lijkt een en ander dus prima geregeld.
Maar in maart ‘23 toonde onderzoek van de Pauselijke Katholieke Universiteit van Rio de Janeiro en het Climate Policy Initiative (CPI) dat landelijk slechts 12% van de inschrijvingen door de autoriteiten is geverifieerd. Daarbij zijn er grote verschillen per deelstaat. Zo was in Sâo Paulo bijna 89% van alle inschrijvingen gecontroleerd, in Mata Groso 51%, in Amazonas 26%, en in de meest noordelijke deelstaat Roraima nog niets.
‘Voor een efficiënte strategie om ontbossing tegen te gaan, hebben we data en transparantie nodig’, zegt ICV-directrice Thuault. ‘Maar de private sector is tot nu toe nauwelijks betrokken.’
In 2021, was ICV co-auteur van een studie over het verwijderen van natuurlijke vegetatie (ontbossing) in rurale gebieden in 11 deelstaten die deel zijn van het Amazoneregenwoud of de Cerrado. Indien boeren of landeigenaren natuurlijke vegetatie willen verwijderen hebben ze een vergunning nodig. Ook die moet volgens de wet met naam, locatie en allerlei andere details publiekelijk toegankelijk zijn.
ICV vergeleek satellietbeelden met de databestanden voor deze vergunningen en concludeerde dat maar liefst 94% van de gevallen tekenen van illegaliteit vertoonden. In sommige gevallen was er simpelweg geen vergunning voor een geruimd gebied. In de meeste gevallen was er een gedeeltelijk of totaal gebrek aan data.
‘De situatie is aan het begin van Lula’s derde ambtstermijn veel slechter dan gedurende zijn eerste ambtstermijnen’, zegt de Franse Thuault, die al zo’n 15 jaar in Mata Grosso woont. ‘Vroeger konden we gewoon een landgoed binnenlopen om eens met de vee- of sojaboer te praten. Nu is dat bijna onmogelijk. Alles is ideologie. De meeste boeren in Mata Grosso en de Amazone zijn pro-Bolsonaro en moeten niets hebben van alles wat zij “links” noemen.’
Tegenwind
Bolsonaro verloor weliswaar de presidentsverkiezingen en mag zich wegens machtsmisbruik tot 2030 niet verkiesbaar stellen, maar het Bolsonarisme is allerminst dood. Maar liefst 49% van de Braziliaanse kiezers stemde voor Bolsonaro. De 2% meer voor Lula was voldoende voor de winst en het presidentschap, maar politiek heeft hij het allerminst alleen voor het zeggen.
Er werd vorig jaar ook gestemd op alle 513 parlementszetels en op een derde van de 81 senaatszetels. Bolsonaro’s Liberale Partij (PL) werd de grootste in het parlement, en boekte flinke winst in de senaat. De “Bancada Ruralista,” een parlementair blok van rechts-conservatieve partijen die zich inzetten voor boerenbelangen, waaronder de PL, hebben tenminste 251 zetels in het parlement en 47 in de senaat.
‘Dit zal de komende vier jaar een conflict tussen de uitvoerende en wetgevende macht blijven.’
‘Brazilië bevindt zich in een complex scenario’, zegt Patricia Vaz, adviseur van de Comissão Pró-índio de São Paulo (CPISP), die zich sinds 1978 inzet voor inheemse volkeren in Brazilië. ‘Enerzijds koos het land een progressieve president. Anderzijds zit het congres vol conservatieve politici die tegen inheemse rechten zijn. Het is een conflict tussen de uitvoerende en wetgevende macht. En dat zal de komende vier jaar zo blijven.’
Met andere woorden, de huidige regering Lula heeft te maken met een forse parlementaire tegenwind en moest recentelijk een aantal gevoelige nederlagen slikken. Een daarvan betreft het eerder genoemde kadaster rurale gebieden (CAR), een gevoelig dossier omdat, zo lijkt, veel boeren en belanghebbenden geen trek hebben in een uitvoerige controle van geregistreerde gebieden en kapvergunningen.
Nadat Bolsonaro CAR in 2019 onder de bevoegdheid van het ministerie van Landbouw plaatste, bracht Lula het in januari weer terug naar het ministerie van Milieu. Daarmee was het touwtrekken nog niet voorbij. Op 24 mei stelde een parlementaire commissie voor dat het CAR beter af was bij het wat obscure ministerie van Management en Innovatie van Publieke Diensten.
Dezelfde commissie vond ook dat het ministerie van Inheemse Zaken, onder leiding van de inheemse Sônia Guajajara, niet de aangewezen instantie is voor het afbakenen van inheemse gebieden. Dat is een taak voor het ministerie van Justitie. Het wetsvoorstel moet nog worden aangenomen, maar gezien het conservatieve karakter van de Braziliaanse volksvertegenwoordiging wordt gevreesd dat dat slechts een formaliteit is.
Het was niet het laatste slechte nieuws voor Lula. Op 30 mei nam het parlement, met grote meerderheid, Wet 490 aan. Deze uiterst controversiële wet opent de deur voor het uitvoeren van grote projecten, zoals het bouwen van wegen, dammen en elektriciteitscentrales, in beschermde inheemse gebieden. Verder beoogt Wet 490 inheemse claims op Braziliaans grondgebied te beperken door een datum te introduceren: 5 oktober 1988, de dag dat een nieuwe Braziliaanse grondwet inheemse rechten erkende.
‘Zodra de regering in april de grenzen van zes inheemse gebieden goedkeurde, mobiliseerde het parlement om Wet 490 erdoor te jagen’, zegt Vaz. ‘Indien de Senaat de wet goedkeurt, dan wordt het afbakenen van inheemse gebieden volledig lamgelegd, omdat inheemse volken moeten bewijzen dat zij in het gebied aanwezig waren op 5 oktober 1988. De datum is volstrekt willekeurig en houdt geen rekening met de geschiedenis van geweld, vervolging, en uitzetting die aan de Grondwet van 1988 voorafging.’
Wet 490 kreeg een storm van kritiek te verduren. Het Braziliaanse Climate Observatory-netwerk noemde de parlementszitting van 30 mei ‘een show van leugens, haat en racisme’. Volgens de organisatie stuurden de wetgevers een duidelijke boodschap: ‘Bolsonaro is weg maar de vernietiging duurt voort’. Survival International noemde het wetsvoorstel ‘de meest serieuze aanval op inheemse rechten in tientallen jaren’.
Er zijn meer dan 300 inheemse volken in Brazilië, bestaande uit zo’n 800.000 individuen. De meesten wonen in 733 inheemse gebieden, waarvan 496 volledig zijn erkend en afgebakend. De rest wacht daar nog op.
Beschermde inheemse gebieden zijn van enorm belang voor natuurbescherming. Onderzoek in Brazilië en elders toont dat houtkap en ontbossing in inheemse gebieden beduidend lager ligt. Maar het is zeer de vraag of de regering Lula in staat zal zijn om veel beschermde inheemse gebieden te creëren. Hetzelfde geldt voor natuurreservaten.
‘Gevreesd wordt dat de inheemse agenda als kaart zal worden ingezet in de onderhandelingen met rechtse politici’, zegt Vaz. ‘Het feit dat de regering weinig moeite deed om te voorkomen dat de functies van de ministeries van Milieu en Inheemse Zaken werden ontnomen, toont hoezeer de rechten van inheemse volken en milieurichtlijnen het risico lopen te worden afgezwakt.’