Braziliaanse studenten moeten niet nadenken, en al helemaal geen kritische vragen stellen

Analyse

Bolsonaro's pedagogie voor onderdrukking

Braziliaanse studenten moeten niet nadenken, en al helemaal geen kritische vragen stellen

Braziliaanse studenten moeten niet nadenken, en al helemaal geen kritische vragen stellen
Braziliaanse studenten moeten niet nadenken, en al helemaal geen kritische vragen stellen

Als onderwijs de toekomst van het land bepaalt, dan ziet het er slecht uit voor Brazilië. President Bolsonaro en zijn ministerie van Onderwijs zijn volop bezig een onderwijssysteem uit te rollen dat de Brazilianen moet afleren om zelf te denken. Het nieuwe ordewoord is “depolitiseren”, om te domineren.

© Reuters / Bruno Kelly

Manacapuru, Brazilië

© Reuters / Bruno Kelly

In een recent interview in Klasse geeft onderwijsexpert en OESO-topman Dirk Van Damme zijn visie op wat onderwijs vandaag moet zijn: ‘Het onderwijs bepaalt de kwaliteit van de samenleving. Leer jongeren nadenken over mondiale migratie, ongelijkheid, duurzaamheid. Leer hen de impact inschatten van lokale acties op beslissingen in de grote wereld’, stelt Van Damme.

De onderwijshervormingen van Braziliaans president Jair Bolsonaro gaan totaal de tegengestelde richting uit: kritisch leren denken is uit den boze. Leerlingen moeten leren luisteren en academische onderzoekers moeten de markt bedienen. In de school spreken over maatschappelijke problemen heet voortaan “chaos zaaien”, en spreken over ongelijkheid, racisme of gender, heet “ideologische brainwashing”.

Nieuwe onderzoeksbeurzen, die normaal toegekend worden in augustus, zijn ingehouden.

De onderwijshervormingen zijn een van de meest explosieve thema’s van Bolsonaro’s beleid. In mei en juni kwamen mensen massaal de straat op tegen de drastische besparingen die de sector treffen, van de kleuterschool tot de universitaire wereld. Het waren de grootste manifestaties sinds oud-presidente Dilma Rousseff in 2016 werd afgezet.

Over het hele onderwijssysteem wordt er 1,27 miljard euro bespaard. De publieke universiteiten verliezen meer dan dertig procent van hun subsidies voor logistiek en onderhoud van de gebouwen. Nieuwe onderzoeksbeurzen, die normaal toegekend worden in augustus, zijn ingehouden.

Politiek debat ongewenst

Onlangs liet de gouverneur van de deelstaat São Paulo, João Doria, in alle basisscholen educatief materiaal in beslag nemen over seksualiteit en genderidentiteit, bestemd voor 13- en 14-jarigen. Volgens de gouverneur promoten deze brochures de “genderideologie”. Het ministerie van Onderwijs beweerde op zijn beurt dat het thema genderidentiteit niet in overeenstemming is met de eindtermen.

Een groep universiteitsprofessoren, gesteund door het internationale mensenrechtencollectief ACHPR, spande een proces aan tegen de gouverneur. Volgens de professoren schenden de censuur en het autoritarisme van de gouverneur de basisregels van het onderwijssysteem en gaat het verbod van Doria regelrecht in tegen de Braziliaanse grondwet. Uiteindelijk werd Doria verplicht het materiaal binnen de 48 uur weer vrij te geven.

Aan de universiteit van Santa Catarina besloot de directie om een debat over de regering Bolsonaro te verbieden. Het thema van het event was: ‘Hoe het verzet tegen de regering Bolsonaro organiseren?’, met als centrale gast de nationale voorzitter van de linkse partij PSOL, Juliano Medeiros.

Aan verschillende universiteiten over het hele land worden politieke debatten afgevoerd, hetzij verplicht, hetzij ingegeven door zelfcensuur in een klimaat van besparingen en controles. Universiteiten zijn voortaan verplicht jaarlijks te rapporteren welke activiteiten ze organiseerden met welke politieke figuren of middenveldorganisaties. Minister van Onderwijs Abraham Weintraub wil universiteiten straffen die volgens hem “de chaos” promoten op hun campussen, lees: die maatschappelijke debatten organiseren. Volgens Weintraub blijven deze instellingen ondermaats in hun resultaten omdat ze te veel met politiek bezig zijn. De minister van Onderwijs wil ook een parlementaire onderzoekscommissie creëren om universiteitsprofessoren te onderzoeken wanneer ze “foute” dingen doen.

‘Wat Bolsonaro wil doen, is een kapitalistisch totalitarisme installeren en dat gaat veel verder dan besparingen in lijn met het neoliberale project van deze regering.’

De inspiratie voor al die hervormingen komt van Olavo de Carvalho, een astroloog die zich als missie heeft gesteld om de strijd aan te gaan tegen het “culturele marxisme”. Weintraub, al de tweede minister van Onderwijs in minder dan een jaar, is een uitgesproken aanhanger van De Carvalho. Hij heeft ook voorgesteld om de cursussen van sociale en humane wetenschappen in te krimpen of af te schaffen, omdat ze onvoldoende return on investment opleveren voor de samenleving.

Ana Cristina Suzina is Braziliaanse journaliste en sociologe, verbonden aan het SMAG onderzoek (Social Movements in the Global Age) in Louvain-la-Neuve. ‘Soms geeft de regering Bolsonaro de indruk te improviseren, maar niets is minder waar’, zegt Suzina. ‘Er zit wel degelijk een duidelijk plan achter deze hervormingen. Wat Bolsonaro wil doen, is een kapitalistisch totalitarisme installeren en dat gaat veel verder dan besparingen in lijn met het neoliberale project van deze regering.’

‘Word deel van de toekomst’

Volgens de minister van Onderwijs was het helemaal fout van de voorgaande regeringen van de Arbeiderspartij (2003‑2015) om de universiteiten breed open te stellen en het hoger onderwijs te decentraliseren. Het was ook “totaal fout” om quota in te stellen voor zwarten en inheemsen, beurzen uit te schrijven voor deze doelgroepen en onderzoeksgeld te voorzien voor projecten in de sociale wetenschappen. Al deze initiatieven, aldus de minister, zijn een poging om het communisme te laten domineren.

Hoe de minister dan wel de toekomst ziet, wordt duidelijk in het onderwijsproject Future- se, wat zoveel betekent als ‘Word deel van de toekomst’. Het is een verkapte vorm van privatiseren, waarbij het beheer en de eindevaluaties van de universiteiten geoutsourcet worden en de universiteiten zelf op zoek moeten naar sponsors.

‘Elke vorm van bescherming van rechten of van burgerparticipatie wordt gelabeld als “communistisch” en zo ontstaat er een beeld van een gemeenschappelijke vijand.’

Het voorstel stoot op felle weerstand omdat de universiteiten vrezen hun inbreng in de oriëntatie van hun instelling te moeten afstaan aan externen. Ze vrezen ook dat op die manier de prioriteiten bepaald zullen worden door de markt, waardoor domeinen verwaarloosd worden die niet interessant zijn voor die markt. De deelname aan Future- se is niet verplicht, maar wie zich niet op die weg begeeft, zal minder middelen krijgen.

Een andere bezorgdheid is dat deze benadering de ongelijkheid in het onderwijs nog zal vergroten. Als de staat zich terugtrekt als financier, gaat dit ongetwijfeld ten nadele van de minst bevoordeelde groepen. Het nieuwe systeem wil studenten en professoren met ‘de beste resultaten’ belonen, de zwakkeren worden aan hun lot overgelaten.

School zonder partij

Daarnaast loopt de campagne School zonder Partij. Bedoeling is om wat men de “genderideologie” noemt, te bestrijden: alle thema’s gelinkt aan gender, diversiteit, religie en afkomst worden geviseerd als “gepolitiseerde” onderwerpen. Suzina: ‘Het is geen nieuw idee. Al onder de regering van Dilma Rousseff (2011‑2016, red.) circuleerden er wetsvoorstellen in die zin, maar die raakten nooit goedgekeurd.’

‘Het hangt ook samen met het zogenaamde “statuut van de adolescent”: men vindt dat aan kinderen te veel macht is gegeven. Kinderen moeten gehoorzamen en jaknikken. Tot nog toe heeft geen enkel parlement, federaal noch regionaal, dit wetsvoorstel goedgekeurd. Maar het project en het discours blijven wel leven en vinden stilaan ingang. Een stemming in september in Paraná resulteerde in 27 stemmen tegen en 21 voor, en die 21 gaan wel campagne blijven voeren. Ideologisch blijft dit het klimaat beïnvloeden.’

Militairen, geen pedagogen

Een andere innovatie is het Nationaal Programma van Militaire Burgerscholen (escolas civico-militar), waar militairen – in uniform – worden ingezet. Het doel is dubbel: het lerarentekort oplossen en het probleem van geweld op de scholen aanpakken. Deze scholen zullen betere resultaten voorleggen, zo heet het, omdat ze een strengere discipline hanteren. Bedoeling is om in twee jaar tijd achtduizend zulke scholen te installeren.

‘Het zijn niet de kinderen en jongeren die gewelddadig zijn. Het is de samenleving die hen geweld aandoet, door de armoede, de grote sociale ongelijkheid, door het racisme.’

Ook dit voorstel oogst felle kritiek van pedagogen. ‘Vanwaar komt het geweld in de scholen en welk pedagogisch project hebben die militairen?’, vragen ze zich af.

Deze militaire burgerscholen zullen niet in de privéscholen en in de rijke buurten geïnstalleerd worden, maar in de favela’s en in het binnenland. ‘Het zijn niet de kinderen en jongeren die gewelddadig zijn. Het is de samenleving die de kinderen geweld aandoet, door de armoede, door de levensomstandigheden in de favela’s, door de grote sociale ongelijkheid, door het racisme en de discriminatie die inderdaad ook de scholen treffen’, aldus de Spaanse pedagoog Miguel Aroyo, die het thema analyseerde. ‘Het is nogmaals een criminaliseren van de armen.’

Paulo freire, de communist met dienst

‘Het hele onderwijssysteem verzwakken is het uitgelezen middel om te verhinderen dat er een kritische beweging op gang komt, een verhaal dat ingaat tegen het neoliberalisme dat Bolsonaro zo diepgaand wil installeren, ’ zegt Ana Cristina Suzina. ‘De vijand, dat zijn zwarten, vrouwen, inheemsen, LGBTI, mensen die actief zijn in sociale bewegingen. Hen samenvatten onder de noemer “communist” helpt om alle kritische stemmen het zwijgen op te leggen. Elke vorm van bescherming van rechten of van burgerparticipatie wordt op die manier gelabeld als “communistisch” en zo ontstaat er een beeld van een gemeenschappelijke vijand.’

‘Bolsonaro en Weintraub willen geen jongeren die ingaan tegen de leerkracht. Voor hen geldt: “Als ik zeg dat de aarde plat is, dan is ze plat”. Dat is nefast voor de toekomst.’

De eens zo gerenommeerde Braziliaanse pedagoog Paulo Freire is in die context met zijn “pedagogie van de onderdrukten” de communist met dienst geworden, die bestreden moet worden. Freire is de grondlegger van de ‘pedagogie van de onderdrukten’ en van ervaringsgericht onderwijs.

In 2012 werd de Braziliaanse pedagoog, die in 1964 in ballingschap vertrok naar Europa, uitgeroepen tot patroon van het onderwijs in Brazilië. Maar Bolsonaro wil hem afvoeren. Suzina: ‘Als er iets is waar Paulo Freire voor staat, dan is het wel dat de studenten en leerlingen kritisch zijn, vanuit zichzelf. Bolsonaro en Weintraub willen geen jongeren die ingaan tegen de leerkracht. Voor hen geldt: “Als ik zeg dat de aarde plat is, dan is ze plat.” Dat is nefast voor de toekomst. We hebben juist een grote nood aan filosofen, sociologen, politieke wetenschappers, historici, economen, geografen, communicatiedeskundigen om te begrijpen waar we als samenleving vandaag staan.’

‘Vooral het schrappen van sociale wetenschappen en het criminaliseren van het politieke debat in de schoot van de universiteiten, betekenen dat men een samenleving wil bouwen waar er geen plaats is voor diversiteit en inclusie. Het zijn precies ook de sociale wetenschappen die zouden kunnen helpen om in te zien hoe we beland zijn in de sociale crisis vandaag, en die ons instrumenten kunnen aanreiken om eruit te raken. Onderwijs is de enige bevrijdende en emanciperende kracht voor een volk.’

Dit artikel werd geschreven voor het winternummer van MO*magazine. Voor slechts 28 euro kan je hier een jaarabonnement nemen! Je kan ook proMO* worden voor slechts 4 euro per maand. Je krijgt dan ook ons magazine toegestuurd en je steunt daarmee ons journalistiek project. Opgelet: Knack-abonnees ontvangen MO* automatisch bij hun pakket.