Onderwijs is steeds vaker het doelwit van jihadisten in Burkina Faso

Analyse

HRW rapporteert verontrustend sterke stijging van aanvallen op Burkinese scholen

Onderwijs is steeds vaker het doelwit van jihadisten in Burkina Faso

Onderwijs is steeds vaker het doelwit van jihadisten in Burkina Faso
Onderwijs is steeds vaker het doelwit van jihadisten in Burkina Faso

In Burkina Faso krijgen gewapende islamisten steeds meer voet aan grond. Hun nieuwste doelwit? Het Franstalige schoolsysteem.

Een overvol klaslokaal in januari 2020. De Centre-Nord regio zag een enorme toename aan intern ontheemden als gevolg van het toenemend geweld.

© Lauren Seibert / Human Rights Watch

Nog voor de regering van Burkina Faso half maart 2020 ’s lands scholen sloot in reactie op het coronavirus, waren er al 2500 scholen op eigen houtje gesloten. De oorzaak? Aan Al-Qaida en IS gelieerde opstandelingen viseren het moderne, Franstalige onderwijs. De veiligheid van leerlingen en leraars kan niet langer gewaarborgd worden. De gevolgen voor de naar schatting 350.000 getroffen studenten zijn enorm. Dat meldt Human Rights Watch in een opzienbarend rapport.

Tussen 9 en 11 januari vielen gewapende mannen op motorfietsen vijf scholen aan in vier verschillende dorpen in de oostelijke provincie Tapoa. Een leraar uit het dorp Nagaré vertelt: ‘Ik was huiswerk aan het verbeteren, rond 10 uur ’s morgens. Plots voelde ik wat opschudding bij de leerlingen, dus draaide ik me om om te zien wat het probleem was. Ik keek door het raam, recht in de ogen van een man met een tulband. Hij hield een kalasjnikov vast. De studenten vluchtten allemaal samen weg. De man was intussen bij de deur geraakt. Hij vuurde drie schoten in de lucht, en beval de leerlingen niet weg te vluchten. Maar ze luisterden niet, ze bleven lopen.’

De mannen kidnapten twee leraars, en namen hun telefoons, zakken en de sleutels van hun motorfietsen. Ze verklaarden dat ze jihadisten waren, en dat ze al gewaarschuwd hadden in andere dorpen dat het onderwijs gestaakt moest worden. ‘Ze zeiden dat ze bij hun terugkomst, een volgende keer, ook maar iemand zagen lesgeven, ze iedereen zouden afslachten.’

Sinds februari 2020 is de school volledig gesloten. De aanval werd niet opgeëist.

De aanval geldt als schoolvoorbeeld van de losgebarsten strijd tegen onderwijs in het West-Afrikaanse land. Human Rights Watch, een gerenommeerd onderzoeksinstituut, onderzocht 126 van dergelijke aanvallen op scholen tussen 2017 en 2020. Dit zou maar een fractie zijn van het werkelijke aantal aanvallen.

In ieder geval viel er een piek waar te nemen in het aantal aanvallen vanaf 2019, zo is ook te zien volgens de data van ACLED, het Armed Conflict Location and Event Data Project.

Opstandelingen viseren niet de kinderen, maar wel het onderwijssysteem en haar vertegenwoordigers. Een steeds terugkerende boodschap is dat kinderen geen Franstalig onderwijs zouden moeten volgen. In plaats daarvan zouden ze de koran moeten bestuderen, of helemaal geen onderwijs mogen krijgen.

In één van de weinige opgeëiste aanslagen in het dorp Toulfé lieten aanvallers een nota achter bij vijf in elkaar geschopte leraars: ‘Ansaroul Islam verbiedt scholen in de provincies Soum en Loroum. Na deze waarschuwing zullen we elke leraar die we vinden vermoorden’, leest het pamflet in schabouwelijk Frans, om af te sluiten met een anti-democratische slogan.

Moordpartijen vinden plaats, maar zijn vooralsnog eerder de uitzondering. Human Rights Watch maakt in haar rapport gewag van twaalf dode leraars en drie dode klusjesmannen, allen in dienst van geviseerde scholen. Van deze vijftien moorden vonden er twaalf plaats vanaf 2019. Een sterke stijging.

© Lauren Seibert / Human Rights Watch

Een overvol klaslokaal in januari 2020. De Centre-Nord regio zag een enorme toename aan intern ontheemden als gevolg van het toenemend geweld.

© Lauren Seibert / Human Rights Watch

‘Ze hadden de leraars afgeranseld, sommigen zo hard dat ze niet meer konden spreken. Iedereen was in shock.’

Bedreigingen daarentegen, zijn schering en inslag. Een ouder vertelt over de horror die hij aantrof toen hij net na een aanval aankwam bij een getroffen school. ‘Het vuur brandde nog toen we aankwamen. Ze hadden de leraars afgeranseld, sommigen zo hard dat ze niet meer konden spreken. Iedereen was in shock.’

Hoewel kinderen inderdaad niet specifiek geviseerd worden tijdens de aanvallen, zou er volgens Human Rights Watch minstens één kind fataal geraakt zijn geweest door een verdwaalde kogel.

Human Rights Watch waarschuwt voor de langetermijneffecten van de aanvallen op het onderwijsnet. ‘Grote aantal kinderen zullen verstoken blijven van onderwijs, noodzakelijk voor hun cognitieve en sociaal-emotionele ontwikkeling. Dat maakt hen kwetsbaar voor de invloed van gewapende terroristische groeperingen. Laat dat precies zijn wat die terroristen willen – onwetende kinderen, die ze kunnen beïnvloeden, die ze eender wat kunnen wijsmaken’, weet de Burkinese terrorisme-expert Jacob Yarabatioula in het HRW-rapport.

Slapende honden

Het geweld kadert in een relatief recente opflakkering van jihadisme in het West-Afrikaanse land. Jarenlang bleek Burkina Faso immuun voor religieus extremisme – analisten gaan ervan uit dat voormalig dictator Blaise Compaoré een niet-aanvalspact handhaafde met de in hoofdzaak Malinese groepen aan zijn grens. Die beroepen zich dan wel op een strenge interpretatie van de islam, maar hielden zich in de uitgestrekte, wetteloze grensregio dan toch vooral bezig met profanere zaken, zijnde smokkel van wapens, drugs, benzine en sigaretten.

Dat gaf ook Compaoré’s opvolger Roch Marc Christian Kaboré toe in een interview met het Duitse mediaplatform DW. Kaboré riep ‘ethische principes’ in om de deal na zijn aanstelling in december 2015 niet aan te houden.

© Harouna Sawadogo

Na een aanval op een school in Burkina Faso in april 2019

© Harouna Sawadogo

De Malinese terroristen-annex-smokkelaars zagen de bui hangen. Rond 2015 staken ze de grens met Burkina Faso over om er lokaal te inspireren tot de oprichting van een Burkinese Al-Qaida-afdeling. In 2016 werd Ansaroul Islam opgericht, Burkina’s eerste homegrown terrorismecel.

Nog geen twee weken na Kaboré’s inauguratie als president viel Burkina Faso ten prooi aan de tot dan toe zwaarste aanslag in haar geschiedenis. In het hart van de hoofdstad Ouagadougou vielen dertig doden in een gecoördineerde aanval op een luxehotel en een restaurant. In één dodelijke klap werd duidelijk dat de nieuwbakken regering haar eigen kaarten danig had overschat.

Nergens in de Sahel vonden er in 2019 meer aanslagen plaats dan in Burkina Faso.

Vier jaar later is de situatie zwaar uit de hand gelopen. Nergens in de Sahel vonden er in 2019 meer aanslagen plaats dan in Burkina Faso, zo meldt International Crisis Group. Dat de actieradius van de jihadi’s intussen het volledige noorden en oosten van het land beslaagt, toont het succes van hun recept aan.

Scholen als militaire basis

Human Rights Watch documenteerde minstens tien gevallen waarbij scholen ingezet worden als militaire basis, zij het door de opstandelingen, zij het door het Burkinese leger. Dat laatste is opmerkelijk, gezien de Burkinese overheid die praktijk afkeurt – of zo blijkt toch uit de ondertekening van het Safe Schools Declaration in 2017. Dat document is duidelijk: ‘Scholen mogen niet gebruikt worden, voor welk doel dan ook, in de ondersteuning van militaire inspanningen’.

In mei 2020 gaf de regering toe dat er inderdaad twee scholen werden gebruikt als militaire basis in de Centre-Nord regio. De regering geeft verder geen details, behalve dat de scholen toch al gesloten waren, wat daarmee de actie van het leger legitimeert.

Volgens bronnen van Human Rights Watch heeft het land geen nationale wetten of regulering over het militair gebruik van scholen. Er is ook geen nationaal kader om te weten te komen hoeveel scholen er precies gebruikt worden als basis. Nochtans zijn er genoeg precedenten van goed gebruik van scholen tijdens conflicten. Human Rights Watch haalt onder meer de Centraal-Afrikaanse Republiek en Ivoorkust aan.