Chevron negeert megaboete

Analyse

Chevron negeert megaboete

Chevron negeert megaboete
Chevron negeert megaboete

Julio Prieto is een van de advocaten die al die jaren de verdediging van de inheemse gemeenschappen op zich neemt. Hij was onlangs in België, op doorreis naar het Internationaal Strafhof in Den Haag om er een klacht tegen Chevron neer te leggen. MO* had een gesprek met hem.

Rainforest Action Network (CC BY-SA 2.0)

Rainforest Action Network (CC BY-SA 2.0)

Hoe slaagt Chevron erin om de veroordeling zo maar naast zich neer te leggen?

Julio Prieto: Op dit ogenblik probeert het bedrijf volop tegen ons te argumenteren door ons voor te stellen als een criminele en maffieuze organisatie, ze verdraaien onze versie. Maar we geven ons niet gewonnen. We hebben alleszins al een veroordeling bekomen. 8,03 miljard euro wordt van Chevron geëist en dat bedrag is enerzijds bestemd voor het herstel van de milieuschade, anderzijds voor programma’s van gezondheidszorg voor de omliggende gemeenschappen.

Ondanks die veroordeling heeft ons dit in de praktijk nog niet verder gebracht: het Amazonewoud is nog steeds niet opgekuist en de mensen leven nog steeds in grote armoede. Dit is een strijd van zeer lange adem. John Watson, de CEO van Chevron, heeft een groot persoonlijk belang in het niet oplossen van dit probleem. Watson was de verantwoordelijke voor de fusie van Chevron met Texaco. De fusie maakte van Chevron het tweede grootste energiebedrijf van de VS. Als hij nu de verantwoordelijkheid voor de vervuiling van het Amazonewoud in de jaren 70 door Texaco moet erkennen, betekent dit toegeven dat hij een slechte zaak heeft gedaan door een schuld te erven van 8 miljard euro in plaats van een gigantische deal te doen. Dat is meteen het einde van zijn loopbaan.

Wij zetten door met het opeisen van de boete omdat dit als een precedent kan gelden voor andere gevallen waarin Chevron zich schuldig maakt aan schendingen van mensenrechten en aan zware milieuschade.

Welke positie neemt de Ecuadoraanse staat hier in?

Julio Prieto: De aanklacht die nu al twintig jaar loopt, is een zaak die de getroffen gemeenschappen hebben aangespannen, daar zit de staat niet tussen. Vorige regeringen hebben zich wel verdedigd tegen aantijgingen van Chevron tegen de Ecuadoraanse staat omdat de staat zo’n proces toestond. Toen ons proces in New York liep, vroeg de Ecuadoraanse ambassadrice daar om de aanklacht in te trekken. De vorige regeringen hebben zich allemaal verzet tegen het feit dat we het proces aanspanden.

Chevron heeft toenadering gezocht tot Rafael Correa en hem een dikke cheque aangeboden voor Yasuni. Maar Correa laat zich niet manipuleren.

Toen Rafael Correa aantrad als president heeft Chevron toenadering gezocht en probeerden ze Correa op hun hand te krijgen, zoals ze dat deden met vorige regeringen. Ze boden president Correa een grote cheque voor Yasuní, bijna een miljard dollar. Daarbij beloofden ze hem een einde te stellen aan de processen met de Ecuadoraanse staat en geen nieuwe meer in gang te zetten.

Correa is een heel sterke persoonlijkheid die door niemand wil gedwongen of gemanipuleerd worden. Hij heeft dus ook niet toegegeven aan die druk en in plaats van met hen het spel mee te spelen, is hij in de tegenaanval gegaan en is gaan napluizen vanaf het prille begin wat er allemaal gebeurd is en hoe de zaken gelopen zijn. Daarbij heeft de regering ontdekt dat wij volkomen gelijk hebben om door te gaan met onze eisen. Dat Chevron de Amazone vergiftigd heeft en dat dit gebeurd is met de medeplichtigheid van vorige regeringen.

Een half jaar geleden is er op vraag van de president een delegatie geweest uit Frankrijk om de schade te komen inspecteren. Correa neemt de zaak blijkbaar ernstig.

Julio Prieto: Inderdaad en die Franse experts hebben ter plekke de bevindingen van drie jaar geleden nog eens bevestigd.

Wat kan er nu nog gedaan worden opdat Chevron zou betalen en de veroordeling uitgevoerd zou worden?

Julio Prieto: In zijn hoofdzetel in de VS is Chevron verplicht om aan te geven welke hun activa zijn en waar het bedrijf overal werkt. In die aangifte staat dat de installaties die ze hebben in Brazilië, Argentinië en Canada voor 100 procent hun eigendom zijn. Op basis daarvan hebben we de bezittingen van Chevron in die landen opgeëist. Bedoeling is dus die aan te slagen want op de rekening van Chevron in Ecuador staat niet meer dan een belachelijke 300 euro. Voor Canada verwachten we tegen februari een uitspraak. Maar het valt nog te bekijken of dit kan werken.

Bent u daar optimistisch over?

Julio Prieto: Het is moeilijker een multinational te dwingen tot het naleven van een gerechtelijke veroordeling dan een staat. Vooral dan nog wanneer er een ander land bij betrokken is. In Argentinië hadden we een in beslagname bekomen op de eigendommen van Chevron. Maar eenmaal dat voor het hooggerechtshof kwam, heeft Chevron zijn politiek lobbywerk in gang gezet. De regering van Christina Fernandez had veel geld nodig voor investeringen in exploratie en prospectie naar schaliegas. Chevron heeft twee miljard dollar aangeboden voor die prospecties. De enige voorwaarde die het bedrijf aangaf om met dat investeringsgeld over de brug te komen was dat de vraag naar inbeslagname zou opgeheven worden. Christina Fernandez heeft daarop de rechter benaderd en het hooggerechtshof heeft de uitspraak aangepast.

Er bestaat een hele architectuur van straffeloosheid die maakt dat bedrijven hun schuld afwimpelen.

Het hof stelde dat Chevron Argentinië een andere rechtspersoon is dan Chevron Ecuador en daarom niet aansprakelijk kan gesteld worden. Dat is dus een systeem dat “de architectuur van de straffeloosheid” creëert. Het is een mengeling van dit soort manipulaties en een kader van juridische bescherming van investeringen van buitenlandse bedrijven. Hoe sterker de bescherming van bedrijfsinvesteringen, hoe zwakker de bescherming van de mensenrechten.

President Correa gaat samen met jullie de strijd aan tegen Chevron maar anderzijds laat hij de olieontginning in Yasuní wel doorgaan. Hoe valt dit te rijmen?

Julio Prieto: Dat is heel moeilijk te verzoenen. Ik denk dat de beslissing van de president over Yasuní niet alleen een hoge milieuprijs zal eisen. Hij gaat daar ook een hoge politieke prijs voor betalen. Yasuní was een echte vlag voor zijn beleid. Als wij als aanklagers een relatie zouden hebben met de staat, zouden we die steun van Correa kunnen gebruiken maar het tegendeel is waar/ Er is geen bundeling van krachten. Soms gebeurt het dat wij een evenement organiseren en dat Correa tegelijk iets anders organiseert. Dat zorgt voor verdeeldheid. Het gebeurt ook dat mensen onze campagne om Chevron tot betaling te dwingen wel willen steunen, maar ze denken dan dat ze daarmee de president steunen en ze haten Correa. Veel mensen in de regio zijn tegen de president gekant en kunnen ook geen waardering meer opbrengen voor de goede dingen die hij doet. Alles wordt als slecht van tafel geveegd.

Is de opstelling van president Correa tegen Chevron geen compensatie voor het breken van de belofte in het Yasuní-project?

Julio Prieto: Wij hebben ook al wel gedacht dat hij ons misschien gebruikt om politieke munt uit te slagen. Maar we kunnen zijn steun niet afwijzen. We zouden liever met hem de acties coördineren om niet te clashen, maar dat lukt niet altijd.

Dit proces is het eerste grote internationale proces om een multinational verantwoordelijk te stellen voor de milieuschade. Denkt u dat dit echt kan werken als een sterk wapen? Bijvoorbeeld ook bij schade van de mijnbouw?

Julio Prieto: Het gaat om een fundamenteel principe van rechtvaardigheid. Wie brokken maakt, moet daarvoor betalen en moet verantwoordelijk gesteld worden. De bedrijven hebben precies die “architectuur van de straffeloosheid” opgezet om alles om zeep te helpen zonder iets te moeten betalen, om hun handen in onschuld te wassen. We hebben tien jaar het proces gevoerd in de VS, daarna nog eens tien jaar in Ecuador. We hebben nu een uitspraak en nu ziet het er naar uit dat we nog eens tien jaar moeten wachten op de uitvoering van dit verdict. Dertig jaar om gerechtigheid te verkrijgen?

We hebben tien jaar het proces gevoerd in de VS, dan nog eens tien jaar in Ecuador. Nu nog eens tien jaar wachten op de betaling van de boete?

Mijn motivatie om door te gaan met dit proces is omwille van de slachtoffers en omdat het probleem er nog steeds is, de situatie is niet veranderd. De mensen leven nog steeds te midden van die vervuiling. We gaan dit niet opgeven. We hebben de aanklacht nu neergelegd bij het Internationaal Strafhof in Den Haag om Chevron te veroordelen voor misdaden tegen de menselijkheid. We zijn van oordeel dat de praktijken van Chevron een systematische en algemene aanslag zijn op het leven van de inwoners van het Amazonegebied. De rechter van het Internationaal Strafhof moet deze case dan bestuderen en zien of onze klacht ontvankelijk is.

Kan Europa iets betekenen in deze zaak?

Julio Prieto: Chevron probeert terrein te winnen in Europa. Het bedrijf wil inzetten op frackingprojecten voor schaliegas in Roemenië en heeft een heel sterke lobbycampagne opgezet. Daarin stelt het dat bedrijven zoals Chevron nodig zijn om de energiezekerheid van de toekomst veilig te stellen en dat hun investeringen dus ook moeten beschermd zijn. Nergens wordt er melding gemaakt van de risico’s die hun activiteiten inhouden voor de burgers. Zij hebben het alleen maar over de investeringen die beveiligd moeten zijn. En als burgers het bedrijf aanvallen dan stelt het bedrijf de staat verantwoordelijk. Dat is wat Chevron nu doet met Ecuador, de staat een proces aandoen op grond van een bilaterale overeenkomst over de plicht van de overheid om de installaties te beschermen. Chevron stelt op grond daarvan de staat verantwoordelijk voor heel de uitspraak in hun nadeel.

Ecuador heeft die verantwoordelijkheid ten aanzien van het bedrijf erkend, maar heeft ook gesteld dat het een internationale verplichting heeft voor erkenning van de mensenrechten. Dat is een onverwacht positieve reactie van de Ecuadoraanse overheid. We wisten niet dat de staat dit antwoord zou geven en hadden al een aanklacht ingediend bij het Internationaal Hof voor de Rechten van de Mens, maar die hebben we gelukkig moeten intrekken. De Ecuadoraanse rechter heeft zich correct opgesteld als een “man van het recht” en de president heeft het hier ook opgenomen voor onze zaak.