Conflict Noord-Mozambique zal niet beëindigd worden zonder de grondoorzaken weg te nemen

Analyse

In Cabo Delgado heerst al sinds 2017 hevige onrust

Conflict Noord-Mozambique zal niet beëindigd worden zonder de grondoorzaken weg te nemen

Conflict Noord-Mozambique zal niet beëindigd worden zonder de grondoorzaken weg te nemen
Conflict Noord-Mozambique zal niet beëindigd worden zonder de grondoorzaken weg te nemen

Huurlingen en buitenlandse troepen hebben de ergste opstand in de Mozambikaanse provincie Cabo Delgado neergeslagen. Gewelddadige milities destabiliseren de provincie al sinds 2017, maar het einde van de opstand is nog ver weg, stellen experts.

© UNHCR / Francesca Fontanini

De confrontaties tussen opstandelingen en het Mozambikaanse leger jaagt duizenden inwoners op de vlucht.

© UNHCR / Francesca Fontanini

Huurlingen en buitenlandse troepen hebben de ergste opstand in de Mozambikaanse provincie Cabo Delgado neergeslagen. Gewelddadige milities destabiliseren de provincie al sinds 2017, maar het einde van de opstand is nog ver weg, stellen experts. ‘Buitenlandse bedrijven en de Mozambikaanse autoriteiten moeten de lokale bevolking, en met name de jongeren, perspectieven geven.’

‘Op dat moment vertrok een van de bandieten om zijn machete te halen, maar even later bedacht hij zich en zei dat het beter was om ons te laten doodbloeden zodat we meer lijden’, zo getuigt een jonge vrouw uit Cabo Delgado aan Amnesty International. Net voordien werd de bus waarop zij en haar man reisden tegengehouden door Al Shabaab-strijders in het kleine dorpje Nguida. Ze bevalen de inzittenden om uit te stappen, zodat ze konden worden geëxecuteerd. De vrouw werd in de borst geschoten, en ook haar man werd geraakt.

Gewelddadige opstand

In Mozambique woedt al sinds 2017 een bloederige opstand in de meest noordelijke provincie Cabo Delgado.

Het gebied zit barstensvol minerale rijkdom, maar de bevolking van de provincie is straatarm, 67 procent van de mensen is nog ongeletterd.

Opstandelingen vielen in maart 2017 politiecommissariaten aan in het district Mocimbioa de Praia, waar ze zich bewapenden. Vandaar verspreidde de opstand zich naar andere districten, tot een groot deel van de provincie in de greep was van milities – vooral verbonden aan een lokale groep Al Shabaab – die niet terugdeinzen voor extreem geweld.

Op redacties wereldwijd liepen berichten binnen van massa-onthoofdingen.

De gewapende groepering zou trouw gezworen hebben aan de Islamitische Staat van Irak en Syrië (IS of ISIS) in april 2018. Het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken bestempelt de organisatie als buitenlandse terroristische organisatie, en spreekt van ISIS-Mozambique.

Gasinstallaties in gevaar

Voor de buitenwereld werd het al snel een van de vele vergeten Afrikaanse conflicten, tot honderden militanten van Al Shabaab de stad Palma innamen op 25 maart van dit jaar. Daar vlakbij hebben het Amerikaanse ExxonMobil en het Franse Total geplande gasprojecten met een gezamenlijke waarde van tientallen miljarden dollars.

Op redacties wereldwijd liepen berichten binnen van massa-onthoofdingen en levenloze lichamen op straat. Enkele dagen later eiste Islamitische Staat de aanval op.

De aanval op Palma was een van de bloederigste hoofdstukken in een conflict dat sinds 2017 naar schatting drieduizend mensenlevens heeft gekost en meer dan 800.000 mensen op de vlucht heeft gejaagd. Het incident zorgde ervoor dat Total al zijn personeel – zo’n duizend buitenlandse werknemers – terugriep.

Sindsdien is de centrale regering als de dood voor een definitieve schrapping van wat het grootste aardgasproject van Afrika moest worden. Het contract met Total alleen al was een slordige 20 miljard dollar waard.

Huurlingen en buitenlandse troepen

President Nyusi van de heersende Frelimopartij zette aanvankelijk Zuid-Afrikaanse en Russische huurlingen in om de opstand de kop in te drukken. Het zwakke en ongedisciplineerde regeringsleger is op eigen houtje geen partij voor de rebellen.

Mozambique bengelt helemaal onderaan op de Menselijke Ontwikkelingsindex van de Verenigde Naties.

Na Palma was de idee dat islamitische terroristen de gasinstallaties in handen zouden krijgen een mobiliserende kracht. Nyusi – die traditioneel nochtans fel gekant is tegen buitenlandse inmenging – vroeg en kreeg de steun van Rwandese grondtroepen en westerse militaire leiders. Dat gezamenlijk offensief heeft grote gebieden heroverd op de rebellen.

Ook de Europese Unie stuurde afgelopen september 1100 troepen voor een trainingsmissie die twee jaar zal duren.

De regeringstroepen en sommige buitenlandse partners werden eveneens beschuldigd van oorlogsmisdaden. Zo maakte het Zuid-Afrikaanse huurlingenbedrijf Dyck Advisory Group volgens Amnesty veel burgerdoden door in het wilde weg machinegeweren af te vuren en granaten te droppen vanuit hun gevechtshelikopters. Regeringssoldaten maakten zich volgens Human Rights Watch ook schuldig aan plunderingen en verkrachtingen.

Slapende guerrillastrijders

Sindsdien is de opstand bekoeld maar allesbehalve voorbij. De Mozambikaanse minister van Defensie bevestigde recent tijdens een persconferentie dat er nog wekelijks sporadische aanvallen zijn op dorpen in de provincie. Iets meer dan een week geleden nog doodde het regeringsleger twaalf opstandelingen.

Conflictmonitor International Crisis Group schat dat Al Shabaab in Mozambique tussen de 1500 en 4000 leden telt

Volgens Joseph Hanlon, professor Internationale Ontwikkeling aan de Londen School of Economics, zijn de strijders van Al Shabaab ondergronds gegaan na het offensief. Ze hebben zich verscholen in de bossen of gemengd onder de intern ontheemden. ‘Dat is de modus operandi van guerrillastrijders, een telefoontje kan die slapende cellen plots wakker maken’, aldus Hanlon die Mozambique al opvolgt sinds de jaren ’70.

Conflictmonitor International Crisis Group schat dat de groep tussen de 1500 en 4000 leden telt, volgens regeringsfunctionarissen zijn er sinds het begin van de crisis zo’n 300 rebellen gedood door de coalitie.

‘De eindfase van deze opstand is nog lang niet begonnen, want de grondoorzaken zijn niet aangepakt’, zegt conflictanaliste Jasmine Opperman tijdens een virtueel persevenement. ‘De Mozambikaanse autoriteiten moeten zich afvragen wat hun doelstelling op lange termijn is in Cabo Delgado: de achtergestelde regio uit het dal trekken of een veiligheidscorridor voorzien voor de gasindustrie?’

Robijnen en oligarchen

Cabo Delgado is de armste provincie van Mozambique, een land dat helemaal onderaan bengelt op de Menselijke Ontwikkelingsindex van de Verenigde Naties. Na de bevrijdingsoorlog tegen kolonisator Portugal in 1975 trok de lokale elite van de afgelegen provincie – Cabo Delgado is tweeduizend kilometer verwijderd van hoofdstad Maputo – het economische laken volledig naar zich toe. Dat bestond toen vooral uit houtkap, een beetje toerisme en een lucratieve heroïnehandel.

Lokale rijkdommen worden geëxploiteerd door buitenlandse bedrijven, ten gunste van de lokale elite.

Er ontwikkelde zich een politieke economie die vooral de meest geprivilegieerden diende. Dat gevoel van structurele uitsluiting speelt tot op de dag van vandaag bij de bevolking, en is volgens Hanlon zeker een factor die bijgedragen heeft aan de huidige crisis. De zogenoemde Frelimo-elite vergelijkt hij met de Russische oligarchen, die hun banden met de overheid gebruiken om enorme rijkdom te vergaren.

Dan kwam de ‘resource boom’, zo’n twintig jaar geleden: Voor de kust van Cabo Delgado worden enorme gasvelden gevonden, in het westen van de provincie blijkt de grond barstensvol robijnen – waardevolle edelstenen – te zitten. Opnieuw worden die lokale rijkdommen geëxploiteerd door buitenlandse bedrijven, ten gunste van de lokale elite.

‘Toen de robijnen ontdekt werden heeft een van de belangrijkste oligarchen, generaal General Raimundo Pachinuapa, honderden burgers van hun land verdreven en de concessie voor een spotprijs gekregen’, legt Hanlon uit. Hij sloot een deal met de Britse exploitant Gemfields, en vandaag wordt de mijn beschouwd als de grootste afzetting van robijnen ter wereld. Intussen heeft de Frelimo-regering alle artisanale mijnbouw verboden, wat voordien nog een belangrijke inkomstenbron was van de lokale bevolking. Sindsdien gaan alle concessies naar buitenlandse bedrijven.

Gigantische gasvelden

Toen de gigantische gasvelden ontdekt werden voor de kust van Cabo Delgado, werden honderden families eveneens gedwongen onteigend zonder een passende compensatie, zodat de industrie onshore ondersteunende infrastructuur kon bouwen. Dat blijkt onder meer uit een impactrapport van waakhond Banktrack.

‘Cabo Delgado is een van de rijkste provincies van Mozambique, maar het is een van de meest verwaarloosde, gemarginaliseerde en ongelijke’.’

Het aangeboorde gas zal ook het energieprobleem van de Mozambikanen niet oplossen – bijna driekwart van de bevolking heeft geen elektriciteit. Het grootste deel van het gas zal volgens het rapport worden omgezet in LNG (vloeibaar aardgas) en onmiddellijk verzonden naar andere landen, met name markten in Azië en Europa.

De lokale bevolking is bovendien te ongeletterd om te kunnen profiteren van de jobcreatie die het gas met zich meebrengt. De westerse bedrijven brengen hun eigen personeel mee, of laten hoogopgeleiden overvliegen uit de hoofdstad Maputo.

‘Cabo Delgado is een schoolvoorbeeld van een elite-centristisch extractivisme (het opdelven van ruwe grondstoffen om door te verkopen in het buitenland, red.)’, zegt professor Adriano Nuvunga. ‘Dat ontzegt de lokale bevolking hun broodnodige ontwikkeling, en marginaliseert de jonge mensen’, aldus de directeur van het Mozambikaanse Centrum voor Democratie en Ontwikkeling.

‘Cabo Delgado is een van de rijkste provincies van Mozambique, maar het is een van de meest verwaarloosde, gemarginaliseerde en ongelijke’, zegt hij. ‘Die stand van zaken heeft de elites in staat gesteld om de rijkdom van die provincie onder elkaar te verdelen.’

Sharia als rekruteringsmiddel

In het overwegend islamitische Cabo Delgado is de sharia een manier om zich af te zetten tegen de “roofzuchtige elite”.

Hanlon en Nuvunga, beide expert op het gebied van ontwikkeling, benadrukken dat vooral die structurele uitsluiting de drijvende factor is achter dit conflict. Het jihadistisch motief speelt volgens hen minder. Ook Amnesty International benadrukt dat ‘Al Shabaab in de eerste plaats een gewapende groep van eigen bodem is die vecht om lokale kwesties, waaronder de decennialange onderinvestering door een centrale regering in een provincie met een moslimmeerderheid.’

‘De jihadistische Ideologie wordt gebruikt als rekruteringstool’, legt Hanlon uit. De meerderheid van de bevolking van Mozambique is christelijk, en de Frelimo-elite heeft een Leninistische-Marxistische achtergrond. In het overwegend islamitische Cabo Delgado is de sharia een manier om zich af te zetten tegen de ‘roofzuchtige elite’.

In de periode dat de eerste kogels werden afgevuurd in Cabo Delgado, was er in buurland Tanzania operatie aan de gang om jihadistische netwerken op te rollen. Veel leiders van die groepen – velen van hen geharde strijders – vluchtten toen de grens over, waar ze onmiddellijk een vers conflict vonden om bij aan te sluiten.

‘Die fundamentalistische imams preken dat er onder de sharia gelijkheid zal zijn, wat er natuurlijk als zoete koek ingaat bij de jonge bevolking van de achtergestelde provincie’, zegt Hanlon.

Al Shabaab betekent dan ook simpelweg ‘de jeugd’ in het Arabisch en heeft niets te maken met het Somalische Al Shabaab.

Er is bewijs dat Al Shabaab in Cabo Delgado in 2019 en 2020 steun kreeg van IS in de vorm van publiciteit en training, maar de communicatie zou beperkt zijn. Ook de foto’s die het aan IS gelinkte Ammaq-persagentschap publiceerde als bewijs voor het aansturen van de aanval op Palma, bleken na analyse genomen te zijn in Mocimboa da Praia, 80 kilometer verderop.

In een rapport concludeert onderzoeksbureau Acled, een van de meest betrouwbare waarnemers van het Cabo Delgado-conflict, dat er ‘geen bewijs is dat IS de strategische richting van de opstand controleert’.

‘Voor de Frelimo-regering komt het echter beter uit om ‘islamitische terroristen’ te bestrijden, dan verschoppelingen van het eigen beleid’, aldus Hanlon.

Gebrekkige respons

Gezien de huidige respons vreest Hanlon voor de evolutie van de opstand. Er is een grootscheeps herstelplan voor Cabo Delgado aangekondigd door de overheid, gefinancierd door de Wereldbank en de Verenigde Naties. Het is echter vooral gericht op kortetermijnacties zoals heropbouw van gebouwen. De Britse onderzoeker vermoedt trouwens dat de oligarchen dat geld vooral in de eigen kringen (lees overheidsinstellingen) zullen laten circuleren.

‘De belangrijkste prioriteit van Rwanda is het veiligstellen van een corridor tussen Palma en Tanzania, waardoor Total sneller kan terugkeren.’

De centrale regering lijkt de nadruk te leggen op de militaire strategie, waaronder het Rwandese offensief, gesteund door private militaire bedrijven en westerse trainingsmissies. In totaal zijn er zo’n 3100 Afrikaanse, Europese en Amerikaanse troepen ingezet in de noordelijke provincie.

‘De belangrijkste prioriteit van Rwanda is het veiligstellen van een corridor tussen Palma en Tanzania, waardoor Total sneller kan terugkeren’, schrijft veiligheidsexperte Opperman op haar Twitterkanaal.

Kort na het staatsbezoek van de Franse president Emmanuel Macron aan Kigali dit voorjaar, stuurde Rwanda troepen naar Cabo Delgado. Verschillende waarnemers gaan ervan uit dat Rwanda heeft ingegrepen om de belangen van donorland Frankrijk veilig te stellen, specifiek de gasreserves van het Franse Total.

Status quo

Wat zou er dan wel moeten gebeuren om de crisis langdurig te bezweren? ‘Verschillende actoren hebben nog veel werk voor de boeg’, zegt professor Nuvunga. ‘Te beginnen met de overheid en de private sector. Buitenlandse bedrijven moeten beseffen dat het tijdperk van grondstoffen opdelven en naar het buitenland sturen voorbij is’, aldus de politieke wetenschapper die al verschillende doodsbedreigingen kreeg voor zijn werk rond mensenrechten.

‘Ook de Mozambikaanse autoriteiten moeten beseffen dat wanneer ze in de media pronken met deals voor miljarden dollars, de lokale bevolking perspectieven moet krijgen, vooral jongeren. Het benutten van de winsten van de winningsindustrie moet inclusief en transparant gebeuren’, besluit Nuvunga.

‘Geen enkele burgeroorlog is ooit beëindigd zonder de grondoorzaken weg te nemen’, zegt Hanlon, die een boek schreef over Afrikaanse burgeroorlogen. ‘In dit conflict heb ik nog geen oprechte poging gezien om de problemen ten gronde aan te pakken.’

Waarom zetten de EU en Rwanda dan geen diplomatieke druk op Maputo om in te zetten op een grondige ontwikkeling van de regio, waarbij de minerale rijkdom ook gebruikt wordt om de levensstandaard van de inwoners op te krikken?

‘Het is deze landen natuurlijk te doen om de investeringsopportuniteiten, ze willen goede contracten binnenhalen voor hun bedrijven’, zegt Hanlon stellig. ‘En die krijgen ze het makkelijkst onder de status quo.’