Corona als het Grote Staatsexamen: welke overheid mag overgaan?

Analyse

Pandemie test slagkracht van alle overheden in de wereld

Corona als het Grote Staatsexamen: welke overheid mag overgaan?

Corona als het Grote Staatsexamen: welke overheid mag overgaan?
Corona als het Grote Staatsexamen: welke overheid mag overgaan?

De coronapandemie treft alle landen ter wereld, en dus moeten alle regeringen tonen wat ze waard zijn in deze confrontatie met een ongeziene gezondheidscrisis. Voor elke regering dezelfde opdracht: een vergelijkend examen, als het ware. En dat toont verrassende resultaten die de toekomst mee zullen bepalen.

CC0

CC0

De coronapandemie trof eind maart in totaal 203 “landen en grondgebieden”, zegt de Wereldgezondheidsorganisatie. Dat betekent dat elke regering ter wereld moet tonen wat ze waard is in deze confrontatie met een ongeziene gezondheidscrisis. Een vergelijkend examen toont verrassende resultaten, en zal mee de toekomst bepalen van de wereld en van ons denken over staat, markt en bevolking.

1. Oost-Azië: een voorbeeldleerling, maar blijft het de primus van de klas?

Momenteel komen verschillende Oost-Aziatische landen, waar het allemaal begon, sterk over: zij lijken het monster bedwongen te hebben, net op het moment dat de rest van de wereld wegzinkt in de epidemie.

Wat deze Oost-Aziatische landen delen? Een capabele overheid waarvan de burgers de centrale rol evident vinden. En een herinnering aan recente infectiecrisissen zoals SARS en MERS. Bovendien zijn ze goed in het inzetten van medische en digitale technologie – testen, tracking via mobiele telefoons, big data enzovoort — in de strijd tegen het virus.

Zullen enkele Oost-Aziatische landen het kunnen blijven trekken zonder lockdown?

De meer democratische onder hen (Zuid-Korea, Japan, Taiwan, Singapore) speelden het zelfs klaar zonder lockdown. Taiwan (bevolking 23 miljoen) telt op vandaag 0,2 dode per miljoen inwoners, Zuid-Korea (51 miljoen) houdt het op 3 doden per miljoen inwoners. Tot nu toe, want de aanpak van testen en opvolgen van besmette individuen komt onder grotere druk te staan nu het gevaar uit alle windstreken komt.

China’s officiële cijfer staat op 2 doden per miljoen inwoners en dat dankt het aan zijn vermogen om de epidemie goeddeels te beperken tot de provincie Hubei. Het land, waar alles begon, beseft wel dat het voorzichtiger zal moeten omspringen met markten voor levende wilde dieren – waar virussen makkelijk van dieren naar mensen kunnen over springen – en dat het drie weken verloor toen het de epidemie wilde verbergen door dokter Li het zwijgen op te leggen. Na die initiële gebreken is ook daar doortastend opgetreden. China probeert het nu de coronacrisis als bewijs van eigen kunnen te projecteren.

  1. Europa: met de hakken over de sloot


Je vraagt je af waarom de Europeanen niet meer leerden van de Chinezen? Kon de Wereldgezondheidsorganisatie de diepgang van de uitdaging niet overbrengen? Wilden de Europeanen het niet horen? Het totale ontbreken van Europese coördinatie zorgde er bovendien voor dat epidemie, anders dan in China, niet kon worden beperkt tot één land.

Die vraag stelt zich des te sterker omdat Chinese buurlanden die veel meer blootgesteld waren aan contacten, wel heel alert reageerden en de schade wisten te beperken zonder totale lockdown. In vergelijking daarmee lagen de Europeanen te slapen en we liepen in het mes.

In vergelijking met enkele Chinese buurlanden, lag Europa te slapen.

Natuurlijk zijn er grote verschillen tussen de Europese landen maar ook gelijkenissen. De meeste (West-)Europese landen hebben een goed ontwikkelde overheid, sterke gezondheidsdiensten die voor iedereen toegankelijk zijn en een sterk middenveld dat kan bijdragen tot veerkracht, maar ze hadden – 100 jaar na de Spaanse griep – absoluut niet meer de alertheid voor infectieziekten. Bovendien is privacy hier beter beschermd, waardoor de vraag rijst of ons dat in het vervolg zal belemmeren in de strijd tegen een virus zonder lockdown.

Dat alles vertaalt zich in heel andere cijfers dan in Oost-Azië: Italië telt intussen met 206 doden per miljoen inwoners het allerhoogste officiële relatieve dodental, Spanje betreurt 181 doden per miljoen inwoners. Nederland (61), België (61), Frankrijk (54) en Zwitserland (50) scoren gemiddeld. Duitsland dat enorm veel heeft getest, doet het opvallend goed met slechts negen doden per miljoen inwoners. Voorspellen is niet evident maar in de hele EU (450 miljoen inwoners) vallen mogelijks 50.000 tot 100.000 slachtoffers — dat is tussen de 111 en 222 doden per miljoen inwoners.

  1. VS: naar B of C attest? Kan zoveel beter met een andere aanpak


De VS staan voor een grote uitdaging met een president die eerst wekenlang het probleem ontkende, en nog steeds de communicatie van de experten doorkruist. Het land heeft zich daardoor niet alleen slecht voorbereid maar lijkt ook – net als de EU overigens — de quarantainemaatregel in verspreide slagorde aan te pakken. Dat kan ervoor zorgen dat de crisis langer duurt en de economie het nog zwaarder te verduren krijgt.

30 jaar neoliberaal denigrerend dogmatisme tegenover de staat, kan wel eens een finaal botsen met de realiteit van de coronacrisis.

De VS zijn ook een land waar de bevolking traditioneel sceptischer staat tegenover de rol van de staat. Dertig jaar neoliberaal denigrerend dogmatisme tegenover de staat, zou wel eens finale botsing met de realiteit van de coronacrisis kunnen beleven. De grote gaten in de welvaartsstaat maken een snel en effectief antwoord moeilijker. Waar de Europese landen hun bestaande systeem van tijdelijke werkloosheid gewoon activeren, moeten de VS alles ter plekke uitvinden.

Veel Amerikanen hebben geen toegang tot de zorg en kunnen zich dus niet laten testen. Er zijn 11 miljoen mensen zonder papieren die onder de waterlijn willen blijven, uit vrees voor deportatie. Dat verklaart mee waarom het zo uit de hand is gelopen in New York. Er zijn relatief weinig medische voorzieningen – veel minder hospitaalbedden — in vergelijking met veel Europese landen en Japan.

Momenteel telt men in de VS 26 doden per miljoen inwoners maar dat cijfer loopt snel op. Begin deze week ontkende Trump al niet langer dat het virus mogelijk 100.000 tot 200.000 slachtoffers kan maken in zijn land. Maar hij gaf het meteen een heel andere draai: ‘Zonder ons optreden zouden er 2 miljoen mensen sterven.’ Of hoe je 100.000 doden in een handomdraai tot een verdienste kan framen. Maar zelfs indien er ‘maar’ 100.00 doden vallen, betekent dit toch 303 doden per miljoen inwoners.

4.Ontwikkelingslanden starten met leerachterstand. Bijbenen lijkt onbegonnen werk

Maar corona beproeft alle landen en zal onverbiddelijk de grote ongelijkheid in de wereld blootleggen. Voor veel ontwikkelingslanden is het eigenlijk geen faire test. Elk van de bestrijdingsmiddelen om de gezondheidscrisis en de bijhorende economische crisis tegen te gaan, liggen voor hen veel minder voor de hand.

De hygiënische maatregel bij uitstek – handen wassen met zeep – is op vele plekken niet zo evident. Voor veel armen in het Zuiden is water schaars en zeep niet beschikbaar. Afstand houden, is ook heel moeilijk als je in een krottenwijk woont, of in een groot gemengd gezin. Sociale afstand houden is ook veel moeilijker in landen waar niet – zoals in West-Europese landen – bijna automatische systemen van inkomensvervanging bij werkloosheid in werking treden.

Voor veel ontwikkelingslanden is het eigenlijk geen faire test.

Honderden miljoenen mensen in ontwikkelingslanden moeten elke dag gaan werken om rond te komen. Dat betekent dikwijls dat ze niet in hun kot kunnen blijven en wel degelijk de nabijheid van andere mensen moeten opzoeken. Het aantal besmettingen onder controle houden, lijkt dus moeilijker in veel ontwikkelingslanden. De aanwezigheid van een sterke overheid blijkt daar bovendien een cruciaal criterium voor te zijn. De chaos van de na een paar dagen weer opgeheven lockdown in de Congolese stad Kinshasa is daarvan een perfecte illustratie.

Maar ook het behandelen van wie ziekt wordt, is een probleem. De gezondheidssystemen zijn in de meeste ontwikkelingslanden veel zwakker dan in de rijke landen. Als je dat allemaal optelt, kan je niet anders dan vele slachtoffers te verwachten. Een studie van het Imperial College van de Oxford Universiteit gewaagt van 800.000 slachtoffers in Afrika ten zuiden van de Sahara en Zuid-Azië als er snel wordt gereageerd, en vier miljoen slachtoffers als er niet snel wordt gereageerd.

Toch is er een zeer belangrijke factor die het aantal doden sterk kan beperken: de jeugdige leeftijd van de meeste mensen in ontwikkelingslanden. De moeilijkheid om maatregelen te nemen tegen de verspreiding van het virus en de gebrekkige gezondheidszorgen worden, volgens de studie, in belangrijke mate gecompenseerd door de zeer jonge bevolkingen in de ontwikkelingslanden. Als Afrika onder de Sahara erin slaagt om de verspreiding van het virus even goed af te remmen als Europa (wat dus allesbehalve evident is), zouden er volgens de studie in Afrika verhoudingsgewijze zelfs iets minder slachtoffers vallen dan in Europa, ondanks de gebrekkige gezondheidssystemen.

Ook de economische maatregelen die alle rijke landen nu nemen – zoals het zeer goedkoop maken van krediet, het maken van begrotingstekorten – zijn voor veel ontwikkelingslanden moeilijker haalbaar. Ze worden momenteel “afgemaakt” op de financiële markten waar iedereen de veiligheid van de dollar opzoekt en dus activa van ontwikkelingslanden dumpt. Dat betekent dat de waarde van hun munt sterk daalt waardoor de invoer en het afbetalen van buitenlandse leningen duurder worden. Zo worden die landen gedwongen om de rente op te trekken om nog buitenlands geld aan te kunnen trekken.

De geldmarkten zetten landen in Zuiden onder druk om niét het nodige te doen voor hun bevolking.

Geldmarkten willen bovendien dat de overheden niet teveel uitgeven: dat moet het vertrouwen op terugbetaling vergroten. Dat betekent dat ontwikkelingslanden onder druk staan om precies het omgekeerde beleid te voeren dat alle rijke landen voeren: besparen en hogere intresten opleggen. Op die manier zetten de geldmarkten de landen onder druk om niét het nodige te doen voor hun bevolking.

Het verbaast dan ook niet dat al tachtig landen aan het Internationaal Muntfonds (IMF) lieten weten dat ze graag beroep willen doen op de middelen van het fonds. Vraag is of die toereikend zullen zijn.

In nood kent men zijn vrienden in drie dimensies

Via het IMF kunnen de rijke landen wel hun solidariteit laten blijken. Solidariteit om ervoor te zorgen dat zwakkere regio’s niet in een economische en gezondheidsramp belanden, is in een samenhangende wereld ook in het eigenbelang van sterkere regio’s. Als regio’s wegzinken in een depressie, lijden ook andere landen daar onder. Als de VS de crisis niet onder controle krijgen, zullen de EU en China dat voelen. Als de ontwikkelingslanden de crisis niet onder controle krijgen, is dat niet alleen een ethisch drama maar zullen die landen economisch deels afgekoppeld worden van de wereldeconomie.

Behalve de ethische en economische dimensie speelt bij de hulp aan anderen nog een derde element mee: de geopolitiek.

In februari stuurde de EU nog hulpmiddelen naar China, toen dat land nog volop worstelde met de epidemie. Nu China stilaan de epidemie enigszins onder controle kreeg en de economie er weer van de grond komt, kan het landen in hoge nood bijstaan.

De uitbundige steun van China kan de positie van de EU ondergraven als die daar niets tegenover zet.

Het kan dat niet alleen omdat het verder in de curve zit, maar ook omdat China veel gezondheidsexperten heeft en over enorme productieve mogelijkheden beschikt. Die wist China zelfs nog op te drijven omdat de overheid zo’n machtige positie bekleedt dat het bedrijven kan opleggen om zich toe te leggen op de productie van pakweg mondmaskers. De steun van China voor Italië of Servië kreeg al ruime media-aandacht en kan de positie van de EU ondergraven als die daar niets tegenover kan zetten.

Zo’n demonstratie van solidariteit is wat ze is en doet altijd deugd bij wie op de knieën zit. Gezien de grote uitdagingen waar de ontwikkelingslanden voor staan, kan de Chinese hulp er waarlijk de bakens verzetten. Zo kan die hulp ook geopolitieke gevolgen hebben die gunstig zijn voor de opkomende reus die China is. Temeer omdat de VS onder Trump zich eerder isolationistisch opstellen, en de EU nog te zeer intern worstelt met de aanpak van de crisis. De financiële crisis van 2008-2009 was al zo’n keerpunt: China bleef groeien, terwijl het westen wankelde. De vraag is of de coronacrisis hetzelfde patroon zal vertonen.