‘Wij willen vooruit, maar we mogen niet’
Cubaanse exodus was nog nooit zo groot
© Reuters / Alexandre Meneghini
© Reuters / Alexandre Meneghini
Zeker 200.000 Cubanen verlieten dit jaar hun land, dat in een diepe economische en politieke crisis verkeert. Het bracht de VS en Cuba in november samen voor een zeldzame ontmoeting, want de VS blijft de belangrijkste eindbestemming voor vele Cubanen. ‘Wij willen vooruit, maar we mogen niet.’
In Guanabo, een kustdorpje op een uur rijden van de Cubaanse hoofdstad Havana, kleuren verschillende vliegers de staalblauwe hemel. Kitesurfen is hier de afgelopen jaren ontzettend populair geworden, niet alleen om recreatieve redenen.
In juni 2022 zorgde Pablo Mantilla voor een populariteitsboost van de sport. Hij stak toen met zijn kiteboard de Straat van Florida over. Na net geen zes uur varen kwam hij aan op een privéstrand in Miami, en meldde hij zich aan bij de lokale autoriteiten.
Mantilla is een van de minstens 200.000 Cubanen die in 2022 naar de Verenigde Staten migreerden. Minstens, want Amerikaanse grenswachters registreerden zeker zoveel Cubanen aan hun zuidelijke grens.
Het is sinds 1980 geleden dat Cuba nog zo’n grote emigratiegolf kende. Tijdens de zogenaamde Mariel-exodus verlieten naar schatting 125.000 mensen het eiland en trokken naar Florida. Ook in 1994 verlieten zo’n 35.000 Cubanen het eiland, ook toen met de VS als eindbestemming.
Op 15 november vond daarom een zeldzame ontmoeting plaats tussen Cubaanse en Amerikaanse diplomaten. Na afloop van de gesprekken lieten diplomaten van beide landen zich positief uit.
Cuba verklaarde zich bereid om opnieuw repatriëringsvluchten te ontvangen. De VS zouden op hun beurt opnieuw consulaire diensten willen aanbieden. Die lagen stil nadat Amerikaanse functionarissen op het eiland te kampen hadden gekregen met onverklaarbare gezondheidsklachten. Sinds Fidel Castro in 1959 na een guerrilla-oorlog aan de macht kwam, zijn de verhoudingen tussen Cuba en de VS beroerd.
Ontbering troef
Vandaag verkeert Cuba in een diepe economische en politieke crisis, met ongeziene schaarste als gevolg. Energie, medicijnen, voedsel en basisproducten zoals tandpasta of wc-papier zijn nauwelijks beschikbaar. Voor de deuren van de staatsgeleide supermarkten staan opnieuw lange rijen. Wat wel beschikbaar is, wordt naar Cubaanse normen tegen krankzinnige prijzen verkocht.
In juli 2021 kwamen duizenden mensen in Havana op straat om die ontbering aan te klagen. De regering reageerde met ongeziene repressie. Verschillende vermeende aanstokers van de protesten werden veroordeeld tot decennialange gevangenisstraffen.
Aan de basis van deze crisis liggen meerdere oorzaken. De pandemie, bijvoorbeeld. Die deed de toeristendroom opdrogen en betekende niets minder dan een kaalslag voor Cuba’s belangrijkste economische sector. Zowel de regering als Cubanen zelf zijn in hoge mate afhankelijk van toeristendollars.
Daarnaast zette Trump tijdens zijn ambtstermijn Cuba op de lijst van staten die terrorisme sponsoren. Daardoor werd het voor Cubaanse Amerikanen moeilijker om geld te sturen naar familieleden in Cuba. Trumps beslissing kwam boven op een Amerikaans embargo dat het handelsverkeer tussen de VS en Cuba al sinds 1962 beperkt.
Tot overmaat van ramp verminderde in dezelfde periode ook de steun van de Venezolaanse regering, een belangrijke bondgenoot van Cuba. Die steun kwam er vooral in de vorm van gesubsidieerde olie.
De Cubaanse regering verwijst zelf graag naar deze factoren om de erbarmelijke economische situatie te verklaren. Vooral het Amerikaanse embargo is kop van Jut. Volgens sommige schattingen zou de Cubaanse economie daardoor 1,1 miljard dollar zijn misgelopen.
Precieze cijfers zijn onmogelijk te achterhalen. Maar dat de lokale economie schade ondervindt van het embargo, dat lijdt geen twijfel.
Eieren voor peso’s
Critici pleiten ook de regering in Havana niet vrij. Op de jaarlijkse Index van Economische Vrijheid neemt Cuba de 175ste plaats in. Alleen Venezuela en Noord-Korea doen slechter. De centraal gestuurde, op Sovjetleest geschoeide economie, zou inefficiënt werken. Het systeem blokkeert elke poging tot innovatie.
Bovendien werkten economische maatregelen, zoals een recente hervorming van het Cubaanse muntsysteem, een enorme inflatie in de hand. Ook politieke onderdrukking geldt in internationale kringen als een rechtvaardiging voor de pariastatus die het land krijgt opgelegd.
‘De overheid zorgt voor je tot op een bepaald niveau. Maar waag het niet je kop boven het maaiveld uit te steken.’
De index wordt opgesteld door de rechts-conservatieve Amerikaanse Heritage Foundation en kan zeker niet worden beticht van enige sympathie met Cuba. Maar ook in Cuba is het zoeken naar iemand die de conclusies niet deelt. In de straten gonst het van ontevredenheid.
‘De overheid zorgt voor je tot op een bepaald niveau. Maar waag het niet je kop boven het maaiveld uit te steken. Stel je geen vragen. Onderneem niets’, vertelt een kitesurfer in Guanabo terwijl hij het hoofd schudt.
‘Het kapitalisme zal zijn eigen problemen hebben, maar het communisme gaat simpelweg in tegen de menselijke natuur. Wij willen vooruit, snap je? Maar we mogen niet,’ zegt de jongeman voor hij in de golven verdwijnt.
Het hoeft niet te verbazen dat de Cubanen massaal eieren kiezen voor hun devaluerende peso’s. In het verleden kozen emigrerende Cubanen vaak voor de route over zee. De afstand tussen Florida en Havana bedraagt slechts 150 kilometer, maar de overtocht is in de praktijk vaak een hachelijk onderneming.
Sinds begin jaren ‘60 berichten lokale media geregeld over mensen die de overtocht niet overleefden. De geïmproviseerde vaartuigen van de Cubanen zijn ongeschikt voor de ruwe zee. Bovendien wemelt het van de haaien in de Straat van Florida.
Wie de bootreis schuwde, kon altijd naar Guyana. Het was jarenlang het enige land waar Cubanen visumvrij heen mochten reizen. Na aankomst in hoofdstad Georgetown, wachtte een lange reis door continentaal Latijns-Amerika.
Vandaag liggen de kaarten anders, door een veranderende geopolitieke context. Sinds november 2021 verstrekt Nicaragua gratis visa aan Cubanen, officieel om het toerisme tussen beide landen te promoten.
Nicaragua en Cuba publiceren geen cijfers over migratie tussen beide landen. Maar het is duidelijk dat het weinig Cubanen om de Nicaraguaanse natuurpracht te doen is. Het land dient louter als springplank naar het noorden. De route via Nicaragua vermindert de reistijd met ruwweg driekwart ten opzichte van wie via Guyana reist. Toch gaat het nog altijd om een reis van minstens 4000 kilometer.
Druk van de ketel
Nicaragua’s beweegredenen voor een mild visumbeleid zijn meerzijdig. De autoritaire president en voormalige guerillastrijder Daniel Ortega is bekend als nauwe bondgenoot van Cuba’s regering. En net als Cuba heeft ook Nicaragua op het internationale toneel een pariastatus, niet het minst in de VS, door de vermeende stembusfraude tijdens verkiezingen in 2021 en zware politieke repressie.
Door Cubanen toegang te verlenen tot zijn grondgebied heeft Nicaragua een pasmunt in handen bij mogelijke onderhandelingen met de VS. Maar ook de Cubaanse regering heeft te winnen bij de emigratie van de eigen bevolking.
‘Door mensen te laten vertrekken heb je simpelweg minder monden te voeden.’
Het is amper een geheim dat de Cuba op die manier druk van de ketel wil halen. De staatskist is nagenoeg leeg en de Cubaanse overheid kan de bevolking amper basisgoederen geven. Door mensen te laten vertrekken heb je simpelweg minder monden te voeden.
Als migranten achteraf geld vanuit de VS naar familieleden in Cuba sturen, compenseert dat bovendien de braindrain uit het land. In tegenstelling tot het gros van andere Latijns-Amerikaanse migranten, zijn Cubanen doorgaans hoogopgeleid. Zestig jaar na de revolutie is de kwaliteit van het Cubaanse onderwijs nog steeds uitmuntend.
Droge voeten, natte voeten
Sinds het presidentschap van Trump zijn de relaties tussen de VS en Cuba historisch slecht. De opening die Obama had gecreëerd, werd opnieuw helemaal gedicht. Biden verlichtte intussen alweer enkele sancties, maar vooralsnog blijft het Amerikaanse embargo overeind, en zijn er weinig tekenen dat dat zal veranderen.
Door migranten te verwelkomen, veroorzaken de VS een braindrain die het Cubaanse politieke project ondermijnt.
Bovendien beschuldigt Cuba de VS ervan migranten te manipuleren. Er bestaat nochtans een legaal migratieprogramma in de VS waarbij het jaarlijks 20.000 visa aan Cubanen zou verlenen. Maar zoveel visa zou het in de praktijk nooit verlenen, waardoor de VS volgens Cuba illegale migratie zou aanmoedigen.
In de VS bestond tot 2017 ook de “wet feet dry feet”-wet. Na amper één jaar kon een Cubaan die op het Amerikaanse droge aankwam (vandaar dry feet) al in aanmerking komen voor een verblijfsvergunning. Alleen Cubanen die op zee onderschept werden (vandaar wet feet) konden in principe gedeporteerd worden.
Daarmee kenden de VS bovendien een buitengewoon voordeel toe aan Cubanen. Voor andere Latijns-Amerikaanse migranten kan dezelfde verblijfsprocedure tientallen jaren aanslepen.
Dat de Cubanen relatief welkom zijn, heeft een specifieke reden. Enerzijds hebben de VS baat bij de komst van de relatief hoogopgeleide en gezonde migranten — het onderwijs- en gezondheidssysteem gelden als paradepaardjes van de Cubaanse revolutie. Anderzijds is er ook een politieke reden. Door migranten te verwelkomen, veroorzaken de VS een braindrain die het Cubaanse politieke project ondermijnt.
Goed boeren
Wat vandaag nog opvalt: een hele resem reisbureaus boert goed bij deze nieuwe Cubaanse exodus. Een vliegticket van Cuba naar Nicaragua kost via zo’n agentschap al gauw 3000 tot 4000 dollar. Wie een Panamees transitvisum heeft, heeft meer geluk en betaalt “slechts” 2500 dollar. Ter vergelijking: datzelfde ticket online kopen, op eigen houtje, kost 1500 dollar, leert een snelle internetzoektocht.
Reisbureaus die op deze manier werken, lijken munt te slaan uit het relatieve digibetisme onder Cubanen. Internet is nog altijd schaars op het eiland. Er is bovendien niet alleen de hoge kostprijs van een verbinding, het wordt ook gecontroleerd en gecensureerd door de overheid. De bedrijfjes die via mobiele verbindingen en Whatsapp werken, kunnen daar met hun waanzinnige tarieven van profiteren.
Het gaat om reisbureaus zoals Goo Travel. Via Whatsapp kon MO* met een woordvoerder spreken. Via een Chileens nummer zegt het daar 24 op 7 bereikbaar te zijn. De woordvoerder zegt dat het bureau alleen vliegtickets verkoopt en soms een hotelreservatie in Nicaragua regelt. Hij benadrukt dat in geen geval wordt samengewerkt met de douane in luchthavens. ‘Als je papieren in orde zijn, mag je reizen, ongeacht waar je je ticket kocht.’
***
Op het strand in Guanabo kleuren de kites nog steeds de hemel.
‘Wanneer steek je over?’, vragen enkele strandgangers al lachend in het kustdorp Guanabo, als ze me met een kiteboard het water uit zien komen. ‘Zelfs met het vliegtuig ben je zo snel niet in de VS’, schaterlacht er eentje. Het avontuur van Pablo Mantilla is hier nog steeds the talk of the town.
Zestig jaar na de revolutie heten de helden niet meer Fidel Castro of Ernesto Guevara. In het kleine Guanabo heet de held van vandaag Pablo Mantilla, die in zes uur per kite de zee overstak.