De giganten van de voedingsindustrie verklaren graag dat genetisch gemanipuleerde gewassen essentieel zijn om honger te bestrijden terwijl klimaatverandering om zich heen grijpt en de bevolking blijft groeien. Filantroop Bill Gates is de meest prominente “onafhankelijke” evangelist van die blijde-gentech-boodschap. Eén probleem: het verhaaltje klopt niet.
‘Aï heeft nog nooit voldoende eten gehad, ze is nooit naar de stad geweest, nooit elektrisch licht gehad, nooit een horloge of bed, nooit cola gedronken, nooit een toekomst kunnen kiezen en nooit gedacht dat ze morgen geen honger zou hebben’, schrijft de Argentijnse journalist Martín Caparrós over zijn ontmoeting met het Nigerese meisje Aï in het meesterlijke boek ‘Honger’.
Volgens schattingen zijn er wereldwijd ongeveer 800 miljoen mensen als Aï. Ondanks alle politieke beloften, mondiale doelenlijstjes en duurbetaalde noodhulpprogramma’s kleurt de wereldkaart van de Global Hunger Index in veel gebieden nog steeds elk jaar bloedrood. De situatie is het ergst in Eritrea, Ethiopië, Jemen, Soedan, Tanzania, Tsjaad, de Centraal Afrikaanse Republiek, India en iets minder ernstig in Bangladesh, Angola, Laos of Mali.
Honger is de banaliteit van het kwaad, parafraseert Caparrós de politieke theoretica Hannah Arendt. Honger bestaat niet zonder de mensen die eraan lijden.
‘Dat zoveel mensen honger hebben te midden van alle welvaart is een schande’, zegt ex-Unilevertopman Hans Eenhoorn boos in de zitkamer van zijn ruim bemeten villa in Heemstede-Aerdenhout. Aangezien de wereldbevolking in 2050 naar schatting 9,7 miljard zal tellen wordt het een hele uitdaging die honger uit te bannen.
De productiviteit van de landbouw moet in veel gebieden dan ook koste wat kost omhoog, concluderen legers experts van allerlei denktanks, non-gouvernementele en staatsinstellingen.
Een groeiend aantal van die aardbewoners zal in steden wonen, met vliegtuigen vliegen, vlees en voedsel uit pakjes consumeren. De omvang van het mondiaal beschikbare landbouwareaal daalt daartegenover zienderogen terwijl klimaatverandering zorgt voor verzengende droogte, smeltende gletsjers, overstromingen of bodemverzilting in kuststreken – met allerlei potentiële conflicten en vluchtelingenstromen van dien.
De productiviteit van de landbouw moet in veel gebieden dan ook koste wat kost omhoog, concluderen legers experts van allerlei denktanks, non-gouvernementele en staatsinstellingen. Tegelijkertijd moeten er slimme methoden bedacht worden om landbouw überhaupt productief te houden nu het klimaat verandert.
Alles van biotechnologie tot agro-ecologie en daar tussenin moet daarom serieus worden onderzocht volgens de Voedsel- en Landbouworganisatie van de VN (FAO).
Volgens sommige wetenschappers en (natuurlijk) de gentechindustrie kan die benodigde – forse – stijging in landbouwproductiviteit alleen verwezenlijkt worden door gebruikmaking van genetisch gemanipuleerde gewassen (ggo’s). Ook invloedrijke politici nemen ggo’s uitdrukkelijk in hun geloofsbrieven op –uitgaand Amerikaans landbouwminister Tom Vilsack en zijn opvolger Sonny Perdue zijn allebei voorstander van industriële (ggo)landbouw. Perdue verdient als directeur van een landbouwexportbedrijf zelfs goed geld met de export van genetisch gemodificeerde soja.
© Bill Gates Foundation
Internetmiljardair en ggo-adept bij uitstek Bill Gates onderstreepte het belang van ggo’s om de wereld te voeden nog maar eens tijdens het World Economic Forum in Davos begin 2016. Ontwikkelingslanden kunnen niet anders dan hun grenzen openstellen voor ‘een nieuwe generatie hoogproductieve ggo’s’ die ‘een landbouwrevolutie zullen ontketenen’ – benadrukte de rijkste man ter wereld op een besloten jaarlijkse bijeenkomst van superrijken in een luxe skioord in Zwitserland enthousiast (kosten van een toegangskaartje: bijna 47.000 euro). Maar is dat wel zo?
Genetisch gemanipuleerde petunia’s
‘Als andere landbouwtechnieken niet volstaan kunnen ggo’s toegevoegde waarde hebben. Maar honger is een uiterst complex probleem dat met veel verschillende factoren te maken heeft’, zegt Hans Eenhoorn in de zitkamer van zijn ruim bemeten villa in Heemstede-Aerdenhout. Gedurende zijn werkende leven was de pensionado hoofd van de Argentijnse tak van Unilever, gaf leiding aan ijsfabrikant Ben & Jerry’s en maakte deel uit van de Task Force on Hunger van de VN – een illuster gezelschap van academici, VN-medewerkers, topmensen uit het bedrijfsleven, van de Wereldbank en ontwikkelingseconomen.
Patrick Savalle (CC BY-SA 2.0)
In 2005 presenteerde de onderzoeksgroep een dik rapport over de oorzaken van en oplossingen voor honger. Omdat in de meeste hongergebieden voedsel lokaal wordt geproduceerd en geconsumeerd is de verbinding met lokale markten veel belangrijker dan het verhogen van productie via ggo’s.
‘Geen enkel land ter wereld is ooit tot economische wasdom gekomen zonder eerst de eigen bevolking te kunnen voeden. Productieverhoging is een deel van de oplossing maar niet het startpunt. Politieke stabiliteit of infrastructuur zijn essentiële randvoorwaarden die daaraan vooraf moeten gaan’, doceert Eenhoorn terwijl hij twee kopjes koffie inschenkt. ‘Grote hoeveelheden voedsel de wereld blijven rondslepen in de hoop dat het bij de allerarmsten terechtkomt is niet de oplossing. Naast de logistieke complexiteit daarvan maakt het de armen afhankelijk van machtige wereldwijde leveranciers.’
Vitamineverrijkte en zouttolerante rijst of droogteresistente maïs hebben de potentie om levens te redden in ontwikkelingslanden, geeft plantfysioloog aan de Universiteit van Amsterdam Michel Haring toe. Toch waakt ook hij ervoor om ggo’s als alomvattende landbouwoplossing te zien, vertelt hij in een broeikas vol met genetisch gemanipuleerde petunia’s.
‘Gentechnologie is waanzinnig interessant. Ik geloof echt in de meerwaarde van zulke technologische innovaties. Maar ik geloof óók in de stabiliteit van de evolutie. Met ggo’s probeer je ineens een reuzensprong vooruit te maken zonder dat de rest van het ecosysteem zich heeft kunnen aanpassen.’
Hij laat zien hoe gentechnologie werkt in een kunstmatig op 22 graden Celsius gehouden laboratoriumruimte vol met petrischaaltjes. De kleine plantkweekjes daarin zijn bedekt in een bacteriële drab: ‘Deze bacterie zorgt voor de gewenste genetische overdracht. De plant die daaruit komt, kweken we met de studenten vervolgens verder in de broeikas. Ik weet exact hoe ik ervoor moet zorgen dat deze tomatenplant een geurstof gaat aanmaken die de witte vlieg op afstand houdt. Maar in een open veld kan dat evengoed betekenen dat een ander insect opeens dominant wordt. Ik denk dat je daarom voorzichtig moet zijn met de introductie van ggo’s.’
Glysofaat-resistente soja
Het merendeel van het wereldwijde ggo-areaal van 200 miljoen hectare bestaat uit tegen landbouwgif glyfosaat resistente soja en uit maïs die door een bacteriegen dodelijk is voor stengelboorders. Meestal gaat het om uitgestrekte monocultures bestemd voor de productie van goedkope zoetstoffen, verwerkt voedsel, diervoeding en dus heel veel vlees.
‘Wereldwijd is er een alarmerende stijging van tegen de ggo’s immuun geworden insecten en superonkruiden te zien.’
Volgens gegevens van de Rabobank importeert China in 2011 alweer vijf maal zoveel Amerikaanse soja als vijf jaar daarvoor. De Europese Unie koopt jaarlijks 30 miljoen ton gentechsoja uit Zuid-Amerika. Met het op peil houden van die wereldmarktproductie is dus veel geld gemoeid – en ggo’s zorgen ervoor dat er extreem efficiënt geproduceerd kan worden.
Maar het Amerikaanse Department of Agriculture (USDA) trekt inmiddels aan de alarmbel over de zorgelijke prijsstijging op de sterk geconcentreerde Amerikaanse zadenmarkt die boeren in de problemen brengt. Tegelijkertijd is er wereldwijd een alarmerende stijging van tegen de ggo’s immuun geworden insecten en superonkruiden te zien, zegt Haring. Een logische werking van de natuur en voor marktleider Monsanto aanleiding om een weer nieuwe ggo uit de hoge hoed te toveren als oplossing voor de problemen.
Onder de naam RoundUp Ready Xtend Crop System kunnen Amerikaanse boeren sinds kort ggo-zaden kopen die niet alleen resistent zijn tegen glyfosaat maar ook tegen landbouwgif dicamba.
© Monsanto
Haring: ‘Dat is een kwalijke ontwikkeling omdat beide middelen stukken toxischer en persistenter zijn dan je op grote schaal op akkers wil zien. Glyfosaat is jarenlang op zo’n grote schaal gebruikt dat de onkruiden zelf ook resistent zijn geworden. Monsanto vindt dat fantastisch. Want ze vinden gewoon een nieuwe herbicideresistente ggo uit en maken daar gigantische winsten op. Totdat de eerste tegen dicamba resistente onkruiden opduiken.’
Hongerdeterminanten
Ook VN-voedselrapporteur Hilal Elver benadrukt voorzuchtigheid als het gaat om ggo’s in het voedselsysteem. Begin 2016 waarschuwt de Turks-Amerikaanse universiteitsprofessor de Algemene Vergadering van de VN expliciet voor de onevenredig grote invloed van een klein conglomeraat van machtige zaadbedrijven, graanhandelshuizen en retailketens op de internationale voedselvoorziening waardoor boeren te afhankelijk worden van bedrijfsafwegingen.
Belangrijker is dat al die bulkgeproduceerde soja en maïs helemaal niet geschikt is om honger mee te bestrijden, benadrukt Hans Eenhoorn.
Belangrijker is dat al die bulkgeproduceerde soja en maïs helemaal niet geschikt is om honger mee te bestrijden, benadrukt Hans Eenhoorn. Volgens de Task Force on Hunger bestaat er een uiteenlopend aantal determinanten voor honger. Het tweehonderd pagina’s tellende eindrapport van de groep ligt op de salontafel in Heemstede-Aerdenhout. Tegen de wand van de zitkamer staat een serie boeken van misdaadschrijver John Le Carré.
Armoede speelt volgens de Task Force een centrale rol in het ontstaan van honger, net als politieke conflicten of economische shocks. Slechte infrastructuur en opslagfaciliteiten zijn belangrijk, uitputting van bodems en gebrek aan irrigatie zorgen voor productieverlies, terwijl slecht economisch beleid ertoe kan leiden dat boeren worden weggeconcurreerd door goedkope importen (vaak gesubsidieerde ggo-gewassen uit het buitenland).
Een land als India produceert voldoende voedsel en moet zich dus primair richten op de socioculturele oorzaken van armoede terwijl ggo’s in de Afrikaanse landbouw mogelijk wel een bijdrage kunnen leveren aan verhoging van de productiviteit.
‘Om landbouw productiever te maken moet je allereerst de nadruk leggen op zaken als fatsoenlijk bodem- of watermanagement. Eenzijdig focussen op productieverhoging door rücksichtslos ggo’s te introduceren is geen oplossing als je honger wil uitbannen.’ Dat zijn belangrijke waarheden over hongerbestrijding die de gentechindustrie ook weet volgens Eenhoorn: ‘Rob Horsch van Monsanto (eveneens lid van de Task Force on Hunger – hw) wéét dat Afrika met conventioneel zaad genoeg voedsel kan produceren om een groeiende bevolking te voeden. Een bedrijf als Monsanto wil primair de markt domineren en geld verdienen aan ggo-landbouw.’
Eenhoorn denkt na, neemt een trek van zijn dagelijkse sigaartje. ‘Het probleem is dat zeker nu het klimaat verandert het óók onverstandig zou zijn om ggo-technologie in zijn geheel af te schrijven.’
Breed portfolio
‘Het enige waar de huidige generatie ggo’s aan bijdraagt is dat we met zijn allen nóg goedkoper nóg meer kip kunnen eten’, beaamt Michel Haring in zijn Amsterdamse laboratorium. ‘Als alle bestaande ggo’s nu omvallen heeft dat geen enkele invloed op hongerstatistieken.’
‘Als alle bestaande ggo’s nu omvallen heeft dat geen enkele invloed op hongerstatistieken.’
Desondanks verkent ook de FAO expliciet de mogelijkheden van ggo-landbouw. In februari 2016 organiseert de organisatie een groot congres over biotechnologie in haar Romeinse hoofdkwartier. Vierhonderd deelnemers uit 75 landen bespreken een uiteenlopend scala aan onderwerpen in het witte gebouw aan de Viale delle Terme di Caracalla. De ontwikkeling van biologische kunstmest komt ter sprake, net als kunstmatige inseminatie van koeien of het gebruik van schimmels als biologische insectbestrijders in Kenia.
Ook de potentie van ggo’s mag niet uitgevlakt worden volgens de FAO – die volgens directeur-generaal José Graziano da Silva als ‘neutraal forum’ streeft naar een ‘breed portfolio’ aan landbouwinnovatie.
© Bill Gates Foundation
‘Het grote probleem is dat het debat over ggo’s zo ontzettend gepolariseerd is geraakt. De milieubeweging heeft evenveel zendingsdrang om ggo’s overal tegen te houden als Bill Gates er voor is’, zegt Haring.
In de praktijk signaleert de hoogleraar echter een gigantische push van een machtig kartel van industriespelers en invloedrijke filantropen die op de stoel van onmachtige overheden plaatsnemen en eenzijdig besluiten dat ggo’s de weg vooruit zijn qua landbouwontwikkeling: ‘Mensen als Bill Gates zijn bijna fundamentalistisch als het gaat om hun geloof in biotechnologie. Steeds nieuwe en technisch verbeterde versies van een product maken. Met computersystemen kan dat. De vraag is echter of het verstandig is zo om te springen met de wereldvoedselvoorziening.’
Risico voor biodiversiteit
Ggo’s zijn immers wel degelijk een risico voor genetische en biodiversiteit, het evenwicht in lokale ecosystemen en kunnen zorgen voor een ongezond grote afhankelijkheidsrelatie tussen boeren en industrie. Een zorgvuldige afweging van mogelijke voor- en nadelen van een ggo is daarom cruciaal. Een afweging die vanwege de grote financiële belangen vaak niet afdoende gemaakt wordt, foetert Haring.
‘De meest gebruikte ggo’s gaan de honger niet oplossen en hebben een veel grotere impact op ecosystemen, biodiversiteit en landbouwsystemen dan de industrie wil toegeven.’
Zorgwekkend in dat licht is de recente fusiegolf die de zadensector in zijn greep heeft. Het Duitse chemiebedrijf Bayer kondigde in september 2016 aan voor 66 miljard dollar marktleider Monsanto over te nemen. Volgens Bayertopman Werner Baumann een ‘fantastische gelegenheid’ om boeren wereldwijd ‘de gereedschappen aan te reiken om een snel groeiende populatie te kunnen blijven voeden’, aldus The Wall Street Journal. Voorafgaand kondigden concurrenten Dow Chemical en DuPont aan te gaan fuseren om Monsanto in omvang voorbij te kunnen streven en wordt de Zwitserse chemiegigant Syngenta voor 43 miljard dollar verkocht aan het Chinese staatsbedrijf ChemChina.
Ook politiek bestaan er grote vraagtekens bij die ongekende consolidatiegolf. De nieuwe Amerikaanse president Donald Trump wil fusiemoloch Bayer-Monsanto dwingen minstens de helft van het researchbudget in de VS te besteden en de Europese Commissie heeft onder aanvoering van de Deense mededingingscommissaris Margrethe Vestager laten weten de megafusies kritisch tegen het licht te willen houden alvorens groen licht te kunnen geven.
De verregaande machtsconcentratie zal de voortdurende push om nieuwe markten de openen voor de meest lucratieve ggo’s niet snel verminderen, vreest Haring. Tegelijkertijd zullen ggo’s die daadwerkelijk problemen kunnen oplossen nog meer in een kwaad daglicht komen te staan. De wetenschapper loopt door zijn met planten gevulde kas, blijft even staan, ruikt aan een tomatenplant. ‘Ggo is natuurlijk een parapluterm voor diverse technologieën. De meest gebruikte ggo’s gaan de honger niet oplossen en hebben een veel grotere impact op ecosystemen, biodiversiteit en landbouwsystemen dan de industrie wil toegeven. Maar als je Afrikaanse levens kunt redden door een cassave genetisch te manipuleren, dan moet je dat óók niet willen tegenhouden.’
Dit dossier kwam tot stand in het kader van ‘De geldstromen van MO*’. MO* zette zijn marketingbudget om in middelen voor onderzoeksjournalistiek. Daardoor kon dit dossier gefinancierd worden.