Het groeiende gevaar van de superweeds
Marleen Nys
25 augustus 2017
Het intensieve gebruik van toxische pesticiden heeft een nieuw gevaar in het leven geroepen: resistente superweeds of superonkruid. Het antwoord van glyfosaat-handelaar Monsanto is simpel: gewoon meer pesticiden gebruiken.
Dr. Mark VanGessel met “Palmer amaranth”
Delaware Agriculture (CC BY 2.0)
Monsanto beloofde met zijn combo van GMO-glyfosaat de honger de wereld uit te helpen. Maar al na enkele decennia is het overduidelijk dat de waarheid helemaal anders uitdraait: zowel genetisch gemanipuleerde gewassen (GMO) als glyfosaat blijken een bedreiging voor de gezondheid van mens, dier en planeet. De aarde wordt vergiftigd: van de lokale velden en het voedsel dat er geproduceerd wordt, tot de oceanen wereldwijd.
Maar daar stopt het dus niet: leerling tovenaar Monsanto en co oogsten met hun handelswijze een nieuwe dreiging: de superweeds of superonkruiden. Dat zijn resistente onkruiden die bestand zijn tegen alle chemische rommel die bedoeld is om ze te bestrijden (nota bene: de ‘superbugs’ komen er overigens ook aan.)
The rise of the superweeds
Source: Ian Heap, International Survey of Herbicide Resistant Weeds www.weedscience.org/graphs/soagraph.aspx (2013).
Het antwoord van Monsanto is simpel: spuit meer toxische pesticiden…
Het ontstaan van superweeds is in de evolutie een recent fenomeen dat pas echt problematische vormen aannam door het gebruik van synthetische herbiciden. Daarvoor was onkruid gewoon de collectie ongewenste planten in tuinen en velden die je moest wieden. Door oogstrotatie werd zowel uitputting van de landbouwgrond, als overheersen van bepaalde onkruiden tegengegaan.
Factoren zoals de sterke bevolkingsaanwas, economische instabiliteit, de druk om meer voedsel te produceren, én de op winst beluste agrogiganten, veroorzaakten de omslag van traditionele, arbeidsintensieve landbouw naar de reusachtige monocultuur boerderijen. Die omslag kwam er het snelst in landen waar uitgestrekte gronden beschikbaar waren: Noord-Amerika, Latijns-Amerika, Australië, Maleisië…
Monoculturen vereisen bemesting en herbiciden
De laatste eeuwen veranderden de landbouwmethodes drastisch. Een gevolg van de grote landbouwfarms op de uitgestrekte velden in de VS was o.a. dat handwerk moest vervangen worden door andere methodes. Mechanisatie bood mogelijkheden om grote oppervlakken te bebouwen met minder mankracht.
Zonder ploegen en wieden, maar mét meststoffen en pesticiden.
Nadeel van monoculturen is dat jaar na jaar dezelfde gewassen aangeplant worden, waardoor zeer snel en eenzijdig de bodemvruchtbaarheid wordt uitgeput. Daarnaast kunnen plantenziekten en plagen zich makkelijker ontwikkelen, omdat de omstandigheden niet jaarlijks veranderen.
En dus wordt het inzetten van ‘gewasbeschermingsmiddelen’ onvermijdelijk.
Monocultuur, schematisch voorgesteld
© purprojet.com
Mirakelmiddel?
Tijdslijn: ontstaan superweeds
— De ontwikkeling van onkruidresistentie vereiste al snel nieuwe herbiciden, en glyfosaat werd vanaf 1974 het mirakelmiddel tegen onkruid. Door overmatig gebruik op monocultuurvelden in Maleisië (oliepalmplantages) en Australië (reuzenfarms) verschenen twee decennia later de eerste superweeds.
— In 1996 werden de genetisch gemanipuleerde gewassen geïntroduceerd, wat het gebruik van glyfosaat nog explosief deed stijgen: tussen 1974 en 2016 is het gebruik van glyfosaat 15-voudig toegenomen. En dus ook het probleem van de superweeds.
— In 2004 doken de eerste superweeds op in de Verenigde Staten, in de met Roundup besproeide monocultuurvelden. In 2005 vormden ze al een bedreiging voor de katoenproductie.
— 2009: meer dan 50.000 hectaren met superweeds in Georgia; het fenomeen verspreidde zich snel over de andere zuidelijke staten.
— 2016: al 5,7 miljoen hectaren geïnfesteerd door superweeds. Dow citeert 40 miljoen hectaren.
— De resistentie is ondertussen ‘geglobaliseerd’: in 2010 wereldwijd 33 miljoen hectaren met glyfosaatresistente onkruiden, in 2013 al 61 miljoen… In Europa werd in 1996 de eerste resistentie vastgesteld in Oostenrijk. Het overmatige gebruik van RoundUp als onkruidbestrijder in Europa importeert het probleem van superweeds ook hier. Als de EU het verdere gebruik van glyfosaat in de landbouw weer voor 10 jaar goedkeurt, weten we wat ons te wachten staat…
— Een paar jaar geleden stond de teller al op 220 resistente soorten.
In 1974 kwam glyfosaat net op tijd: er was al veel resistentie tegen de oudere pesticiden, glyfosaat was effectief, goedkoop en eenvoudig in gebruik. En volgens Monsanto ook veilig. Het leek wel een mirakel.
De natuur “verdedigt zich”, en ook andere dan de cultuurplanten leren de aanval van pesticiden omzeilen.
De ontwikkeling van genetisch gemanipuleerde soorten maakte het mogelijk nog verder te gaan in de onkruidbestrijding: door het inbouwen van een nieuw gen in de zaden konden de planten zich verdedigen tegen het ‘plantendodend’ mechanisme van het specifieke herbicide, op heden dus meestal glyfosaat. Dus, toen de glyfosaat-resistente GMO’s op de markt kwamen, was het hek van de dam: nu kon ook tijdens de groeiperiode volop gesproeid worden.
Maar de natuur “verdedigt zich”, en ook andere dan de cultuurplanten leren de aanval van pesticiden omzeilen.
Resistentie
Het fenomeen van antibiotica-resistentie is ondertussen goed bekend, want een wereldwijd probleem. Maar net zoals bacteriën resistent worden tegen antibiotica, ontwikkelen planten resistentie tegen pesticiden. De sterkste planten die overleven geven hun genen door aan een volgende, en iedere volgende generatie. Tot de ongewenste planten –onkruiden- ongevoelig zijn geworden voor de gebruikte onkruidbestrijder.
De superweeds zijn niet alleen “super” door hun resistentie, ze blijken ook enorm groot te worden: sommige tot meer dan 2 meter. Maaimachines zouden er in vastlopen. En sproeien helpt niet meer, tenzij met andere, meer toxische middelen.
Corpdusting: het sproeien van pesticiden met vliegtuigen
Chauncey Davis (CC BY 2.0)
De meest problematische superonkruiden in de VS zijn Palmer pigweed/amaranth (Amaranthus palmeri) dat tot 2,5 meter hoog kan worden, 6 cm per dag groeit, met een taaie houtachtige stengel. En Canadese fijnstraal (horseweed, marestail) dat bijna even groot wordt. Beide prolifereren sterk en kunnen tot 600.000/400.000 zaden produceren, die zich verspreiden via wind en water. Een quasi onuitroeibaar probleem…
‘Ik zie marestail in mijn slaap. Ik heb veel geld gespendeerd om het te proberen controleren op mijn land. Tot ik mij realiseerde dat het nooit te controleren zou zijn.’
Davis, voorzitter van de Ohio Corn Growers Organization, getuigt: ‘Ik zie marestail in mijn slaap. Ik heb veel geld gespendeerd om het te proberen controleren op mijn land. Tot ik mij realiseerde dat het nooit te controleren zou zijn.’ Mark Nelson uit Kansas geeft nog een ander probleem mee, naast zijn sojaveld waar amaranth bovenuit torent: ‘Als we dit veld oogsten, worden de zaden overal verspreid.’ Jarenlang was hij een grote fan van RoundUp, dat moeiteloos al zijn onkruiden vernietigde. Nu gebruikt hij meerdere pesticiden, meerdere keren tijdens de groei, om te proberen de amaranth onder controle te houden: de maximum hoeveelheid RoundUp, in combinatie met het zeer toxische dicamba. ‘Enkel RoundUp spuiten was gemakkelijk. Maar er zijn geen gemakkelijke oplossingen meer.’
Ook Australië wordt steeds meer geteisterd door superweeds, hier vooral resistente grassoorten, die al resistent zijn tegen 9 soorten pesticiden. Het verovert niet alleen landbouwgronden, maar ook wegbermen, vanwaar het weer sneller verspreidt naar andere gebieden. Eén landbouwer beschrijft de gevolgen: ‘Ondanks rotatie van herbiciden zijn de superweeds verspreid over 1600 hectare landbouwgrond. Ik heb het moeten opgeven om nog graan te kweken op grote delen land; er staat nu vee om het supergras af te grazen. Ik zou graag afzien van het gebruik van herbiciden, maar het is hopeloos.’
© University of Illinois Extension photo/Lyle Paul
Explosie superweeds én pesticidengebruik
De eerste jaren leidde het gebruik van GMO tot enige vermindering van het herbicidengebruik, zoals beloofd. Maar de repetitie van dezelfde gewassen met enkel glyfosaat als bestrijdingsmiddel, zonder gewas- of herbicidenwisseling, was het ideale recept voor de ontwikkeling van resistentie.
De reactie op de verspreiding met superweeds was uniform: meer en frequenter besproeien, en combineren met andere herbiciden.
De reactie op de verspreiding met superweeds was uniform: meer en frequenter besproeien, en combineren met andere herbiciden. De hoeveelheid die gebruikt wordt is al zowat vervijftienvoudigd… Monsanto zoekt intussen ijverig voort naar nieuwere en zwaardere formules. Maar de laatste 20 jaar kon de chemische industrie geen enkel effectief pesticide meer ontwikkelen. DOW promoot nu weer dicamba (uit Agent Orange), ouder en nog toxischer dan glyfosaat…
De DDT-ramp ligt nog vers in het geheugen, de oceanen zijn nog steeds vervuild. Maar de volgende ramp lijkt alweer in de maak…
Verbroken beloften, mislukte oogsten
Mergers in de agro-industrie: de Big six controleren ruim 75% van de zaden en pesticidenmarkt.
© acbio.org.za
Trouwens, ook de beloofde superoogsten vallen na enkele jaren al flink tegen, en niet alleen door de superweeds. Glyfosaatverzadiging van de bodem hindert op de duur de groei van de (GMO)gewassen, veroorzaakt plantenziekten, zelfs met plots afsterven van de gewassen.
Uit een evaluatie van de Union of Concerned Scientists van 2009 blijkt dat genetisch gemanipuleerde gewassen in de VS ondanks hun reusachtige areaal slechts 14% van de meerproductie van graan leveren. De rest wordt gerealiseerd via traditionele veredeling en landbouwmethodes.
Wat betreft de honger in de wereld: de export van de VS gaat voornamelijk naar hoog en gemiddeld ontwikkelde landen, waar de burgers kunnen betalen voor hun voedsel. De uitvoer van voedsel naar ‘hongerige landen’ is summier: nu 4,4 %, maar ondertussen is de voedselhulp wel afgeschaft…
Vicieuze cirkel
De ‘Big Six’ worden de ‘Big three’
Het ziet er dus niet naar uit dat de combo GGO/glyfosaat de honger uit de wereld zal helpen, integendeel. In combinatie met de uiteindelijk tegenvallende oogsten, worden de boeren ook helemaal afhankelijk van de chemiegiganten voor levering van zaden en pesticiden. Bovendien zijn tegen dan ook de traditionele inheemse soorten, aangepast aan het lokale klimaat, verdwenen. En wat eventueel nog overschiet zal veel moeite hebben om nog te kunnen gedijen op de vergiftigde bodem.
Hoe ernstig het probleem is blijkt uit de recente megafusies:
— Monsanto en Bayer (de erfgenaam van IG-Farben: de nieuwe gifmenger fuseert met de oude uit de Tweede Wereldoorlog). De fusie is bezig, zij zullen dan zowat 30% van de zadenmarkt controleren.
— Chemchina (China National Chemical Corporation) verworf Syngenta in april 2017.
— Dow Chemical en DuPont bereiden de fusie voor.
Binnenkort zullen dus 3 megafirma’s de wereldmarkten voor zaden, voedselproductie én pesti-/herbiciden beheersen. Ze beheersen zowel de (GMO-)zadenproductie, als de pesticiden die er bij horen. De terechte vrees is dat dit zal leiden tot nog meer monopolisatie en verlies van biodiversiteit. Kleinere boeren zullen worden weggeconcurreerd omdat zij de prijzen niet kunnen betalen. En vooral in Derde wereldlanden is de voedselsoevereiniteit in gevaar
De multiresistentie van de superonkruiden bedreigt de voedselproductie wereldwijd. En de milieuvergiftiging door pesticiden doet de rest. Bovendien doet onkruidbestrijding in door superweeds geïnfecteerde akkers de kosten stijgen met 50 tot 100 %.
Onkruidbestrijding in door superweeds geïnfecteerde akkers doet de kosten stijgen met 50 tot 100 %.
De combinatie van de explosieve stijging van de onkruidenresistentie en het ontbreken van nieuwe herbiciden drijft de chemische industrie naar het hergebruiken van oudere formules. De volgende stap is de ontwikkeling van nieuwe genetisch gemodificeerde gewassen die bestand zijn tegen oudere en meerdere pesticiden.
Er is al multiresistente maïs, soja en katoen, tegen glyfosaat en dicamba (DOW), het belangrijkste ingrediënt van Agent Orange dat zoveel verwoestingen aanrichtte in de Viëtnamoorlog. Dicamba is bovendien nog invasiever dan glyfosaat, het kan in de lucht drijven over lange tijd en afstand, en neerslaan op onbespoten oogsten, én mens en dier. In de jaren 1940 heeft dicamba de grote druivenindustrie in Iowa gereduceerd tot nul, in 1950 was er al onkruidresistentie.
Een herhaling hiervan is niet uitgesloten, zeker niet als het nu op nog grotere schaal en in grotere hoeveelheden zal gebruikt worden.
Uiteindelijk zijn het de chemische pesticiden die het probleem van resistentie en superweeds uitlokken. Net als antibiotica verantwoordelijk zijn voor het probleem van multiresistente bacteriën. En het steeds meer gebruiken van steeds meer chemicaliën zal het probleem enkel groter maken.
En de toekomst?
In steeds meer landen stellen de superweeds grote problemen voor boeren en voedselproductie. Steeds meer landen worden zich bewust van de gevaren van de combinatie van GMO’s en glyfosaat. Zelfs in de VS keren boeren de agro-industrie de rug toe, en keren ze terug naar conventionele zaden: The Post-GMO Economy.
De toenemende controle van het voedselsysteem door de agrochemische giganten legt een strop rond de nek van de boeren en neemt keuzemogelijkheid weg.
Ook NGO’s stellen dat GMO’s niet alleen pesticiden en superweeds promoten, maar ook meer voedselonzekerheid, afhankelijkheid en armoede in Derde Wereldlanden.
Vandana Shiva (Navdanya International, India), medeauteur van het Global Citizens’ Report on the State of GMOs: ‘Het GMO-landbouwmodel ondermijnt de pogingen tot ecologische landbouw. Co-existentie met het ecologische landbouwmodel is onmogelijk door de oncontroleerbare genetische pollutie en besmetting van traditionele gewassen. De toenemende controle van het voedselsysteem door de agrochemische giganten legt een strop rond de nek van de boeren en neemt keuzemogelijkheid weg. In hun geldbelustheid vernietigen ze alles.’