De eerste ecowijk

Analyse

Bouwonderneming Bostoen

De eerste ecowijk

De eerste ecowijk
De eerste ecowijk

Twee derde van de passiefwoningen in Vlaanderen zijn voor rekening van de Bostoen Group. In 2009 koos het bedrijf resoluut voor passiefbouw –een duurzame investering voor milieu én portemonnee. In Eeklo lanceert het eerstdaags de eerste ecowijk van België.

Vrijwel nergens in Europa zijn de huizen zo slecht geïsoleerd als in België. Een derde van onze uitstoot van broeikasgassen is afkomstig van gebouwen. Het Belgische energieverbruik per vierkante meter in residentiële gebouwen ligt meer dan 70 procent hoger dan het gemiddelde in de EU. In de woningbouw –en met name in passiefbouw– ligt een immens potentieel om de Belgische uitstoot terug te dringen.

Trendbreuk

Bostoen is geen onbekende in de bouwwereld. De firma is in 1973 opgericht als een traditioneel bouwbedrijf met betaalbare woningen als belangrijkste doelstelling. Ze had echter niet van het begin af aan een groen imago. In 2009 maakte het bedrijf een radicale ommezwaai. Peter Impe (ceo) en Youri Van Daele (directeur verkoop, marketing en communicatie) lichten de trendbreuk toe.

‘Het is vooral Stephan Bostoen –de zoon van Francis– die de nieuwe koers inzette nadat hij in 2007 de leiding van het bedrijf op zich had genomen’, zegt Peter Impe. ‘Stephan is een visionair die twintig jaar vooruit kijkt en de planeet in zijn hart draagt.’ In 2009 leverde het bouwbedrijf de eerste massieve gecertificeerde passiefwoning op. In skeletbouw bestond dat al maar in massieve bak- en gevelstenen pakte Bostoen uit met de primeur.

Momenteel zit het bedrijf nog in een overgangsfase; zeventig procent van de opgeleverde huizen is passief. Binnen enkele jaren zal dat honderd procent zijn. In 2012 leverde Bostoen zo’n 140 gecertificeerde woningen af binnen het Passiefhuis Platform, een externe controle-instantie.

Energie, een kostbaar goed

De essentie van een passiefwoning is dat ze zo weinig mogelijk energie-input vraagt. Er wordt vooral ingezet op isolatie, luchtdichtheid en het vermijden van koudebruggen. De warmte in de woning is afkomstig van drie energiebronnen: de zon die door de ramen binnenschijnt, de interne warmtebronnen –computers, tv’s, andere toestellen en de bewoners zelf (80 tot 100 watt per persoon)– én een externe bron (zoals gas, elektriciteit, zonnepanelen of aardwarmte). Doorgaans vergt een passiefhuis slechts 10 tot 15 procent energie in vergelijking met een gewone woning. Werken aan het “gebouwenschild” is fundamenteel in de passiefbouw. Peter Impe: ‘De overheid stimuleert hernieuwbare energie wel maar er wordt onvoldoende gewerkt op het terugdringen van de energievraag. Bovendien veroudert de technologie van zonnepanelen en zijn die na twintig jaar aan vervanging toe. Wanneer je werkt aan het gebouwenschild, heb je een bescherming die levenslang meegaat.’ In aankoopprijs is zo’n passiefhuis misschien duurder maar de hele levensduur van de woning bespaar je op de energiefactuur. Het kostenplaatje bij Bostoen ligt rond de 300.000 euro voor een woning van 140 tot 150 m2 bewoonbare oppervlakte, “sleutel op de deur” en grond inbegrepen. Uiteraard verschilt het prijskaartje naargelang de ligging.

Kortzichtig beleid

Voor Bostoen is het onbegrijpelijk dat de regering eind 2011 de overheidssteun voor woningisolatie en passiefbouw introk. Youri Van Daele: ‘Europa dringt aan op energieneutrale woningen tegen 2020. We moeten de Europese 20-20-20doelstelling voor emissiereducties, hernieuwbare energie en energiebesparing halen. Als Vlaanderen één element heeft dat een verschil kan maken, dan is het de passiefbouw. Olie en energie worden almaar duurder en de CO2-emissies moeten omlaag. Dan is een passiefwoning dé oplossing.’ Bostoen is met zijn passiefhuizen ook partner in de driejarige campagne “ecobouwers” van Bond Beter Leefmilieu.

Ecovillages

Het federale beleid is voor Bostoen alvast geen reden om af te stappen van de ingeslagen weg. Begin 2014 wordt het eerste passief appartementsblok gezet en in de loop van het jaar zal ook de eerste ecowijk opgestart worden. Van Daele: ‘In de ecovillages gaat het om een heel andere manier van stedenbouwkundig ontwerpen.’ Er wordt vertrokken van de natuurlijke elementen in het landschap: bomen, biodiversiteit of grachten voor afwatering. Al de woningen zijn naar het zuiden gericht, met ook een privétuintje op het zuiden. Er worden autoluwe dreven voorzien. Zo’n ecowijk kan 50 tot 300 woningen omvatten. Het project dat binnenkort in Eeklo van start gaat, begint met een eerste “lob” van tien tot vijftien huizen. De komende twintig jaar moeten in Vlaanderen 330.000 nieuwe gezinnen een woning vinden, in een ruimtelijke ordening die volzet is, met problemen van fijn stof en waterbeheer. Kiezen voor ecovillages is volgens Bostoen een alternatief dat het verschil kan maken.