De G8 in Deauville: ‘De top van vrijheid en democratie’
Peter Debaere
26 mei 2011
Donderdag en vrijdag ontmoeten de leiders van de G8 elkaar in Franse stadje Deauville, nabij Le Havre. Obama en co zullen er van gedachten wisselen over de ontwikkelingen in de Arabische wereld, nucleaire veiligheid en hun partnerschap met Afrika. Hiermee lijkt de G8 een nieuwe adem gevonden te hebben, nadat hij dreigde overschaduwd te worden door de G20.
Sinds de jaren 70 komt de G8 jaarlijks bijeen om zich te buigen over internationale thema’s zoals de wereldeconomie, energie, klimaatverandering en Afrika. De G8 bestaat uit de VS, Japan, Canada, Rusland en vier Europese landen: Groot-Brittannië, Duitsland, Frankrijk en Italië. Ook de Europese Unie neemt deel aan de vergaderingen. In 2008 leek het voortbestaan van de G8 in gevaar door de opkomst van de G20 op niveau van staatshoofden en regeringsleiders. Met leden zoals China, India en Brazilië is de G20 immers heel wat representatiever dan de G8. Maar aan de vooravond van de Deauville-top lijkt de G8 opnieuw haar rol gevonden te hebben. Dit heeft de G8 te danken aan de Fransen enerzijds en – cynisch genoeg – aan de nucleaire ramp in Japan en de revoluties in het Midden-Oosten en Noord-Afrika anderzijds.
Dit jaar is Frankrijk niet enkel voorzitter van de G8, maar ook van de G20. Terwijl Canada vorig jaar de G8 net voor de G20 had gepland, vindt de G20 nu pas plaats in november in Cannes. Op die manier haalt Frankrijk de G8 opnieuw uit de schaduw van de G20. De bedoeling is om voldoende tijd tussen te laten zodat beide fora volledig tot hun recht kunnen komen. Belangrijker is dat president Sarkozy zo twee maal kan genieten van de media aandacht in de aanloop naar de Franse presidentverkiezingen in 2012.
De oorspronkelijke G8-agenda voor dit jaar was weinig baanbrekend en omvatte een discussie over de regulering van het internet, het partnerschap met Afrika en traditionele veiligheidsthema’s zoals terrorisme en non-proliferatie. Intussen is de agenda gekaapt door de actualiteit. Terrorisme en non-proliferatie zullen amper ter sprake komen terwijl de nucleaire crisis in Japan en de recente ontwikkelingen in de Arabische wereld de top zullen domineren. Vooral de zogenaamde Arabische lente zal de meeste aandacht van de leiders opeisen. Frankrijk heeft bijgevolg de Deauville-top omgedoopt tot ‘de top van vrijheid en democratie’.
De Arabische lente: economische hulp en/of politieke steun
Donderdagavond, tijdens het diner, bespreken de G8-leden de Arabische kwestie. De aanwezigheid van Rusland zal de discussie niet bepaald vereenvoudigen. In de VN Veiligheidsraad heeft Rusland zich onthouden bij de stemming over de resolutie die een militaire interventie in Libië toelaat. Frankrijk hoopt nu om Rusland alsnog te betrekken bij de ‘Friends of Libya’, een conferentie die de politieke toekomst van het land moet uittekenen. Sommigen verwachten dat Rusland met een plan op de proppen zal komen om een einde te stellen aan de huidige impasse in Libië. De VS en de EU zullen ook trachten Russische steun te verkrijgen voor het veroordelen van de gewelddadige aanpak van het Syrische regime op de protesten in Syrië – of ten minste trachten te vermijden dat Rusland zijn veto gebruikt om een veroordeling door de Veiligheidsraad tegen te houden.
Op vrijdag ontmoet de G8 verschillende Afrikaanse staatshoofden waaronder de kersverse leiders van Ivoorkust, Niger en Guinee, bij wijze van beloning, omdat ze op een democratische wijze werden verkozen. Ook de eerste ministers van Tunesië en Egypte zijn uitgenodigd. Beide landen hopen respectievelijk 25 en 12 miljard dollar los te peuteren om de democratische omwenteling in hun land te ondersteunen. President Obama heeft reeds investeringen in de regio aangekondigd en zal Egypte 1 miljard dollar van zijn schuld kwijtschelden. Ook de Europese Unie heeft reeds in de portefeuille getast, maar het blijft twijfelachtig of de G8 erin zal slagen om een gezamenlijk hulppakket samen te stellen. Er is bijvoorbeeld weinig bereidheid in – opnieuw — Rusland om financiële middelen uit te trekken voor de Arabische volksopstanden.
Westerse investeringen kunnen inderdaad helpen om de getroffen economieën er opnieuw bovenop te helpen. Alleen economische hulp zal evenwel niet volstaan. Economische groei is immers geen garantie op democratie. Ook vóór de revoluties in Tunesië en Egypte toonden beide landen degelijke groeicijfers. De regeringen van de G8 zullen dus hun verantwoordelijkheid moeten opnemen en ook toegeven dat ze het in het verleden bij het verkeerde eind hadden. Toch is het onzeker of de G8 de politieke wil zal vinden om een krachtige veroordeling van dictatoriale regimes en hun hardhandige aanpak van demonstraties in het G8-slotcommuniqué op te nemen en toe te passen op alle landen in de regio, dus ook Bahrein waar de VS een militaire basis hebben en waar Saoedische troepen de opstand hardhandig onderdrukten.
Dominique Strauss-Kahn ook aanwezig op de G8
Een aantal internationale instellingen, waaronder de VN en het IMF zullen op vrijdag de sessies met (en over) Afrika bijwonen. Nu Dominique Strauss-Kahn vastzit in New York op verdenking van seksueel misbruik wordt het IMF vertegenwoordigd door de nummer 2, de Amerikaan John Lipsky. Ook al is DSK fysiek niet aanwezig in Deauville, hij is er des te meer als gespreksonderwerp. Hoewel de opvolgingsstrijd niet officieel op de G8-agenda staat, zal de kwestie onvermijdelijk ter sprake komen in de marge van de top.
Sedert het ontslag van DSK is de strijd voor de nieuwe chef van het IMF volop losgebarsten. Europa eist opnieuw de topfunctie op en schaart zich achter de Franse minister van Financiën Christine Lagarde, die woensdag haar kandidatuur officieel bekend maakte. Volgens de Europese leiders heeft het IMF juist nu een Europeaan nodig gezien de problemen met de euro en de aanzienlijke leningen die het IMF heeft lopen met EU-lidstaten. Ze vergeten echter dat alle niet-Europese landen decennialang hebben geleend bij het Fonds onder leiding van een Europeaan. Volgens de opkomende landen is het nu hun beurt om het Fonds te leiden. Ze willen een einde stellen aan de ongeschreven regel dat de baas van het IMF een Europeaan is, terwijl de Amerikanen de voorzitter van de Wereldbank aanduiden. De vertegenwoordigers van China, Rusland, Brazilië, India en Zuid-Afrika in het IMF stellen duidelijk in een brief dat deze informele overeenkomst tussen de EU en de VS verouderd is en de legitimiteit van het IMF ondermijnt. Maar totnogtoe konden de BRICS het niet eens worden over een gezamenlijke tegenkandidaat.
De EU lijkt vastberaden om de topfunctie in het IMF binnen te halen. Volgens het Franse persagentschap AFP overwegen de Europeanen zelfs de mogelijkheid om de opkomende landen te vergoeden voor hun steun. Waaruit die vergoeding moet bestaan en of de opkomende landen hier oren naar hebben, is onduidelijk. Sommige bronnen laten uitschijnen dat de VS alvast de kandidatuur van Lagarde steunt. Enerzijds leek de VS ook nooit echt bereid om hun positie aan het hoofd van de Wereldbank op te geven. Anderzijds zijn de Amerikanen sterke voorstander van een grotere verantwoordelijkheid voor de groeilanden in het IMF. Het is dus afwachten of Frankrijk ook expliciet de steun van de VS zal kunnen verwerven.
Men kan de G8 niet kwalijk nemen dat ze de opvolging van DSK zal bespreken. Het is eenmaal normaal dat leiders van de relevante spelers in het IMF de kwestie aankaarten wanneer ze elkaar ontmoeten. Toch moet de G8 opletten niet de perceptie te wekken dat hij de nieuwe chef van het IMF opnieuw in een achterkamertje aanduidt, zonder consultatie met de opkomende landen. Vooral nu men eind vorig jaar heeft beslist om de opkomende landen en ontwikkelingsland een hoger stempercentage te geven in het IMF. Door deze hervorming kregen de groeilanden opnieuw wat vertrouwen in het Fonds. Indien het Westen echter opnieuw zijn eigen mannetje (of vrouwtje) zal opdringen aan de rest van de wereld dreigt de recente hervorming van het IMF een maat voor niets te worden.
Peter Debaere is onderzoeker internationale politiek aan de Vakgroep Politieke Wetenschappen van de Gentse Universiteit en volgt voor MO* de G8-top in Deauville.