MO* onderzoekt een week lang de 25 jaar sinds de Val van de Berlijnse Muur. Vandaag: Democratie en kapitalisme kennen niet de eeuwige rust die Fukuyama voorspelde. Kapitalisme genereert zoveel ongelijkheid dat het de democratie onder druk zet. Toch is er meer dan ooit nood om de mondiale uitdagingen samen aan te pakken.
De democratie heeft gewonnen, daarover zal niet meer geredetwist worden, voorspelde Fukuyama. Nu moet hij vaststellen dat ‘de geopolitiek terug is. Niet-democratische staten – Rusland en China – stellen territoriale eisen aan het Westen.’ Ze stellen expliciet hun model tegenover het westerse.
Heel wat ontwikkelingslanden, onder de indruk van de Chinese groei, zien wel iets in het Chinese autoritaire model, te meer omdat het Westen door de crisis krediet heeft verloren.
Zelfs in Europa neigen het Hongarije van Orbán en Erdogans Turkije naar het Poetinmodel. Bovendien maakt Fukuyama zelf in zijn laatste boeken duidelijk dat democratie niet per se leidt tot goed bestuur.
Zelfs in Europa neigen het Hongarije van Orbán en Erdogans Turkije naar het Poetinmodel.
Ook die andere poot van Fukuyama’s magische duo loopt mank: als het kapitalisme zich niet hervormt, leidt het tot ongelijkheid en crisissen. En dat ondergraaft de democratie.
Zelfs al houdt Fukuyama vol dat kapitalisme en democratie de minst slechte modellen zijn, dat brengt ons niet dichter bij de oplossing van fundamentele problemen als klimaatverandering, ongelijkheid of financiële instabiliteit.
Een kwarteeuw na de val van de Berlijnse Muur gaat het erom te zeggen welk kapitalisme en welke democratie. Die zoektocht is een constante strijd. Dat is precies de geschiedenis, weten we nu. Een geschiedenis die nooit af is.
Zelfs in Europa neigen het Hongarije van Orbán en Erdogans Turkije naar het Poetinmodel.
© Umit Bektas
Mondiale monsters temmen
Zeker niet omdat nu de vraag rijst hoe we het groeiende aantal internationale problemen samen kunnen aanpakken. Ebola, financiële instabiliteit, klimaatverandering, terrorisme, fiscale fraude: zulke kwesties kun je alleen met internationale afspraken, liefst zo democratisch mogelijk, aanpakken. De mondiale monsters temmen en de grote wendingen de goede richting uitsturen, vergt internationaal beleid.
Kunnen we leren samen de wereld te sturen?
Maar hoe komen we tot internationaal bestuur op een moment dat mensen en volkeren zich meer terugtrekken in het lokale? De noodzaak om samen mondiale publieke goederen te realiseren botst met die politieke fragmentering.
Een ander probleem is dat de rijke democratieën wel voor democratie zijn in eigen land, maar veel minder op mondiaal niveau. Daardoor is het moeilijk om de bestaande internationale instellingen aan te passen aan de nieuwe machtsverhoudingen. Waardoor ze hun legitimiteit dreigen te verliezen en de opkomende landen hun eigen instellingen oprichten.
Kunnen we leren samen de wereld te sturen? Dat wordt misschien wel de grootste uitdaging van de 21ste eeuw. Regeringen en sociale bewegingen aller landen zullen het antwoord op die vraag moeten geven. Besturen is, ondanks alle lelijkheid en ellebogenwerk die er meestal mee gepaard gaan, een kunst.
Dit stuk verscheen in het winternummer van MO*. Word nu abonnee! Mis ook de MO*lezing over ‘Het begin van de geschiedenis’ niet!