Hoe de druk besproken taxshift in België wordt ingevuld, zal een weerspiegeling zijn van de maatschappelijke keuzes waar deze regering voor staat.
Er was de voorbije week weer veel te doen om de Belgische taxshift. Terecht. Wie waarop hoeveel belasting betaalt, en wat we met die inkomsten aanvangen, is nu eenmaal hét hart van de politiek.
Dat is met deze taxshift of belastingverschuiving van lasten op arbeid naar belasting van vermogens(inkomens), milieutaksen en btw niet anders.
Er bestaan uiteenlopende motieven voor deze taxshift.
Waarom een taxshift of belastingverschuiving?
Er zijn minstens vijf motieven.
Een eerste motief dat zo goed als alle politieke partijen lijken te delen, is dat een verlaging van de lasten op arbeid (en dus een verhoging op andere bronnen) arbeid goedkoper moet maken, onze economie competitiever moet maken en in staat stellen om meer banen te creëren. Maar sommigen voegen er nog andere redenen aan toe.
Een tweede motief dat minder gedeeld wordt, is dat de taxshift ervoor moet zorgen dat de inspanningen niet enkel van de werkende mensen komen. Meer algemeen wil men dat de belastingheffing rechtvaardiger wordt en iets doet tegen de groeiende ongelijkheid inzake inkomen en vermogen. Dit motief leeft sterk aan de linkerzijde en voor het ACV – en dus de CD&V – is het haast een voorwaarde om deze regering te blijven steunen. Een ingreep in die richting zou ook ingaan tegen de trend van de laatste grote belastinghervormingen die altijd neerkwamen op een verlaging van de belastingen voor de hoogste inkomens.
Een derde motief is dat de taxshift ons milieu en onze gezondheid beter moet beschermen. Door de echt giftige producten zwaarder te belasten - in plaats van arbeid als een toxisch product te belasten - tref je meerdere vliegen in een klap: je kan de uitstoot van broeikasgassen of fijn stof verminderen, en tegelijkertijd arbeid minder belasten. Zo duw je de economie in de gewenste richting.
Een vierde motief is dat de taxshift gebruikt kan worden om onze belastingen eenvoudiger te maken. Ons belastingstelsel is in de loop der decennia een heuse lobbyfiscaliteit geworden , dixit professor Michel Maus: ze staat vol met koterij en aanbouwsels die welbepaalde inkomens speciale behandelingen geven. Het leidt tot onoverzichtelijke complexiteit en dat is in het voordeel van diegenen die over de middelen beschikken om de beste belastingadviseurs te betalen.
Een vijfde motief of overweging is de efficiëntie van de belastingverschuiving: hoe verwerf je zoveel mogelijk extra-inkomsten met zo weinig mogelijk werk voor de fiscus?
ol { counter-reset: li; list-style: none; *list-style: decimal; font: 17px ‘Georgia’, ‘lucida sans’; padding: 0; margin-bottom: 4em; text-shadow: 0 1px 0 rgba(255,255,255,.5); } ol ol { margin: 0 0 0 2em; } .rectangle-list a{ position: relative; display: block; padding: .4em .4em .4em .8em; *padding: .4em; margin: .5em 0 .5em 2.5em; background: #EDECEA; color: #444; text-decoration: none; transition: all .3s ease-out; } .rectangle-list a:hover{ background: #FFFFFF; } .rectangle-list a:before{ content: counter(li); counter-increment: li; position: absolute; left: -2.5em; top: 50%; margin-top: -1em; background: #DC000C; height: 2em; width: 2em; line-height: 2em; text-align: center; font-weight: bold; } .rectangle-list a:after{ position: absolute; content: ”; border: .5em solid transparent; left: -1em; top: 50%; margin-top: -.5em; transition: all .3s ease-out; } .rectangle-list a:hover:after{ left: -.5em; border-left-color: #fa8072; }
Naargelang een van de motieven primeert, zal meer nadruk gelegd worden op een bepaalde combinatie van meer lasten op kapitaal, milieuvervuiling en consumptie. De voorbije dagen is wel benadrukt dat we niet al zeer mogen vertrouwen op de symboliek: de effecten hangen sterk af van de concrete manier waarop de verschuivingen worden doorgevoerd.
Vermogensbelastingen
Vermits kapitaal per definitie meer geconcentreerd is bij de rijkste mensen, zal een belasting op kapitaal(inkomsten), automatisch bijdragen tot herverdeling. Daarom is het politiek en symbolisch zo belangrijk voor wie hecht aan gelijkheid in een wereld waar de ongelijkheid almaar lijkt toe te nemen. De stroom van lekken over belastingontwijking door steenrijke mensen – LuxLeaks, SwissLeaks – die MO* mee op gang houdt, versterkt dat motief alleen maar. We leven effectief in een wereld waarin de secretaresse van de miljardair verhoudingsgewijs een pak meer belastingen betaalt dan de miljardair.
We leven effectief in een wereld waarin de secretaresse van de miljardair verhoudingsgewijs meer belastingen betaalt dan de miljardair
België is een van de weinige landen waar de ongelijkheid, volgens de OESO, amper is toegenomen, en de grote vraag is of deze regering het beleid van alle vorige Belgische regeringen op dit vlak zal omkeren. Meer lasten op vermogen kan ervoor zorgen dat ook deze regering zich blijft inschrijven in de Belgische traditie van relatieve gelijkheid.
Het klopt dat een belasting op vermogens(inkomens) meer gevoelig kan zijn aan kapitaalvlucht als België ze alleen doorvoert. Daarom is het zeer uitkijken naar de mate waarin de minister van Financiën Johan Van Overtveldt zijn belofte, dat hij het probleem van onrechtvaardige tax rulings in de EU zal aankaarten, effectief zal waarmaken.
Het klopt tevens dat een belasting op vermogens(inkomens) meer administratief werk vergt dan een verhoging van de btw of accijnzen. Het argument van mindere efficiëntie klopt maar op de korte termijn. Als de bevolking ons belastingstelsel ervaart als onrechtvaardig, kan dat eenieders bereidheid om bij te dragen ondermijnen. Dat dit risico niet denkbeeldig is, blijkt uit de zeer brede steun voor een vermogensbelasting uit de Knackenquete van eind 2014: zelfs N-VA-kiezers zijn er in grote meerderheid voor gewonnen. Het invoeren van een vermogensbelasting en zo bijdragen tot het gevoel dat de belastingen rechtvaardig zijn, is in die zin bijzonder efficiënt voor de belastingheffing.
Met BTW kan je meerdere richtingen uit
Meer belastinginkomen verwerven via een hogere btw, is relatief efficiënt: het kan met een kleine ingreep een pak geld opbrengen. Minister Van Overtveldt wees erop dat België in vergelijking met andere landen erg veel uitzonderingen toestaat op het tarief van 21 procent. Dat ongedaan maken, kan veel opbrengen. De Hoge Raad van Financiën berekende dat het harmoniseren van alle btw-tarieven op 21 procent in België negen miljard euro kan opbrengen. Als België slechts evenveel uitzonderingen zou toestaan als de meeste rijke landen, zou dat vier miljard euro in het laatje brengen.
Het kan daarom ook toelaten om relatief snel de arbeidslasten serieus te verlagen. Dat zal zeker banen opleveren volgens de Gentse professoren Schoors en Peersman: 10.000 jobs per miljard euro verschuiving. De jonge socialist Mathias Somers verwierp dat idee omdat het verlies aan koopkracht elke jobcreatie zou fnuiken.
De Gentse professor Koen Schoors veegt dat argument van tafel: ‘Somers verwart een btw-verhoging met een btw-shift. Wat Somers niet goed door heeft, is dat door een verschuiving van lasten van arbeid naar btw, de prijzen van de binnenlandse producten gemiddeld niet stijgen, maar gelijk blijven: de arbeidslasten dalen immers voor Belgische bedrijven, terwijl de btw ook voor importproducten stijgt. Die worden misschien iets duurder, maar dat dwingt de importeurs om ofwel hun winstmarges te verkleinen ofwel marktaandeel te verliezen aan lokale producenten.’
Dit verwijst naar het oude idee dat al in de jaren negentig door academici en later door Vivant op tafel werd gelegd: waarom zouden we ons uit de wereldmarkt prijzen door onze sociale zekerheid haast uitsluitend te financieren met lasten op arbeid? Waarom laten we consumptiebelastingen op Chinese producten niet evenveel bijdragen tot onze sociale bescherming als lasten als op Belgische producten?
Waarom laten we consumptiebelastingen op Chinese producten niet evenveel bijdragen tot onze sociale bescherming als lasten op Belgische producten?
Dat dit op zich logische idee twintig jaar nadat het voor het eerst werd geopperd, nog altijd niet werd doorgevoerd wijst op de weerstanden die het oproept. En die hebben in de eerste plaats te maken met argumenten van herverdeling: een btw treft de laagste inkomens relatief het meest omdat zij een groter deel van hun inkomen moeten uitgeven aan levensnoodzakelijke producten. Als die dan vijftien procent duurder worden, raakt hen dat meer dan rijke mensen die daaraan maar vijf procent van hun inkomen moeten besteden.
De Gentse econoom Gert Peersman erkent dat dit inderdaad het geval kan zijn, maar wees er terecht op dat je op verschillende manieren een taxshift van arbeid naar BTW kan invoeren. Zo kan de btw op levensnoodzakelijke producten zoals voedsel of geneesmiddelen op zes procent worden gehouden. En je kan de btw op luxeproducten optrekken naar dertig of meer procent.
Zou een miljardair als Marc Coucke een schilderij minder kopen omdat hij er wat meer btw moet op betalen? Je kan de btw-verhoging voor de laagste inkomens volledig compenseren door een even grote verhoging van het nettoloon (naast de verlaging van de inkomensbelasting). Dat kan zeker maar dan knaag je aan de jobcreatie.
Professor Schoors vindt dat de linkerzijde te weinig de voordelen van een btw-shift inziet: ‘Wat links onvoldoende beseft, is dat btw door iedereen wordt betaald: ook door fraudeurs, zwartwerkers en renteniers. De shift van arbeidslasten naar btw is dus ook een stille verscvhuiving van lasten naar vermogen. En dat zou links net blij moeten maken, want rechts heeft dit blijkbaar niet door.’
Wat daar ook van zij, zodra de regering dus met een btw-verhoging uitpakt – minister van Financiën Van Overtveldt suggereerde dat die de kern van de tax shift moet uitmaken - is het belangrijk te bekijken hoe dat gebeurt. Als het gebeurt zonder de correcties die hierboven worden gesuggereerd, draagt ze bij tot meer ongelijkheid.
Groene fiscaliteit
Wie onze economie duurzamer wil maken, doet er goed aan ongewenste milieu-effecten zwaarder te belasten. Dat corrigeert immers het marktfalen dat zo eigen is aan de milieuproblematiek: de markt blijkt niet in staat milieukosten in de prijs te verrekenen waardoor producenten en consumenten aangezet worden tot vervuilend gedrag.
Wat betekent dit concreet? Een van de belangrijkste voorbeelden hiervan is de belasting van fossiele brandstoffen die immers bij verbranding de broeikasgassen produceren die de klimaatverandering in de hand werken. Voor zo’n CO2-taks is nu meer ruimte, en meer reden, omdat de internationale aardolieprijzen sterk gezakt zijn.
België heft relatief weinig milieutaksen. We halen maar 4,76 procent van onze belastingen uit milieutaksen, op Frankrijk na het laagste cijfer van de hele EU die gemiddeld 6,05 procent haalt. Volgens de Bond Beter Leefmilieu (BBL) kunnen we zes miljard euro extra binnen halen, als we evenveel milieutaksen heffen als Denemarken.
Van Overtveldt nam al wat afstand van deze piste door erop te wijzen dat ecologische taksen niet stabiel zijn: als ze effect sorteren, gaan mensen zich minder vervuilend gedragen en brengen de milieutaksen minder op.
‘We kunnen zes miljard extra binnen halen als we evenwel milieutaksen heffen als Denemarken’
‘Dat blijkt niet uit de feiten’, zegt Mathias Bienstman van BBL. ‘Landen die meer halen uit milieutaksen, hebben geen problemen om die inkomsten op peil te houden. De reden is dat de meest milieubelastende energiebronnen niet prijselastisch zijn: mensen blijven ze kopen ook al worden ze duurder.
Verder is het mogelijk om het tarief op te drijven: zo verhogen de tarieven van de Vlaamse groene belasting op de in verkeerstelling (BIV) op het ritme van de verbetering van de CO2-uitstoot van wagens.’
Net als bij de btw stelt zich bij milieutaksen ook de vraag of ze niet sociaal onrechtvaardig zijn en mensen met een laag inkomen verhoudingsgewijze meer treffen. Het antwoord is ook hier: ja, tenzij er begeleidende maatregelen worden genomen.
Fiscaliteit en fiscale keuzes geven de samenleving vorm. Dat wisten we al langer. Dat zal met deze tax shift niet anders zijn zoals we hierboven hebben aangegeven. Elke keuze om de tax shift zus of zo in te vullen, zal de weerspiegeling zijn van bepaalde maatschappelijke keuzes.