De magere agenda van Cancún
Alma Dewalsche
24 november 2010
De VN-klimaattop in Cancún van 29 november tot 10 december zal geen nieuw klimaatakkoord opleveren, zoveel is zeker. Toch hoopt de internationale gemeenschap een jaar na de kater van Kopenhagen verder aan de slag te kunnen met enkele bouwstenen uit het Kopenhagenakkoord:
Fast start Financing:
In Kopenhagen beloofden de rijke landen om op korte termijn (2010-2012) 21 miljard euro op tafel te leggen. Dat geld is bedoeld om landen te helpen zich aan te passen aan de gevolgen van de klimaatverandering. De Minst Ontwikkelde landen en de Meest Kwetsbare landen krijgen daarbij voorrang. De Europese Unie neemt 5,2 miljard euro voor haar rekening. Europees Klimaatcommissaris Connie Hedegaard op een conferentie van Oxfam International in Brussel: ‘We zijn hard aan het werken opdat de industrielanden die beloftes zouden nakomen.’ Ze gaf wel toe dat het geld niet allemaal nieuw en bijkomend kan zijn, zoals gevraagd. België zegde voor een periode van drie jaar 150 miljoen euro toe. Voor 2010 werd 42 miljoen euro vrijgemaakt. Om het wantrouwen van de ontwikkelingslanden tegenover de rijke landen weg te nemen, is het van cruciaal belang dat het geld voor dit snelle fonds effectief boven tafel komt.
Het Kopenhagen Groen Klimaatfonds:
Het Kopenhagenakkoord keurde ook een fonds goed voor financiering op de langere termijn: 70 miljard euro tegen 2020. Europa heeft zijn steun toegezegd aan dit fonds. Commissaris Hedegaard wil in Cancún duidelijke afspraken bereiken over de architectuur, het beheer en de reikwijdte van dit fonds en de financiële garanties.
Uitbreiding Kyotoprotocol:
Europa pleitte in Kopenhagen voor een totaal nieuw akkoord. Voor de ontwikkelingslanden is het Kyotoprotocol het enige duidelijke kader waarin de rijke landen tot engagement worden gedwongen. Op basis van verder overleg is Europa nu wel bereid te spreken over een verlenging van het Kyotospoor, op voorwaarde dat er ook verplichtingen komen voor groeilanden als China, India en Brazilië, en dat de hiaten en misbruiken in het Kyotoprotocol worden weggewerkt.
Europa van 20 naar 30 procent emissiereductie?
Niet vóór Cancún, stellen zowel Hedegaard als Jos Delbeke, hoofd van het directoraat-generaal Klimaat van de Europese Commissie. Delbeke: ‘De discussie binnen de EU is hevig en op dit ogenblik worden de financiële consequenties hiervan land per land onderzocht. Misschien zetten we die stap op de EU-Milieuraad van maart 2011. Maar als de grote uitstoters geen vergelijkbare inspanningen doen, kan Europa geen verschil maken.’ Ook Peter Wittoeck van de federale overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu en tevens hoofd van de dienst klimaatverandering vindt dat ‘alle sleutels tegelijk omgedraaid moeten worden’.