De nalatenschap van onze generatie: een New Deal voor vluchtelingen?
VN-secretaris-generaal Ban Ki-moon roept vandaag, voor het eerst, alle landen samen om de hulp aan vluchtelingen wereldwijd beter te verdelen. Maar verschillende lidstaten geven het nationale eigenbelang voorrang op de mondiale kijk. Kan de Amerikaanse president Obama dinsdag het tij keren?
Syrische vluchtelingen zetten voet aan wal in Griekenland (2015)
CAFOD Photo Library (CC BY-NC-ND 2.0)
Eind 2015, in volle vluchtelingencrisis in de Middellandse Zee, besliste de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties om een allereerste wereldwijde top voor vluchtelingen te houden, op 19 september 2016.
Vandaag is het zover.
Voor het eerst sinds het ontstaan van de VN in 1948 vindt in New York een top over vluchtelingen plaats. Het zal de laatste Algemene Vergadering zijn die Ban Ki-Moon als secretaris-generaal zal toespreken. De man wil een erfenis nalaten. Een dag later komt een tweede man die aan het eind van zijn ambtstermijn is in actie: de Amerikaanse president Barack Obama.
Het huidige wereldwijde systeem van vluchtelingenbescherming is niet in staat om de grotere groepen ontheemden toegang te bieden tot de rechten die zij hebben
België stuurt vier ministers naar New York: eerste minister Charles Michel, minister van Buitenlandse Zaken Didier Reynders, minister van Ontwikkelingssamenwerking Alexander De Croo en staatssecretaris voor asiel en migratie Theo Francken.
De bewoordingen waarin de VN en de VS hun initiatieven aankondigden, laten uitschijnen dat we voor een nieuwe historische mijlpaal staan: een nieuw systeem van het kaliber van het VN Vluchtelingenverdrag van 1951. Het zou geen overdrijving zijn: we maken de grootste vluchtelingencrisis sinds WOII mee. 65 miljoen mensen moesten gedwongen huis en haard achterlaten. 21 miljoen van hen staken daarbij de landsgrens over en worden dus beschouwd als “vluchtelingen”, de anderen zijn IDP’s: “intern verplaatste personen”.
Het huidige wereldwijde systeem van vluchtelingenbescherming is niet in staat om de grotere groepen ontheemden toegang te bieden tot de rechten die zij hebben. Hieronder de voorgestelde game changers die de diplomatieke gesprekken beheersten.
1. Wereldwijd verantwoordelijkheid delen
60 procent van de 21 miljoen vluchtelingen verblijft in tien landen die een klein deeltje van de wereldwijde rijkdom vertegenwoordigen: Turkije, Libanon, Jordanië, Iran, Pakistan, Ethiopië, Kenia, Oeganda, Tsjaad en Soedan. Rijkere landen vangen slechts 14 procent van alle vluchtelingen op. Er woeden verschillende aanslepende conflicten tegelijk en de klimaatvluchtelingen moeten nog komen.
Momenteel worden jaarlijks wereldwijd slechts 100.000 vluchtelingen hervestigd
Een betere wereldwijde verdeling van de opvang van vluchtelingen kan een oplossing bieden. 21 miljoen is nog altijd maar 0,3 procent van de wereldbevolking. Momenteel worden jaarlijks slechts 100.000 vluchtelingen hervestigd. Amnesty International beschouwt 1,2 miljoen tegen eind 2017 als het aantal dat nodig is voor een betekenisvolle impact. Het is nog altijd minder dan een tiende van alle vluchtelingen.
VN-Vluchtelingenorganisatie UNHCR wil 10 procent van de 4,5 miljoen Syrische vluchtelingen hervestigd krijgen. De drie landen – de Verenigde Staten, Canada en Australië – die vandaag het grootste deel van de 100.000 voor hun rekening nemen, zouden dat niet alleen kunnen dragen. Er moeten dus nieuwe landen naar voren komen voor de hervestiging van vluchtelingen.
De VS plannen wel meer vluchtelingen te hervestigen. De Amerikaanse staatssecretaris voor Asiel en Migratie Anne Richard legt uit: ‘De tienduizendste Syrische vluchteling is inmiddels hervestigd en binnen een paar weken zullen we in totaal 85.000 vluchtelingen hervestigd hebben. Daarmee heeft Obama zijn belofte ingelost, maar het blijft een klein aantal. We hopen de screeningsprocedure van elke vluchteling voor aankomst in de VS uit te breiden, zodat we grotere aantallen aankunnen.’
De verdeling van vluchtelingen zou niet meer verlopen volgens het beginsel van “verantwoordelijkheid volgens nabijheid”, maar “verantwoordelijkheid volgens draagkracht”
In 2018 zou er dan een permanent systeem komen dat de hervestiging van alle toekomstige – kwetsbare – vluchtelingen eerlijk verdeelt.
Het argument dat tot vandaag het beleid beheerst – dat het beter is om alle vluchtelingen in de buurlanden van een conflictland op te vangen – zou in Ban Ki-moon’s New Refugee Deal vervallen. We zouden deze crisis immers gaan bekijken als een crisis van de gehele mensheid. De verdeling van vluchtelingen zou niet meer verlopen volgens het beginsel van “verantwoordelijkheid volgens nabijheid”, maar “verantwoordelijkheid volgens draagkracht”.
Maar: de belangrijkste beslissingen zijn al genomen, en het wordt geen mijlpaal.
Ban Ki-moon’s Global Compact on Refugee Responsibility-Sharing waarin hij de lidstaten vroeg om op jaarlijkse basis 10 procent van alle vluchtelingen te hervestigen, werd afgezwakt tot de New York Declaration die vandaag wordt aangenomen. De lidstaten haalden er alles uit dat hen tot specifieke engagementen zou kunnen verplichten.
Vrouw, opgehouden aan de Grieks-Macedonische grens, laat de emoties de vrije loop.
Steve Evans (CC BY-NC 2.0)
2. Van humanitaire hulp naar ontwikkeling en zelfredzaamheid
Volgens UNHCR is de integratie van vluchtelingen één van de grote uitdagingen van onze tijd. Als vluchtelingen opgaan in de gastgemeenschappen en als gelijken deelnemen aan de samenleving, zullen ze ook minder zichtbaar worden. Dan kunnen onverantwoordelijke politici of anti-immigratiebewegingen hun aanwezigheid minder makkelijk uitbuiten. Hoe beter de integratie, hoe minder xenofobie.
De integratie van vluchtelingen in West-Europa verloopt eindeloos veel efficiënter dan integratie in de tien vermelde landen waar 60 procent van de 21 miljoen vluchtelingen verblijft. Als in die landen de integratie niet verbetert, zullen vluchtelingen blijven proberen om naar Europa te komen.
We moeten van humanitaire hulp, die vluchtelingen niet helpt integreren in de samenleving maar overleven aan de rand daarvan, naar ontwikkeling en zelfredzaamheid
Daarom is een tweede revolutie in ons denken noodzakelijk: van humanitaire hulp, die vluchtelingen niet helpt integreren in de samenleving maar overleven aan de rand daarvan, naar ontwikkeling en zelfredzaamheid. Dat betekent dat traditionele ontwikkelingsinstellingen als de Wereldbank nu ook programma’s zouden voorzien voor vluchtelingen.
Bij hulp aan slachtoffers van natuurrampen en oorlogen kwam onderwijs van kinderen altijd op de tweede plaats, na voedsel en onderdak. Het moet op gelijke hoogte komen. Als we sneller hadden geïnvesteerd in onderwijs voor Syrische kinderen in Turkije, Libanon en Jordanië hadden we de grote vluchtelingenstroom naar Europa kunnen voorkomen.
Nu moeten we verantwoordelijkheid opnemen voor onze nalatigheid. Dat besef dringt stilaan door. De EU-commissaris voor Humanitaire Hulp heeft steeds meer budget over voor onderwijs van kinderen in noodsituaties. Ook de Belgische regering is aan boord.
En nu doet ook de Amerikaanse president Barack Obama een ambitieuze poging: op 20 september organiseert hij een tweede top waar wél concrete engagementen uit moeten voortkomen. Hij wil al zijn gewicht in de schaal werpen om een kerngroep van landen te bewegen tot “snel en beslissend leiderschap”.
Enkel die landen die aan de VS verzekerden dat ze vanaf begin 2016 nieuwe, tastbare engagementen van hogere financiering en hervestiging waren aangegaan, ontvingen een uitnodiging voor de top.
Enkel die landen die verzekerden dat ze vanaf begin 2016 nieuwe, tastbare engagementen van hogere financiering en hervestiging waren aangegaan, ontvingen een uitnodiging voor Obama’s top.
‘België besteedt dit jaar in totaal 65 miljoen euro aan humanitaire bijdragen voor Syrië’, zegt minister De Croo. ‘Dat is een stijging van 25 procent tegenover 2015 en dat is dichtbij het doel van de Obama-top van 30 procent. Het totale humanitaire budget van België is 170 miljoen euro in 2016, het hoogste bedrag ooit. 90 miljoen daarvan gaat naar humanitaire hulp aan vluchtelingen en onderwijs in vluchtelingenkampen.’
Volgens de berekening van Oxfam International doet België op dat vlak meer dan zijn “eerlijk deel”. Het was in ieder geval goed voor een uitnodiging van president Obama.
De Amerikaanse staatssecretaris Anne Richard licht toe: ‘Aan de landen die nu al massa’s vluchtelingen opvangen in de conflictregio’s heb ik gevraagd om één miljoen meer kinderen naar school te laten gaan en één miljoen meer volwassenen legaal te laten werken.’
Deze landen vroegen aan de VS garanties dat, als ze zich hiervoor zouden inspannen, ze daarbij zeker de steun van rijkere landen zouden krijgen. Om scholen te bouwen, leerkrachten te betalen, taallessen te geven, schoolmaterialen en transport voor de kinderen te voorzien.
Die garanties zijn de inzet van de Obama-top.
‘Aan rijkere landen vroeg ik ook om meer vluchtelingen opnemen via hervestiging, beurzen, humanitaire visa en tijdelijke beschermingsstatuten’, zegt Anne Richard.
Rusland heeft de VS niet benaderd. ‘De landen die ik het moeilijkst tot actie kan bewegen, zijn de landen die niet eens een vluchtelingenbeleid hebben en dus geen ambtsgenoot om me toe te richten’, zegt Richard. ‘Zeker de landen van de G8, de acht grootste wereldeconomieën, en de vijf permanente leden van de VN Veiligheidsraad hebben een grotere verantwoordelijkheid om humanitaire leiders te zijn.’
In Rusland hebben slechts 2000 Syriërs een verblijfsstatuut gekregen. Rusland biedt 0 hervestigingsplaatsen.
Rusland draagt met militaire campagnes in Noord-Syrië bij aan vluchtelingenstromen naar Turkije, maar in Rusland zelf hebben slechts 2000 Syriërs een verblijfsstatuut gekregen. Rusland biedt 0 hervestigingsplaatsen, en slechts 1 procent van de 717 miljoen dollar die het land volgens berekening van Oxfam International zou kunnen bijdragen aan hulpprogramma’s. Rusland neemt evenmin deel aan donorconferenties.
Human Rights Watch roept Rusland op om de VN-top te gebruiken om daar verandering in te brengen. Maar de New York Declaration van de VN-top bevat geen garanties, geen mechanisme om investeringen in de zelfredzaamheid van vluchtelingen af te dwingen.
De tekst spreekt ook van “inspanningen om de arbeidsmarkt te openen, indien mogelijk”. Dat is zelfs een afzwakking van het bindende Vluchtelingenverdrag van 1951 dat de toegang tot werk als een recht beschouwt en dus als een plicht voor het gastland.
Vluchtelingen aan de Grieks-Macedonische grens vragen om de vrije doorgang
Steve Evans (CC BY-NC 2.0)
3. Het internationaal recht opnieuw bevestigen
Het Vluchtelingenverdrag blijft gelden. Correcte asielprocedures worden gegarandeerd voor elke asielzoeker.
Het is veelzeggend dat de bevestiging van wat we al hebben sinds 1951, in 2016 als een game changer wordt beschouwd. De afgelopen jaren kwam het Vluchtelingenverdrag, een hoeksteen van de naoorlogse wereldorde, immers zwaar onder druk te staan. Op verschillende plaatsen in de wereld waar het verdrag relatief correct werd toegepast, werd het plots massaal met de voeten getreden.
De EU-Turkije deal is de grootste schending van het Vluchtelingenverdrag
De EU-Turkije deal is de grootste schending van het Vluchtelingenverdrag. Onder die deal kunnen asielzoekers worden terug gestuurd van Griekenland naar Turkije zonder dat zij toegang hebben gehad tot een kwaliteitsvolle asielprocedure. De asielprocedure in Griekenland beantwoordt niet meer aan internationale standaarden, en Turkije past het Vluchtelingenverdrag niet eens toe op Syriërs.
Ook sp.a-voorzitter John Crombez beweerde in De Zevende Dag van zondag 31 januari 2016 dat Turkije “over enkele maanden” de status van veilig land zou kunnen krijgen. Zes maanden later kwam de bedenker van de deal, Gerald Knaus van de denktank European Stability Initiative (ESI), naar buiten met de vaststelling dat Griekenland nog geen enkele asielzoeker terugstuurde omdat het niet gelooft dat Turkije inspanningen deed om als veilig derde land beschouwd te kunnen worden.
Die uitkomst was zes maanden geleden al perfect voorspelbaar.
Inmiddels sluit de Turkse overheid vluchtelingen op in detentiecentra gefinancierd met Europees ontwikkelingsgeld, waarna het sommige vluchtelingen deporteert over de Syrische grens.
13.000 asielzoekers en migranten zijn gestrand in mensonwaardige kampen op de Griekse eilanden, 50.000 op het Griekse vasteland
Er worden niet alleen geen vluchtelingen terug naar Turkije gestuurd, er worden er ook geen hervestigd naar andere EU-lidstaten. Griekenland wordt dus een gevangenisland, in de woorden van Knaus. 13.000 asielzoekers en migranten zijn gestrand in mensonwaardige kampen op de Griekse eilanden, 50.000 op het Griekse vasteland.
Andere Europese landen vinden dat goed. Hongarije steunt Macedonië bijvoorbeeld bij de bouw van een hek aan de Griekse grens. In België stelde de regering de terugval van de asielaanvragen als een overwinning voor, zonder de realiteit erachter nog te belichten.
Raakt de Australian solution dan toch ingeburgerd? Om te voorkomen dat vluchtelingen nog met bootjes naar Australië zouden varen om hun recht op asiel uit te oefenen, worden alle gevatte vluchtelingen overgebracht naar eilanden in de Stille Oceaan. Daar worden ze opgesloten in overbevolkte detentiecentra tot ze hervestigd worden. Dat kan jaren duren.
Artsen Zonder Grenzen weigert nog EU-financiering te ontvangen om de desastreuze humanitaire gevolgen van dit beleid te verzachten. De organisatie wil geen instrument zijn van een illegaal beleid. ‘De politiek om mensen in gevaar naar andere landen te sturen in ruil voor geld, is een nieuwe aanfluiting van het asielrecht’, klinkt het.
De bevestiging van het Vluchtelingenverdrag in de New York Declaration is een absoluut minimum, maar zelfs dit is weinig meer dan lippendienst. Over de EU-Turkije deal en de situatie in Australië zal niet gesproken worden. Zelfs een clausule over een verbod op de detentie van kinderen in Ban Ki-Moon’s tekst was te controversieel voor sommige lidstaten en werd uit de tekst geschrapt.
Het gezin van Khalil Ibrahim ontvluchtte Aleppo.
CC International Organisation for Migration (CC BY-NC-ND 2.0)
De hele wereld zou baat hebben bij een nieuw kader – geen vervanging, maar een aanvulling van het Vluchtelingenverdrag van 1951
De hele wereld zou baat hebben bij een nieuw kader – geen vervanging, maar een aanvulling van het Vluchtelingenverdrag van 1951 – waarbinnen landen deze grotere beweging van vluchtelingen opnieuw in alle stilte kunnen beheren. Zo kan de vluchtelingencrisis ophouden een crisis te zijn, en minder angstwekkend en zichtbaar gebracht worden in de koppen van kranten en journaals. En zo kunnen xenofobie en racisme terug gedrongen worden.
In de New York Declaration die lidstaten vandaag plannen aan te nemen, spreken ze hun toenemende bezorgdheid uit ‘dat in veel delen van de wereld sprake is van xenofobe en racistische reacties op vluchtelingen en migranten en dat dergelijk gedrag steeds meer geaccepteerd wordt’. Ook al hebben vele leiders dat zelf aangewakkerd en gelegitimeerd.
De huidige politieke leidersklasse is niet de generatie die een nieuw hoofdstuk zal schrijven in de geschiedenis van de bescherming van vluchtelingen. Het is de generatie die naar New York trekt met als belangrijkste opdracht om het vermeende nationale eigenbelang na te streven. De politici die wél de globale blik willen opzetten, zullen onvoldoende gewicht in de schaal kunnen leggen.
Maar wie weet gebeurt er op 19 en 20 september 2016 een wonder in New York.