De nefaste tango van China en de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO)
Geld, macht en politiek gerommel in de rangen van de WHO
‘Een WHO-directeur-generaal kan een lidstaat niet te hard aanpakken, en zeker niet eentje als China of Amerika.’ Het is een treffend antwoord van een Europese topdiplomaat. De vraag: waarom de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) niet strenger optrad tegen China.
WHO-topman Tedros Adhanom (links op foto) had eind 2019 niets dan lof voor de corona-aanpak van Chinees president Xi Jinping (rechts). ‘Echt tegen China ingaan kan contraproductief zijn’, zegt een Belgische topdiplomaat.
© Reuters / POOL NIEUW
De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) moet de wereld helpen beschermen tegen het nieuwe coronavirus. Daarvoor heeft ze ‘een paar duizend personen en het budget van een gemiddeld ziekenhuis’ ter beschikking. En voor de rest hangt ze vooral af van goodwill, geld van anderen en geopolitieke machtsspelletjes. ‘Een WHO-directeur-generaal kan een lidstaat niet te hard aanpakken, en zeker niet eentje als China of Amerika.’
‘Soms zijn ze te snel, soms zijn ze te laat’, echoot het na elke epidemie. Bij de varkensgriep, tien jaar geleden, reageerde de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) te fel en leidde dat tot buitensporige medische kosten. Vier jaar later bij ebola was ze te traag en kostte dat mensenlevens.
Er kwam veel kritiek op beide manieren van aanpak, bevestigt een Europees diplomaat voor de Verenigde Naties in Genève: ‘Ik weet zeker dat de WHO-experts niet tevreden waren. Maar het is niet omdat zij ontevreden zijn dat de directeur-generaal dat ook kan uiten.’
Of de WHO ook bij de aanpak van het nieuwe coronavirus te traag of te snel was, zal blijken uit het finale rapport van een onafhankelijke onderzoekscommissie, het Independent Panel for Pandemic Preparedness and Response (IPPR). Het onafhankelijke panel moet zowel het optreden van de WHO als dat van de lidstaten uitspitten, en dat onder leiding van voormalig eerste minister van Nieuw-Zeeland Helen Clark en Ellen Johnson Sirleaf, oud-presidente van Liberia. Het rapport moet er liggen in mei 2021. Een eerste tussenrapport wordt verwacht in november.
WHO moet vertrouwen op goodwill
Na het fiasco met het SARS-virus in 2003 en het besef dat meer globalisering ook tot meer epidemieën kan leiden, ondernam de WHO stappen. Ze paste in 2005 haar internationaal gezondheidsreglement, ook gekend als het IHR, aan.
Het IHR is een multilaterale overeenkomst tussen de WHO en haar 194 lidstaten. Een bindend akkoord, maar zoals bij de meeste vormen van internationaal recht heeft de
WHO de autoriteit noch de middelen om het IHR af te dwingen. Ze gaat ervan uit dat lidstaten naleving zullen nastreven, want de gevolgen zijn rampzalig: een hoog aantal
zieke en dodelijke slachtoffers, een slecht imago of uitsluiting door andere landen.
Maar anno 2020 voldoet geen enkele lidstaat aan de vereisten van het IHR. Nochtans had dat levens kunnen redden. Het reglement verplicht landen namelijk om informatie te delen over een ziekte die zou kunnen uitgroeien tot een internationale gezondheidsdreiging. COVID-19 was en is zo’n dreiging bij uitstek.
‘De WHO heeft een relatief klein secretariaat met een paar duizend personen en een budget van een gemiddeld ziekenhuis.’
Enkele landen voerden dit jaar felle discussies met de WHO over het sluiten van de internationale grenzen omwille van het coronavirus. Want het IHR beschermt niet alleen levens, maar tegelijk ook de economie. Zo bepaalt het reglement dat landen geen maatregelen mogen nemen die onnodig inwerken op handel en verkeer.
De “neutrale” positie van de WHO zou de organisatie uiterst geschikt moeten maken om te oordelen of grenzen al dan niet gesloten moeten worden om een gezondheidsdreiging in te dammen, maar geopolitieke belangen spelen sterk. Enkele landen, waaronder de Verenigde Staten, besloten in januari om op eigen houtje de grenzen met China te sluiten, hoewel dat inging tegen het advies van de WHO.
‘Het enige wat het secretariaat (van de WHO, red.) deed, was erop wijzen dat landen die reisrestricties moesten melden en verantwoorden volgens het IHR’, zo verduidelijkt de VN-diplomaat in Genève. ‘De WHO gaf daar een opinie over en publiceerde die. Het WHO-reglement verbiedt die reisrestricties niet, al wordt de opinie daarover geïnterpreteerd als een veroordeling. Dat is een nuanceverschil. Misschien is het reglement hier te zwak en moeten instrumenten worden gecreëerd, maar dan niet binnen de schoot van de WHO.’
‘De WHO heeft een relatief klein secretariaat met een paar duizend personen en een budget van een gemiddeld ziekenhuis’, zegt de diplomaat. Tachtig procent van dit budget is afkomstig van vrijwillige bijdragen, waarvan de donoren grotendeels de bestemming bepalen. De VS en de Bill & Melinda Gates Foundation zijn de grootste geldschieters.
‘De tanden die de WHO heeft zijn naming and shaming en het internationaal gezondheidsrecht. Meer dan dat heeft de WHO niet. Ze heeft geen instrumenten en geen macht.’
De WHO is overgelaten aan de goodwill van haar lidstaten. En dat is problematisch wanneer grootmachten zoals China en de VS hun spierballen laten rollen. ‘VN-instellingen liggen heel snel lam als er grote onenigheid is en er diplomatieke spanningen zijn.’
Anno 2020 voldoet geen enkele WHO-lid-staat aan de vereisten van het internationale gezondheidsregle-ment. Dat had bij het begin van de corona-crisis nochtans leven kunnen redden.
© Reuters / HAND-OUT
Inconsistente informatie
Op 14 januari stuurde de WHO een intussen beruchte en veel bediscussieerde tweet de wereld in: ‘Voorlopig onderzoek van de Chinese autoriteiten heeft geen duidelijk bewijs gevonden van overdracht van het nieuwe coronavirus van mens op mens.’ Velen trokken hierdoor de ernst van het virus in twijfel.
Intussen verscherpten Hongkong, Taiwan en Singapore de grenscontroles voor passagiers
uit Wuhan, China. Het was de vooravond van het Chinees Nieuwjaar en de regio maakte zich op voor de grootste massamigratie van het jaar. De Chinese overheid verwachtte 440 miljoen spoorreizen en 79 miljoen vliegtuigreizen voor eind januari.
Als het virus met hen zou meereizen, zou het zich razendsnel verspreiden. Niet alleen binnen China maar ook naar Taiwan, Hongkong en Singapore. Deze drie pionierlanden herinnerden zich nog goed dat andere coronavirus waarvan China de ernst gebagatelliseerd had: SARS.
Maar dr. Tedros Adhanom Ghebreyesus, de directeur-generaal van de WHO, was vol vertrouwen: China was gevraagd naar meer informatie en zou die vraag meteen hebben beantwoord op 31 december. Sterker zelfs: Tedros loofde China’s medewerking, prees de transparantie en verweet andere landen de informatie zelf onderschat te hebben.
‘Het geneerde mij een beetje dat hij iets te veel lof had voor de Chinese leiding’, zegt de diplomaat in Genève. ‘Maar echt tegen China ingaan kan contraproductief zijn, omdat je dan de communicatiekanalen sluit.’
Tedros’ lofzang stond in schril contrast met lokale berichtgeving uit China: dokters werden gearresteerd en media gecensureerd. De moeizame informatiestroom was gekend binnen de WHO, zo bleek uit interne documenten van de WHO die het Amerikaanse persbureau Associated Press kon inkijken.
Die documenten verklaarden Tedros’ keuze ook als een strategie om China tot informatie te verleiden. Zoals in de fabel van de vos die de raaf zijn lekkere stukje kaas ontfutselt door hem zo veel te complimenteren dat hij zijn bek uiteindelijk opendoet. ‘Een directeur-generaal van de WHO kan een lidstaat niet te hard aanpakken, zeker niet eentje als China of Amerika’, verklaart de diplomaat.
De bezorgdheid over COVID-19 was natuurlijk reëel, zo getuigde ook de Chinese arts Li. Hij was een van de eerste klokkenluiders over de gevaren van het virus, en ook een van de eerste dokters die gearresteerd werden. Hij overleed uiteindelijk zelf aan de ziekte. Op zijn sterfbed zei hij: ‘Ik denk dat er meer dan één stem moet zijn in een gezonde samenleving.’
Chinese wetenschappers doen aan zelfcensuur om represailles van Beijing te vermijden, maar niet alleen zij, natuurlijk: ook het regime censureert en vertraagt de informatiestroom. Dat ondervond voormalig WHO-secretaris-generaal Gro Harlem Brundtland in 2003. Toen ze ontdekte dat China informatie achterhield over het nieuwe SARS-virus, gaf ze Beijing publiekelijk een berisping. Brundtland betaalde de prijs voor haar stoutmoedige gedrag, want samenwerking met de gekrenkte Volksrepubliek zou nadien moeilijk worden.
Vanuit die herinnering zou Tedros begin dit jaar gekozen hebben voor de wortel en niet voor de stok.
Geld is macht
Al weerklonk in Tedros’ lofzang mogelijk ook zijn loyaliteit aan China. ‘Dr. Tedros werd met Chinese steun verkozen (tot WHO-directeur-generaal, in 2017, red.)’, klinkt het in Genève. Net dat jaar uitte China zijn ambitie om zijn invloed op de Verenigde Naties te verhogen, ‘en dat voelen we nu al’. Niet onbelangrijk: de WHO is een van de gespecialiseerde organisaties van de VN.
‘China is veel sterker geworden’, zei Gro Harlem Brundtland in een interview met het Duitse tijdschrift Der Spiegel. ‘Iedereen die het land nu openlijk bekritiseert (…) loopt het risico dat China zich terugtrekt.’
Het vertrek van de VS kan ook leiden tot een hertekening van de invloed van andere landen op de WHO.
Dat ondervond Taiwan al in 2016. Het pas verkozen regime daar viel niet in goede aarde bij China, en daarom mocht Taiwan niet langer waarnemend lid zijn van de jaarlijkse WHO-bijeenkomst. Taiwan zetelt overigens in geen enkele VN-organisatie, omdat het volgens Beijings één-China-politiek bij China hoort. De onafhankelijkheid van Taiwan wordt daarom niet erkend door China, noch door de landen die China niet tegen de borst willen stuiten.
Het is net die toenemende invloed van China op de WHO waar de VS aanstoot aan namen, waarop president Trump zijn fondsen terugtrok. COVID-19 was de trigger voor deze beslissing, die perfect past in de America First-houding van de VS.
Washington heeft zich de laatste jaren uit meerdere VN-organisaties en internationale verdragen teruggetrokken. Het had de WHO zelfs al gewaarschuwd omwille van haar gebrekkige transparantie in aanloop naar de verkiezingen van de nieuwe directeur- generaal in 2017. Bovendien leefden de VS en China al voor de pandemie op gespannen voet, met handelsoorlogen en publiek spierballenvertoon.
Dat de VS hun geld terugtrokken, is een serieuze aderlating voor de Wereldgezondheidsorganisatie. ‘Al is de invloed van de VS op de WHO nog sterk’, klinkt het. Het is geruststellend dat Trumps opvolger de beslissing ongedaan kan maken, vóór het effectieve vertrek op 6 juli 2021. Zelfs als Trump wordt herkozen in november, ligt de hoop bij andere organisaties die het financiële hiaat kunnen vullen, zoals de pas opgerichte WHO Foundation.
Maar het vertrek van de VS kan ook leiden tot een hertekening van de invloed op de WHO. Trump hekelt de groeiende invloed van China, maar bij de oprichting van de WHO was het de Sovjet-Unie die zich uit de organisatie terugtrok… omwille van de te sterke invloed van de VS. Toen voorzagen de VS een derde van het budget van de WHO. Vandaag is dat nog maar vijftien procent.
Geopolitiek gerommel
Dr. Tedros riep op om het coronavirus niet te misbruiken om politieke punten te scoren. Maar de politieke ondertoon was al gezet nog voor de epidemie uitbrak.
Politici speelden wereldwijd in op de bestaande breuklijnen. Republikeinen en Democraten in de VS bekenden politieke kleur door al dan niet een mondmasker te dragen. Noord-Europese lidstaten benadrukten hun eigen belangen of net hun solidariteit met de Zuid-Europese landen. Die laatsten werden in hun al zwakkere economische positie nog eens harder getroffen door de pandemie.
De stroom van medische hulpgoederen bestendigde en verbrak geopolitieke relaties. Zo verweten Italië en Servië de Europese Unie dat die hen niet te hulp schoot.
China reikte hen wél de hand. Terwijl China en Rusland hulpgoederen leverden aan andere landen in nood, scoorde de Chinese propagandamolen ook binnenlandse politieke punten. Zelfs de vraag naar onafhankelijk onderzoek kreeg een politieke echo in handelsoorlogen, zoals de plotse verhoging van importtaksen op Australische gerst.
Maar net zoals de naoorlogse Amerikaanse hulp van het Marshallplan krijgt ook de Chinese steun een politiek staartje. Beijings megaproject De Nieuwe Zijderoute zal niet alleen een wereldwijd netwerk van handel en verkeer worden, maar ook een van schulden en macht. China’s coronahulpstroom lijkt wel een voorproefje van het gezondheidstraject van de Nieuwe Zijderoute.
Tedros kondigde in 2017 al aan, en herhaalde op 18 juni 2020: ‘Alle wegen zouden naar universele gezondheidszorg moeten leiden.’ Een partnerschap tussen de WHO en China, dat leek hem geknipt.
‘De Vlaamse regering blijft een kritische houding aannemen ten aanzien van de rol van China en eist duidelijkheid over de oorsprong van de pandemie.’
Als Ethiopisch minister van Volksgezondheid (2005‑2012) en van Buitenlandse Zaken (2012‑2016) was Tedros vertrouwd met het Chinese beleid. Beijing beschouwt Ethiopië als de toegangspoort tot Oost-Afrika, en dus een belangrijke halte op de Nieuwe Zijderoute. Al is China niet alleen de belangrijkste handelspartner van Ethiopië, maar ook de grootste buitenlandse schuldeiser. De Chinese leningen vertegenwoordigen de helft van de Ethiopische staatsschuld.
Net die combinatie van ministerposten maakte van Tedros in 2017 de geknipte kandidaat-WHO-topman.
De tegenargumenten werden van tafel geveegd als lastercampagnes van de oppositie. Op de aanklacht dat hij als minister cholera-uitbraken in Ethiopië verzwegen zou hebben, bleef Tedros antwoorden dat het ging om ‘gevallen van acute waterachtige diarree’. Naar het autoritaire regime dat Tedros gediend had, en dat het niet altijd nauw nam met de mensenrechten, verwees hij als ‘kinderziekten van een jonge democratie’.
Bovendien genoot Tedros de steun van Azië en van Afrika, onder leiding van respectievelijk China en de Afrikaanse Unie, toen voorgezeten door Zimbabwaans president Robert Mugabe.
Kort na zijn verkiezing benoemde Tedros Mugabe tot Goodwill Ambassador van de WHO, en China tot partner voor universele gezondheidszorg. Die eerste beslissing trok Tedros terug onder internationale druk, die hem de wreedheden van de dictator in herinnering bracht. De laatste beslissing zal hem dit jaar parten gespeeld hebben.
Vandaag China, morgen een andere macht
‘Er zijn politieke gevoeligheden die staten niet appreciëren, waardoor ze zich niet van hun beste kant laten zien’, legt de VN-diplomaat uit. ‘Hierdoor kunnen wetenschappers hun werk niet doen, waardoor wetenschappelijke organisaties gehinderd worden.’
De conclusie dat de macht van de VN-instellingen beperkt is, klonk in mei ook bij ons, in de commissie voor Buitenlands Beleid van het Vlaams Parlement, bij een ‘gedachtewisseling’ over de aanpak van de coronacrisis: ‘De WHO kan zich niet weren. Het is een ledenorganisatie waarin de lidstaten het laatste woord hebben.’
En uit diezelfde commissie ook: ‘Een confrontatie met Beijing zou de toegang tot essentiële informatie uit China hebben afgesloten. (…) Dat neemt niet weg dat de Vlaamse regering een kritische houding blijft aannemen ten aanzien van de rol van China en duidelijkheid eist over de oorsprong van de pandemie.’ Die duidelijkheid moet er komen door de onafhankelijke onderzoekscommissie.
Te snel of te traag? Ook uit deze crisis blijkt dat de goodwill van de lidstaten het ritme van de WHO bepaalt, en niet slagkrachtige instrumenten. En de bewegingsruimte is beperkt, door gespannen geopolitieke verhoudingen en de krappe begroting.
Zo danst de WHO een nefaste tango tussen gezondheid en economie, geopolitiek en diplomatie. Vandaag met China, morgen met een andere grootmacht.
Dit artikel werd geschreven voor het herfstnummer van MO*magazine. Voor slechts 32 euro kan je hier een jaarabonnement nemen! Je kan ook proMO* worden voor slechts 4 euro per maand. Je krijgt dan ook ons magazine toegestuurd en je steunt daarmee ons journalistiek project. Opgelet: Knack-abonnees ontvangen MO* automatisch bij hun pakket.