Iraniërs verwijten regering overdreven focus op buitenland
De protesten die Iran hebben wakker geschud
Op donderdag 28 december begonnen in de Iraanse stad Mashhad protesten die al een week aanhouden en die zich als een lopend vuurtje over heel het land verspreiden. Tegen alle verwachtingen in is het niet de progressieve intellectuele elite, maar de meer conservatieve arbeidersklasse die deze beweging leidt.
Beelden van protesten in Teheran die werden verspreid via sociale media
© Reuters
Iran beleefde een turbulente week. Op donderdag 28 december begonnen in de stad Mashhad protesten die een week aanhielden en die zich als een lopend vuurtje over heel het land verspreidden.
Honderden mensen kwamen op straat om hun ongenoegen uit te drukken over de recente prijsstijgingen en de povere staat van de economie. Over heel het land hebben tot nu toe 22 mensen het leven gelaten en meer dan 1000 zijn gearresteerd. Het was ook een protest dat gericht was tegen de overheid.
Bolwerk van de conservatieve geestelijken
Mashhad, de tweede grootste stad van Iran, is genoemd naar imam Reza, een afstammeling van de profeet Mohammed en de achtste sjiitische imam, die er begraven ligt. Vroeger was Mashhad een belangrijke oase langs de oude zijderoute, maar ze is nu de heiligste stad van Iran en een populair sjiitisch bedevaartsoord.
Het is ook een van de grootste bolwerken van de conservatieve geestelijken en de geboortestad van Ebrahim Raisi, de conservatieve uitdager van de zittende reformistische president Rouhani tijdens de vorige presidentsverkiezingen in mei van vorig jaar.
Het is niet duidelijk of de protesten in Mashhad georganiseerd waren en wat precies hun omvang was. Mashhad is een relatief welvarende stad waar de politieke sfeer voornamelijk wordt gedomineerd door conservatieve hardliners en de aanhangers van Raisi.
Analisten in Iran en daarbuiten speculeren dat de demonstraties in Mashhad wellicht zijn aangewakkerd door de tegenstanders van president Rouhani, maar dat ze zijn geëscaleerd en uit de hand gelopen en zich verder hebben verspreid naar 30 van de 31 Iraanse provincies en verschillende steden.
Niet Gaza, niet Libanon…
Protesten vonden bijvoorbeeld ook plaats in de stad Qom, een religieuze bastion van de sjiitische islam en Kermanshah, de stad waar meer dan 600 mensen omkwamen door een aardbeving in november.
Iraniërs beschuldigen de regering ervan dat haar primaire focus op buitenlands beleid ligt, terwijl nijpende problemen in Iran zelf worden verwaarloosd.
De geografische omvang van deze protesten is van een ongekende schaal. Algauw was niet enkel Rouhani het doelwit van het ongenoegen, maar het hele establishment.
De protesten zijn ontstaan uit ongenoegen over de overheid van president Rouhani die niet in staat lijkt te zijn de prijzen onder controle te houden en de economie haar beloofde boost te geven. Sommige demonstraties ontwikkelden zich echter ronduit in protesten tegen de overheid.
Mensen uitten kritiek op de Iraanse betrokkenheid elders in de regio, zoals Libanon en Syrië, en beschuldigen de regering ervan dat haar primaire focus op buitenlands beleid ligt, terwijl nijpende problemen in Iran zelf worden verwaarloosd.
Slogans zoals ‘Dood aan de Dictator’, ‘Dood aan Rouhani’, ‘Niet Gaza, niet Libanon, mijn leven voor Iran’ domineerden plots de protesten. Slogans riepen ook op tot de vrijlating van politieke gevangenen.
Nucleaire akkoord creëert geen jobs
De bezwaren van de demonstranten zijn niet onterecht. President Rouhani begon aan zijn tweede presidentstermijn in augustus nadat hij de verkiezingen had gewonnen met de belofte de economie te revitaliseren. Een van zijn belangrijkste prestaties was het nucleaire akkoord tussen Iran en zes grootmachten in 2015.
Iran zou geen nieuwe nucleaire installaties meer bouwen en zou het verrijken van uranium terugschroeven in ruil voor het verlichten van de westerse sancties. Het nucleaire akkoord is het sleutelelement voor de economische agenda van de regering van Rouhani.
Tot zover heeft het nucleaire akkoord niet de gewenste gevolgen teweeggebracht voor de economie van Iran. De werkloosheid is gegroeid gedurende de vijf jaar van Rouhani’s presidentschap en bedroeg volgens de Wereldbank 12,7 procent in het voorbije jaar.
Dit cijfer is nog hoger voor vrouwen en jongeren, er wordt geschat dat zo’n 29 procent van de jongeren werkloos is. Dit is een schrijnend cijfer voor een land waarvan het grootste deel van de bevolking geboren is na de Islamitische Revolutie in 1979.
Transparantie backlash
De regering van Rouhani staat ongetwijfeld voor een serieuze uitdaging. De president streeft naar economische hervormingen door middel van onder meer liberalisering van de handel, privatisering, belastinghervorming, het beperken van overheidsuitgaven en het aantrekken van buitenlandse investeerders.
Hiermee wil hij proberen om de economie terug op het spoor te krijgen na het mislukte economisch beleid van de vorige populistische president Mahmoud Ahmadinejad en hij besteedt ook aandacht aan inherente structurele problemen in de Iraanse economie. Zulke hervormingen zijn echter ambitieuze projecten op lange termijn die langer zullen duren dat zijn presidentstermijn.
Een vergeten aspect van de protesten is het feit dat Rouhani tijdens zijn toespraak in het parlement zelf onbewust een grote rol heeft gespeeld in de toenemende publieke verontwaardiging over corruptie. In december gaf hij specifieke details van de begroting weg, wat een debat teweegbracht op de sociale media toen de mensen te weten kwamen hoe bepaalde religieuze instellingen werden gesubsidieerd in vergelijking met andere organisaties.
Rouhani reageerde op de veroorzaakte oproer dat hij alle kritiek over de begroting verwelkomt en dat hij uitkijkt naar een openbaar discours. Vele analisten wijzen naar deze toespraak van 10 december in als een katalysator van de onrust in Iran. Rouhani zelf zei dat er zes ‘frauduleuze instellingen’ zijn die 25 procent van de Iraanse valutamarkt controleren.
Hij voegde eraan toe dat ze ook de wisselkoers en de goudmarkt manipuleren. Hij vroeg het parlement om hulp om deze financieringen te verminderen en om te controleren hoe dit geld wordt uitgegeven.
De Trump-factor
De vijandigheid van de Amerikaanse president Donald Trump tegenover het nucleaire akkoord eist ook zijn tol van de Iraanse economie. Zijn voortdurende bedreigingen om de VS terug te trekken uit het nucleaire akkoord hebben bijgedragen tot economische onzekerheid in Iran. Het dividend van het akkoord is niet wat Iran had verwacht.
Het akkoord en het opheffen van de internationale sancties zouden de groei van de economie en investeringen moeten boosten en ondersteuning bieden voor het creëren van jobs. Dat dit niet evolueert zoals verwacht, is grotendeels te wijten aan externe factoren, zoals dreigementen van Trump om de sancties tegen Iran weer in te voeren.
Donald Trump heeft sinds de aanvang van de protesten intussen al vijf tweets de wereld ingestuurd waarin hij steun betoont aan de Iraanse demonstranten. De Amerikaanse VN-ambassadeur Nikki Haley heeft opgeroepen tot een noodvergadering van de Veiligheidsraad over de protesten in Iran.
Vele commentatoren uiten hun twijfels over de oprechtheid van deze steunbetuiging, aangezien de Amerikaanse regering een reisverbod heeft opgelegd die voor zes landen met een moslimmeerderheid, waaronder Iran, de toegang tot de VS aanzienlijk beperkt.
Riskante business
De huidige Amerikaanse regering blijft buitenlandse investeringen en de re-integratie van Iran in de wereldeconomie dwarsbomen. Toen de regering van Obama tussen 2011 en 2015 sancties wou invoeren tegen de Iraanse olie-uitvoer en de Centrale Bank, heeft dat gezorgd voor een gelijkaardige crisis in de waarde van de Iraanse Riyal.
Het onvermogen van Europa om de uitsluiting van Iran van het internationale banksysteem op te lossen, maakt de meest elementaire ingewikkeld
Het onvermogen van Europa om de uitsluiting van Iran van het internationale banksysteem op te lossen, maakt zelfs de meest elementaire financiële transacties voor zowel de staat als de particuliere sector een enorm ingewikkelde karwei.
Met dergelijke obstakels is het niet verwonderlijk dat de regering van Rouhani worstelt met de economie.
In oktober heeft de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken Rex Tillerson, tijdens een bezoek aan Saudi-Arabië, ‘bedrijven over heel de wereld en in Europa’ gewaarschuwd dat ‘als ze zaken doen met Iran, dat ze dan een groot risico nemen.’
Hij ging verder door te pleiten voor meer sancties tegen Iran en riep deze ‘Europese bedrijven, landen en anderen over heel de wereld’ om zich daarbij aan te sluiten. Zo’n onzeker politiek klimaat maakt het voor internationale bedrijven te riskant om zaken te doen met Iran.
Trouwe arbeidersklasse protesteert
Het nucleaire akkoord staat zo centraal in het economische plan van Rouhani, dat elk obstakel waarmee het wordt geconfronteerd de economie verder in de onzekerheid duwt. Volgens het Internationaal Monetair Fonds zou de inflatie dit jaar onder 10 procent moeten blijven, een daling van 30 procent sinds 2013. De inflatie controleren is essentieel om prijsstabiliteit in het land te garanderen, wat een van de grootste redenen was voor de protesten van de voorbije week.
‘De tegenslagen van het nucleaire akkoord, hoge verwachtingen waar niet aan voldaan is, voortdurende dreigementen van Trump om uit het akkoord te stappen, het algemene gevoel bij sommige Iraniërs dat hun geld regionaal wordt besteed terwijl zij het nodig hebben, de corruptie en groeiende kloof tussen arm en rijk, dit alles creëerde een zaak’, zegt Ali Hashem, columnist voor Al-Monitor, een Amerikaanse website die reportages en analyses over het Midden-Oosten aanbiedt.
‘De reden voor protest was beschikbaar, de versnellers waren diegenen die Rouhani wilden discrediteren. En toen de zaak uit de hand begon te lopen, wisten de regionale en internationale machten de demonstranten van de nodige media-ondersteuning te voorzien.’
Er is een groeiende consensus dat voornamelijk leden van de arbeidersklasse aan de protesten hebben meegedaan. Ze kunnen worden vergeleken met de zogenaamde broodrellen die plaatsvonden tijdens het tweede ambtstermijn van Ahmadinejad, toen de Iraanse economie op een dieptepunt was.
Populistisch tintje
Dit verklaart ook de steun die de protesten initieel gekregen hebben van conservatieve politieke groepen, want de arbeidersklasse is waar de conservatieven hun stemmen ronselen. Het is ook de arbeidersklasse die vaak het meeste lijdt onder chronische werkloosheid en stijgende prijzen. De protesten zijn ook begonnen in plaatsen die historisch meer pro-regime zijn, waardoor de initiele demonstraties een populistisch tintje hebben.
‘We zijn een vrije natie en mensen zijn volledig vrij om hun kritiek en zelfs hun protest kenbaar te maken’
President Rouhani heeft de protesten erkend in een oproep tot kalmte. ‘We zijn een vrije natie en mensen zijn volledig vrij om hun kritiek en zelfs hun protest kenbaar te maken, op basis van de grondwet en burgerschapsrechten.’ Ayatollah Ali Khamenei, de Grote Leider van de Islamitische Republiek van Iran, heeft de ‘buitenlandse vijanden’ beschuldigd van het aanwakkeren van deze protesten.
Protesten over de staat van de economie zijn niet ongewoon in Iran. Vaak worden ze gehouden voor het parlement in Teheran en in kleinere steden zie je af en toe mensen protesteren die hun spaargeld zijn kwijtgeraakt door bankfaillissementen of gepensioneerden die worstelen om de eindjes aan elkaar te knopen. In dit geval zijn het grassroots protesten, gedecentraliseerd en provinciaal. Het aantal demonstranten is ook beperkt, maar de impact mag niet worden onderschat.
Verschillende revoluties
Beelden van protesten in Teheran die werden verspreid via sociale media
© Reuters
Er zijn belangrijke verschillen tussen de recente protesten, de Groene Revolutie in 2009 en de revolutie van 1979. Ten eerste, deze protesten hebben geen leider en zijn op een organische manier gegroeid. Zoals alle leiderloze revoluties en protesten kunnen ze oftewel op een gevaarlijke wijze escaleren of helemaal uitsterven en jaren later weer de kop opsteken.
‘Degenen die politieke bijeenkomsten op straat veroorzaken zullen misschien niet degenen zijn die daaraan een einde zullen maken’
Leiderloze revoluties zijn bijna onmogelijk te controleren. De Iraanse vice-president en reformistische bondgenoot van Rouhani, Eshaq Jahangiri, waarschuwde dat ‘degenen die politieke bijeenkomsten op straat veroorzaken misschien niet degenen zullen zijn die daaraan een einde zullen maken’, een onderhuidse verwijzing naar de politieke tegenstanders van het reformistische kamp van de zittende president.
In de protesten van 2009 tegen de herverkiezing van Ahmadinejad, waarbij miljoenen mensen op straat kwamen en die zes maanden aanhielden, waren het duidelijk politieke kopstukken die aan de basis van de protesten lagen. Tijdens de revolutie van 1979 was het Ruhollah Khomeini die de revolutie leidde.
De huidige protesten begonnen niet in Teheran, de hoofdstad, en geen grote of nieuwe namen zijn naar voren getreden. De demonstranten blijken ook van een andere generatie te zijn dan die van de Groene Revolutie. Ooggetuigen bevestigen dat de demonstranten overwegend jong zijn en het kaliber van de opstanden in 2009 niet kunnen evenaren. De groepen die de Groene Revolutie destijds hebben geleid, zijn verrast door de huidige protesten, velen van hun meest prominente stemmen blijven stil.
Terwijl de protesten van 2009 geleid werden door de stedelijke middenklasse, zijn deze protesten voornamelijk gedreven door ontevreden jonge mensen in plattelandsgebieden, dorpen en kleine steden die hun kans hebben gegrepen om hun frustraties te uiten over de politieke elite en de worstelende economie.
Virtueel Particulier Netwerk werkt
De sociale media hebben in deze protesten een sleutelrol gespeeld, meer bepaald de smartphone app Telegram, die zo’n 40 miljoen gebruikers telt in Iran. De regering heeft de app intussen geblokkeerd, maar tevergeefs.
Vandaag hebben ongeveer zo’n 48 miljoen Iraniërs een smartphone.
Sinds de grootschalige protesten in 2009 zijn de meeste social media apps en verschillende websites zoals Twitter en Facebook geblokkerd in Iran, waardoor de bevolking genoodzaakt werd om een VPN (Virtueel Particulier Netwerk) te gebruiken, die websites en apps opnieuw open stelt voor gebruik.
De rol van de sociale media is nu veel groter dan tijdens de opstand van 2009. De komst van Telegram heeft de Iraanse media aanzienlijk veranderd en de overheid heeft meermaals geprobeerd om de app te blokkeren of te beperken in haar mogelijkheden. In 2009, toen zo’n 2 à 3 miljoen Iraniërs op straat kwamen om te protesteren, had minder dan één miljoen mensen een smartphone.
Vandaag hebben ongeveer zo’n 48 miljoen Iraniërs een smartphone en kunnen oproepen tot protesten door het delen van video’s en foto’s op de sociale media in een handomdraai gelanceerd worden.
Kreunen onder een verpletterende economie
De omvang van deze protesten lijkt echter beperkt, maar hun impact kan niet worden onderschat. ‘De protesten zijn betekenisvol, hun geografische omvang is opmerkelijk, en ze hebben het establishment doen schudden, iets wat het duidelijk niet had verwacht door zijn gegroeide zelfgenoegzaamheid,’ zegt Eskandar Sadeghi-Boroujerdi, onderzoeker aan de faculteit van Oosterse Studies aan de Universiteit van Oxford.
‘De protesten hebben aangetoond dat de reformisten het contact met de gewone mens in de straat kwijt zijn’
‘De protesten hebben aangetoond dat de reformisten het contact met de gewone mens in de straat kwijt zijn en dat de conservatieven overmoedig geworden zijn in hun vermogen om collectieve ontevredenheid te beheren. Maar ze spreken nog steeds voor slechts een deel van de staat, hun omvang en demografische representativiteit is ver van zeker en het kan moeilijke gezegd worden dat ze een verenigde stem vertegenwoordigen.’
Een week na hun aanvang lijken de protesten stilaan op te houden. Ze zijn niet geëscaleerd en weinig getuigt hier van buitenlandse inmenging. Het zijn echte, frustrerende problemen waar een aanzienlijk deel van de Iraanse bevolking mee kampt.
Veel van deze zorgen weerspiegelen ook de economische problemen over heel het Midden-Oosten, zoals onder meer de instorting van landbouwgemeenschappen die mensen verder in stedelijke armoede duwt, een opgeblazen publieke sector en corruptie.
Verder weg van de grote steden zoals Teheran en hun stedelijke ontwikkeling zijn het plattelandsgebieden, dorpen, kleine steden en grenssteden die kreunen onder een verpletterende economie. Die mensen hebben hun stem eerst en vooral willen laten horen. De anti-establishmentslogans die erop volgden, kwamen voort uit een diepgewortelde misnoegdheid over een achterhaald politiek systeem dat elke poging tot progressieve groei lijkt te fnuiken.
Beelden van protesten in Teheran die werden verspreid via sociale media
© Reuters
Wake-up call
Deze protesten zullen zeker een wake-up call zijn voor de regering van Rouhani. Er is weinig twijfel over het feit dat er niet voldaan is aan verwachtingen en dat tastbare en materiële voordelen van het nucleaire akkoord er nog niet zijn.
De doorsnee Iraniër voelt geen verschil of enige positieve gevolgen die uit het nucleaire akkoord moeten voortkomen.
Het nucleaire akkoord was een grote prestatie van deze regering, maar de doorsnee Iraniër voelt wellicht geen verschil of enige positieve gevolgen die daaruit moeten voortkomen.
Wat Rouhani nu kan doen is de Grote Leider betrekken bij deze problemen en de economische bezwaren van de bevolking systematisch aanpakken.
In het omgekeerde geval dreigt hij politiek terrein te verliezen aan het kamp van de conservatieven, die uit zijn op de volgende presidentschap en ongetwijfeld ook op de positie van de volgende Grote Leider na Khamenei, waarvoor Rouhani momenteel de enige kandidaat is.
De vraag is of hij effectief veel kan doen. Iran heeft een zeer groot geestelijk establishment en de Revolutionaire Garde controleert een groot deel van de economie. Niet alles is in de handen van Rouhani.