Voormalig dochterbedrijf van Dexia richtte meer dan 1600 offshores op
Het Luxemburgse advieskantoor Experta, dat van 2002 tot 2011 via Banque Internationale à Luxembourg (BIL), deel uitmaakte van de Dexia-groep, heeft meer dan 1600 offshores helpen oprichten via Mossack Fonseca. In de raad van bestuur van BIL zetelden onder meer ex-premier Jean-Luc Dehaene, Jacques Rogge en voormalig Dexia-topman Pierre Mariani.
We schrijven 1 juli 2010. Drie medewerkers van het Luxemburgse filiaal van Mossack Fonseca zijn in het Groothertogdom uitgenodigd op een cocktailavond ‘met finger food’. Het event heet ‘In Between Us’ (vrij vertaald: tussen ons gezegd) en is georganiseerd door Experta Corporate & Trust Services, op dat moment een dochteronderneming van de Dexia-groep.
‘We hadden de kans om in een casual omgeving te spreken met heel wat mensen van Experta’, schrijft Mossack Fonseca een paar dagen later in een interne nota over het event. ‘Het was een geweldige kans om de relaties met deze belangrijke klant te ontwikkelen.’ De nota zit in het lek van 11,5 miljoen Mossack Fonseca-documenten, die MO* kon inkijken via de Süddeutsche Zeitung en ICIJ.
Hoe ‘belangrijk’ Experta als klant wel was, blijkt uit een ander gelekt document. De klantenfiche die Mossack Fonseca bijhoudt over Experta Corporate & Trust Services –‘vroegere naam: Dexia Banque Internationale à Luxembourg SA (Dexia BIL)’– spreekt boekdelen. Experta bleek in het verleden via Mossack Fonseca liefst 1595 offshores te hebben opgezet, zo staat het in de fiche onder het luikje ‘inactieve bedrijven’. Het gros van die offshores werd opgericht in Panama, de rest in belastingparadijzen als de Bahamas, de Britse Maagdeneilanden en Niue. Bij de ‘actieve bedrijven’ staan nog eens 63 offshores vermeld, in Panama, de Seychellen en de Britse Maagdeneilanden.
Dexia
Experta biedt naar eigen zeggen diensten aan met betrekking tot bedrijfs- en investeringsstructuren, vermogensbeheer en financiële en vastgoedplanning. ‘Sinds 2002 is Experta een dochteronderneming van Banque Internationale à Luxembourg S.A. (BIL)’, bevestigt Experta. ‘BIL behoorde van 1996 tot oktober 2011 tot de Dexia groep.’
In november 2008 werd Jean-Luc Dehaene bestuurder bij BIL (tot mei 2010). Ook Pierre Mariani, tot 2012 topman van Dexia, en Jacques Rogge (van 2001 tot 2013 voorzitter van het Internationaal Olympisch Comité) zetelden in de raad van bestuur. In oktober 2010 nam een Qatarees investeringsfonds BIL over; de Luxemburgse overheid heeft een minderheidsbelang van 10 procent. Ook Dexia Banque Belgique maakte tot oktober 2011 deel uit van de Dexia Groep. Nadat de Belgische staat de bank overkocht, veranderde de naam in Belfius. ‘Aangezien BIL en Dexia Bank tot 2011 deel uitmaakten van Dexia-groep, bestonden er intra-groep contacten tussen de diverse filialen in het kader van de ontplooide activiteiten, dus ook in het kader van Private banking’, zegt Ulrike Pommee, woordvoerster Belfius. ‘Het spreekt voor zich dat deze contacten ophielden na 2011, bij de ontbinding van de Groep. Experta-producten werden door Dexia Bank niet aangeboden aan de klanten. Evenmin biedt Belfius Bank deze producten aan zijn klanten aan.’
‘Journalisten? Ca va pas être chouette’
‘Als ik zeg dat er hier journalisten staan, ça va pas être chouette. Neen.’
© Kristof Clerix
Interessant cijfer: in het documentenlek van Mossack Fonseca komt de term ‘Dexia’ liefst 30.225 keer voor. En in de lijst met 732 Belgen verbonden aan offshores die MO*, Knack, De Tijd en Le Soir opstelden, staan ook tien personen die via Experta in Luxemburg in contact traden met Mossack Fonseca. Daarom klopten we op 14 maart, enkele weken voor de publicatie van PanamaPapers, aan bij het Luxemburgse Experta-kantoor, in de Rue de la Vallee 42.
‘Al onze diensten worden aangeboden in overeenstemming met alle lokale, Europese en internationale belastingwetten en -overeenkomsten.
‘We kunnen u vandaag niet ontvangen’, antwoordde de receptioniste. ‘Laat uw gegevens maar achter. We zullen u misschien contacteren, al denk ik niet dat het mogelijk zal zijn. Het ligt hier nogal moeilijk om met journalisten te spreken. Ik zal de vraag doorgeven.’ De receptioniste werkte naar eigen zeggen zelf niet voor Experta, maar voor een interimbureau. En ja, er waren wel degelijk medewerkers van Experta aanwezig, maar ‘die kunnen u niet zomaar ontvangen’. Zelfs melden dat journalisten aan de deur stonden, was blijkbaar geen optie. ‘Als ik zeg dat er hier journalisten staan, ça va pas être chouette. Neen.’ Zelfs de naam van een contactpersoon bij Experta wilde de receptioniste niet doorgeven. Vreemde sfeer, daar in Luxemburg.
Dan maar een vragenlijst opgestuurd naar het algemene mailadres van Experta. ‘Voor onze klantenrelaties geldt strikte confidentialiteit’, antwoordde ceo Jean-Marie Bettinger. ‘Of de personen of structuren waar u naar vraagt klant zijn bij Experta , is confidentieel.’ En verder: ‘Al onze diensten worden aangeboden in overeenstemming met alle lokale, Europese en internationale belastingwetten en -overeenkomsten. We volgen de hoogste normen van de Financial Action Task Force, de Wolfsberg Group en de ethische code van de International Capital Market Association.’
‘Er zal altijd een toekomst zijn voor offshores’
De gelekte data leggen wél meer informatie bloot over de samenwerking tussen Experta en Mossack Fonseca. Een document van vier pagina’s geeft een overzicht van dertig ontmoetingen tussen medewerkers van beide bedrijven, tussen 1 maart 2010 en 28 juni 2013. Twintig ontmoetingen dateren van de tijd dat Experta nog deel uitmaakte van de Dexia-groep. Mossack Fonseca maakte van elke samenkomst een kort verslagje. Die notities geven een uitzonderlijke kijk in de interne keuken.
‘Het contact tussen Mossack Fonseca en Dexia verloopt via Experta’, noteert Mossack Fonseca op 1 maart 2010. Een maand later brengt het verslag uit over de ontmoeting met een topfiguur van Experta. ‘We hebben het gehad over verschillende thema’s, zoals de interne structuur van Experta, en het feit dat ze meestal 20 bedrijven kopen om aan hun stock toe te voegen. (…) Zijn langetermijnvisie over de bank- en offshore sectore in Luxemburg is negatief. Anderzijds is hij het ermee eens dat er altijd een toekomst zal zijn voor offshore structuren.’
Ook in een andere ontmoeting bespreken beide partijen de toekomst. Volgens de nota ziet Experta op dat moment ‘meer achteruitgang dan groei’ in de offshore business ‘omdat veel Franse en Belgische klanten overschakelen naar insurance wrappers.’ Daarbij wordt als het ware een verzekeringsverpakking gelegd rond een bestaande beleggingsportefeuille. Een voorbeeld is de tak-23-levensverzekering, waarbij de verzekeraar belegt in beleggingsfondsen met aandelen. Omdat het rendement niet gegarandeerd is, zijn de uitkeringen uit de verzekering belastingvrij.
Dexia Brussel.
fabonthemoon (CC by-nc-sa 2.0)
‘Gesofistikeerdere oplossingen voor rijkere klanten’
Terug naar de verslagjes van Mossack Fonseca. In augustus 2010 noteert het dat Experta een toename verwacht in de vraag naar bedrijven in ‘Canada, Singapore, Hongkong, Qatar en Dubai. En er waren ook speculaties dat Libanese bedrijven populairder zouden kunnen worden onder Europese klanten’.
Na een lunch in Luxemburg met een voormalige topman van Experta in september 2010, schrijft Mossack Fonseca: ‘Er zijn spanningen met Dexia. De Dexia-groep (Brussel) is heel wat aan het centraliseren en is alle activiteiten in Luxemburg aan het controleren en beperken (…). Dat leidt er bijvoorbeeld toe dat Experta nu enkel nog bankrekeningen mag openen bij Dexia (wat al de voorkeursoplossing was, maar geen vereiste). Elke beslissing moet goedgekeurd worden in het hoofdkwartier, wat de businessontwikkeling enorm vertraagt.’ En verder: ‘De vraag naar Panamese stichtingen (in plaats van de Familienstiftung in Liechtenstein) bestaat, maar klanten (met name uit België) verkiezen nu de _insurance wrapper-_oplossing boven het kopen van een Panamese vennootschap.)’
Een andere nota uit dezelfde maand, opnieuw een gesprek met een voormalige topman van Experta, meldt als ‘algemene trend: meer gesofistikeerde oplossingen voor rijkere klanten (en minder volume – de dagen van het vermijden van roerende voorheffing zijn voorbij).’
‘Heel plezante lunch’
En zo volgt de ene ontmoeting de andere op. In november 2010 gaat het over ‘de verdere samenwerking met Experta’, en noteert Mossack Fonseca: ‘Aangezien ze een grote hoeveelheid bedrijven hebben en geïnteresseerd zijn om de samenwerking te verdiepen, verwachten ze dat wij zaken naar hen doorwijzen, gelet op het volume aan bedrijven (570 Panamese bedrijven) die ze bij ons hebben. (…) Ze zijn geïnteresseerd om ook andere jurisdicties (offshores in andere belastingparadijzen, nvdr) van ons te kopen, maar ze willen dat we hen nieuwe businessideeën aanreiken. Ze zouden geïnteresseerd zijn om van Mossack Fonseca een aantal generische voorbeelden te krijgen die ze zouden kunnen gebruiken (focus op structuren om activa te beheren).’ Een paar maanden later wordt een en ander al concreter. ‘Heel plezante lunch, en we hebben over vanalles gesproken. Wat business betreft ging het hierover: ze zijn geïnteresseerd om een workshop te organiseren om aan al hun klantenadviseurs uitleg te geven over Panamese bedrijven (en hoe een Panamese vennootschap te gebruiken in verband met de Panamese belastingimplicatie). Ze willen meer weten over levensverzekeringen als oplossing voor Zuid-Amerikaanse klanten (aangezien een levensverzekering kan optreden als uiteindelijk begunstigde voor bepaalde activa), en ze willen weten of we een oplossing hebben om aan te bieden aan bedrijven die op de beurs genoteerd staan.’
‘Ik heb hem geantwoord dat hij die bedrijven in de Seychellen op één dag kan hebben als hij wil.
In de zomer van 2011 noteert Mossack Fonseca dat een medewerker van Experta om 10 bedrijven in de Seychellen gevraagd heeft. ‘Ik heb hem geantwoord dat hij die bedrijven in de Seychellen op één dag kan hebben als hij wil. Daarna vroeg hij hoe we nauwer kunnen samenwerken. Wat ze van ons verwachten, is meer informatie over hoe onze bedrijven gebruikt kunnen worden. Wat we moeten doen voor deze en ook voor andere klanten, is aan de hand van voorbeelden met gestructureerde schema’s uitleggen hoe onze bedrijven te gebruiken voor Franse, Belgische en Duitse burgers. Dit zal onze klanten helpen om meer jurisdicties te verkopen. Dat betekent: meer business voor hen en voor ons.’
Tijdens een ontmoeting in december 2011 meldt Mossack Fonseca: ‘Dexia-BIL maakt niet langer deel uit van de Dexia-groep.’
In de raad van bestuur van BIL zetelde onder meer ex-premier Jean-Luc Dehaene.
European Parliament (CC BY-NC-ND 2.0)
Tijdsgeest
MO* legde de correspondentie tussen Experta en Mossack Fonseca voor aan financieel experts. Volgens hen zijn de verslagjes een mooie illustratie van hoe het er aan toe ging in Luxemburg en bieden ze interessant inside beeld van de industrie. Iedereen in Luxemburg speelde het spel mee, klinkt het. De experts gaan er van uit dat Dexia België geen klanten doorstuurde naar Experta, aangezien dat een bijzonder mechanisme van belastingfraude zou zijn geweest.
De correspondentie tussen Experta en Mossack Fonseca ademt de tijdsgeest van 2010-2011, de periode van de meldingsplicht van de bankrekeningen. Toen werden aan heel wat Belgen met rekeningen in het buitenland diverse oplissingen aangereikt, aldus de experts, om te vermijden dat ze buitenlandse rekeningen zouden moeten aangeven aan de fiscus.
Nummer één
Met meer dan 1600 opgerichte offshores staat Experta helemaal bovenaan in de lijst van meer dan 500 banken, dochterbedrijven en filialen die ICIJ opgestelde op basis van de gelekte Mossack Fonseca-documenten. Samen registererden die honderden banken bijna 15.600 offshores via Mossack Fonseca.