‘De typisch vrouwelijke en mannelijke interesses zijn aangeleerd, niet biologisch bepaald’

Analyse

De lange weg naar genderbewust lesgeven

‘De typisch vrouwelijke en mannelijke interesses zijn aangeleerd, niet biologisch bepaald’

‘De typisch vrouwelijke en mannelijke interesses zijn aangeleerd, niet biologisch bepaald’
‘De typisch vrouwelijke en mannelijke interesses zijn aangeleerd, niet biologisch bepaald’

Sophie Pycke

08 februari 2022

Zelfs de meest ruimdenkende leerkracht zit met bepaalde genderstereotypen. Ondanks de goede intenties is genderbewust lesgeven nog niet de regel. Zowel jongens als meisjes hebben daaronder te lijden. Genderstereotypen beïnvloeden namelijk studiekeuze én loonbriefje.

© Belgaimage / ROBINUtrecht

© Belgaimage / ROBINUtrecht

Iedereen heeft bepaalde genderstereotypen, bewust of onbewust, en dat is niet anders bij leerkrachten. Volgens onderzoekster Wendelien Vantieghem (VUB) denken leerkrachten in België op een progressieve manier over gender, maar is er toch een schisma tussen theorie en praktijk. Een kwart tot de helft van hen weet niet hoe ze dit thema in de klas moeten aanpakken. Leerkrachten uit de lagere school denken dat hun leerlingen nog te jong zijn om dergelijke onderwerpen aan te kaarten.

RoSa vzw, het kenniscentrum voor gender en feminisme, merkt dat genderstereotypen vooral op een subtiel en onbewust niveau zichtbaar zijn in de klas. ‘We leren meisjes om empathisch, zorgend en creatief te zijn. We vragen hen sneller naar hun emoties. Van jongens verwachten we dat ze competitief zijn en een beter ruimtelijk inzicht hebben’, schetst vormingsmedewerker Myriam Halimi.

Aangeleerd of aangeboren?

Halimi vervolgt: ‘Die genderstereotypen leiden tot andere studieverwachtingen- en keuzes, wat dan weer zorgt voor een ongelijkheid op de arbeidsmarkt én op het loonbriefje. Ingenieursstudies zijn typische studierichtingen waar meer mannen voor kiezen, maar binnenhuisarchitectuur – een creatief beroep waar esthetiek centraal staat – wordt dan weer door vrouwen gedomineerd. Verpleegkunde is een typisch vrouwelijk beroep, terwijl er nog altijd meer mannelijke artsen zijn.’

Zijn die typisch vrouwelijke en mannelijke interesses nu aangeleerd of biologisch bepaald? ‘Studies tonen aan dat die interesses niet aangeboren, maar wel maatschappelijk aangeleerd zijn,’ aldus Halimi.

‘Als je een wiskundige oefening als creatieve opdracht kadert, scoren meisjes er opmerkelijk beter op dan jongens. Kader je diezelfde opdracht als “wiskundig”, dan scoren jongens beter. Vroeger, toen het nog een groot maatschappelijk aanzien genoot, werd het lerarenberoep gedomineerd door mannen. Nu zwaaien vrouwen er de plak. Toch als we het over het kleuter-, lager en secundair onderwijs hebben. Op directieniveau en aan de universiteiten zien we dan weer meer mannen: functies die kunnen rekenen op een hoger inkomen en meer status.’

Meer jongens zonder diploma

Jongens zijn nochtans evenmin gebaat bij hardnekkige genderstereotypen in de klas. Uit onderzoek blijkt dat in België veertig procent van de jongens wel eens een jaar moest overdoen, tegenover dertig procent van de meisjes. Ook het percentage van de schooluitval ligt bij jongens hoger dan bij meisjes.

Vijftien procent van de jongens in Vlaanderen verliet in 2018-2019 vroegtijdig de schoolbanken tegenover 9,1 procent van de meisjes. Jongens worden ook sneller doorverwezen naar het buitengewoon onderwijs, waar tot een derde meer jongens dan meisjes zitten. Sinds kort is bovendien de hoeveelheid meisjes in het hoger onderwijs significant hoger dan het aantal jongens.

‘Leerkrachten interpreteren de houding van leerlingen vaak verkeerd.’
Myrial Halimi (Rosa vzw)

Al deze trends stellen we ook in de rest van Europa vast. ‘Voor een stukje is die groeiende kloof in leerprestaties te wijten aan de afstraffing van stereotiep mannelijk gedrag’, zegt Halimi. ‘Door een “anti-schoolse” houding in de klas komen jongens op school minder gemotiveerd over. Voor jongens is het cool zich stoer te gedragen, te rebelleren en leerkrachten uit te dagen. Jongens leren gemakkelijker bij door te experimenteren en risico’s te nemen. Bij meisjes worden goede studieresultaten en een positieve studiehouding sociaal minder afgestraft door hun medeleerlingen.’

‘Leerkrachten interpreteren de houding van leerlingen vaak ook verkeerd. Als jongens luid tegen elkaar roepen, zijn ze soms nog altijd bezig met de les. Meisjes die stil zijn, zijn dan weer soms met andere dingen bezig, terwijl veel leerkrachten ervan uitgaan dat ze opletten.’

Beste m/v/x

Er zijn ook nog de zeldzamere genderidentiteiten, zoals genderfluïde of transgenderleerlingen. Maarten Dejonckheere is leraar aardrijkskunde in de derde graad. Hij schreef vorig jaar een cursus waarin hij bijzondere aandacht toonde voor lidwoorden en voornaamwoorden.

‘Ik heb mijn tekst zo neutraal mogelijk proberen maken door meervouden te gebruiken. Niet “zij”, maar “die”, bijvoorbeeld. Hokjesdenken heb ik altijd al proberen te vermijden. Zo zal ik nooit “jongens en meisjes” zeggen, wel “gasten” of de laatste tijd: “beste m/v/x”. Ik zeg dat met een relativerende, grappende ondertoon, maar het werkt wel. Zelfs voor hele jonge mensen evolueert alles razendsnel. Alles lijkt wel delicaat of gevaarlijk terrein te worden. Het feit dat je dergelijke evoluties op een speelse manier benoemt, stelt hen gerust. Het zorgt ervoor dat ze zich veilig genoeg voelen om hun gedachten te uiten.’

‘Veel leerkrachten hebben schrik om hun eigen standpunt te delen in de klas, maar hoe sneller je bepaalde stereotiepe ideeën doorbreekt, hoe beter.’
Maarten Dejonckheere

‘Toen de allereerste transgenderleerling op onze school uit de kast kwam, zag je drie kampen: de voor- en tegenstanders, en de leerlingen die er al lang geen zaak meer van maakten. De tegenstanders probeer ik een spiegel voor te houden… maar vaak doen de leerlingen dat zélf. Toen het over homoseksualiteit ging, opperde een moslimjongen dat hij zijn homoseksuele zoon naar de hoeren zou sturen om hem te laten zien wat echt neuken is.’

‘Er ontstond commotie, die leerling werd bijna gelyncht, maar één jongen ontzenuwde het hele debat met het zinnetje “Allah zal wel oordelen”. Als leerkracht blijft het op zo’n momenten enorm moeilijk om te beslissen: neem ik positie in of blijf ik in mijn rol van neutrale moderator? Veel leerkrachten hebben schrik om hun eigen standpunt te delen in de klas, maar hoe sneller je bepaalde stereotiepe ideeën – rond gender of andere thema’s – doorbreekt, hoe beter.’

Aha-momentjes

Hoe pakken leerkrachten genderstereotypering best zelf aan? Het thema zit immers nog niet structureel ingebed in de lerarenopleidingen, noch in het scholenbeleid. ‘Ik voel soms weerstand omdat leerkrachten niet altijd goed weten wat genderbewust lesgeven inhoudt’, merkt Myriam Halimi op, die met RoSa vzw inzet op toolkits en opleidingen.

‘Met genderbewust lesgeven willen we alle leerlingen hun individuele interesses en talenten laten ontdekken en ontwikkelen, zonder hen een bepaalde richting uit te duwen op basis van hun geslacht of genderidentiteit. Als er in de klas banken moeten worden verschoven, vragen leerkrachten dit vaak aan “sterke jongens”. Hun argumentatie: “Je kan toch niet ontkennen dat jongens sterker zijn?” Oké, maar vraag dan of de leerlingen zo’n bank met twee willen verplaatsen, dan kan iedereen helpen. Hoe meer aha-momentjes, hoe meer bereidheid bij het lerarenkorps.’

‘We vragen nog niet om genderstereotypen compleet overboord te gooien, wel om ze niet continu te reproduceren. Het is niet zozeer een kwestie van elke leerling gelijk te behandelen. Wel willen we ruimte laten voor verschil.’

Genderbewust lesgeven begint al in de kleuterschool. Driejarigen zijn zich al bewust van maatschappelijke verwachtingen tegenover jongens en meisjes. Een voorbeeld: ‘Ik wil dit boek, want het is roze, en roze is voor meisjes’. ‘Bevraag hen kritisch: hoezo? Kunnen jongens niet uit een roze boek lezen?’, tipt Halimi. ‘Verder kan je dubbele stereotypen zoals een blauwe voetbal of een roze pop beter vermijden. Durf te gaan voor genderneutrale toiletten of een poster van de Holebifoon in elk klaslokaal. Kleine signalen kunnen veel impact hebben.’

Genderbias

‘In de landen van Sub-Saharaans Afrika hebben leraren het vaak moeilijk om alle seksuele identiteiten te aanvaarden.’
Martha Muhwesi (FAWE)

Genderstereotypen zijn een uitdaging in Vlaamse klaslokalen, maar nog meer in scholen in het Globale Zuiden. In Sub-Saharaans Afrika gaat een op de vijf lagereschoolkinderen niet naar school. Iets meer meisjes dan jongens blijven thuis. Daarom ontwikkelde FAWE (Forum for African Women Educationalists) een module om leerkrachten de gevoeligheden van gender in de klas bij te brengen.

‘In deze regio heersen er nog veel gendervooroordelen bij leerkrachten’, vertelt directrice Martha Muhwezi. ‘Aan meisjes stelt men nog altijd minder vragen over de leerstof omdat ze ook in de klaslokalen huishoudelijke taken zoals water halen en poetsen op zich nemen. Jongens krijgen meer aandacht, ze worden verondersteld beter te zijn in STEM en fysieke proeven, en ze krijgen makkelijker een leidinggevende rol toebedeeld.’

Ook de LGBTQ+-boodschap blijft ruimschoots onderbelicht bij de lerarenkorpsen in Sub-Saharaans Afrika. ‘Net zoals het overgrote deel van de samenleving, hebben leraren het moeilijk om alle seksuele identiteiten te aanvaarden. De ministeries van Onderwijs willen doorgaans niet dat er op school over LGBTQ+ wordt gesproken. Alleen de basis van seksuele opvoeding komt aan bod’, zegt Muhwezi.

Sinds 2005 werkt FAWE met een gender responsive-leermodule met de bedoeling ideeën en lestechnieken van leerkrachten minder genderstereotiep te maken. ‘Uiteraard bereiken we niet iedereen’, beseft Muhwezi. ‘Als we honderd leerkrachten opleiden, zullen er twintig zijn bij wie we niet doordringen, vaak omwille van een mix van karakter en ouderwetse opvattingen.’

‘Om een tekenend voorbeeld te geven: het gebeurt dat meisjes zwanger worden van hun leerkracht. Die mannen worden meestal wel aangegeven en ontslagen, maar het toont aan hoeveel werk we nog hebben om gendergelijkheid in het schoolleven te integreren. We trainen daarom ook de leerlingen om meer genderbewust te worden en hun rechten beter te begrijpen. Als er vandaag iets ongepast gebeurt in de klas, durven ze actie te ondernemen. Dat heeft ook te maken met de rol van de leerkracht die verschoven is: vroeger werd de leraar gevreesd, nu gerespecteerd.’

Deze analyse werd geschreven voor de MO*Special over gender en onderwijs van MO*magazine. Deze extra editie van MO*Magazine krijgen alleen onze promo’s. Je kan ook proMO* worden voor slechts 4 euro per maand. Je krijgt dan ook ons magazine toegestuurd en je steunt daarmee ons journalistiek project. Opgelet: Knack-abonnees ontvangen MO* automatisch bij hun pakket.