Waarom sekswerkers geen rechten kunnen opbouwen als de sector niet verder gereguleerd wordt
‘We vieren de decriminalisering van sekswerk, maar het is nog maar een begin’
Hanna Karalic
24 januari 2023
Sekswerk ondersteunen en organiseren is sinds maart 2022 in België geen strafbare daad meer. Sinds kort is de decriminalisering van sekswerk daarmee een feit in ons land, een primeur voor Europa. Maar zijn daarmee alle problemen van sekswerkers opgelost?
Een actievoerster voor meer rechten voor sekswerkers in Londen, maart 2022. België was in diezelfde maand het eerste Europese land dat sekswerk uit de strafwet haalde.
Derek Bremner / Wikimedia (CC BY-SA 4.0)
Sekswerk ondersteunen en organiseren is sinds maart 2022 in ons land geen strafbare daad meer. Sinds kort is de decriminalisering van sekswerk daarmee een feit in ons land, een primeur voor Europa. Maar zijn daarmee alle problemen van sekswerkers opgelost? ‘Mensenhandel en uitbuiting blijven moeilijk om volledig uit de sector te bannen.’
‘“Zou je willen dat je dochter het doet?” Dat is de verkeerde vraag. Stel je eerder voor dát ze het doet, en stel je zelf dan de vraag: “Hoe veilig is ze op haar werk vanavond? Waarom is ze niet veiliger?”’
Met die woorden pleitte sekswerker, activiste en auteur Juno Mac er in haar TedTalk van 2016 voor om sekswerk uit de criminele sfeer te halen. Sekswerkerscollectieven wereldwijd verdedigen deze aanpak van decriminalisering en hebben zich daarom internationaal georganiseerd in het Global Network of Sex Work Projects (NSWP).
Decriminalisering betekent concreet: sekswerk schrappen uit het strafwetboek. Nieuw-Zeeland speelt op dat vlak een voortrekkersrol, dat land decriminaliseerde sekswerk al in 2003. En België was op 18 maart 2022 het eerste Europese land dat sekswerk effectief uit de strafwet haalde.
Uit de schaduw
Wat betekent de decriminalisering voor sekswerkers?
Tot begin 2022 plaatste het Belgisch strafrecht sekswerk gedeeltelijk binnen de strafwet. Sekswerk aanbieden of kopen op zich was nooit verboden, maar de inmenging van elke derde partij was dat wél. ‘Verzekeraars, banken, verhuurders of chauffeurs mochten geen diensten verlenen aan sekswerkers’, licht Daan Bauwens toe, directeur van Utsopi, de Belgische organisatie voor en door sekswerkers (dat deel uitmaakt van het internationale netwerk NSWP).
Zelfstandige sekswerkers waren er wel, maar zij konden hun beroep officieel dus niet omkaderen zoals andere zelfstandige ondernemers. Door de recente decriminalisering is deze ondersteuning nu wel toegestaan. ‘Nu is het zelfstandige statuut duidelijker omkaderd. Veel sekswerkers zijn thuis beginnen werken met een zelfstandig statuut’, zegt zelfstandig escorte Véronique, die al sinds 1998 in het vak zit en lid is van de Vrouwenraad.
‘Sekswerkers kunnen zo sociale rechten opbouwen, zoals vakantiedagen, zwangerschapsverlof en uitbetaling bij ziekte.’
Daarnaast was vóór de wetswijziging ook elke organisatie van sekswerk verboden. ‘De sector was illegaal, maar werd gedoogd. Het probleem was: hoe leg je regels op aan een sector die eigenlijk niet mag bestaan?’, zegt Bauwens. ‘Regels of minimale normen waaraan werkgevers moeten voldoen, zijn er dan niet. De werkomstandigheden zijn daardoor vaak schrijnend, ook hier in de Noordwijk (waar Utsopi kantoor houdt, red.). Rottende muren, vochtplekken, geen douches. Huisbazen worden niet verantwoordelijk gesteld. Dat gaat nu verbeteren.’
De decriminalisering betekent verder dat het arbeidsrecht binnenkort ook geldt in de sekswerksector. Die arbeidswetgeving wordt nu voorbereid, maar is er nog niet. Er zouden dan duidelijke regels komen die het kader bepalen waarbinnen sekswerk georganiseerd mag worden. ‘Dit beschermt sekswerkers tegen uitbuiting. Bovendien kunnen sekswerkers zo sociale rechten opbouwen zoals vakantiedagen, zwangerschapsverlof en uitbetaling bij ziekte’, zegt Bauwens.
‘Daarbij moeten de specifieke noden van het beroep in rekening gebracht worden. Soa’s (seksueel overdraagbare aandoeningen, red.) zijn ziektes die vaker voorkomen bij sekswerkers. Die moeten dus erkend worden als beroepsziekte, zodat het mogelijk is om een ziekte-uitkering te krijgen’, zegt Véronique. ‘Ik ken nog te veel sekswerkers die verder moeten werken met een soa omdat ze niet zonder het geld kunnen.’
Omdat arbeidsrechten in België gelden voor iedereen die op het grondgebied verblijft, zijn sekswerkers zonder papieren ook beter beschermd. ‘Het arbeidsrecht maakt geen onderscheid tussen werknemers met of zonder wettig verblijf, tenzij het verblijf uitdrukkelijk als criterium wordt vermeld’, aldus het Agentschap van Integratie en Inburgering. Al is het afdwingen van arbeidsrechten voor mensen zonder papieren natuurlijk een zaak apart (waar onder andere Fairwork Belgium zich voor inzet).
De coronacrisis heeft het proces van de decriminalisering versneld, vertelt Bauwens. ‘Die toonde hoe precair de situatie was voor sekswerkers. Ze konden op geen enkele overheidssteun rekenen.’ Dat had pijnlijk gevolgen voor sekswerkers: ‘We moesten toen voedselpakketten uitdelen’, bevestigt een medewerker van Violett, een organisatie die in Antwerpen, Gent en Hasselt medische en sociale hulp biedt aan sekswerkers.
Geen legalisering
‘Er is een belangrijk verschil tussen decriminalisering en legalisering’, merkt Bauwens op. ‘Bij legalisering zou je een vergunning krijgen als je aan bepaalde voorwaarden voldoet. In landen als Nederland, Zwitserland en Duitsland bestaat een speciaal legaal statuut voor sekswerkers. Je wordt dan geregistreerd.’
‘Legalisering van sekswerk is een achterpoortje naar criminalisering. Want je laten registreren, dat vraagt tijd en kost geld.’
Legalisering lijkt op het eerste zicht een kader dat sekswerkers nog beter beschermt. Maar voor velen zijn de voorwaarden om te werken als geregistreerd sekswerker een te hoge drempel. ‘Toen Nederland sekswerk legaliseerde, ben ik naar Antwerpen verhuisd. Ik moest me plots registreren als sekswerker, maar dat wilde ik niet’, zegt Victoria.
‘Legalisering is een achterpoortje naar criminalisering’, zegt ook Juno Mac, die het boek Revolting Prostitutes: the fight for sex workers’ rights schreef. Ze verduidelijkt: ‘Je laten registreren vraagt tijd en kost geld. Voor meer gemarginaliseerde groepen is op een gelegaliseerde manier werken onmogelijk.’
Daardoor werken nog steeds veel sekswerkers in de illegaliteit en dus in onveiligheid. ‘Als je illegaal werkt en je maakt iets mee, dan ga je niet snel naar de politie stappen’, bevestigt Utsopi-directeur Bauwens.
Zichtbaar werken
Door decriminalisering kan de relatie tussen politie en sekswerkers erop vooruitgaan. Dat kan dan weer helpen om situaties van mensenhandel en uitbuiting op te sporen. ‘Wij komen als organisatie in contact met slachtoffers, die informatie kunnen we dus doorgeven aan de politie’, zegt Sabrina Sanchez, sekswerker en coördinator van de European Sex Workers’ Rights Alliance (ESWA), een netwerk van belangenverenigingen van sekswerkers binnen Europa.
Maar deze aanpak wordt niet breed gedragen. De meeste landen ter wereld criminaliseren sekswerk, en ook vanuit een bepaalde feministische hoek is er veel tegenkanting. Het argument dat zij aanhalen: elke vorm van sekswerk is een vorm van geweld tegen vrouwen, en dus moet sekswerk volledig verdwijnen.
‘Abolitionisten maken geen onderscheid tussen vrijwillig en gedwongen sekswerk’, zegt Magaly Rodriguez Garcia, hoofddocente Geschiedenis aan de KU Leuven en auteur van het boek Seks voor geld: een geschiedenis van prostitutie in België. ‘Zij pleiten vóór criminalisering om uitbuiting en mensenhandel bij sekswerkers de wereld uit te helpen.’
Utsopi onderhandelde jarenlang met politici voor de decriminalisering van sekswerk. ‘We vieren de decriminalisering enorm’, zegt Maxime, medeoprichter van Utsopi euforisch. ‘Maar het is nog maar een begin.’
Uitbating versus uitbuiting
‘Als je sekswerk illegaal maakt, waar ga je de mensen dan vinden die slachtoffer zijn van mensenhandel?’
Wat moet vandaag nog gebeuren om sekswerkers beter te beschermen tegen uitbuiting? De vraag blijft waar het verschil ligt tussen uitbating en uitbuiting, en die vraag heeft een wettelijk kader nodig dat een duidelijke grens trekt, stelt Bauwens. ‘De gevallen die buiten het wettelijk kader vallen, zoals pooierschap en uitbuiting, zijn dan wel strafbaar.’ Aan dat kader werken politici nu, met ondersteuning van Utsopi.
Bovendien: ‘Mensenhandel en uitbuiting blijven moeilijk om volledig uit de sector te bannen’, stelt Rodriguez Garcia. ‘Maar dat is ook zo in de horeca, de poets- en bouwsector. Het is niet typerend voor sekswerk.’
Wat doe je met die realiteit? Bauwens concretiseert het antwoord op die vraag: ‘Zeg je, zoals de abolitionisten, dat de hele sector moet verdwijnen? Dan laat je zichtbaar sekswerk niet toe. Maar waar gaan we de sekswerkers dan vinden die slachtoffer zijn van mensenhandel?’
‘Dat is ook onze rol als organisatie voor en door sekswerkers’, vervolgt Bauwens. ‘We hebben een enorm netwerk en vangen van overal informatie op. En daarmee kunnen wij aan de slag. Maar dat is omdat we weten waar de mensen zijn.’ Decriminalisering erkent dus een realiteit én maakt het makkelijker om problemen in de sector aan te pakken.
‘Ook de omstandigheden waarin sekswerkers werken, gaan er met decriminalisering op vooruit’, stelt Bauwens vast.
‘We zeggen niet dat sekswerk een job is als alle andere. En de meest gemarginaliseerde groepen van de samenleving worden weerspiegeld in deze job. Maar als de sector niet gereguleerd wordt, kunnen ze geen rechten opbouwen. En dat maakt hen nóg afhankelijker van sekswerk.’
Sekswerk en de samenleving
Voorstanders van de decriminalisering en belangenorganisaties stellen dat de hele samenleving erop vooruit als sekswerk uit de illegaliteit wordt gehaald. In sekswerk komen veel maatschappelijke thema’s samen, stellen ze. De sector wordt bijvoorbeeld vaak in één adem genoemd met uitbuiting of mensenhandel.
Sabrina Sanchez: ‘Solidariteit leeft enorm onder sekswerkers, net omdat we niet beschermd zijn en onszelf moeten organiseren.’
Maar sekswerkers zijn ook seksuele opvoeders en amateurpsychologen, klinkt het. ‘De meeste klanten hebben nooit geleerd om te praten over seks en over wat hun genot geeft. We gaan daar dan naar op zoek’, zegt sekswerker Sabrina Sanchez. ‘In de opvoeding en in het onderwijs heerst nog steeds een taboe over het onderwerp.’
‘Solidariteit leeft ook enorm onder sekswerkers,’ vervolgt Sanchez, ‘net omdat we niet beschermd zijn en onszelf moeten organiseren. Wanneer iemand gevaar loopt, sturen we onze locatie via WhatsAppgroepen of bieden we elkaar onderdak.’
‘Sekswerkers leren vanaf het begin hun grenzen verkennen en aangeven’, zegt Nina Poels, coördinatrice van Sophia vzw, het Belgisch netwerk voor genderstudies. ‘In discussies over consent (toestemming geven om seksuele handelingen te verrichten, red.) kunnen we veel leren van hen.’
Maar sekswerk verschilt natuurlijk van seks binnen een relatie, geeft Sanchez toe: wie een dienst aanbiedt voor een som geld, kan gemakkelijker grenzen aangeven. ‘In romantische relaties is dat veel moeilijker om aan te voelen, omdat emoties meespelen. Spijt kan achteraf komen.’