Op zoek naar een nieuwe vorm van democratie na de protesten
Chili: ‘Niemand wil leiders, want leiders worden ofwel omgekocht ofwel vermoord’
Een kleine maand na het uitbreken van de oktoberrevolutie kwam het Chileense politieke establishment met een antwoord: een referendum over een nieuwe grondwet. Dat is gepland voor 26 april. In revolutionaire tijden lijkt dat nog een eeuwigheid. Zal in tussentijd het vuur doven en de frustratie wegebben? Of zal het escaleren en uitmonden in chaos?
Een vrouw in de Chileense hoofdstad Santiago uit haar protest door, zoals zovele landgenoten, op een pan te kloppen. De Chiilenen willen snel politieke oplossingen.
REUTERS/Ricardo Moraes
Waarover gaat het?
De Chilenen mogen op 26 april in een referendum stemmen voor een nieuwe grondwet. Dat is bijzonder, want de huidige grondwet dateert nog van tijdens de militaire dictatuur.
Grote vraag wordt wie de grondwet mag schrijven: mogen de huidige politici (waartegen zo fel geprotesteerd wordt) mee aan tafel zitten?
Zal er ook echt iets veranderen voor de gewone Chileen? De kans is klein dat de elite haar luxepositie wil opgeven, en de politiek staat mijlenver van het volk.
Een kleine maand na het uitbreken van de Chileense revolte kwam het politieke establishment – de regering en het parlement – op 15 november met een antwoord: er komt een referendum over een nieuwe grondwet. Dat is gepland voor 26 april. In revolutionaire tijden lijkt dat nog een eeuwigheid. Zal in tussentijd het vuur doven en de frustratie van de Chilenen wegebben? Of zal het escaleren en uitmonden in chaos?
Hoe grijp je het revolutionaire moment? En hoe kan je de energie die bij de massale straatprotesten bovenkomt, kanaliseren in een constructieve bedding?
De Chilenen halen al hun creativiteit boven om zo’n proces op gang te brengen. De academische wereld participeert met analyses, opinies en deelnames aan debatten. De media gonzen van interviews, discussieprogramma’s en liederen over solidariteit en vrijheid uit de tijd van de dictatuur. Iedereen spreekt over mensenrechten.
De ongemakken die de verstoorde orde met zich meebrengt (gesloten metrostations en supermarkten, onregelmatige uurroosters…) neemt men er graag bij. ‘Er moest iets gebeuren’, is de reactie van de meeste mensen.
In het Congres volgen de wetsvoorstellen elkaar op. En een van de belangrijkste initiatieven in het middenveld is het nationaal Overlegplatform voor Sociale Eenheid (de Mesa de Unidad Social of MUS). Zo’n tweehonderd organisaties doen hieraan mee, waaronder de vakbond CUT (Central Unitaria de Trabajadores).
De MUS zag het licht al enkele maanden voor de Chileense revolte, met het oog op de Top van de Volkeren, de tegenhanger van de afgelaste VN-Klimaattop en APEC-top. De sociale explosie van oktober gaf het overlegplatform vleugels.
Chili opnieuw uitvinden
Paula Muñoz, milieuactiviste en actief lid van het nationaal overlegplatform MUS.
© Alma De Walsche
Ik neem de metro tot de eindhalte van lijn zes, naar de gemeente Cerrillos, in de buitenwijken van Santiago. Daar lopen nog enkele sessies van de Top van de Volkeren en de nieuwe grondwet is een fel bediscussieerd thema. Ik ontmoet er Paula Muñoz, milieuactiviste en actief lid van de MUS.
‘Wij, Chilenen, hebben een heel specifiek kenmerk: wij zijn min of meer gewend te leven met aardbevingen. Wanneer er een aardbeving is, weten we allemaal wat ons te doen staat. We komen samen op de aangeduide plek, overleggen wat er eerst moet gebeuren en verdelen het werk’, zegt Paula, een vrouw die overloopt van energie en spreekt als een waterval.
‘Dit keer ging het om een sociale aardbeving, maar we handelden volgens dezelfde richtlijnen. Op 19 oktober kwamen we samen om te overleggen. We stelden een brief op voor de president om hem te wijzen op de mensenrechtenschendingen en organiseerden diezelfde ochtend nog een optocht naar het presidentieel paleis La Moneda. Intussen trokken de cacerolazos, de protesten met potten en pannen, door de straten. Dat was de eerste reactie op het moment zelf.’
‘In de weken die volgden, zetten we gespreksgroepen op, zogenaamde cabildos, over de sociale uitbarsting. Dat bleek een goeie uitweg te zijn voor alle energie die loskwam. In die discussiegroepen ontstond de vraag naar een nieuwe grondwet. Die moest dan wel niet opgesteld worden door de huidige politici, maar door een grondwetgevende vergadering van mensen uit het middenveld.’
‘Niemand wil leiders, want leiders worden ofwel omgekocht ofwel vermoord.’
‘Voor mij is dit moment alsof jongeren voor het eerst in hun leven een droom koesteren van een betere wereld’, vervolgt Paula. ‘Omdat het zo niet verder kan. De natuur gaat om zeep, onze kleinkinderen zullen misschien nooit de mooie rivieren kennen. Mijn kinderen hebben nauwelijks nog de kans om een hagedisje te spotten. Welke wereld laten we hen na? Die maandag werd iedereen wakker met het duidelijke besef: deze wereld wil ik niet. Ik weet nog niet welke dan wel, want we bevinden ons nog steeds in dit proces van onszelf opnieuw uitvinden.’
Gedurende de hele maand november kwamen mensen wekelijks samen om te discussiëren over drie vragen. Wat heeft deze sociale explosie veroorzaakt? Is een grondwetgevende vergadering het juiste antwoord op deze crisis? En welke thema’s verdienen prioriteit?
Paula: ‘We werken met thematische groepen en hebben wisselende gespreksleiders. We willen niet dat iemand dit proces leidt. Niemand wil leiders, want leiders worden ofwel omgekocht ofwel vermoord.’
150 gemeentes organiseerden al een oefen-referendum (of ‘consulta ciudadana’) om het publieke debat te voeden.
© Alma De Walsche
De idee van discussiegroepen werd ook opgepikt door de gemeentes. 150 gemeentes organiseerden al een proefreferendum ter voorbereiding van het echte referendum in april. Om het debat te voeden en mensen klaar te maken voor het beslissende moment.
Wie mag de nieuwe grondwet maken?
De grondwet is een cruciale angel in de Chileense wonde, want hij dateert van 1980, toen Chili nog een militaire dictatuur was.
Met de terugkeer naar de democratie in 1990 was het op eieren lopen. Dat er opnieuw een burgerregering kwam, was een geweldige triomf. Maar de tentakels van de junta bleven zich uitstrekken tot in alle geledingen van de formele democratie. Oud-dictator Pinochet werd senator voor het leven.
‘“L__a alegría ya viene”, de vreugde komt eraan, was de slogan bij de volksraadpleging van 1989 (over een vernieuwing van de grondwet, red.)’, zo herinnert Cesar Padillo, coördinator van de milieu-ngo OCMAL, zich. ‘Die vreugde stond voor gerechtigheid, waardigheid, participatie, democratie, huisvesting, werkgelegenheid… Maar uiteindelijk is ze er nooit gekomen, omdat ook links niet meer deed dan het administratief beheren van een model dat ze van de dictatuur had overgeërfd. Er was altijd de dreiging: als we te veel willen ingrijpen, keren de militairen weer.’
Met de revolte en met het ‘Akkoord voor de Sociale Vrede en voor de Nieuwe Grondwet’ van 15 november lijkt er een nieuwe kans te komen.
Bij het referendum van 26 april zullen twee vragen voorliggen. Een: wilt u dat er een nieuwe grondwet komt, ja of neen? Twee: moet die tot stand komen door een “gemengde commissie” of door een “grondwetgevende vergadering”?
Met “gemengde commissie” bedoelt men: een commissie van vijftig procent huidige politici en vijftig procent niet partijgebonden burgers. Het alternatief, een grondwetgevende vergadering, zou bestaan uit honderd procent mensen uit het middenveld.
Het referendum is een besluit van het Akkoord voor de Sociale Vrede en voor de Nieuwe Grondwet, en de meeste Chilenen, met uitzondering van een harde kern in de elite, willen een nieuwe grondwet. Maar desondanks is er veel controverse over het voorstel.
Sommige linkse groepen merken op dat het voorstel geformuleerd en bekokstoofd is door de huidige politici, die in de protesten zelf de kop van Jut zijn. Anderen aanvaarden het voorstel, maar willen er liever geen politici bij. En er is ook de eis dat die grondwetgevende commissie of vergadering samengesteld wordt met de gepaste quota: even veel vrouwen als mannen, en met een vertegenwoordiging van inheemse Chilenen. Maar deze eis werd al weggestemd in het Congres.
Elite wil luxepositie niet opgeven
Ik neem de bus naar Valparaíso, zo’n 120 kilometer van Santiago, waar het Chileense parlement is gevestigd.
Ik heb er een afspraak met Tomas Hirsch, voorzitter van de Humanistische Partij (PH). Zijn partij zit op dat moment midden in een discussie of ze het Brede Front (het centrumlinkse Frente Amplio) zal verlaten of niet (wat de partij uiteindelijk wél deed, op 12 december). Toch maakt Hirsch tijd voor dit interview.
Hirsch is actief in de politiek sinds de terugkeer naar de democratie en was presidentskandidaat in 2005.
De Concertación was een samenwerking tussen 17 politieke centrumpartijen voor de terugkeer naar de democratie. Ook na het einde van de militaire dictatuur bleef de coalitie bestaan.
‘‘In 1993 al vroegen we een andere grondwet. In de eerste transitieregering van Patricio Aylwin, in 1990, aanvaardden we allen dat er geen diepgaande structurele veranderingen zouden gebeuren, omdat de prioriteit het herwinnen van de democratie was.
Maar bij de discussies over de tweede concertatieregering van Eduardo Frei waren wij, de stichters van de Concertación, ons ervan bewust dat dit een verraad inhield van het engagement dat men met de bevolking was aangegaan. Dat engagement hield niet enkel in om elke vier jaar te gaan stemmen, maar het betekende ook: structurele veranderingen aan het systeem. Wat we toen, vroegen waren een nieuwe grondwet en een einde aan het private pensioenstelsel van de private pensioenfondsbeheerders, de AFP’s.’
‘Is voor u nu dan het grote moment aangebroken?’, vraag ik. Hirsch: ‘Ik wil je niet ontmoedigen, maar we staan voor een elite die niet bereid is om haar luxepositie op te geven. Kosmetische ingrepen, dat wel, maar grondige veranderingen? Dat betwijfel ik.’
© Alma De Walsche
Tomas Hirsch, voorzitter van de Humanistische Partij (PH)
‘Gisteren hebben we gestemd over de verhoging van het minimumloon. Ons voorstel was dat dit minimumloon boven de armoedegrens moest gaan. Rechts stemde tegen. Het resultaat is een minimale verhoging, die bovendien wordt gefinancierd door de staat, de belastingbetaler dus, niet door de bedrijfswereld.’
‘Het minimumloon was voordien bruto 300.000 peso (351 euro), netto wordt dat 240.000 peso (281 euro). Door de verhoging is het nu netto 300.000 peso geworden. Maar de armoedegrens ligt op 420.000 peso (492 euro). Meer dan een miljoen Chilenen werken aan een minimumloon en slagen er dus niet in om boven de armoedegrens te komen.’
‘Het debat over de nieuwe grondwet is uitermate relevant’, stelt Hirsch. ‘Rechts ziet ook wel in dat de tijd van de grondwet van Pinochet voorbij is. Maar het is onaanvaardbaar dat het voorliggende voorstel vanuit de politiek komt en niet vanuit de sociale organisaties, en dat het er bij de stemming ook niet is doorgeraakt dat de helft van de leden van de commissie of grondwetgevende vergadering vrouwen moeten zijn. Dat zal voor spanningen blijven zorgen.’
De president begrijpt het volk niet
‘Ongelijkheid, desintegratie, misbruiken door oligopolies. Al die problemen vragen om structurele hervormingen en dus om politieke oplossingen’, betoogt Hugo Herrera. Herrera is rechtsfilosoof en columnist. Hij schreef het eerste boekje over de recente oktoberrevolutie in Chili.
‘De kunst van het handelen, in debat gaan en een consensus bereiken, die heeft Piñera niet. De president is verlamd.’
We ontmoeten elkaar bij zijn boekvoorstelling aan de universiteit van Valparaíso en spreken af voor een interview de volgende dag, in taverne Tavelli in Las Condas, de betere wijk van Santiago.
‘Het is net de politiek die in Chili verschrompeld is. In het neoliberale model van Milton Friedman is politiek herleid tot het afvinken van een checklist. Het contact met de verzuchtingen van het volk is volledig verloren gegaan.’
Rechtsfilosoof en columnist Hugo Herrera
© Alma De Walsche
‘Maar politiek gaat over handelen, in debat gaan en een consensus bereiken. Die kunst van het handelen heeft Piñera niet. De president is verlamd, hij begrijpt niet waarover het precies gaat in het politieke domein. Hij zit gevangen in zijn schema’s van de economische wetenschap. En die leemte van het niet kunnen handelen op het politieke forum vult hij op met politieagenten, in plaats van in gesprek te gaan.’
Er is ook een nieuwe politieke component in deze crisis, merkt Herrrera op: het opstaan van nieuwe sociale groepen. Ze stellen nieuwe eisen, die niet zomaar kunnen beantwoord worden binnen het huidige politieke en economische systeem. Mensen uit de middenklasse die in een precaire situatie zitten, zijn de protagonisten van deze revolutie.
De democratie heruitvinden
Herrera pleit voor een sociaal pact dat politiek en samenleving weer samenbrengt en dat mensen opnieuw vertrouwen geeft in de politiek. ‘Men moet duidelijk tekenen zien dat er een proces op gang komt voor een grondwet en voor grondige sociale hervormingen want deze crisis is een kwestie van maanden of jaren. Als die twee processen er niet komen, belanden we in een fase van regeringloosheid en in een nog diepere crisis.’
‘Het is belangrijk dat de macht verdeeld is tussen de staat en een sterk middenveld.’
Volgens Herrera zijn er aanwijzingen dat zulke processen mogelijk zijn. ‘Vóór de crisis zag ik eerder een polarisering, zowel aan het rechtse als aan het linkse uiteinde van het politieke spectrum, vergelijkbaar met wat er in Europa gebeurt. Vandaag zijn er zowel aan de linker- als aan de rechterzijde barsten in de politieke formaties. Het centrum wint aan kracht en dat schept nieuwe perspectieven.’
Om het democratische model te herbronnen, schuift Herrera een eigen model naar voor dat hij “volksrepublicanisme” noemt. Ik vraag hem wat we ons daarbij moeten voorstellen.
Herrera: ‘Ik gebruik die term in de betekenis van de Franse filosoof Montesquieu: een verdeling van de macht, want daar staat republicanisme voor. Chili heeft zich vanaf de onafhankelijkheid gevestigd als republiek. In de samenleving heb je echter niet alleen een politieke macht, maar ook een sociale macht. Daarom is het belangrijk dat de macht verdeeld is tussen de staat en een sterk middenveld.’
‘Binnen de staat pleit ik enerzijds voor een verdeling tussen de drie traditionele functies, uitvoerende, wetgevende en rechterlijke macht, maar anderzijds ook voor een territoriale verdeling, want Chili is zeer centralistisch. Politiek zou er een decentralisering moeten komen.’
‘En een derde verdeling op het politieke domein zie ik tussen functionarissen van de partijen en een professionele bureaucratie. In Chili is de bureaucratie nog zeer gepolitiseerd. De invulling van heel veel functies wordt door politieke autoriteiten bepaald. Een professionele bureaucratie betekent ook een vorm van machtsdeling.’
Ook binnen de civiele samenleving moet een opdeling van de macht komen, vindt Herrera. ‘In Chili heb je heel veel monopolies en oligopolies. Er moet een instantie zijn die de kleine ondernemers vertegenwoordigt, en een sterk syndicalisme. Zo’n verdeling van de macht op verschillende niveaus is uiteindelijk het stramien dat vrijheid en democratie mogelijk maakt.’
Politieke ecologie
‘Is het niet merkwaardig dat de sociale protesten die we vandaag over de hele wereld zien, vooral plaatsvinden in de grote steden?’, vraagt Herrera zich af. ‘Zou het niet kunnen dat ook die steden onleefbaar geworden zijn en dat het ongenoegen ook daarmee te maken heeft?’
‘In Santiago zie je nauwelijks nog groen. Het natuurlijke landschap is volledig verdwenen uit de stad. De manier waarop we onze steden concipiëren en waarop we onszelf zien in onze omgeving, in ons territorium, kan ofwel voldoening geven, ofwel frustratie.’
Vanuit die bedenking voegt Herrera bij zijn nieuw concept voor democratie nog een ander principe toe: de geografische gesitueerdheid van de mens (hij noemt het in zijn boek ‘el principio popular telúrico’). ‘Het gaat over gemeenschapservaringen en over de integratie van het volk in de gemeenschap en in zijn landschap. Dat zijn bouwstenen van een solide politiek.’
‘Maar dat is politieke ecologie, en die is problematisch in Chili’, zegt Herrera. ‘Er is hier nauwelijks een bewustzijn van de band met de omgeving. Tenzij bij de Mapuche, die hebben dat bewustzijn heel duidelijk wel, en daarom is hun strijd zo krachtig.’
De Mapuche en de Chileense overheid zijn al jarenlang in conflicten verwikkeld, onder andere over de erkenning van hun land en rechten als inheemse bevolkingsgroep. ‘Het conflict met de Mapuche kan alleen opgelost worden meteen robuust regionalisme. Meer macht aan de regio’s, dat zou een eerste stap zijn. Ook op dit vlak opent het proces van de nieuwe grondwet nieuwe mogelijkheden.’