Duurzame chocolade bestaat niet

Analyse

Duurzame chocolade bestaat niet

Duurzame chocolade bestaat niet
Duurzame chocolade bestaat niet

Spijtig voor Belgen die gemiddeld 8 kilo chocolade per jaar eten, maar echt duurzame chocolade bestaat niet. Toch niet op het eiland Sulawesi in Indonesië, het land in Zuidoost-Azië dat de derde grootste producent ter wereld is van chocolade. Cacao heeft het bergachtige eiland Sulawesi zelfs veranderd in een kapitalistische maatschappij, waar een kaste van grootgrondbezitters de plak zwaait en landloze boeren geen uitweg meer zien.

Cacao was een strijdpunt tijdens de week van de Fair Trade die op 7 oktober begon en vandaag afloopt. Eerder dit jaar was cacao al in de kijker gezet door één van ’s meest bekende antropologen, de Canadese Tania Murray Li, die 20 jaar onderzoek deed op Sulawesi. Zij gaf op uitnodiging van de opleiding Cultures & Development Studies (KUL) een gastlezing over haar nieuwste boek Land’s End.

Jovan Jimenez (CC BY-NC-ND 2.0)

Belgen eten gemiddeld 8 kilo chocolade

Jovan Jimenez (CC BY-NC-ND 2.0)​

Grond is op

‘Het land is op in Sulawesi’, zegt ze, en dat ligt vooral aan de introductie van cacao op het eiland. ‘Een cacao-plant is onderhevig aan een dertigtal ziekten. Ofwel zorg je dat je bomen blijven opbrengen, door volop pesticiden en meststoffen in te zetten. Doe je dat niet, dan heb je na 7 jaar geen oogst meer. Ofwel snijd je telkens opnieuw onaangeroerd land aan. Dat is ook een optie. Dan hoef je niet te spuiten en heb je misschien wel organisch geteelde chocolade, maar verdwijnt er steeds meer woud en grond’.

Kapitalisme kwam ‘vanzelf’

Li deed diepgravend onderzoek op Sulawesi, een eiland in de Indonesische archipel, waar als vanzelf een kapitalistische economie ontsproot, toen de bevolking besliste op cacao-teelt over te schakelen. Door de aard van het gewas, werd wat vroeger gemeenschappelijke grond was, stilaan private eigendom. Want een boom die bovendien veel energie vergt van de landbouwer, gaat onrechtstreeks duiden op het feit dat iemand eigenaar is van de grond waarop de cacao staat. Geleidelijk aan vond dus een enclosure van het land plaats: eens iemand cacaobomen had geplant bleef het land van die persoon.  ‘Wat begon als een keuze, werd pure noodzaak. Je moest je opbrengst steeds verhogen, wilde je blijven overleven’.

Hartanto (CC BY-NC-ND 2.0)

Cacao in Sulawesi

Hartanto (CC BY-NC-ND 2.0)

Een cash crop als cacao leek geen slechte zet

In weerwil van wat bewegingen zoals de food sovereignty movement à la Via Campesina voorop staan, verlieten de boeren uit eigen beweging hun kleinschalige zelfvoorzienende landbouw, ook omdat die te weinig harde valuta opleverde en de eilanders geen uitzicht bood op ‘moderniteit’, op scholen, hospitalen en andere vormen van ‘ontwikkeling’. ‘In Sulawesi had je bovendien om de 4 à 7 jaren het effect van El Nino, die elke jaaroogst als een kaartenhuisje ineen deed stuiken’. Op zich leek een cash crop als cacao niet eens zo’n slechte zet. ‘Bij droogte brengt hij niet gek veel op, maar op zijn minst overleeft hij.’

Omdat het eiland maar een beperkt areaal aan woud heeft, was de grond echter beperkt. Bij de vroegere wissellandbouw was dat geen probleem, maar voor de cacao-teelt moest men ofwel veel inputs gebruiken of altijd meer woud aansnijden en het vele werk dat in zo’n boom kroop, maakte ook dat de boer zijn stukje grond niet zomaar wilde overlaten aan iemand anders. Dat resulteerde ten langen leste in een beperkt aantal groot-grondbezitters, meestal zij die bij aanvang het meest kapitaal konden investeren. ‘Zij die een misoogst hadden, verloren steeds vaker hun grond, die door het aanplanten van bomen privaat bezit was geworden’.

Nummer 3 op de wereldranglijst

Cacao, het basisbestanddeel van chocolade, wordt in rangorde van omzet vandaag geteeld in Ivoorkust, Ghana, Indonesië, Brazilië, Ecuador en andere delen van Afrika, Zuid-Amerika en Azië. De grootste consument van chocolade is Europa. Toen West-Afrika en in het bijzonder Ivoorkust door burgeroorlog geteisterd werd, sprong Zuidoost-Azië op de internationale cacao-markt. Li: ‘Het gekke aan dit eiland was dat er geen externe partner aan te pas kwam, die de bewoners in de cacao dreef. Er is met andere woorden geen slechterik in het spel die we de schuld kunnen geven. De inwoners van Sulawesi hebben gewoon een grove fout gemaakt, zouden ngo’s zeggen, die dit verhaal dus ook niet snel zullen oppikken om actie rond te voeren. Ze zitten muurvast. Zij die alles verloren hebben, kunnen geen kant meer op. Ze spreken hun eigen taal en de rest van Indonesië zit niet te wachten op arbeidsmigranten uit Sulawesi’.

Is er dan echt geen uitkomst voor cacao-boeren? We vroegen het aan Arne Schollaert van Oxfam Wereldwinkels, dat tijdens de internationale, tweejaarlijkse Week van de Fair Trade campagne voerde rond het zwarte goud.

Schollaert is niet vertrouwd met de situatie in Indonesië, nummer drie op de chocolade markt. En de omstandigheden waarin de twee grootste producenten – Ivoorkust en Ghana – cacao telen zijn natuurlijk heel anders dan in Indonesië. Het gaat bijvoorbeeld niet om eilanden waar de ruimte beperkt is. Toch ziet zelfs Oxfam Wereldwinkels, die fair trade chocolade op de markt brengt, de toekomst zwart in, tenzij chocoladebedrijven beter gaan betalen aan de cacaoboeren.

Everjean (CC BY 2.0)

Cacao gezond houden vergt veel werk

Everjean (CC BY 2.0)

Eén blikje pesticiden per akker

Volgens Oxfam Wereldwinkels zijn veel cacaoboeren in West-Afrika als het ware schijnzelfstandigen, die in ruil voor afzet de facto gebonden zijn aan afnemers die te weinig betalen en de boeren, met een vingerknip, kunnen opzeggen. Ook het beleid van landen als Ivoorkust, schiet te kort. ‘Ivoorkust hield er tot voor kort een laissez-faire op na, maar is net als Ghana begonnen met het verdelen van pesticiden aan de boeren. Alleen krijgen de Ivoriaanse cacao-telers één blikje voor een hele akker; te weinig om de planten gezond te houden en natuurlijk te veel om nog bio-chocolade te kunnen opleveren. Er wordt ook onvoldoende opgetreden tegen afnemers die op slinkse wijze de door de overheid vastgelegde prijzen omzeilen, bij verkoop aan de akker, onderweg of voor het aan boord gaan van de marchandise.’

Cacaotekort is een cynisch verhaal van de industrie

Ngo’s kunnen volgens Schollaert best heel omzichtig omspringen met efficiëntieverhogende programma’s, zeker diegene die door de industrie opgezet en/of gefinancierd worden. ‘Dergelijke programma’s beantwoorden aan een verzuchting van de industrie, de vraag naar meer kwalitatieve cacao, maar niet per definitie aan die van de producenten’. Volgens antropologe Ann Cassiman (KULeuven) die jarenlang onderzoek deed in Ghana en in 2012 ook met Max Havelaar onderzoek deed naar de teelt, is het cacao-boeren minder te doen om het fair trade-verhaal dan wel een afzetmarkt en een goede prijs. ‘De mensen vonden de ecologische principes wel zinvol en zagen ook in dat het de landbouw duurzamer maakte, maar hun belangrijkste reden om mee te doen was de zekerheid van afname. Max Havelaar werd gezien als een betrouwbare partner voor hun cooperatieven en dat was voor hen de eerste reden om in het Fair trade verhaal te stappen. De ecologische voordelen vonden ze mooi meegenomen’.

© Tineke d'Haese

‘Het beleid in Ivoorkust helpt de producenten niet vooruit’ (Oxfam-Wereldwinkels)

© Tineke d’Haese

‘Ik begrijp niet hoe media kritiekloos alle berichten over een zogezegd nijpend cacaotekort klakkeloos overnemen vanwege de industrie’, zucht Schollaert. ‘Chocolade is een waanzinnige bron van inkomsten, zeker nu steeds meer Brazilianen, Indiërs en Chinezen zich chocolade kunnen veroorloven. Maar de industrie onderbetaalt de boeren dermate dat zij niet meer willen of kunnen investeren in hun oogst. Een boer die de kip met de gouden eieren heeft gevonden, zal die echt wel in leven houden hoor. Tenzij hij de kans niet krijgt vanwege zijn afnemers. Het cynische van de zaak is dat bedrijven hiervoor verantwoordelijk zijn en dan ook nog een sense of urgency creëren, om de consument meer te doen betalen voor chocolade.’