42 beste wielerploegen zouden maar liefst 1.365.000 plastic flessen per jaar verbruiken
Wegwerpplastic tijdens wielerwedstrijden: PR boven duurzaamheid?
Magali Bruneel
22 juli 2019
Wielerwedstrijden brengen een hoop afval met zich mee. De Tour de France veroorzaakt tijdens de hele wedstrijd zo’n 420 ton extra zwerfvuil langs de weg. Wat kan er nog gebeuren om dit te beperken?
Een renner krijgt een bidon aangereikt.
Incase (CC By 2.0)
Het zijn hoogdagen voor wielerfans en dit jaar konden ze extra genieten dankzij de start van de jaarlijkse Tour de France vanuit onze hoofdstad.
Helaas blijft er nadien altijd zwerfvuil achter, ook van de wielrenners zelf. Uit onderzoek van het onderzoeksbureau Ipsos blijk dat wielrenners verantwoordelijk zijn voor vijf procent van het zwerfvuil dat een wielerwedstrijd veroorzaakt.
Hetzelfde onderzoek, in 2018 uitgevoerd op vraag van Mooimakers (het Vlaamse initiatief tegen zwerfvuil), toonde bovendien aan dat de passage van een wielerwedstrijd 72 procent meer afval veroorzaakt dan er normaal gezien langs de weg ligt. En nadat de opruimploeg van de wedstrijdorganisatie langs geweest is, blijft er nog steeds gemiddeld 38 procent zwerfvuil liggen.
Dit onderzoek is gebaseerd op metingen bij amateurwedstrijden. De hoeveelheid zwerfvuil bij professionele wedstrijden ligt daarom ongetwijfeld nog veel hoger. Zo wordt geschat dat de Tour de France, tijdens de hele wedstrijd, 420 ton extra zwerfvuil langs het parcours veroorzaakt. Op de Mont Ventoux ruimde LaCove, een intercommunale afvalorganisatie uit de buurt van Carpentras, na de passage van de Tour 800 kilogram plastic en anderhalve ton glas op.
_Waste zone_s bij feeding zones
Sinds 2014 voerde de Internationale Wielerunie (UCI) maatregelen voor professionele wedstrijden in om te voorkomen dat sporters hun afval achteloos op de baan gooien.
Zo voerde de Unie de waste zone in, een afgebakende zone waarin de wielrenners tijdens de wedstrijd hun afval kunnen mikken en die achteraf speciaal opgeruimd wordt. Die zone moet altijd voor en na een feeding zone of bevoorradingszone liggen. Er moet ook een zijn op twintig kilometer afstand van de finish, zodat de renners hun laatste ballast kunnen weggooien net voor ze aan de sprint beginnen.
Gooit een renner elders opzettelijk afval weg, dan zal die in theorie een boete moeten betalen. Aanvankelijk bedroeg die net geen 45 euro, maar sinds dit jaar varieert die tussen zo’n 180 en 900 euro. Een videoscheidsrechter die toezicht houdt op overtredingen door de renners, let daarbij ook op de manier waarop ze hun afval weggooien. Zo betaalden Team Wanty-Gobert en Team Cofidis na de tourrit van 11 juli elk 360 euro, omdat bij beide teams twee wielrenners betrapt werden op het verkeerd weggooien van hun drinkfles.
Het uiteindelijke boetebedrag hangt af van het wedstrijdniveau en van de frequentie van vervuiling door de renner. Uitzonderingen gelden wanneer een drankfles of bidon voorzichtig naar de toeschouwers wordt gerold met de bedoeling om die te schenken als souvenir, of als die afgegeven kan worden aan volgwagens of aan de wedstrijdcommissarissen, die toezien op het goede verloop van de koers.
Wallays en Campenaerts willen duurzaam sporten
Naast de UCI geven ook individuele topsporters aan dat ze zich willen inzetten voor een milieu- en klimaatvriendelijkere sportbeleving. Op 30 mei plaatste de Bond Beter Leefmilieu een oproep op haar website met de titel Zweten zonder impact. Een van de auteurs is topsporter Charlotte Dewilde. Verschillende andere topsporters, waaronder wielrenners Jelle Wallays en Victor Campenaerts van Team Lotto Soudal, ondertekenden de oproep.
Concreet vragen de ondertekenaars om een ambitieuzer duurzaamheidsbeleid in de sport. De auteurs roepen de toekomstige ministers van Leefmilieu en Sport op om samen te werken. Ze schrijven dat sport en duurzaamheid samengaan, en dat sporten de ideale basis is voor een duurzamer milieu. Ze klagen aan dat sport nog te vaak te veel zwerfvuil met zich meebrengt.
Enkele individuele sporters wijzen erop dat sporten de ideale basis is voor een duurzamer milieu. Ze klagen aan dat sport nog te vaak te veel zwerfvuil met zich meebrengt
Er bestaan dus al goede initiatieven om zwerfvuil in het wielrennen aan te pakken, en de wil om duurzamer te sporten is ook aanwezig bij enkele topwielrenners. Het UCI scherpte met verhoogde boetes de regels aan en wedstrijdorganisatoren zetten bij toeschouwers in op sensibilisering. Zo rijdt er tijdens de Tour een wagen mee in de reclamekaravaan, die de toeschouwers vraagt om hun afval op te ruimen.
De voorgaande initiatieven gaan steeds uit van de UCI, de wedstrijdorganisatoren of enkele individuele renners. Maar ook de wielerploegen kunnen maatregelen nemen tegen vervuiling door hun ploegleden. Tijdens de wedstrijd nemen wielrenners waterflessen en voedsel mee, om hun energie- en vochtniveau op peil te houden. Daarvoor krijgen ze drinkflessen, energierepen en een energiebooster in de vorm van eetbare gel.
1.365.000 plastic flessen per jaar
De plastic verpakkingen van de repen en de zakjes met gel belanden nu al vlotjes in de waste zone, ze zijn klein en wegen niet veel. Wielrenners kunnen ze dus makkelijk bijhouden in de zakjes op de rug van hun truitjes, om ze daarna in de eerstvolgende waste zone te deponeren.
Wat beter kan, zijn de duizenden plastic drinkflessen die de teams elke wedstrijd verbruiken. De voorraad flessen die een team zo elke wedstrijd weggooit, moet telkens opnieuw geproduceerd worden. Die flessen worden volgens verschillende teams die MO* sprak achteraf vaak niet teruggevonden door de schoonmaakploegen, omdat ze zo geliefd zijn bij de fans.
Team Lotto Soudal verbruikt per jaar 30.000 tot 35.000 waterflessen, vertelt woordvoerder Arne Houtekier. Het verbruikte aantal per wedstrijddag hangt af van het type koers, de lengte van het parcours en de temperatuur. In de strijd tegen wegwerpplastic is die massaproductie van plastic flessen meer dan opmerkelijk.
Wereldwijd zijn er vandaag 281 professionele wielerteams. De besten onder hen, 42 ploegen in totaal, mogen automatisch of via een wildcard deelnemen aan wereldklassiekers zoals de Tour de France. Daarnaast zijn er 175 teams die enkel deelnemen aan de competitie van hun eigen continent. Ten slotte zijn er nog 46 professionele vrouwenploegen.
Als alle 42 beste teams zo’n 32.500 plastic flessen per jaar verbruiken, dan produceren ze jaarlijks samen 1.365.000 plastic flessen.
Als alle 42 beste teams gemiddeld 32.500 plastic flessen per jaar verbruiken, dan laten ze jaarlijks samen 1.365.000 plastic flessen produceren. Dat zijn elk jaar meer dan één miljoen flessen uit wegwerpplastic.
Zelfs als de fans het merendeel van de weggegooide flessen meenemen naar huis, belanden die ooit ook opnieuw bij het huisafval. Komen ze in de restafvalzak terecht, dan worden ze gewoon verbrand, wat bijdraagt aan een hogere CO2-uitstoot en een negatieve invloed heeft op het klimaat. Wat wel correct wordt gesorteerd en ingezameld, kan niet oneindig gerecycleerd worden en wordt uiteindelijk ook verbrand.
Ook de drinkflessen die geen tweede leven als souvenir krijgen maar in de waste zone gegooid worden, afgegeven worden aan volgwagens of commissarissen, belanden uiteindelijk bij het afval.
En wat met de flessen die nadien niet worden opgepikt door een fan en die langs het parcours blijven liggen? Plastic zwerfvuil dat zo in de natuur verzeilt, komt in waterlopen terecht en uiteindelijk in de zee. Elk jaar groeit de plastic soep in de oceanen met zo’n acht miljoen ton aan. Dat blijkt uit een onderzoek uit 2015 van het National Center for Ecological Analysis and Synthesis (NCEAS), een onderzoeksinstituut van de Universiteit van Californië.
Omdat de natuur geen kunststof zoals plastic kan afbreken, valt het plastic afval uiteen in microplastics, dat vervolgens overal in het water, de lucht en de bodem verspreid geraakt. Ook eten dieren het op, waarna die op ons bord belanden. We drinken, ademen en eten voortdurend microplastics die ons lichaam niet kan afbreken.
Naar bio-afbreekbare collector’s items
Het wegwerpprobleem kan opgelost worden als alle wielrenners verplicht worden om hun drinkflessen enkel in de waste zones achter te laten én als de flessen nadien gerecupereerd worden voor hergebruik. ‘Zo’n nieuw systeem kan zeker in het wielrennen. Maar de handhaving moet ook navenant zijn’, zegt Wouter Florizoone, mobiliteits- en duurzaamheidsexpert bij Transport and Mobility Leuven en een van de initiatiefnemers van Zweten zonder impact.
‘Het is perfect mogelijk voor clubs om nieuwe regels over het gebruik van drinkflessen in te voeren voor hun leden. Zij kunnen daarvoor afspraken maken met de renners en met de volgwagen. Vandaag worden die flessen meestal in de berm gegooid. Tijdens de rustige kilometers kunnen ze aan een knecht gegeven worden, iemand die als taak heeft om de logistiek te verzorgen tussen volgwagen en ploegmakkers.’
Er is dus al een medewerker die toeziet op het verzamelen van de waterflessen. Die zou er evengoed op kunnen toezien dat er geen flessen meer naar de bezoekers worden gerold, en dat er dus niet telkens nieuwe flessen moeten geproduceerd worden.
De wegwerpflessen hebben dus een bijkomende functie als handig gratis PR-middel
De vraag is of de teams en hun sponsors dat wel willen. Florizoone duidt op het gunstige neveneffect voor het team wanneer toeschouwers een weggegooide fles kunnen bemachtigen:
‘Er worden in een wedstrijd tientallen flessen weggegooid per dag. De fans kunnen die oprapen, om ze als collector’s items mee te nemen naar huis. Vervolgens verspreiden de fans foto’s van hun nieuwe trofee op sociale media, wat allemaal gratis reclame is voor het team en voor de sponsors.’ De wegwerpflessen hebben dus een bijkomende functie als handig gratis PR-middel.
Florizoone: ‘De clubs moeten naar zichzelf kijken en zich afvragen hoe het beter kan. Bio-afbreekbare flessen zijn daar een voorbeeld van. Ze kunnen ook kijken naar hoe andere sporttakken zwerfvuil van hun sporters aanpakken.’
Een voorbeeld ziet Florizoone in de ultra trail (hardlopen in de natuur): ‘Bij sommige wedstrijden is er de regel dat de lopers hun naam op hun voedselverpakkingen en drinkflessen moeten schrijven. Als er nadien zwerfvuil wordt gevonden, dan wordt de schuldige meteen geïdentificeerd, beboet of zelfs gediskwalificeerd. Een dergelijke maatregel zou ook in het wielrennen ingevoerd kunnen worden.’
Hergebruik is ‘niet hygiënisch’
Nemen ploegen al bijkomende maatregelen tegen plasticvervuiling door de renners? Arne Houtekier van Team Lotto Soudal zegt dat zij geen bijkomende afspraken hebben met de renners, maar dat de ploegleden en het team er wel mee bezig zijn: ‘Ik denk dat wij een van de teams waren die al voor de invoering van de UCI-regels aan de renners vroeg om er op te letten wat ze met hun afval deden. We herhalen ook geregeld dat ze hun afval correct moeten weggooien, in de waste zones of in de publiekszones.'
'In de publiekszones dienen de bidons als als gadget voor de wielerfans. Zo worden ze gerecupereerd en belanden ze niet in de natuur. Onze drinkbussenproducent Tacx heeft ook een inspanning geleverd tegen de vervuiling door een bio-afbreekbare drinkfles te ontwikkelen.’
Bio-afbreekbare flessen lijken dan wel een goed begin, het zijn nog steeds wegwerpflessen die in grote hoeveelheden geproduceerd worden. Volgens de BBC-website Science Focus duurt het slechts drie tot zes maanden voor bio-afbreekbaar plastic helemaal afgebroken is, maar blijft er nadien wel een poel van giftige chemicaliën achter, die nodig zijn om het plastic samen te stellen.
Waarom worden de flessen, ook de bio-afbreekbare, niet gewoon gerecupereerd, schoongemaakt en opnieuw gebruikt? Volgens Houtekier is dat geen optie, want ‘niet hygiënisch’. Maar bij de dames van team Doltcini-Van Eyck Sport kan dat blijkbaar wel op een hygiënische manier verlopen.
Jan Morre, woordvoerder van de vrouwenploeg, vertelt: ‘Wij hebben nu al afspraken met onze rensters om de bidons buiten de waste zones zoveel mogelijk af te geven aan de volgwagens. Wij streven ernaar om de drinkflessen te hergebruiken. Bovendien zetten we nu al vaak de naam van de rensters op de drinkflessen.’
Voor amateursteams is nieuwe waterflessen aankopen te duur. Zij hergebruiken bidons wel na een wedstrijd
Ook bij amateurteams worden flessen afgewassen en opnieuw gebruikt door de renners. Volgens Massimo Van Lancker van Cycling Vlaanderen is het voor de teams — die geen grote sponsors hebben — te duur om de waterflessen telkens opnieuw aan te kopen. Het is dus zeker mogelijk om de flessen na de wedstrijd weer in te zamelen, af te wassen en te hergebruiken.
Van #PassOnPlastic naar Team INEOS
Hoeveel kost zo’n drinkfles? Slechts enkele euro’s. Op de webshops van Team Deceuninck-Quick Step en Team Lotto Soudal worden de drinkflessen van het team te koop aangeboden. Bij de eerste ploeg kost een fles vijf euro, bij de tweede is dat drie euro. Voor een fles van het Britse Team INEOS betaal je wat meer: tien tot elf euro.
Toch is dat nog steeds niet erg veel voor een stukje plastic merchandising. Plastic is een spotgoedkope grondstof, wat de lage prijzen deels verklaart. De teams maken hier ook nog winst op, wat betekent dat de inkoopprijs voor een fles nog lager ligt dan de goedkope verkoopprijzen.
De andere Belgische teams blijken online geen drinkflessen aan te bieden in hun webshops. Als hun fans een drinkfles willen van hun favoriete team, hebben ze weinig andere opties dan er een uit de berm te halen. Hoe beperkter het aanbod, hoe exclusiever het product en hoe groter de vraag.
In de strijd tegen plastic vervuiling was het Britse Team Sky, nu Team INEOS, vorig jaar een echte voorbeeldleerling. Tijdens de Tour de France deed de ploeg een opmerkelijke oproep om minder wegwerpplastic te gebruiken. Ze lanceerden toen de campagne #PassOnPlastic (weiger plastic) in de strijd tegen de plastic soep in de oceanen. Die actie sloot aan bij een initiatief van hun toenmalige hoofdsponsor, het televisienetwerk Sky, om alle wegwerpplastic uit hun bedrijf te weren.
De renners van het toenmalige Team Sky droegen truitjes die speciaal voor de actie waren ontworpen, met grote orka’s afgebeeld op de rug. Het team beloofde in een bijhorende actie genaamd Race to 2020 om tegen 2020 zelf geen wegwerpplastic meer te gebruiken en op zoek te gaan naar plasticvrije verpakkingen voor het team.
Dit jaar heeft het team dus een nieuwe sponsor: Sky trok zich terug en chemiebedrijf INEOS nam de ploeg over. De nieuwe sponsor is net een van de grootste plasticproducenten in Europa, en berucht om zijn aandeel in de vervuiling van de planeet. Team INEOS vertelde aan MO* dat de strijd tegen wegwerpplastic hoog op hun agenda blijft staan, en dat ze de beloftes gemaakt voor Race to 2020 willen verderzetten.
Benieuwd of Team INEOS die belofte tegen 2020 ook effectief zal nakomen, zodat ook zij stoppen met het weggooien van duizenden plastic flessen per jaar. Toen we via de telefoon vroegen of ze bijkomende afspraken hadden gemaakt met hun renners over hun zwerfvuil tijdens de wedstrijd, reageerde woordvoerder George Solomon dat hij niet meteen inzag waarom dat nodig was.
Enkele wielerteams gaven al aanzet om plasticvervuiling binnen de ploeg tegen te gaan. Toch zijn er nog mogelijkheden in de strijd tegen wegwerpplastic in eigen rang. In het amateurcircuit wordt de meest evidente maatregel al toegepast: verzamel de drinkflessen, reinig ze en hergebruik ze voor de renners. Rol de waterflessen niet meer naar de toeschouwers. De fans die echt merchandise van de ploeg willen, kunnen daarvoor zeker terecht op de webshops van de ploegen.
De vraag blijft nu of de ploegen ooit zelf zullen beslissen om hun gratis reclame op te geven. De kost van plastic wegwerpflessen is goedkoop voor de teams en sponsors, maar duur voor de planeet.
Nieuwe regels op komst voor amateurwedstrijden?
‘Mooimakers stelde ons vorig jaar al voor om de namen van de wielrenners op de drinkflessen te zetten’, vertelt Massimo Van Lancker van Cycling Vlaanderen. De wielerfederatie ontfermt zich in Vlaanderen over het recreatief en amateurwielrennen.
‘Het is zeker mogelijk om in de wielersport zo’n systeem met gepersonaliseerde drinkflessen in te voeren, waarbij vervuilers een straf kunnen verwachten. Dat is voor ons geen issue, maar het probleem stelt zich eigenlijk eerder bij professionele wedstrijden. Bij amateurwedstrijden worden de flessen nu al vaak langs het parcours gerecupereerd voor hergebruik, door mensen uit de omgeving van de ploeg.’
Ook Van Lancker wijt het wegwerpprobleem bij professionele ploegen aan de gunstige marketingeffecten van de drinkflessen: ‘Amateurploegen hebben een veel kleiner budget dan professionals: zij kunnen die constante aankoop van flessen niet aan en moeten dus wel flessen hergebruiken. Bij de professionals staat de naam van de sponsor op de drinkfles van het team, wat op het vlak van marketing interessant is voor zowel het team als voor de sponsor. De fans zien dat en willen dat hebben.’
Cycling Vlaanderen wil in de toekomst inzetten op minder zwerfvuil bij het amateurwielrennen: ‘We bekijken of we waste zones ook kunnen verplichten bij amateurritten in Vlaanderen. Momenteel is dat enkel zo bij professionele wedstrijden, dankzij de UCI. We moeten eerst onderzoeken of het haalbaar is, want voor lokale koersen moeten we altijd met de plaatselijke afvalintercommunales afspraken maken over het afvalbeleid. De regels binnen die verschillende gemeentes zijn niet overal hetzelfde, dus dat moeten we over heel Vlaanderen op hetzelfde niveau krijgen.’
‘In een eerste fase willen we het gebruik van waste zones aanmoedigen. We willen daarbij de wedstrijdorganisatoren ondersteunen, zodat zij er zo weinig mogelijk extra werklast van ondervinden. Bij plaatselijke koersen bestaat het organisatorenteam vaak uit een handjevol mensen en we willen niet dat zij onze federatie verlaten omdat we hen te veel regels opleggen.’
De federatie moet binnenkort haar draaiboek voor de organisatie van wielerwedstrijden aanpassen en hoopt daar in 2020 ook de verplichting van waste zones in op te nemen. ‘Recent is er een Koninklijk Besluit genomen dat de plichten bij het organiseren van een lokale wielerwedstrijd wijzigt. Daarom moeten we ons reglement voor amateurwedstrijden sowieso aanpassen. Dat is voor ons meteen de gelegenheid om er ook een nieuw luik aan toe te voegen, gespitst op het bestrijden van zwerfvuil.’