Een duurzame stad voor allen of een ark voor enkelen?

Analyse

Klimaatverandering kan gentrificatie in de hand werken

Een duurzame stad voor allen of een ark voor enkelen?

Een duurzame stad voor allen of een ark voor enkelen?
Een duurzame stad voor allen of een ark voor enkelen?

Onder de druk van de groeiende steden en met de hete adem van de klimaatverandering in onze nek, klinkt de roep om duurzame stadsontwikkeling almaar luider. Steeds meer wordt deze roep ook beantwoord, maar als we niet opletten, zullen bepaalde groepen uit de boot vallen.

© Fien Van den Steen

Lima, een van de fietswegen die abrupt stopt op de grenzen van de districten. Elk district heeft haar eigen fietsbeleid

© Fien Van den Steen​

Een duurzame stad is dat niet alleen ecologisch, maar ook economisch en sociaal. Als er geen bewust sociaal beleid gevoerd wordt, bestaat het gevaar op een neerwaartse spiraal van gentrificatie en segregatie waardoor een deel van de stadsbewoners van boord worden geduwd. Bouwen we met buurtopwaardingprojecten een ark van Noa voor de enkele gelukkigen, of zorgen we ervoor dat we met z’n allen op het droge blijven?

Twee specifieke gevallen, in Lima (Peru) en in Miami (Verenigde Staten), tonen de valkuilen, terwijl Singapore en Wenen (Oostenrijk) laten zien dat het ook anders kan.
Wat is segregatie en gentrificatie?

Gentrificatie is het opwaarderen van een buurt. Met het oog op klimaatverandering kan een buurt meer duurzaam worden gemaakt, of beter bestand tegen klimaatverandering. Hierdoor stijgt vaak de waarde van de buurt, waardoor de huisprijzen stijgen en de oorspronkelijke bewoners het leven in de buurt niet meer kunnen betalen.

Wanneer mensen met dezelfde economische, sociale of raciale achtergrond samen worden geduwd in eenzelfde wijk, spreekt men van economische, sociale of raciale segregatie.

Historisch zijn er zo de raciale segregatiewetten in de Verenigde Staten, waarbij blanken en zwarten onder andere in aparte wijken leefden, woonden en werkten. Maar ook andere fenomenen leiden tot sociale en economische segregatie zoals de huisprijzen in een bepaalde buurt. Zo neigen – zonder sociaal woningbeleid – mensen met eenzelfde economische en/of sociale achtergrond zich in dezelfde buurt te vestigen.

Lima – 48 uur blijven

De administratieve opdeling van Lima in verschillende districten is fysiek erg merkbaar, ook op vlak van duurzaamheid. Voor een deel wordt dit bepaald door de karakteristieken van de verschillende districten. Zo is er veel luchtvervuiling in het oude stadscentrum door de hoge bevolkingsdichtheid en stadsdichtheid, waardoor er meer verkeer en minder groene ruimte is. ‘Het moeilijke van stadsplanning is het plannen over iets dat al geconstrueerd is,’ zegt Ana Sabogal, directeur van de Katholieke Universiteit van Peru (PUCP).

Al duidt Sabogal op nog een ander probleem: gentrificatie. ‘Miraflores en San Isidrio zijn bij de meest duurzame districten, omdat ze meer economische middelen hebben,’ verduidelijkt ze, ‘San Juan de Miraflores langs de andere kant, heeft heel veel ecologische problemen, door het gebrek aan investeringen en inkomsten.’ De belastingen worden per district geïnd en gespendeerd, waardoor de minder welstellende districten minder inkomsten genereren en dus minder uitgaven kunnen doen.

Sabogal ziet een van de oplossingen in een coördinerend, overkoepelend bestuur voor de Peruviaanse hoofdstad. ‘Anders zal de kloof tussen arm en rijk alleen maar groter worden.’ Er is wel een overkoepelend bestuur voor Lima, dat bijvoorbeeld de bouw van de metro en de groene ruimtes coördineert, maar volgens Sabogal functioneert dat ondermaats. Bovendien heeft dit geen bevoegdheid om de middelen te herverdelen.

Mensen die naar de stad trekken maar geen huis kunnen betalen, vestigen zich op gronden rondom de stad. Initieel zijn ze er illegaal, maar als ze er langer dan 48 uur blijven, mogen ze niet meer verdreven worden.

Daarnaast heeft Peru nog een ander probleem dat leidt tot segregatie en dat verergerd zal worden door de klimaatverandering. ‘Invasies zijn een groot probleem in Peru,’ voegt Sabogal toe. Mensen die naar de stad trekken maar geen huis kunnen betalen, vestigen zich op gronden rondom de stad. Initieel zijn ze er illegaal, maar als ze er langer dan 48 uur blijven, mogen ze niet meer verdreven worden. ‘Het komt er dus op neer meer dan 48 uur te blijven,’ verduidelijkt Sabogal, ‘vaak gaat het hier over georganiseerde bendes die geld verdienen aan de ‘verkoop’ van deze terreinen, maffia de terrenos.’

Deze ongeplande woonsites duiken meestal net op in de zones die het meest kwetsbaar zijn voor natuurrampen. De kwetsbare groepen vestigen zich in zones gevoelig voor landverschuivingen en overstromingen. Deze fenomenen zullen worden verergerd door de klimaatverandering, zodanig dat de sociaal en economisch zwakkeren ook meer getroffen zullen worden door klimaatverandering. ‘En de stad ziet nu al af van El Niño,’ zegt Sabogal. Al probeert de overheid dit te counteren door deze zones te ontruimen en de mensen te verhuizen naar daarvoor ontwikkelde sites net buiten de stad.

© Fien Van den Steen

Informele wijken duiken op op de meest kwetsbare locaties op in Lima

© Fien Van den Steen​

Little Haïti, Miami – een tweede exodus

Een ander voorbeeld waarin de sociaal en economische groepen van de maatschappij extra kwetsbaar zijn voor klimaatverandering blijkt uit het verhaal van Little Haïti in Miami. Recent onderzoek van Harvard waarschuwt ervoor dat klimaatverandering de sociale ongelijkheid in de stad kan doen toenemen. Hoger gelegen gebieden ervaren namelijk een hogere prijsstijging van vastgoed, terwijl lagergelegen gebieden net een prijsdaling noteren.

Miami is namelijk erg gevoelig voor de stijgende zeespiegel. Vastgoedmakelaars en projectontwikkelaars in de regio anticiperen hierop door zich te richten op hoger gelegen bouwgronden en eigendommen, met een ongekende prijsstijging tot gevolg. Volgens de vastgoedwebsite Truli kost het gemiddelde huis in Little Haïti nu $229.000 tegenover $100.000 begin 2015. ‘Een deel is te verklaren door de natuurlijke segregatie, omdat die gebieden centraal liggen,’ zegt Yoca Arditi-Rocha, Mededirecteur van het CLEO instituut, een Amerikaanse NGO die sensibiliseert over klimaatverandering in Miami, ‘Maar aan de andere kant toont het onderzoek dat de prijzen in hoger gelegen gebieden sneller stijgen dan in de kustgebieden.’

Het perverse van de ongekende prijsstijgingen in Little Haïti, is dat deze hoger gelegen gebieden net bewoond zijn door sociaal en economisch kwetsbare groepen.

Het perverse van deze ontwikkeling is dat deze hoger gelegen gebieden net bewoond zijn door sociaal en economisch kwetsbare groepen. Historische segregatiewetten in Miami verboden hen zich in de kustgebieden te vestigen, waardoor ze naar het binnenland gedreven werden, en er wijken vestigden zoals Little Haïti en Liberty. ‘Een scheidingsmuur herinnert de inwoners van Liberty City er nog elke dag aan,’ zegt Yoca.

‘An sich is het niet illegaal om een huis te verkopen of een huurcontract niet te verlengen’, zegt Yoca, ‘maar de manier waarop het gebeurd is bedenkelijk. Bewoners van Little Haïti geven aan op bijna roofachtige wijze onder druk te worden gezet. Vaak hebben ze al veel stressfactoren, zoals financiële onzekerheid, hun migratie-achtergrond of een lage scholingsgraad. Hiervan maken de makelaars gebruik om hen nog extra onder druk te zetten door de huurprijzen op te drijven of hen uit te wijzen.’

‘Wanneer ze het geld dan in handen hebben, beseffen ze pas dat ze er geen ander huis mee kunnen kopen in dezelfde buurt,’ betreurt Yoca. Vaak hebben deze mensen geen andere plek om naar toe te gaan. De andere woningen zijn te duur, en verhuizen naar een andere gemeenschap heeft implicaties op hun job.

‘Veel van hen staan voor een tweede exodus,’ voegt Yoca eraan toe. Veel onder hen zijn migranten uit de Caraïben waar ze gevlucht zijn door de politieke omstandigheden of voor natuurrampen. Voor sommigen van hen zal de klimaatverandering hen dus weer op de vlucht doen slaan, onrechtstreeks dit keer.

Klimaat-gentrificatie

De studie van Harvard onderbouwt dat er verschillende manieren zijn waarop klimaatverandering gentrificatie in de hand kan werken. De meest voorkomende dynamiek is de herinvestering van investeerder in hoger gelegen eigendommen. Daarnaast kan klimaatverandering de levenskost zo hoog doen oplopen dat alleen de meest welgestelde huishoudens zich kunnen veroorloven om er te blijven wonen, terwijl minder welgestelde gezinnen zullen moeten verhuizen door de stijgende kosten. Tot slot kan ook de herontwikkeling van een site om meer klimaatbestendig te zijn de armere huishoudens wegduwen.

Toch kan het ook anders. Sommige steden kiezen voor een inclusief woonbeleid, waarbij nieuwe woonprojecten de oude bewoners niet in de kou laten staan. ‘Dit is wat ook de gemeenschappen in Little Haïti vragen,’ bevestigt Yoca, ‘Ze willen ook dat hun buurt wordt opgelapt, dat hun huizen leefbaarder en milieuvriendelijker zijn, maar ze willen er wel zelf kunnen blijven wonen.’ Al gebeurt in Miami het huisontwikkelingsproces zonder raadpleging en inspraak van de lokale bevolking. Zonder acties van de sociale groeperingen, en beleidmakers dreigen zij dus voor een tweede keer uit hun huizen te worden gezet.

Gentrificatie zonder segregatie

Nochtans bewees de geschiedenis dat het anders kan. Toen Singapore in de jaren 1960 werd heropgebouwd, was inclusief woonbeleid een essentieel onderdeel van de stadsplanning. Dichterbij, in Wenen, zorgde het naoorlogse woningbeleid er eveneens voor dat gentrificatie niet tot segregatie leidde.

Singapore — ministaatjes

© Fien Van den Steen

Groene wandelwegen achter de gebouwen om creëren een aantrekkelijk voetgangersklimaat op de achtergrond rijt een van de bouwprojecten van de HDB op waarbij verschillende stadsfuncties geintegreerd zijn zodat ze een ministadje vo

© Fien Van den Steen​

Het historische symbool van stadsvernieuwing moet het Singapore van de jaren 1960 zijn waarin de stad van nul heropgebouwd werd. Om de huizencrisis in de jaren 1960 het hoofd te bieden werd de Housing & Development Board (HDB) opgericht. In drie jaar tijd bouwden ze 31.317 appartementen om alle Singaporezen – toen zo’n 1,6 miljoen – te huisvesten en zo mee een oplossing te bieden voor de algehele sociale en economische malaise van het land.

Intussen woont 80% van de Singaporezen in appartementen geconstrueerd door de HDB. Het nauw toezien op een gevarieerde mix van etnische en sociale achtergrond, in combinatie met het voorzien van voldoende gemeenschapsruimtes en recreatiefaciliteiten, moest bovendien bijdragen aan sociale cohesie. Verschillende maatregelen moedigden de inwoners vervolgens aan om zelf eigenaar te worden van zo’n appartement – ongeacht hun economische achtergrond – waardoor vandaag 90% van de inwoners hun appartement zelf bezit.

Vandaag vormen de HDB-blokken ministaatjes met naast wooneenheden eigen recreatiemogelijkheden, winkelcentra, aansluitingen op het openbaar vervoer, soms zelfs onderwijs en werkgelegenheid. Het decentraliseren van kernactiviteiten van de samenleving zorgt naast gemak voor de inwoners ook voor het optimaliseren van ruimtegebruik en verlichting van de druk op het mobiliteitssysteem. Of hoe sociale en ecologische duurzaamheid hand in hand gaan.

Wenen – betaalbaar wonen

© Fien Van den Steen

Huisvestiging in Wenen

© Fien Van den Steen​

Na de Tweede Wereldoorlog kampte de stad Wenen ook met een groot woningtekort. Om dat snel in te vullen zette het toenmalig stadsbestuur een grootschalig sociaal woningproject op.

‘Maar zelfs al in de jaren 1930, voor de wereldoorlog, waren er grote investeringen in sociale huisvesting in elk district,’ zegt Dominic Weiss van TINNA Vienna, het agentschap dat van Wenen een slimme stad maakt, ‘hierdoor hebben we geen specifieke voorsteden, maar een sociale mix in elk district waar alle mensen tezamen leven. Ongeveer de helft van de inwoners van Wenen leeft in een sociale woning, waar ze beperkte huur betalen. Hierdoor is het betaalbaar wonen in Wenen. Door dit goedkoper alternatief vermijden we dat particuliere huiseigenaren de prijzen de hoogte insturen.’

Hierdoor swingen de huizenprijzen niet de pan uit zoals in veel andere West-Europese steden zoals Londen, waar veel jonge stedelingen de huisprijzen niet kunnen betalen en worden gedwongen hun stad te verlaten.

Vandaag zijn deze huizen nog steeds in handen van de stad Wenen, en dat zal ook zo blijven. ‘We zijn er erg op gebrand om deze huizen te houden,’ zegt Weiss, ‘en we zullen zelfs investeren om de markt te doen uitbreiden.’

Een stad voor allen

Bouwen aan een duurzame stad kan maar door naast ecologische, ook sociale en economische aspecten in acht te nemen. Als bepaalde sites opgewaardeerd worden ter mitigatie of adaptatie van de klimaatverandering; of als andere sites ondergewaardeerd worden door hun kwetsbaarheid voor de klimaatverandering moet er nagedacht worden over inclusieve stadsplanning, anders dreigen nieuwe vormen van segregatie een andere golf van klimaatmigranten op gang te zetten. Het bouwen van droge grond voor allen, eerder dan een ark voor enkelen, maakt duurzame stadsontwikkeling echt duurzaam, en bestand tegen klimaatverandering.