Van illegale straatverkoop naar een kledingmerk tegen repressie en racisme

Analyse

Vakbond van Straatverkopers vecht in Spanje tegen vooroordelen en harde aanpak

Van illegale straatverkoop naar een kledingmerk tegen repressie en racisme

Van illegale straatverkoop naar een kledingmerk tegen repressie en racisme
Van illegale straatverkoop naar een kledingmerk tegen repressie en racisme

Lex Rietman

23 maart 2023

‘Het idee van wederzijdse steun hebben we niet hier geleerd, maar in ons herkomstland.’ Ze moeten hun plan trekken, de “manteros” of straatverkopers zonder verblijfspapieren in Spanje. Om mensen van straat te halen, richtten ze zelf een kledingmerk en -winkel op. Zelfs Reebok toonde interesse.

![© Lex Rietman](//images.mo.be/sites/default/files/styles/3_2_standard_photo_format/public/field/image/72295_149719_aP9EGv.jpg?itok=ra36akBz " Lamine Sarr, van straatverkoper tot oprichter van een vakbond én kledingmerk voor "manteros": 'Voor iedereen met een probleem of een dringende behoefte doen we wat we kunnen.'")

Lamine Sarr, van straatverkoper tot oprichter van een vakbond én kledingmerk voor “manteros”: ‘Voor iedereen met een probleem of een dringende behoefte doen we wat we kunnen.’

© Lex Rietman

Duizenden migranten zonder verblijfspapieren in Spanje houden het hoofd boven water met straatverkoop. Maar dat is een opgejaagd en gevaarlijk bestaan. Daarom richtten enkele straatverkopers in Barcelona hun eigen kledingmerk op, Top Manta. Dat draait zo goed dat Reebok al bij hen op de stoep stond.

‘Doe mij deze maar.’ Een jonge toeriste uit Italië heeft haar keuze gemaakt uit de collectie zonnebrillen van Momodou. De 32-jarige Senegalees heeft zijn handelswaar uitgestald op een kleed in Port Vell, de oude haven van Barcelona.

Hij is een meester in het trekken van de aandacht van toeristen die voorbijwandelen. ‘Hé, hallo, waar kom je vandaan?’ Momodou vraagt het net zo makkelijk in het Engels of Frans als in het Spaans of Italiaans. Zonder opdringerigheid, charmant, ontwapenende glimlach. ‘Wil je mijn zonnebrillen bekijken?’ Zeg dan maar eens nee.

Als ze je pakken, ben je alles kwijt.

Een Amerikaanse vrouw van rond de dertig — tuinbroek over bikini, ze komt zo te zien rechtstreeks van het strand van Barceloneta — doet dat in elk geval niet. Ze probeert een zonnebril uit terwijl Momodou haar een spiegel voorhoudt. Ze neemt de eerste de beste en betaalt zonder af te dingen. Driemaal het bedrag dat de Italiaanse zonet betaalde: Momodou hanteert dynamische prijzen.

© Lex Rietman

Straatverkoop (‘top manta’) in de oude haven van Barcelona. Voor mensen zonder verblijfspapieren is het een van de weinige manieren om de kost te verdienen als je geen papieren hebt.

© Lex Rietman

Net als de meeste straatverkopers heeft Momodou geen verblijfspapieren. De straatverkoop van handtassen, voetbalshirts en zonnebrillen, meestal imitaties van dure merkartikelen, is dan een van de weinige manieren om de kost te verdienen.

Het fenomeen kreeg in de volksmond de naam top manta (naar het Spaanse woord voor deken, manta): de handelswaar wordt op een deken uitgestald, op straat of in de metro. Aan elke punt van het deken is een touw vastgeknoopt, zodat de handelaar zijn boeltje snel bijeen kan rapen als de politie nadert.

Als ze je pakken, ben je alles kwijt. Zie dan maar eens hoe je het geld bij elkaar krijgt om opnieuw te beginnen, en dan is er ook nog de boete die je moet betalen.

Offensief tegen straatverkopers

De manteros, zoals de straatverkopers genoemd worden, leiden een opgejaagd bestaan. Het aantreden van Ada Colau als burgemeester van Barcelona in 2015 leek dat te gaan veranderen. Colau had eerder, als linkse activiste, altijd aangedrongen op de aanpak van de illegale straatverkoop als een sociale kwestie in plaats van een probleem van openbare orde.

Meestal bieden de manteros namaakartikelen van dure merken te koop aan voor een sympathieke prijs.

Maar het pakte heel anders uit. Onder Colaus leiding heeft het stadsbestuur het offensief tegen de straatverkopers juist opgevoerd. Momodou bevestigt dat. ‘Je moet altijd rennen voor de politie’, zegt hij. ‘Dat valt niet mee met een zware zak op je rug. Daardoor val je soms en kun je makkelijk een arm of een been breken.’

Ik heb geen tijd om te vragen of hem dat ook al eens is overkomen. Een patrouillewagen van de havenpolitie nadert tussen de mensenmassa op de brede stoep langs de kade. Momodou raapt zijn handelswaar haastig bijeen, het kleed met de zonnebrillen verandert in een plunjezak. Zijn landgenoot Tuba naast hem (hij verkoopt voetbalshirts van FC Barcelona) en drie manteros iets verderop (handtassen, sportschoenen) doen hetzelfde.

In een oogwenk lossen ze zich op in de drukte. Zodra de politiewagen uit het zicht verdwenen is, duiken ze weer op uit het niets.

Eigen productie, eigen boodschap

Van de oude haven naar de Carrer d’En Roig is het een kleine tien minuten wandelen. In dit nauwe steegje in de wijk Raval is sinds enkele jaren een opmerkelijke kledingzaak gevestigd. Alle ontwerpen — T-shirts, sweaters, draagtassen, West-Afrikaanse kledij — worden in de eigen werkplaats vervaardigd.

© Lex Rietman

Het fenomeen van top manta, straatverkoop op dekens, kreeg een negatieve bijklank. De oprichters van het merk Top Manta kozen de benaming bewust, als geuzennaam. ‘Wij willen zichtbaar maken wat de échte problemen zijn.’

© Lex Rietman

Het naaien en zeefdrukken gebeurt dus niet ergens in Zuidoost-Azië maar in Sants, een paar kilometer buiten het centrum van de Catalaanse hoofdstad. Het personeel van de winkel en de textielwerkplaats komt letterlijk van de straat. Het zijn voormalige manteros, bijna allemaal afkomstig uit Senegal.

Met hun kleding willen ze iets vertellen. Je kunt hier bijvoorbeeld T-shirts en sweaters vinden met de opdruk ‘Black Manters’ (dat laatste is het Catalaanse woord voor manteros). Voor wie de woordspeling niet op het eerste gezicht begrijpt, is onder de tekst een panter afgebeeld die sprekend lijkt op die uit het logo van de Amerikaanse Black Panther-beweging.

Andere opdrukken zijn ‘Legal clothing, illegal people’, ‘Migration is not a crime’ (met illustratie van een ooievaar die de plunjezak van een mantero in zijn snavel draagt) en ‘Fake system, true clothes’. De kleding wordt gemaakt onder de merknaam Top Manta, wat tegelijk de naam van de winkel is. Een bewust gekozen geuzennaam, want het fenomeen van top manta heeft in het publieke debat een negatieve bijklank gekregen door de voortdurende associatie met maffia’s, illegaliteit en verstoring van de openbare orde.

Misdrijf met forse straffen

Kledingzaak Top Manta is ontstaan als reactie op de repressie van de straatverkopers. In juli 2015 voerde de conservatieve Spaanse regering van premier Mariano Rajoy een wetswijziging door. Sindsdien is top manta geen overtreding meer, maar een misdrijf waar forse straffen op staan. Meestal bieden de manteros namaakartikelen van dure merken te koop aan voor een sympathieke prijs. Wie zulke vervalsingen te koop aanbiedt, kan zes maanden tot twee jaar celstraf krijgen.

Als de mantero een migrant is, wat bijna altijd het geval is, kan deze bovendien het land uitgezet worden, verblijfsvergunning of niet. Die deportatie is een schrikbeeld voor migranten. In veel gevallen hebben ze hun leven op het spel gezet om Europa te bereiken.

© Lex Rietman

Als de mantero een migrant is, kan hij het land uitgezet worden, verblijfsvergunning of niet. Die deportatie is een schrikbeeld voor migranten.

© Lex Rietman

Op 11 augustus 2015, een maand nadat de nieuwe wet in werking trad, voerde de politie in de Catalaanse badplaats Salou een grootscheepse operatie uit tegen een “top-mantanetwerk”. Om zes uur ‘s ochtends braken agenten van de Mossos d’Esquadra met veel machtsvertoon drie woningen open waar vervalste artikelen zouden zijn opgeslagen.

De vijftigjarige straatverkoper Mor Sylla uit Senegal kwam bij de huiszoeking om het leven. Volgens de politie was hij van het balkon van zijn woning op de derde verdieping gesprongen in een poging aan zijn arrestatie te ontsnappen. Daarbij zou geen fysiek contact zijn geweest met de agenten. Maar een huisgenoot verzekerde dat hij gezien had hoe Sylla in een worsteling met de agenten van het balkon viel.

Meteen nadat het nieuws bekendraakte gingen zo’n 200 mensen, voornamelijk Senegalezen, de straat op in Salou om te protesteren tegen het optreden van de politie. Zij geloofden de officiële versie niet en hielden de politie verantwoordelijk voor de dood van hun landgenoot_._ De werkelijke toedracht is nooit opgehelderd.

Vakbond voor straatverkopers

‘Het was tijd om te vechten voor onze rechten. We gingen gebukt onder administratieve willekeur, onder institutioneel en maatschappelijk racisme.’

De gebeurtenissen in Salou brachten een schok teweeg in de Senegalese gemeenschap in Spanje, die voor een groot deel in en rond Barcelona geconcentreerd is. Enkele honderden manteros belegden diezelfde dag nog een vergadering.

‘We besloten een vakbond op te richten’, zegt Lamine Sarr (38), die ook uit Senegal komt en een van de initiatiefnemers is van wat de Vakbond van Straatverkopers zou worden. ‘Het moment was aangebroken om te vechten voor onze rechten. We gingen gebukt onder administratieve willekeur, onder institutioneel en maatschappelijk racisme. We hadden geen eigen stem. Degenen die over ons in de media spraken, deden dat vooral om ons in een kwaad daglicht te stellen. Het ontkrachten van hun leugens over de straatverkopers werd daarom de eerste taak van onze vakbond.’

Welke leugens precies? ‘De overheid en de politie noemen ons gewelddadig, terwijl juist zíj degenen zijn die geweld gebruiken’, zegt Sarr. Hij was zelf twaalf jaar straatverkoper. ‘Politieke partijen beweren dat we een maffia zijn, een criminele organisatie. Onze vakbond wil zichtbaar maken wat de problemen zijn van een mantero. Waarom hij hier is en waarom hij spullen op straat verkoopt. We mogen niet werken omdat we geen papieren hebben, maar dat leggen ze niet uit op televisie. Daar zeggen ze alleen: manteros nemen de hele straat in beslag.’

© Lex Rietman

Lamine Sarr: ‘De overheid en de politie noemen manteros gewelddadig, terwijl juist zíj degenen zijn die geweld gebruiken.’

© Lex Rietman

Lamine Sarr spreekt zacht maar zelfverzekerd, en als het even kan met een ironische ondertoon. Soms komt zijn stem nauwelijks uit boven het gezoem van de ventilator die de hitte iets draaglijker maakt in het magazijn van Top Manta. De ruimte dient ook als kantoor van de vakbond.

Officieel mocht die trouwens geen vakbond heten, want de Spaanse wet laat geen arbeidersorganisaties toe in niet-legale sectoren. Daarom gaat de bond formeel door het leven als Asociación Popular de Vendedores Ambulantes de Barcelona, oftewel de Barcelonese volksvereniging van straatverkopers. Voor dagelijks gebruik is die naam natuurlijk veel te lang, zodat de roepnaam ‘Vakbond van Manteros’ is.

‘De eerste twee jaar voerden we een intensieve politieke en vakbondsstrijd’, zegt Sarr. ‘Hoewel we officieel dus geen vakbond zijn, doen we hetzelfde: we verdedigen de belangen van straatverkopers en andere migranten in een moeilijke positie, zoals verzamelaars van oud ijzer.’

‘Alleen hoef je bij ons niet eerst lid te worden. We hebben geen leden. Voor iedereen met een probleem of een dringende behoefte doen we wat we kunnen. We helpen bij regularisering, nemen mensen aan en klagen onrecht aan, binnen en buiten Spanje. We geven spreekbeurten en nemen deel aan debatten op universiteiten, scholen, festivals en evenementen in binnen- en buitenland. Meestal gaat het dan over thema’s als mensenrechten, antiracisme, dekolonisatie en zelforganisatie.’

Sprekers van de Vakbond van Manteros worden veel gevraagd. Ze zwermen uit over heel Spanje en Europa. Zo namen ze in Amsterdam deel aan bijeenkomsten van City Rights United, een club die opkomt voor de rechten van ongedocumenteerden in Europa.

Een eigen merk uit frustratie

Maar gaandeweg drong het besef door dat de politieke en vakbondsstrijd alleen niet voldoende was. ‘We kregen het gevoel dat we niet steeds op dezelfde boodschap konden hameren’, zegt Sarr. ‘En dat we ook andere middelen nodig hadden om verzet te blijven bieden.’

‘De straat is het afvoerputje van het racisme, de plek waar mensen hun frustraties en woede afreageren als ze een mantero tegenkomen. Vooral als ‘ie zwart is.’

‘Er werd altijd gezegd dat wij illegale spullen verkochten en dat we een maffia waren. Maar wij wisten dat de merken ons gebruikten. De producten die wij op straat verkopen zijn gratis reclame voor die merken. Vergelijk het maar met een reclamebord op straat voor Adidas of Nike. Daar betalen ze voor, terwijl wij het voor niks doen. En niet alleen dat, wij krijgen er zelfs boetes voor. Dat deed ons pijn.’

Twee jaar na de oprichting van de vakbond creëerden dezelfde initiatiefnemers in 2017 daarom het kledingmerk Top Manta, hun eigen merk. ‘We hadden daarbij een duidelijk doel voor ogen: zo veel mogelijk verkopers van de straat halen, opdat ze een rustiger leven kunnen leiden. Op straat werken is waardig, maar je hebt geen moment rust. Je moet altijd op je hoede zijn voor gevaar. Je staat niet alleen bloot aan geweld en repressie door de politie. De straat is het afvoerputje van het racisme, de plek waar mensen al hun frustraties en woede afreageren als ze een mantero tegenkomen. Vooral als ‘ie zwart is.’

Van nul af aan

De start van Top Manta was niet eenvoudig. ‘Toen we het merk in 2017 oprichtten, hadden we niks’, zegt Sarr. ‘Geen ruimte, geen product en geen geld om te investeren. Alleen een logo op een blad papier. We hebben hard moeten werken om dat papier om te zetten in kleding, sweaters, tassen, een winkel, een zeefdrukmachine en uiteindelijk een complete werkplaats met 31 naaimachines.’

© Lex Rietman

In de werkplaats van Top Manta, in het oude textielcomplex Can Batlló (Barcelona), zijn vandaag zo’n 20 mensen aan het werk met ontwerp en productie van eigen kledij.

© Lex Rietman

Een harde kern van tien ex-straatverkopers was het eerste jaar ‘dag en nacht’ bezig het project van de grond te tillen. Zonder loon, want alle inkomsten werden geïnvesteerd in het merk.

Langzaamaan begon Top Manta een zekere bekendheid te krijgen, met name in Barcelona en de rest van Catalonië. Dat leverde niet alleen sympathie op, maar ook geld. Een crowdfundingsactie maakte het mogelijk om de productie van de eerste ontwerpen op te starten.

Een enkeling had in Senegal al in de kleermakerij gewerkt. Anderen waren leraar of winkelier geweest, zoals Lamine Sarr. Die ervaring hielp ongetwijfeld mee om het project te organiseren. Maar het vak van naaier en zeefdrukker moesten de meeste ex-manteros zich van nul af aan eigen maken.

Dat ging snel, herinnert Sarr zich. ‘In het begin kochten we de kleding en gingen er dan mee naar een zeefdrukkerij om onze ontwerpen erop te laten drukken’, zegt hij. ‘Maar op een paar maanden tijd leerden we zelf zeefdrukken, zodat we alleen nog maar de kleding hoefden te kopen.’

© Lex Rietman

‘Op een paar maanden tijd leerden we zelf zeefdrukken, zodat we alleen nog maar de kleding hoefden te kopen.’

© Lex Rietman

‘Nu zitten we opnieuw in een overgangsfase. We kopen steeds vaker stoffen die we zelf volledig tot eindproduct verwerken. Van het knippen van patronen tot het naaien en bedrukken. We maken nu alle kledingstukken die je kunt bedenken.’

Club van merkhouders

Niet iedereen was blij met de komst van Top Manta. Een poging de merknaam in 2017 te registreren bij het landelijke merkenbureau werd getorpedeerd door een klacht van de Spaanse Vereniging ter Verdediging van Merken.

Het was een vreemde gewaarwording: de initiatiefnemers van Top Manta probeerden af te komen van de straathandel in vervalste merkartikelen en kregen het uitgerekend aan de stok met de club die strijdt tegen de handel in vervalsingen.

De club van merkhouders beriep zich op het wettelijke verbod op bepaalde merknamen. Namen die indruisen tegen de wet, de openbare orde of de goede zeden mogen niet. De advocaat van de merkhouders verwoordde het zo: ‘Het gaat erom commerciële legitimatie te voorkomen van de naam van een misdadige activiteit die zich grotendeels baseert op piraterij en de straatverkoop van vervalste producten door maffia’s die misbruik maken van de kwetsbaarheid van mensen in een situatie van sociale uitsluiting die oplossingen verdienen om een waardiger leven te krijgen.’

Een hele mond vol, maar de boodschap was helder. Voor ‘oplossingen’ en een ‘waardiger leven’ hadden deze ‘kwetsbare mensen in een situatie van sociale uitsluiting’ (die tegelijk ‘maffia’s’ waren) weinig te verwachten van de merkenverdedigers, een club van overwegend zeer vermogende families. Hun advocaat, die ruim baan kreeg in de Spaanse media, noemde het verder ‘paradoxaal dat degenen die zich wijden aan activiteiten buiten de wet door in falsificaties te handelen nu opeens een merk willen beschermen tegen misbruik’.

De advocaat ging voorbij aan de omstandigheid dat iemand die geen papieren heeft per definitie niet ‘binnen de wet’ kan werken. Liever werken als mantero dan stelen, zeggen de straatverkopers daarop.

Het Spaanse merkenbureau gaf de klagers gelijk. Top Manta zou immers ‘het vermogen missen om door het publiek herkend te worden als een merk’, aldus de uitspraak. De naam Top Manta zou tot verwarring leiden bij de consument. Die zou kunnen denken dat het om vervalste producten gaat. Het lijkt geen al te sterke redenering. Een vervalser zet Adidas, Nike of Louis Vuitton op zijn handelswaar, niet Top Manta.

De klacht van de merkhouders en de uitspraak van het Spaanse Bureau voor Patenten en Merken zijn illustratief voor de manier waarop een deel van de samenleving tegen de straatverkopers aankijkt. Toch heeft de uitspraak in de praktijk weinig gevolgen. Top Manta kan de merknaam gewoon blijven gebruiken, alleen zonder het alleenrecht op de naam.

De grote merken

Intussen groeit de collectie van Top Manta. Sinds 2021 verkoopt het merk ook sportschoenen van eigen ontwerp. Onder de naam Ande Dem, ‘Samen Lopen’ in de West-Afrikaanse taal Wolof, zijn ze te koop voor 115 euro.

© Lex Rietman

Ande Dem-sportschoenen van eigen ontwerp, te koop voor 115 euro en gemaakt in kleine familiewerkplaatsen. ‘Reebok wilde zijn merknaam op onze schoenen zetten.’

© Lex Rietman

Ze worden gemaakt in Alicante en Portugal volgens de principes van Top Manta: gebruikmakend van ‘veganistische kwaliteitsmaterialen’ en geproduceerd in kleine familiewerkplaatsen tegen een eerlijke prijs. Lamine Sarr: ‘Op dit moment hebben we de gereedschappen niet om zelf schoenen te maken. We moeten ze dus elders kopen, net zoals we in het begin ook deden met onze kleding. Maar in de toekomst willen we de schoenen in onze eigen werkplaats maken.’

‘It’s not just about doing it, it’s about doing it right’: met deze slogan prijzen de ex-straatverkopers hun schoenen aan. Hij is een soort beginselverklaring, inclusief knipoog naar een bekend merk sportartikelen. Toeval of niet, kort voor de lancering van de Ande Dem-campagne stond een ander groot merk uit de sector bij Top Manta op de stoep. Reebok zocht samenwerking.

‘Ze wilden onze merknaam op hun schoenen zetten’, zegt Lamine Sarr. ‘Daar zouden we miljoenen euro’s mee kunnen verdienen. We hebben niet meteen nee gezegd, maar voorgesteld een overeenkomst te tekenen. Daarin zouden zij zich moeten verplichten in het vervolg af te zien van gerechtelijke vervolging van straatverkopers. Dat wilden ze niet.’ De deal met Reebok ging niet door.

Illegale straatverkoop geldt als een misdrijf tegen het industriële eigendom. Vervolging is alleen mogelijk is als de gedupeerden een klacht indienen. Internationale merken als Louis Vuitton, Nike, FC Barcelona en Real Madrid namen de rol van particuliere aanklager op in een strafproces tegen zeven manteros in Barcelona. De multinationals claimden ‘ernstige economische schade’ te hebben geleden door de straatverkopers.

Het Openbaar Ministerie becijferde de schade op 415.236,84 euro — geen cent meer en geen cent minder.

Het Openbaar Ministerie eiste uitwijzing uit Spanje van drie verdachten en gevangenisstraffen voor de andere vier. Volgens het politieonderzoek uit 2016 vormden zij een ‘criminele organisatie’ die zich wijdde aan de groothandel in vervalste merkartikelen en witwassen. Vier van de verdachten, onder wie Lamine Sarr, zaten elf dagen in voorarrest. De zaak kreeg veel aandacht in de pers en bevestigde weer eens het beeld van straatverkopers als criminelen.

© Lex Rietman

Een klacht van grote merken tegen manteros voor ‘opgelopen schade’ draaide in 2019 op niets uit. De klanten van top manta zijn ‘niet in de verste verte potentiële klandizie’ van de luxemerken.

© Lex Rietman

Drie jaar later, begin 2019, kwam het vonnis. Het was vernietigend, maar niet voor de manteros. Het hof in Barcelona sloot uit dat de praktijk van top manta ernstige schade kon toebrengen aan de multinationals, gezien het niveau van de winsten die deze ondernemingen maken. De merken hadden ‘niet het minste boekhoudkundige bewijs’ op tafel gelegd voor hun claim.

Bovendien, aldus het vonnis, ‘heeft het publiek dat in luxewinkels de originele producten koopt niets te maken met degenen die in de metro of op straat producten kopen die uitgestald op een deken liggen’. De klanten van top manta zijn ‘niet in de verste verte potentiële klandizie’ van de luxemerken.

Het leek erop dat het de politie meer te doen was geweest om de Afrikaanse straatverkopers dan om de werkelijke groothandelaren in vervalste producten.

Van de beschuldiging van criminele organisatie bleef ook al geen spaan heel. De politie had daar ‘geen enkel bewijs’ voor aangedragen. Van groothandel was geen sprake. De rechtbank concludeerde dat de manteros individueel hun spullen kochten in magazijnen in Badalona. En het bewijs voor “witwassen” bestond uit een bezoek aan een bankfiliaal waar een van de manteros volgens het politieonderzoek ‘vermoedelijk’ geld stortte.

En waarom, vroeg het hof zich af, had de politie eigenlijk geen onderzoek gedaan naar de connecties tussen de industriële magazijnen in Badalona en de haven van Barcelona, waar tenslotte de meeste goederen binnenkomen? De rechters zeiden het niet met zo veel woorden, maar het leek erop dat het de politie meer te doen was geweest de Afrikaanse straatverkopers aan te pakken dan de werkelijke groothandelaren in vervalste producten.

Vijf manteros werden uiteindelijk veroordeeld tot lichte boetes, de overige twee kregen vrijspraak.

Doel: mensen van straat halen

Sinds 2019 heeft Lamine Sarr zijn verblijfspapieren. Hij is een van de manteros die hun situatie konden regulariseren dankzij een baan bij de Vereniging van Straatverkopers of bij de coöperatie met dezelfde naam. De coöperatie werd in 2021 opgericht om de activiteiten van Top Manta onder te brengen.

In hetzelfde jaar verhuisde de textielwerkplaats van een kraakpand in de oude binnenstad naar Can Batlló, een 19de-eeuwse textielfabriek die de gemeente Barcelona ombouwde tot een gebouwencomplex voor sociale en culturele doelen.

© Lex Rietman

Het merk Top Manta heeft drie inkomstenbronnen: de verkoop, private en publieke subsidies en ontwerp in opdracht. ‘Maar het is moeilijk zelfvoorzienend te zijn in een sociaal project.’

© Lex Rietman

Zo’n twintig mensen zijn hier vanmiddag aan het werk. María Elena Coa, een energieke Venezolaanse die verantwoordelijk is voor fondsenwerving, leidt me rond. ‘We hebben 31 naaimachines, 2 snijmachines, 1 handbediende zeefdrukmachine waar we vijf jaar geleden mee begonnen en 1 automatische zeefdrukmachine met acht armen’, somt Coa op.

Die machines zijn grotendeels bekostigd met een prijs van 200.000 dollar van de Amerikaanse GHR Foundation. Deze stichting uit Minnesota koos Top Manta als een van de beste 5 initiatieven — uit ruim 400 inzendingen afkomstig uit alle hoeken van de wereld — ter verbetering van de levensomstandigheden van vluchtelingen en migranten. Na de aanschaf van de machines bleef er nog geld over voor een bestelwagen en verdere uitbreiding van het personeelsbestand.

Mensen van de straat halen en een baan aanbieden zodat ze hun verblijfspapieren kunnen krijgen: het blijft het voornaamste doel van Top Manta. Dat lukt heel aardig. Van 1 werknemer in 2018 groeiden de coöperatie en de vereniging uit naar 6 medewerkers eind 2020. Een jaar later waren dat er al 11, en intussen is dat aantal meer dan verdubbeld tot 28.

Inkomsten

Top Manta heeft drie inkomstenbronnen. Allereerst is dat de verkoop van de eigen ontwerpen, zowel in de winkel in Barcelona als online. Via de website melden zich klanten uit de Verenigde Staten en tal van Europese landen.

Subsidies uit private en publieke fondsen zijn een tweede bron. ‘We hebben nu bijvoorbeeld zeven vrouwen in dienst dankzij een subsidie van het arbeidsbureau’, zegt María Elena Coa. ‘Ze werken in de administratie en logistiek. Tegelijk zijn we bezig met een subsidieaanvraag voor de legalisatie van een aantal jongens.’

© Lex Rietman

María Elena Coa, verantwoordelijke voor de fondsenwerving van Top Manta: ‘Dit is een sociaal project. We zijn niet zozeer gericht op de verkoopcijfers en het opbouwen van kapitaal, maar op de mensen.’

© Lex Rietman

En ten slotte maakt Top Manta kleding in opdracht van derden. Coa: ‘Dat doen we de laatste tijd steeds meer. Als je een bedrijf hebt dat de waarden van Top Manta deelt, kunnen wij bijvoorbeeld jouw bedrijfskleding maken. Of relatiegeschenken voor je klanten. Als je een idee hebt, werken wij dat voor je uit. En als je geen idee hebt, doen wij een voorstel.’

Meestal zijn die opdrachtgevers organisaties van minderheden. Maar ook een restaurant uit Valencia behoort tot de vaste klanten. Een nieuwe opdrachtgever is het Grand Teatre del Liceu, het operatheater aan de Rambla in Barcelona. Top Manta maakt de kostuums voor een operavoorstelling.

Deel van de Spaanse samenleving?

Top Manta wil graag op eigen benen staan. Maar dat ideaal lijkt op dit moment nog ver weg. ‘Het is moeilijk zelfvoorzienend te zijn in een sociaal project’, erkent María Elena Coa. ‘We zijn niet zozeer gericht op de verkoopcijfers en het opbouwen van kapitaal, maar op de mensen.’

‘Als je wil dat dit project rendabel is,’ vervolgt ze, ‘zou je de lonen tot de helft moeten verlagen. Maar dat willen we niet. Het idee is de lonen juist te verhogen en meer mensen aan een baan te helpen. We willen dat ze af en toe naar Senegal kunnen om hun familie te bezoeken. Dat ze geld naar huis kunnen sturen zodat hun kinderen naar school kunnen. Dat is wat we echt willen.’

Tegelijk willen de ex-straatverkopers deel uitmaken van de samenleving in het land waar ze zich gevestigd hebben. In de eerste maanden van de coronapandemie, toen er een schreeuwende behoefte was aan beschermingsmateriaal, trommelde de Vakbond van Manteros alle straatverkopers die konden naaien op om gratis mondkapjes te maken voor ziekenhuizen en tehuizen.

Terwijl de bevolking thuis in lockdown zat, kropen elke dag 45 straatverkopers zonder papieren achter de naaimachines van Top Manta. In totaal deelden ze 14.000 mondkapjes, mutsen en beschermende kledij uit.

‘Leven in gemeenschap, ons verenigen, dat zit in ons bloed. Het idee van wederzijdse steun hebben we niet hier geleerd, dat komt uit ons herkomstland.’

Intussen werden diezelfde straatverkopers — die zonder inkomsten zaten omdat er geen toeristen waren — uitgesloten van de officiële coronasteunmaatregelen omdat ze geen papieren hadden. De kreet van de Spaanse regering, ‘We laten niemand achter’, was voor de manteros niet meer dan een oefening in cynisme. Of misschien klopte het ook wel een beetje: zonder papieren ben je voor de staat inderdaad niemand.

Mede dankzij een voedselbank van de Vakbond van Manteros konden de straatverkopers de pandemie overleven. ‘We kennen elkaar allemaal’, zegt Lamine Sarr. ‘We bezorgden bij de manteros aan huis wat ze nodig hadden. Leven in gemeenschap, ons verenigen, dat zit in ons bloed. Het idee van wederzijdse steun hebben we niet hier geleerd. Dat komt uit ons herkomstland.’

Een van de standaardverwijten aan het adres van manteros is dat ze geen belasting betalen. Een even hardnekkig als onzinnig verwijt: wie geen verblijfspapieren heeft kán immers geen belasting betalen — in elk geval geen directe belasting.

Ook op dit punt wil Top Manta zich voorbeeldig opstellen. ‘We proberen ons altijd van onze beste kant laten zien’, zegt María Elena Coa — Venezolaanse, maar zelf ondertussen ‘ook een beetje uit Senegal’. ‘Ze verwachten altijd het slechtste van ons. Daarom betalen we netjes onze belastingen.’

‘We respecteren alle regels en normen, zodat de mensen kunnen zien wat we waard zijn. En we geven cursussen kleermaken voor de buurtbewoners. Alleen nu even niet, want we hebben het te druk met opdrachten.’

De opkomst van de onderklasse

Het voorbeeld van de Senegalese straatverkopers in Barcelona heeft navolging gekregen. Inmiddels hebben hun collega’s in Zaragoza, Madrid en Bilbao ook Top Manta-winkels geopend.

Ze hanteren dezelfde mix van doelstellingen: belangenbehartiging en regularisatie, antiracistisch activisme en verkoop van kleding met een boodschap. De opkomst van de onderklasse van manteros lijkt niet meer te stuiten.

Met een petitie vragen ze een algemene regularisatie van de naar schatting 400.000 migranten in Spanje die zonder papieren leven.

In de winkel in Barcelona past Blanca (39) een T-shirt. Ze woont vlakbij en behoort tot de vaste klanten. Ze heeft meegedaan aan de crowdfunding voor Top Manta. En ze ondertekende de petitie voor het wetgevingsinitiatief van de Vakbond van Manteros en sympathiserende partijen: zij vragen een algemene regularisatie van de naar schatting 400.000 migranten in Spanje die zonder papieren leven en dus een rechteloos bestaan leiden.

Om een debat in het parlement af te dwingen, zijn een half miljoen handtekeningen nodig. Dat aantal werd onlangs bereikt. ‘Ik verdedig het recht op migratie en regularisatie voor iedereen’, zegt Blanca. Ze is geboren in Galicië, sedert eeuwen land van emigranten.

Een man op leeftijd loopt de winkel binnen. Bij de voordeur staat een rek met boeken en tijdschriften. Ze gaan over kolonialisme, Wolof voor beginners, zwarte vrouwen in de wetenschap, zulke thema’s. ‘Hebben jullie ook kruiswoordraadsels?’, vraagt de man. Nee, helaas.

Misschien is dat nog eens een idee: een serie kruiswoordpuzzelboekjes waarin behalve naar ‘Muzieknoot’ (2 letters) en ‘Rivier in Italië’ (2 letters) ook gevraagd wordt naar dingen als ‘Vermoorde zwarte Amerikaanse burgerrechtenstrijder die achtereenvolgens akoestisch gitaarmerk, Duits hervormer en monarch was’ (16 letters).