Energietop in Latijns-Amerika

Analyse

Energietop in Latijns-Amerika

Humberto Márquez, Mario Osava, Rien Vandermeersch

20 april 2007

Biobrandstoffen en fossiele brandstoffen moeten naast elkaar kunnen blijven bestaan, afhankelijk van de behoefte van een land. Dat is een van de conclusies van de eerst Zuid-Amerikaanse Energietop die deze week werd gehouden in Venezuela.

Over de vraag of biobrandstoffen op grote schaal gebruikt moeten worden, was de laatste tijd een meningsverschil ontstaan in Latijns-Amerika. De Braziliaanse president Luiz Inácio Lula da Silva en de Venezolaanse president Hugo Chávez, de gastheer van de top, waren de afgelopen weken verwikkeld in een heftig debat over de voor- en nadelen van het gebruik van ethanol als brandstof.
Brazilië produceert 17,3 miljard liter ethanol per jaar uit suikerriet. De Verenigde Staten produceren bijna evenveel uit maïs. De groeiende interesse voor biobrandstof hangt samen met de stijgende olieprijzen en wetenschappelijke rapporten die voorspellen dat het gebruik van fossiele brandstoffen bijdraagt aan de opwarming van de aarde.

Principe-akkoord

Begin maart ondertekenden Brazilië en de Verenigde Staten een principe-akkoord over de bevordering van het gebruik van ethanol als biobrandstof. Voor Brazilië betekent dat een vertienvoudiging van de ethanolproductie in het komende decennium. Ook andere landen in Latijns-Amerika en Afrikaanse landen zouden ruimte vrij moeten maken voor het verbouwen van gewassen voor biobrandstof.
Toen Lula het akkoord tekende met de Amerikaanse president George W. Bush, klaagde de Cubaanse president Fidel Castro over de ethische kant van het besluit. Volgens hem is het op grote schaal verbouwen van deze gewassen voor brandstof onethisch, als tegelijkertijd honderden miljoenen mensen in de wereld honger lijden.
Chávez, die met Cuba en Brazilië was overeengekomen om 270.000 hectare beschikbaar te stellen voor de productie van suikerriet voor ethanol, leek na de kritiek van Castro ook van gedachten te veranderen. Chávez is een trouwe bondgenoot van de Cubaanse president. Venezuela importeert momenteel bijna 30.000 vaten (4,7 miljoen liter) ethanol per dag, om die te mengen met benzine.
Voorafgaand aan de top in Venezuela zei Lula nog niet te begrijpen ‘wat de technische of wetenschappelijke basis’ is voor de kritiek van de regeringen in Caracas en Havana. Maar volgens Chávez leidt de expansie van landbouw tot ontbossing en worden ook de watervoorraden in de wereld bedreigd.

Gevaar of oplossing?

Biodiesel en vooral ethanol zijn minder milieuvriendelijk dan ze vaak worden voorgesteld. Ze bedreigen zowel het milieu als de armere wereldbevolking. In Mexico steeg de prijs van tortilla’s door de boom van biobrandstoffen. Agrarische gemeenschappen worden omgevormd tot industriële maatschappijen en het regenwoud in Latijns-Amerika en Zuidoost-Azië maakt plaats voor grote velden vol biobrandstofgewassen.
Deze alternatieve brandstoffen alleen kunnen de toekomstige energieproblemen niet oplossen. Zelfs indien alle vruchtbare grond gebruikt zou worden om bio-energie te verbouwen, dan nog zou niet voldaan kunnen worden aan de globale energievraag. Er is echter wel voldoende bewijs dat biobrandstoffen een goede bron voor hernieuwbare energie betekenen, maar overheden moeten goed toezien dat hun economische beleid en landbouwwetten voldoende aangepast zijn om schade te voorkomen.

Kilte

De achtergrond van de onenigheid is de politieke en diplomatieke kilte tussen Washington en Caracas, ondanks het feit dat de VS met 2,4 miljoen vaten per dag de grootste afnemer is van Venezolaanse olie.
Marco Aurelio García, adviseur van de Braziliaanse president, hielp de weg voorbereiden voor een consensus. Hij benadrukte dat fossiele en biobrandstoffen elkaar aanvullen en dat de voedselproductie niet verwaarloosd zal worden.

Energiemacht

Momenteel wordt slechts 1 procent van het akkerland in Brazilië gebruikt voor de productie van biobrandstof. De ethanolgewassen in Brazilië zullen niet in de Amazone-regio verbouwd worden, benadrukte García. Het regenwoud zal er dus niet onder lijden. Bovendien zou de productie zorgen voor inkomen en werk voor kleine boeren en arbeiders.
Marco Aurelio García ziet voor Latijns-Amerika een belangrijke rol weggelegd in productie van energie. ‘Als we het slim aanpakken, dan kunnen we Latijns-Amerika veranderen in de grootste energiemacht ter wereld’, zei hij. Het continent heeft olie, gas, waterkrachtcentrales, windenergie, biobrandstoffen en nucleaire energie.
‘Er is meer economische samenwerking nodig om op te kunnen tegen de Amerikaanse macht in onze regio’, zo zei Chávez aan de regeringsleiders. ‘We zijn boven alles Zuid-Amerikanen, we moeten de krachten bundelen om ons Zuid-Amerikaanse thuisland groot te maken.’

Continentale bank

Nog op de agenda stond een voorstel ter oprichting van een continentale bank, als alternatief voor het Internationaal Muntfonds en de Wereldbank, die onder zware VS-invloed staan, en het project om een 8000 kilometer lange gasleiding te bouwen tussen Venezuela en Colombia. Venezuela is de vijfde grootste olie-exporteur naar de VS en is het enige Latijns-Amerikaanse land dat lid is van de OPEC (Organization of Petroleum Exporting Countries).
Chávez tracht naar eigen zeggen ‘het Amerikaanse kolonialisme’ in te dijken en eigen invloed uit te breiden door gas uit de grote Venezolaanse voorraden tegen een betaalbare prijs aan te bieden op de Latijns-Amerikaanse markt.