Eritrese vluchtelingen in Ethiopië vrezen aanwezigheid Eritrese leger: ‘Evacueer ons’

Analyse

100.000 Eritreeërs vonden in Tigray een vluchtoord, tot nu

Eritrese vluchtelingen in Ethiopië vrezen aanwezigheid Eritrese leger: ‘Evacueer ons’

In Tigray zouden zich 178.000 vluchtelingen bevinden, waarvan bijna 100.000 uit Eritrea
In Tigray zouden zich 178.000 vluchtelingen bevinden, waarvan bijna 100.000 uit Eritrea

Niet alleen Ethiopische legertroepen maar ook die van buurland Eritrea zouden zich in de noordelijke Ethiopische provincie Tigray bevinden. Dat maakt de 100.000 Eritrese vluchtelingen in de regio extra ongerust, want het is net dat leger en het regime dat het aanstuurt dat ze ontvluchtten. Tigreeërs en Eritreeërs dreigen nu allebei hetzelfde lot te ondergaan: als het geweld in hun landen niet stopt, rest alleen nog de tocht naar Soedan.

De Ethiopische noordelijke semi-autonome regio Tigray veranderde deze maand in oorlogsgebied. Politieke spanningen tussen de federale regering van Ethiopië, onder leiding van Nobelprijswinnaar voor de Vrede Abiy Ahmed, en de regionale regering van Tigray liepen al maanden op. De politieke machtsstrijd wordt vandaag met wapens beslecht, met een humanitaire ramp tot gevolg.

Ook de woordenstrijd wordt vandaag druk gevoerd, rond de vraag wie eerst aanviel. Maar een antwoord brengt weinig zoden aan de dijk voor de burgers die tussen twee regeringen zijn komen te staan. ‘De tranen lopen over mijn wangen’, schrijft een inwoner van de stad Mekele anoniem aan MO*. ‘Hoe in hemelsnaam kon mijn eigen federale regering een binnenlands conflict zo laten escaleren? Mijn broer is 89 jaar. Zijn kinderen ontvluchtten het land. Hij staat op het punt om te sterven omdat zijn zuurstoftherapie niet meer kan plaatsvinden.’

‘Kan men zomaar internet, telefoon en bankdiensten stopzetten en levensnoodzakelijke medicijnen tegenhouden?’, vraagt de vrouw zich af. Berichten uit de regio zelf zijn uitzonderlijk, want alle communicatielijnen werden lamgelegd. Het geweld, maar ook het blokkeren van humanitaire hulp, medicijnen en levensmiddelen, brengt een grote vluchtelingenstroom op gang. Dagelijks komen meer dan 4000 vluchtelingen aan in buurland Soedan. Een op de drie is minderjarig. Ongezien, waarschuwt het VN-vluchtelingenagentschap (UNHCR) dat dringend zoekt naar middelen om de ondertussen ruim 40.000 vluchtelingen op te vangen.

Hulpverleners verdwenen

Tigray huisvestte al heel wat vluchtelingen, vooral uit buurland Eritrea, die nu voor de moeilijke keuze staan om te kiezen tussen de bescherming van de vluchtelingenkampen en hopen dat de bemoeilijkte hulpverlening toch weer op gang komt, of de vlucht verderzetten. Voor de burgeroorlog losbrak, zouden er zich 178.000 vluchtelingen bevinden, waarvan bijna 100.000 uit Eritrea. Het is vaak de eerste stopplaats voor de vele Eritreeërs die nog steeds de oneindige dienstplicht van de dictatuur ontvluchten.

De oorlog met buurland Ethiopië werd twee decennia lang als reden gebruikt om de Eritreeërs in een systeem van slavernij te dwingen. Maar in 2018 wist de Ethiopische Abiy Ahmed een vredesakkoord af te sluiten met de noorderburen, wat hem de Nobelprijs voor de Vrede opleverde.

Maar aan de grens tussen de twee landen kon MO* vorig jaar zelf vaststellen dat de Eritrese vluchtelingen bleven komen. En dat die oneindige dienstplicht ondanks het vredesakkoord gewoon onveranderd werd doorgezet.

De meesten vluchtelingen vestigden zich in eerste instantie in een van de vier vluchtelingenkampen in de buurt van de stad Shire. ‘Sinds vorige week zijn de gevechten ook in en rond de stad Shire uitgebroken.’ Een inwoner van de stad kan na vier weken radiostilte toch even bellen met MO*. Voor het uitbreken van het geweld was Tecle (schuilnaam) als tolk en leerkracht aan de slag in het vluchtelingenkamp Shimelba. Maar daar is hij de afgelopen twee weken niet meer kunnen komen. ‘Ik heb geen idee hoe het met de bewoners gaat’, vertelt hij.

UNHCR drukt zijn bezorgdheid uit over het lot van de kampbewoners. Het agentschap benadrukt er alles aan te doen om met een minimale personeelsbezetting de basisvoorzieningen te blijven organiseren. Ook het internationale Rode Kruis liet weten alleen de meest essentiële leden van de teams ter plaatste te houden.

Het vluchtelingenagentschap gaf weliswaar aan dat een groot deel van het personeel door de onveiligheid moest vertrekken, en brandstof en watervoorraden bedreigd zijn. Wat het kamp Shimelba betreft werd duidelijk dat er geen hulpverleners meer aanwezig waren. Heel wat inwoners vertrokken en zochten bescherming in het grotere kamp van Hitsats.

‘We vragen de internationale gemeenschap om ons te evacueren.’

De Eritrese priester Mussie Zerai, die zich al jarenlang inzet voor de rechten van migranten en vluchtelingen, riep op om de Eritrese vluchtelingen in Ethiopië niet aan hun lot over te laten en hen te beschermen tegen uitbuiting, misbruik en een gedwongen ‘exodus richting Soedan en Libië’.

‘We zijn erg bang. De federale troepen zijn hier nog niet, maar we horen dat ze niet ver meer zijn’, vertelt een Eritrese vluchteling telefonisch aan de online Eritrese diasporazender Erisat. De man aan de lijn, die zoals de meeste getuigen anoniem wenst te blijven, verblijft in het kamp van Mai Aini. Hij getuigt hoe ook daar de laatste bevoorrading van het kamp niet kon plaatsvinden. ‘We vragen de internationale gemeenschap om ons te evacueren. We bevinden ons in een precaire situatie. We hoorden dat Eritrese vluchtelingen in het kamp van Shimelba werden gearresteerd.’

Een dag na het interview bericht freelance journalist Martin Plaut via Eritrea Hub dat het kamp van Abi Harush is ingenomen door de federale troepen van Abiy Ahmed. Ook daar zouden alle hulpverleners vertrokken zijn. Volgens de bronnen van de journalist zouden bij de inname drie vluchtelingen overleden zijn en vier anderen gewond.

Of de verontrustende berichten uit de kampen kloppen kan het VN-vluchtelingenagentschap niet bevestigen. ‘Gezien de communicatieproblemen en de beperkte toegang, kunnen we geen informatie geven over de situatie in de kampen’, laat de woordvoerder vanuit de Ethiopische hoofdstad weten. ‘We herhalen onze oproep om vrije en veilige toegang voor humanitaire hulp te verlenen. Burgers mogen geen slachtoffer worden van dit conflict.’

Eritrese troepen op terrein

Behalve in de vluchtelingenkampen wonen 8000 Eritreeërs ook in de stad Shire zelf. Sinds de gevechten ook de stad bereikten, leven ook zij in angst.

‘Ik zag met mijn eigen ogen Eritrese soldaten door de straten van Shire trekken.’

Volgens het kenniscentrum European External Programme with Africa (EEPA) worden de noordelijke steden Shire en Aksum belegerd door een coalitie van het Ethiopische leger en de speciale eenheden van buurregio Amhara, en troepen van het Eritrese leger. Die aanwezigheid van het Eritrese leger zorgt voor extra nervositeit bij de vluchtelingen. Want dat leger en diens regime zijn velen net ontvlucht.

‘Ik denk niet dat de federale troepen het kamp zullen betreden’, zegt Tecle*. ‘Maar ik zag met mijn eigen ogen Eritrese soldaten door de straten van Shire trekken. Ik weet niet wat zij zullen doen. Zij kunnen misschien wel een bedreiging zijn voor de Eritrese vluchtelingen.’

Dat het Eritrese leger plots aan de zijde strijdt van de Ethiopische federale troepen, kan op het eerste zicht verbazen, na een geschiedenis van 20 jaar vijandschap. Dat ze vandaag bondgenoten zijn in de strijd tegen de Tigray heeft alles te maken met de figuur van Nobelprijswinnaar Abiy Ahmed en het simpele feit dat hij geen Tigreeër is.

Het conflict tussen Eritrea en Ethiopië is er in werkelijkheid altijd een geweest tussen Tigray en Eritrea. Tijdens het Derg-regime, onder leiding van de communistische dictator Mengistu (1974-1987), maakte Eritrea nog deel uit van Ethiopië. Toen deelden de strijders uit Tigray en Eritrea een gemeenschappelijke vijand. Eens het Derg-regime werd verdreven, scheidden hun wegen. Nadat Eritrea in 1991 onafhankelijk werd, bleven grensdisputen met Tigray leiden tot gewelddadige incidenten.

Vanaf de val van het communistische regime hield de Tigrese minderheid in Ethiopië de politieke en economische sleutelposities in handen. Daardoor werd het conflict tussen Eritrea en de Tigray, een oorlog tussen de twee buurlanden.

Tussen twee vijanden

Hoewel de Tigray slechts zeven procent van de Ethiopische bevolking vertegenwoordigen, behouden ze tot het aanstellen van Abiy Ahmed als premier, een bevoorrechte positie in het bestuur van het federale land. Dat hier in 2018 verandering inkomt heeft te maken met de etnische spanningen die de stabiliteit van het hele land onder druk zetten.

Abiy’s voorganger Hailemariam Desalegne, zet een stap opzij om verzoening mogelijk te maken en een burgeroorlog te vermijden. Voor het eerst sinds de val van Mengistu hebben de Tigreeërs niet langer de sleutelposities in handen.

Wanneer Abiy Ahmed in 2018 vrede sluit met Eritrea volgen in Tigray gemengde reacties.

De regering zelf blijft echter samengesteld uit vertegenwoordigers van de grote bevolkingsgroepen. De etnisch-federale regeringscoalitie, Ethiopian People’s Revolutionary Democratic Front (EFRDF) bestaat uit het Tigray People’s Liberation Front (TPLF), Amhara Democratic Party (ADP), Oromo Democratic Party (ODP) en Southern Ethiopian People’s Democratic Movement (SEPDM).

Premier Abiy Ahed moet de verandering belichamen en de spanningen tussen de regio’s proberen weg te nemen. Hij is opgegroeid in Oromia en is een kind uit een gemengd Omoro-Amhara-huwelijk. Door zijn afkomst werd hij gezien als een compromisfiguur die de verschillende bevolkingsgroepen moest bijeen houden.

Als niet-Tigray kan hij bovendien ook makkelijker de hand rijken aan Eritrea. Wanneer Abiy Ahmed in 2018 vrede sluit met Eritrea volgen in Tigray gemengde reacties. Families die jarenlang verdeeld waren door de grens, waren aanvankelijk blij elkaar eindelijk terug in de armen te kunnen sluiten.

Maar enkele maanden na het vredesakkoord gingen de grenzen uiteindelijk toch weer dicht, zo stelden MO* ter plaatse vast, een jaar na het vredesakkoord. Van de herstelde relaties tussen de twee landen was in Tigray nog weinig te merken.

Stilaan namen ook de spanningen tussen de regionale regering en de federale toe. Toen Abiy vorig jaar de regerende coalitie wilde versmelten tot een Ethiopische eenheidspartij stootte hij op verzet van de Tigreeërs. Voor hen was de coalitie tussen de vier grote partijen de basis van het etnisch federalisme die het land bijeen hield. Bovendien zagen ze het als een bedreiging van de macht en onafhankelijkheid van hun regio.

De vrede met Eritrea werd in Tigray stilaan in een ander licht geplaatst. Lokaal werd gevreesd dat Abiy in Eritrea een bondgenoot had gezocht om de macht van de Tigreeërs verder te breken.

Het uitstellen van de federale verkiezingen, die normaal deze zomer hadden moeten plaatsvinden, waren voor de Tigreeërs een nieuw bewijs dat de premier de eigen macht wilde bestendigen. Tigray organiseerde daarop toch regionale verkiezingen, wat de relaties met de hoofdstad verder deed verzuren. Het politieke steekspel leidde uiteindelijk op 3 november tot het geweld dat duizenden burgers op de vlucht deed slaan.

Met de aanwezigheid van Eritrese troepen in de Ethiopische regio, lijken de Tigreeërs inderdaad geklemd te zitten tussen de oude vijand. Eritrese vluchtelingen die jarenlang in Tigray een veilig vluchtoord vonden, dreigen nu hetzelfde lot als de Tigreeërs te ondergaan. Indien het geweld geen halt wordt toegeroepen en hulp aan de regio verder onmogelijk wordt gemaakt, rest hen enkel samen de tocht naar Soedan in te zetten.