‘De Europese Commissie loopt het risico haar eigen Green Deal te saboteren’
Klasseert de EU gascentrales en kernenergie als duurzame investeringen?
Pieter Dernau
07 april 2021
Welke energiebronnen zijn nu écht duurzaam? De Europese Commissie wil dat op papier vastleggen om private investeringen in duurzame projecten aan te moedigen. Maar worden daarbij ook gascentrales en kernenergie als duurzaam naar voren geschoven? ‘Dit kan Europa voor decennia aan aardgas verbinden.’
Een gascentrale in Eemshaven, Nederland (foto: 2013). Vraag is of gascentrales zullen terechtkomen op de lijst van ‘duurzame investering’ van de Europese Commissie.
Flickr / Vattenfall Nederland (CC BY-NC 2.0)
Om Europa tegen 2050 klimaatneutraal te maken moet veel privékapitaal naar groene projecten vloeien. Sinds juni vorig jaar werkt de Europese Unie daarom aan een lijst die bepaalt wat een duurzame investering is en wat niet. Recent bleek dat ook gas- en kerncentrales misschien als duurzaam zullen worden bestempeld.
De Europese Commissie stuurde op 20 maart een nieuw, intern ontwerpdocument naar alle 27 EU-lidstaten. Het document bevat een nieuw voorstel bekend voor de regels die gaan bepalen of een investering voor de EU als ‘duurzaam’ geldt. De uiteindelijke lijst krijgt de ronkende naam ‘Europese taxonomie voor duurzame activiteiten’ en moet helpen om de Green Deal te gaan realiseren.
Het voorstel van ontwerp werd niet publiek gemaakt, maar de Franse politieke nieuwssite Contexte kon er toch aan raken en publiceerde het op zijn website. Uit het document blijkt dat de Commissie bepaalde efficiënte gascentrales als duurzaam wil klasseren. In een eerder voorstel, van november vorig jaar, was dat nog niet het geval.
Een goede week later, op 29 maart, suggereerde een team van experten dat de Commissie adviseert dat ook kernenergie een duurzame investering zou kunnen zijn.
De definitieve regels liggen nog niet vast, maar milieuactivisten en experten in duurzame financiering zijn niet te spreken over de opties die nu op tafel liggen.
De Green Deal en private investeringen
Aflijnen welke investeringen duurzaam zijn en welke niet is nodig opdat de Europese Commissie haar Green Deal kan realiseren. Dat is de strategie die de Commissie in december 2019 aankondigde om de Unie tegen 2050 klimaatneutraal te maken. Het betekent dat de netto-uitstoot van broeikasgassen in de EU tegen dan nul moet zijn. Er kan dus nog uitstoot zijn, maar die moet dan gecompenseerd worden zodat de teller op nul gaat staan.
Om die nuluitstoot te bereiken moet veel geld geïnvesteerd worden, bijvoorbeeld in de transitie naar een economie en samenleving die draait op hernieuwbare energie. De EU wil daarvoor de komende tien jaar 1000 miljard euro mobiliseren, waarvan een groot deel uit haar eigen begroting en speciale fondsen komt.
De EU verwacht ook dat de privésector kapitaal investeert om de Green Deal te helpen realiseren, zo staat te lezen op de website van het financiële luik van de Green Deal: ‘De EU-begroting kan niet genoeg zijn om de klimaatverandering aan te pakken of de enorme wereldwijde nood aan investering in te lossen. Lidstaten en private actoren zullen voor een voldoende grote schaal moeten zorgen.’
Waarom is een lijst ‘duurzame investeringen’ nodig?
Volgens de website van de EU-taxonomie is de lijst bedoeld om ‘veiligheid te creëren voor investeerders, hen te beschermen tegen “greenwashing”, bedrijven te helpen bij het plannen van de transitie, fragmentering van de markt tegen te gaan en uiteindelijk investeringen te laten vloeien naar waar ze het meest nodig zijn’.
De lijst is bedoeld als een gemeenschappelijk kader voor beleidsmakers, investeerders en bedrijven. Verwacht wordt dat investeerders hem als leidraad zullen gebruiken.
Om in aanmerking te komen als ‘duurzaam’ is het de bedoeling dat een economische activiteit substantieel bijdraagt aan minstens één van zes milieudoelstellingen, die omschreven staan in het wettelijk kader van de taxonomie. Het gaat om: de matiging van de klimaatverandering, klimaatadaptatie, duurzaam gebruik van water, de overgang naar een circulaire economie, de bestrijding van verontreiniging en de bescherming van gezonde ecosystemen.
Daarnaast mag een activiteit die bijdraagt aan één van de doelstellingen ook geen significante schade toebrengen aan de andere doelstellingen.
De lijst is cruciaal, stelt Lieve Schreurs van Triodos Bank, dat zich specialiseert in duurzaam en ethisch beleggen: ‘De taxonomie wordt een essentieel element in de financiering van de Green Deal. Alleen al de hoeveelheid lobbywerk geeft aan hoe belangrijk het thema is.’
Nochtans zal de lijst geen harde verplichtingen inhouden, verduidelijkt Nathan Fabian van het Europese Platform voor Duurzame Investering: ‘Geen enkele investeerder zal verplicht zijn om te investeren in bedrijven die zich aan de taxonomie houden. En omgekeerd is geen enkel bedrijf verplicht om aan de criteria te voldoen bij investeringen.’
‘Door de Europese lijst ontstaat transparantie. Zo zal kapitaal terechtkomen bij investeringen die in de klimaatdoelstellingen passen.’
De investeringen op de Europese lijst zullen ook niet noodzakelijk financieel interessant zijn. Dat zegt Victor van Hoorn, directeur van Eurosif, een pan-Europese vereniging voor duurzame investering: ‘Vele investeringen die nodig zijn om de klimaatdoelstellingen te halen, zijn gewoon nog niet rendabel. De taxonomie verandert daar niets aan.’
Eens de lijst goedgekeurd is, zal hij op verschillende manieren en door verschillende spelers gebruikt worden. ‘Om te beginnen biedt de taxonomie een belangrijk kader voor aanbieders van financiële producten’, legt Schreurs uit. ‘De taxonomie bepaalt welke beleggingsproducten zij als duurzaam in de markt kunnen zetten.’
Een recente analyse van Eurosif voorspelt dat de lijst op die manier kapitaal in de richting van duurzame projecten zal stuwen: ‘De taxonomie biedt transparantie, en bedrijven en investeerders zullen daar bij hun investeringskeuzes geleidelijk aan gebruik van beginnen maken’, zo stelt de analyse. ‘Op die manier zal kapitaal terechtkomen bij investeringen die in de klimaatdoelstellingen passen.’
Bankentoezicht
Ook de overheid zal de lijst gaan gebruiken toepassen, zegt Schreurs, bijvoorbeeld om toezicht te houden op de banken. ‘Sinds de financiële crisis houdt de Europese Centrale Bank (ECB) veel strenger toezicht op de financiële sector. Banken zullen daardoor ook duidelijker klimaat- en milieurisico’s in kaart moeten brengen. De ECB wil dat banken rekening houden met deze risico’s, aangezien zij de reële economie en de banken aanzienlijk kunnen beïnvloeden.’
‘De Europese Centrale Bank kan de lijst ook gebruiken om te bepalen welke bedrijven een goedkope lening krijgen.’
‘In lijn met de EU-regelgeving zou het logisch zijn om de taxonomie ook voor het bankentoezicht te gaan gebruiken’, vult Schreurs aan.
‘De volgende stap is het toepassen van een zogenaamde kapitaalopslag voor activiteiten die het klimaat schaden en die niet bijdragen aan een vermindering van de CO2-uitstoot’, zegt Schreurs. ‘Dat wil zeggen dat de ECB banken dan kan dwingen om extra financiële reserves aan te leggen als ze niet-duurzame investeringen doen. De besprekingen over zo’n toepassing van de taxonomie zijn nog bezig.’
Goedkope leningen en groene obligaties
De Europese Centrale Bank kan de lijst bovendien ook zelf gebruiken om te bepalen welke bedrijven een goedkope lening kunnen krijgen. Dat zegt Frank Vanaerschot van FairFin, een vzw die streeft naar een duurzamer financieel systeem. ‘Tot nu toe heeft de Centrale Bank altijd veel obligaties gekocht van vervuilende bedrijven, zodat die bedrijven goedkoop geld konden lenen. Dat beleid moet ze nu veranderen.’
‘De politiek zal met de taxonomie een duidelijk signaal geven welke economische activiteiten duurzaam zijn. Op basis daarvan kan de ECB gemakkelijker beslissen om obligaties van duurzame bedrijven op te kopen. Zo kunnen milieuvriendelijke bedrijven goedkoper geld lenen’, legt Vanaerschot uit.
Een andere mogelijke toepassing voor de taxonomie wordt de zogenaamde standaard voor groene obligaties, de fameuze Green Bonds, waar de EU op dit moment aan werkt. De groene obligaties wordt gebruikt om ‘duurzame projecten’ te financieren, maar ook hier bestaat voorlopig veel onduidelijkheid over wat daar nu precies onder valt.
‘Bedrijven gebruiken het woord “groene obligatie” nu gewoon voor marketing’, zegt Vanaerschot. ‘Die groene obligaties zijn dan zogezegd heel ambitieus, maar eigenlijk valt nauwelijks te achterhalen of er wel duurzame activiteiten achter het label schuilgaan.’
Een standaard voor groene obligaties moet die onduidelijkheid wegnemen. Dat staat te lezen in een voorstel voor een Green Bonds-standaard dat de experten die de Commissie adviseren over duurzame financiering publiceerden in maart 2020. Volgens dat voorstel zal de EU een obligatie enkel als ‘groen’ beschouwen als ze een activiteit financiert die volgens de taxonomie duurzaam is.
Eerder voorstel afgevoerd na tegenstand
De Europese lijst van duurzame economische activiteiten heeft al een hele weg afgelegd. In juni vorig jaar keurde het Europees Parlement en de Raad al een kaderwet goed. Daarmee werd beslist dat de lijst er zou komen.
De kaderwet beschreef nog niet welke economische activiteiten als duurzaam zouden worden bestempeld. Op een eerste concrete invulling daarvan was het wachten tot november. Toen lanceerde de Europese Commissie haar eerste voorstel.
Dat voorstel stuitte meteen op heel wat kritiek. Zo bleek onder meer dat de Commissie gascentrales in geen enkel geval als duurzame investering wilde erkennen. Tien lidstaten, hoofdzakelijk Oost-Europese, drongen er in een brief op aan om die beslissing te herbekijken, zo schreef de gespecialiseerde nieuwssite Euractiv.
Eind oktober al hadden 51 Europarlementsleden van verschillende fracties aan de Commissie gevraagd om toch bepaalde gascentrales toe te laten. Dat deden ze in een brief die werd gepubliceerd door Politico. Bij de ondertekenaars opnieuw veel namen uit Oost-Europese lidstaten, waaronder Roemenië, Polen, Hongarije en Tsjechië.
Naast de reacties van parlementsleden en lidstaten kreeg de Commissie ook duizenden digitale pagina’s aan feedback, hoofdzakelijk van Europese burgers en burgerbewegingen als WeMoveEurope. Die vroegen net uitdrukkelijk om fossiele brandstoffen (waaronder gas) te blijven uitsluiten van de lijst.
Met die kritiek uit verschillende hoeken in het achterhoofd besliste de Commissie om de lijst nog aan te passen.
Gascentrales erkend als duurzame investering?
Op 20 maart deelde de Commissie een nieuw voorlopig voorstel met de lidstaten, het document dat de Franse nieuwssite Context in handen kreeg. In het voorstel worden bepaalde gascentrales wél als duurzame investeringen geklasseerd.
Daar zijn wel voorwaarden aan verbonden. Gascentrales zouden enkel duurzaam zijn als ze een veel vervuilendere centrale vervangen. De nieuwe centrale mag dan niet meer dan 270 gram CO2 per kilowattuur uitstoten en moet in gebruik genomen worden voor 2025. Daarmee draait de Commissie dus haar eerdere plannen terug.
Milieuorganisaties zijn niet opgezet met de nieuwe wending: ‘De huidige versie van het voorstel is behoorlijk slecht’, zegt Blaine Camilleri, financieel expert bij het Europees Milieubureau (EEB). ‘Het risico is dat de Commissie haar eigen Europese Green Deal saboteert en Europa voor de komende decennia verbindt aan de verbranding van fossiel aardgas.’
‘Het argument dat gas als overgangsbrandstof kan gebruikt worden is nergens op gebaseerd.’
Tsjechisch Europarlementslid Ondřej Knotek deelt die analyse niet. Hij was vorig jaar één van de parlementsleden die de Commissie met een brief aanspoorden om gascentrales in de lijst op te nemen. Voor hem is gas net een middel om de Green Deal te doen slagen. ‘In een aantal Europese regio’s is de overschakeling naar gas een belangrijk onderdeel van het klimaatbeleid’, zegt Knotek. ‘Er is nood aan technologieën die werken met fossiele brandstoffen maar die weinig uitstoten. Die kunnen dan geleidelijk aan vervangen worden door hernieuwbare energie en andere koolstofarme alternatieven.’
Daar is Camilleri het niet mee eens: ‘Het argument dat gas als overgangsbrandstof kan gebruikt worden is nergens op gebaseerd. Er is geen sprake van een “overgangsbrandstof” als miljoenen euro’s worden geïnvesteerd in de technologie om fossiele brandstoffen te produceren, transporteren en gebruiken. Die technologie gaat immers lang mee.’
Deur op een kier voor kernenergie
Aardgas is niet de enige controversiële investering die in de lijst zou kunnen terechtkomen. Ook kernenergie ligt opnieuw op tafel.
Voorstanders zijn onder andere de Franse president Macron en zes Oost-Europese regeringsleiders (die van Tsjechië, Hongarije, Polen, Roemenië, Slovakije en Slovenië). Op 19 maart stuurden ze een brief naar de Commissie, waarin ze erop aandrongen om ook kernenergie als duurzaam te bestempelen. De brief werd ook gepubliceerd op de website van de Poolse overheid.
Ondanks dat verzoek erkent de Europese Commissie kernenergie nog niet als duurzame investering in haar laatste voorstel. Maar dat kan nog veranderen. De Commissie geeft op de website van de taxonomie te kennen dat ze de optie laat bestuderen door verschillende comités van experten. Het oordeel van die comités zal de beslissing van de Commissie ‘informeren’, luidt het.
Een van de comités, het Gemeenschappelijk Centrum voor Onderzoek (JRC), publiceerde op 29 maart haar rapport. Daarin staat te lezen dat ‘er geen wetenschappelijk bewijs bestaat dat kernenergie meer schade toebrengt aan de menselijke gezondheid of het milieu dan andere elektriciteitsbronnen die volgens de taxonomie de klimaatverandering helpen beperken’.
Als de rapporten van de twee andere comités ook positief staan tegenover kerncentrales, zou het dus kunnen dat de Commissie kernenergie alsnog opneemt in haar lijst van duurzame investeringen.
Daar is niet iedereen even enthousiast over. Volgens Lieve Schreurs van Triodos Bank hoort kernenergie niet thuis in een lijst van duurzame investeringen: ‘Kernenergie is geen duurzame energie, ook niet als overgangsstrategie. Er bestaat een risico op ongevallen en bovendien produceren kerncentrales radioactief afval.’
‘Door aandacht te blijven besteden aan kernenergie kunnen we bovendien niet volledig focussen op hernieuwbare energie’, voegt ze eraan toe. ‘Kerncentrales zijn ook niet flexibel genoeg. Je kunt ze niet zomaar stilleggen op momenten dat zonnepanelen en windturbines veel elektriciteit opwekken.’