Europese pesticidewetten moeten wijken voor vrijhandelsverdrag met de VS
De Amerikanen vinden Europese pogingen om hormoonverstorende pesticiden te verbieden slecht voor de handel, en roepen de EU op het systeem uit de VS over te nemen. Dat blijkt een verkapte oproep tot deregulering. ‘Er is in de VS geen wetgeving voor hormoonverstorende chemicaliën.’
De Verenigde Staten hebben Europa gewaarschuwd dat het verbieden van bestrijdingsmiddelen die hormoonverstorend werken haaks staat op de “primaire doelstellingen” van TTIP, het vrijhandelsverdrag waar EU en VS momenteel over onderhandelen. Volgens de VS zou Europa deze pesticiden, net als in Amerika, onder voorwaarde moeten toestaan. Dat valt te lezen in een commentaar (pdf) dat de VS heeft opgestuurd, en dat vorige maand door de Europese Commissie openbaar is gemaakt. Brussel werkt momenteel aan wetgeving voor hormoonverstorende pesticiden.
Het commentaar van de VS, geleverd in het kader van een publieke consultatie van de Europese Commissie, stelt dat het EU-verbod een bedreiging vormt voor de trans-Atlantische handel, en 4,4 miljard dollar aan Amerikaanse export op de tocht zet, met name export van groente en fruit. Ook zou de wetgeving strijdig zijn met regels van de Wereldhandelsorganisatie (WTO).
Opvallend is dat het document van de Obama-regering meerdere argumenten tegen de wetgeving in stelling brengt die ook staan in een analyse die pesticide-lobbyclub CropLife liet opstellen door advocatenkantoor Sidley Austin; een vertrouwelijk document dat MO* kon inzien.
Wetgeving: van groot belang
De Commissie is al sinds 2009 bezig met het opstellen van regels voor hormoonverstorende pesticiden. Aanleiding is dat steeds meer wetenschappers blootstelling aan hormoonverstorende stoffen in verband brengen met een toename aan vormen van kanker, en ontwikkelingsstoornissen als verminderd IQ. De pesticide-wet is van groot belang omdat het in de EU een standaard zal zetten voor hoe hormoonverstorende chemicaliën in de toekomst zullen worden gereguleerd. Dat gaat om honderden, zo niet duizenden stoffen, aanwezig in producten als cosmetica, plastic en elektronica.
De pesticide-wet is van groot belang omdat het in de EU een standaard zal zetten voor hoe hormoonverstorende chemicaliën in de toekomst zullen worden gereguleerd.
Deze brede toepassing maakt dat de wet al jaren doelwit is van een invloedrijke lobby. Grote chemische bedrijven als BASF en Bayer, maar ook handelspartners als de VS, hebben de Commissie keer op keer laten weten niets te zien in een verbod. Het is onder druk van deze lobby dat de Commissie in 2013 besloot het verbod voor hormoonverstorende pesticiden uit te stellen. De Commissie startte vervolgens een impactstudie. De publieke consultatie vormt daar onderdeel van.
Met deze impactstudie — een kosten-batenanalyse om tot de beste regelgeving te komen — heeft de Commissie opties geïntroduceerd die gehoor geven aan waar de chemische industrie al in 2013 om vroeg. Zo wordt nu een aanpak overwogen waarbij hormoonverstoorders bij (veronderstelde) beperkte blootstelling niet worden verboden. Dat is ook de aanpak die in de VS wordt gehanteerd.
In het commentaar stelt de VS dat deze, wat wel wordt genoemd “risico-gebaseerde benadering”, tot voorbeeld voor de EU zou moeten dienen. ‘Er is geen reden te veronderstellen dat een risico-gebasseerde aanpak voor het reguleren van hormoonverstoorders [voor de EU] onhaalbaar is. Europese wetenschappelijk experts achten het mogelijk, en Amerikaanse handhavers hebben er al twintig jaar praktijkervaring mee. In de ervaring van de VS is het mogelijk om regels op te stellen die de hoogste vorm van bescherming bieden, en die in lijn zijn met onze handelsverplichtingen.’
‘Geen bescherming in VS’
Maar hoeveel bescherming biedt het Amerikaanse systeem werkelijk? Carol Kwiatkowski is directeur van de Amerikaanse NGO Endocrine Disruption Exchange. Volgens haar bar weinig.
‘In de VS bestaat geen wetgeving die hormoonverstorende chemicaliën reguleert’, zegt ze via een Skype-verbinding vanuit Paonia, Colorado. Kwiatkowski noemt het Endocrine Disruptor Screening Program van milieuagentschap EPA; het programma dat volgens het Amerikaanse commentaar dit al twintig jaar zou doen. ‘Het Endocrine Disruptor Screening Program is slechts een onderzoeksprogramma. Doel is om hormoon-actieve stoffen te identificeren.’
Volgens Kwiatkowski zouden in theorie de resultaten van het EPA-programma in de toekomst gebruikt kunnen worden om maatregelen te nemen. Echter, het programma — dat volledig afhankelijk is van industrie-studies — werkt zo traag dat nog geen enkele stof volledig is onderzocht.
‘Europa lijkt de enige plek waar dit probleem serieus wordt aangepakt.’
Kwiatkowski: ‘Het programma startte in 1996 naar aanleiding van twee wetten die het Amerikaanse Congres aannam. Er kwam vervolgens een adviescommissie die ging nadenken over de opzet. Daarna gebeurde er tien jaar helemaal niks. Pas richting 2010 werden de eerste studies opgevraagd bij de industrie.’
Het EPA-programma kent twee fasen: eerst wordt gekeken of stoffen interactie aangaan met het hormonaal systeem; vervolgens wordt gekeken of dat gevaarlijk wordt geacht. Nu pas, na bijna twee decennia, komen de resultaten van de eerste fase naarbuiten, vertelt Kwiatkowski. ‘De EPA sleutelt op dit moment nog aan de onderzoeksmethoden voor fase twee.’
Vanwege het ontbreken van een serieuze aanpak in de Verenigde Staten kijkt Kwiatkowski met veel interesse naar de EU. ‘Europa lijkt de enige plek waar dit probleem serieus wordt aangepakt.’
EU beweegt richting VS
Maar sinds de TTIP-onderhandelingen in juli 2013 van start zijn gegaan is ook het proces in de EU in het slop geraakt. De wetgeving, die er december 2013 had moeten zijn, raakte vertraagd. Europa lijkt ondertussen richting VS te bewegen. Sinds oktober 2014 wordt door de Commissie met de EPA gesproken over het ‘harmoniseren’ van aanpak inzake hormoonverstoorders. Het is een feit waarover MO* al eerder berichtte, en dat nu expliciet in het commentaar van de VS wordt bevestigd.
Die koers van de Commissie is echter niet zonder risico.
Die koers van de Commissie is echter niet zonder risico. Het Europees Parlement heeft zich op 8 juli in een resolutie nog eens uitgesproken dat vrijhandelsverdrag TTIP onder geen beding invloed mag hebben op de aanstaande regels voor hormoonverstorende stoffen. De Commissie legitimeert de gesprekken met de VS door te stellen dat ze plaatsvinden ‘buiten de context van TTIP’.
De Commissie wil eind 2016 de impactstudie afronden. Tegen die tijd hopen Europa en de Verenigde Staten tevens het TTIP-verdrag te kunnen ondertekenen.
Wat zijn hormoonverstoorders?
Chemicaliën die het hormonaal systeem ontregelen. De afgelopen decennia identificeerde wetenschappers steeds meer stoffen met deze eigenschap. Een WHO-rapport uit 2012 spreekt van ‘ongeveer 800 chemicaliën’. Het zijn stoffen die zitten in vele alledaagse producten: weekmakers in plastic, brandvertragers in meubels, BPA in blik, en bijvoorbeeld parabenen in shampoo. Wetenschappers linken blootstelling aan een toename in onvruchtbaarheid, genitale misvorming, hormoongerelateerde kankers en ontwikkelingsstoornissen als verminderd IQ en autisme.
Europese Commissie mist deadline en wijzigt koers
In 2009 neemt het Europees Parlement samen met de Europese Raad een wet aan die bepaalt dat pesticiden met hormoonverstorende eigenschappen in de EU moeten worden verboden. In die wet staat dat de Commissie voor eind 2013 ‘wetenschappelijke criteria’ moet ontwikkelen om te bepalen welke pesticiden dit zijn. De Commissie mist echter de deadline en wijzigt koers, iets dat onderwerp is van een lopende rechtszaak bij het Europees Hof aangespannen door Zweden.