Met de Critical Raw Materials Act wil de EU haar 'strategische onafhankelijkheid' versterken
Van magneten tot elektrische auto's: Europa's zoektocht naar grondstoffenzekerheid
Jakob Albers
18 april 2023
De wereldwijde overschakeling op groene energie doet de vraag naar een aantal cruciale grondstoffen enorm stijgen. Europa is voor deze grondstoffen grotendeels afhankelijk van import uit andere landen. Met de Critical Raw Materials Act wil de EU die afhankelijkheid bijsturen.
De EU stelt het doel om tegen 2030 10% van de nodige kritieke grondstoffen in Europa te ontginnen, 40% te verwerken en 15% te recycleren.
CC0
Heeft u ooit een magneet in een souvenirwinkel gekocht? Hangt er een kleine Toren van Pisa aan uw koelkast? Met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid komt die magneet uit China. U vraagt zich misschien af wat de big deal is. Zoveel van wat we kopen is afkomstig uit China, of het nu over kinderspeeltjes, smartphones of magneten gaat.
Het probleem is dat de Europese Unie voor 98% van haar zogenaamde zeldzame aardmetalen (ze zijn eigenlijk niet zeldzaam, maar wel moeilijk om te ontginnen) afhankelijk is van China, zo blijkt uit cijfers van de Unie zelf. Van deze zeldzame aardmetalen worden niet enkel koelkastmagneetjes gemaakt, maar ze zijn ook nodig voor de productie van onder meer batterijen, smartphones en elektrische auto’s.
(On)afhankelijkheid
U voelt dat het niet zo handig is om in die mate afhankelijk te zijn van één land voor de toevoer van zo’n belangrijke grondstof. En al zeker niet als dat land China is.
Voor een goed voorbeeld hoeft u niet verder te kijken dan de Oekraïnecrisis. Toen Rusland de gaskraan dichtdraaide moest Europa halsoverkop op zoek naar nieuwe energiebronnen. Als China bijvoorbeeld zou besluiten om Taiwan met geweld in te lijven, is het niet ondenkbaar dat het land zijn sterke positie in de grondstoffenmarkt zal inzetten tegen het Westen.
‘We moeten vermijden om de ene afhankelijkheid te vervangen met een andere.’
Om dergelijke taferelen te vermijden kondigde de EU op 16 maart de Critical Raw Material Act aan. De EU wil minder afhankelijk worden voor grondstoffen die essentieel zijn voor de groene en en andere moderne technologieën. Als de wereld de weg naar groene energie verder inslaat, zal de vraag naar deze grondstoffen enkel stijgen.
‘We moeten vermijden om de ene afhankelijkheid te vervangen met een andere. We waren afhankelijk voor fossiele brandstoffen en als we niet snel handelen zullen we binnenkort afhankelijk zijn voor kritieke grondstoffen’, zei Thierry Breton, EU-Commissaris voor de Interne Markt, aan Politico. Het doel is om de toevoerketens van deze grondstoffen robuuster te maken, zodat de groene ambities van de EU niet te veel verstoord kunnen worden door crisissituaties.
Chinese dominantie
Naast de zeldzame aardmetalen bestempelde de EU ook een aantal andere grondstoffen die noodzakelijk zijn voor de productie van groene technologie als ‘kritiek’. Twee voorbeelden zijn lithium en kobalt, beide onmisbaar voor de productie van batterijen voor smartphones en elektrische wagens. In een document uit 2020 van de EU staat dat de Unie 78% van haar lithium uit Chili haalt en 68% van haar kobalt uit Congo. Daarbij is het belangrijk om op te merken dat 15 van de 19 kobaltmijnen in Congo (gedeeltelijk) in Chinese handen zijn.
De Europese groene ambities rusten voor een groot stuk op buitenlandse (Chinese) toevoer.
Ook in Chili valt niet te ontkomen aan de verreikende armen van Peking. Zo is het Chileense bedrijf SQM, de op een na grootste lithiumproducent ter wereld, voor een vijfde in bezit van de Chinese firma Tianqi. Voor magnesium, dat gebruikt wordt om aluminium voor de transport- en ruimte-industrie te maken, is de EU dan weer voor 93% afhankelijk van China, blijkt uit datzelfde document.
China is niet alleen Europa’s belangrijkste leverancier van kritieke grondstoffen, het is ook de wereldleider in het verwerken van deze kritieke grondstoffen tot bruikbare componenten. Volgens cijfers van het Internationaal Energieagentschap (IEA) vindt 58% van de globale lithiumverwerking plaats in China. Voor kobalt loopt dat cijfer op tot 65%. Daarnaast produceert China de meeste zonnepanelen en batterijen ter wereld. Om maar aan te geven dat de Europese groene ambities voor een groot stuk op buitenlandse (Chinese) toevoer rusten.
Lithiummijnen zoals deze in Salinas Grandes in Argentinië zullen in de toekomst alleen maar belangrijker worden. Het nieuwe witte goud is essentieel om de groene transitie te realiseren.
EARTHWORKS / flickr.com (CC BY-NC 2.0)
Maar de EU moet niet enkel rekening houden met China. Ook de Verenigde Staten zetten onder president Biden massaal in op groene technologie. Biden trekt in de vorm van de Inflation Reduction Act maar liefst 369 miljard dollar aan subsidies uit om de Amerikaanse productie van groene technologie te stimuleren. Dat brengt de Europese competitiviteit op vlak van groene technologie enkel verder in het gedrang.
Deze maatregel moedigt bedrijven immers aan om in projecten in de VS te investeren in de plaats van in Europa. Zo gaven fabrikanten van elektrische wagens als Tesla en Volkswagen en de Zweedse batterijenproducent Northvolt al aan dat ze overwegen om een deel van hun productie naar de VS te verhuizen om van de beloofde subsidies te kunnen profiteren. Het is dus hoog tijd dat de EU haar eigen boontjes begint te doppen – of ‘strategisch autonoom’ wordt in het jargon – als ze haar klimaatdoelstellingen wil halen.
Grondstoffen op eigen bodem
Om haar afhankelijkheid van andere landen te verkleinen wil de EU in de eerste plaats meer kritieke grondstoffen op eigen bodem produceren. De EU stelt het doel om tegen 2030 10% van de nodige kritieke grondstoffen in Europa te ontginnen, 40% te verwerken en 15% te recycleren. Daarnaast wil de EU ook vermijden om meer dan 65% van een bepaalde grondstof uit een enkel land te importeren.
Maar het is nog een vraag hoe realistisch deze doelstellingen zijn. Investeringen in mijnbouw en verwerkingscapaciteiten zijn werken van lange adem. Een nieuwe mijnbouwproject ontwikkelen duurt gemiddeld tussen de tien en vijftien jaar. Het zou dus goed kunnen dat 2030 te vroeg komt om deze doelstellingen te halen.
Ook de doelstelling om maximaal 65% afhankelijk te zijn van een enkel land voor eender welke grondstof, zal voor sommige grondstoffen erg moeilijk blijken. Dat geldt vooral voor grondstoffen waarbij een land over de hele productieketen dominant is, zoals het geval is voor zeldzame aardmetalen. Een verslag van het IEA geeft aan dat 60% van de globale zeldzame aardmetalen in China worden opgedolven en 87% van de globale verwerking van de aardmetalen daar gebeurt. Het is dus moeilijk in te beelden hoe de EU haar afhankelijkheid voor deze grondstof van de huidige 98% tot minder dan 65% zou kunnen terugbrengen.
De recyclagesector waarschuwt dat recycleren geen wonderoplossing is. Ook hier is het doel om 15% van de gebruikte materialen tegen 2030 te recycleren waarschijnlijk te hoog gegrepen. Zeker aangezien de doelstellingen van de EU verder niet ondersteund worden door nieuwe wetgeving die de doelen afdwingbaar maken. Sceptici vrezen dan ook dat de grote Europese ambities in praktijk enkel in afgewaterd beleid zullen resulteren.
Een gelijkaardige kritiek weerklinkt bij het plan van de EU om het vergunningsproces voor projecten van ‘strategisch belang’ gevoelig in te korten. Een vergunning voor een nieuwe mijn krijgen kan op dit moment gemakkelijk vijf tot tien jaar duren. De EU zou die termijn willen terugbrengen tot twee jaar, maar de realiteit leert ons dat dat niet zo eenvoudig ligt.
Deze procedures stuiten vaak op lokaal protest. Zo houden protesten van de lokale bevolking de ontginning van lithium in Portugal al jaren op. Tegenstanders zijn bezorgd om de schade die dergelijke nieuwe mijnbouwprojecten aan de omgeving en biodiversiteit berokkenen. Daarbij valt het verlenen van vergunningen voor dergelijke projecten uitdrukkelijk onder de bevoegdheid van de lidstaten. Het is vooralsnog niet duidelijk hoe de EU deze problemen concreet wilt oplossen.
‘Strategic partnerships’
Het blijft natuurlijk een feit dat dit grondstoffenspel in de eerste plaats bepaald wordt door de geologie. Slechts 30% van de kritieke grondstoffen die de EU nodig heeft, zijn beschikbaar in Europa zelf. De EU zal dus altijd afhankelijk blijven van handel met andere landen om de nodige grondstoffen te bemachtigen. Daarom wil ze haar toevoerbronnen diversifiëren.
‘De energietransitie van Europa mag niet ten koste gaan van het Globale Zuiden.’
De EU is druk bezig met nieuwe handelsrelaties aan te knopen. In december werd een nieuwe handelsovereenkomst gesloten met Chili, die de EU moet verzekeren van de toevoer van het gegeerde lithium. Ook met Canada, Oekraïne, Namibië en Kazachstan sloot de EU overeenkomsten, terwijl er nog nieuwe samenwerkingen met verschillende Afrikaanse landen in de pijplijn zitten.
Hier dreigt het gevaar om koloniale patronen te herhalen, waarschuwt Wies Willems, beleidsmedewerker Natuurlijke Rijkdommen bij Broederlijk Delen. ‘De energietransitie van Europa mag niet ten koste gaan van het Globale Zuiden’, zegt hij. ‘Het is belangrijk dat er eerlijke handelsrelaties worden aangegaan met Afrikaanse landen en dat de mensenrechten en de belangen van lokale gemeenschappen gerespecteerd worden.’
‘De EU moet bereid zijn om de lokale productieketens te versterken’, gaat Willems verder. ‘Dat wil zeggen dat er ook geïnvesteerd moet worden in de verwerkingscapaciteiten van grondstofrijke landen, zodat zij niet louter exporteurs van ruwe grondstoffen blijven.’
De EU is zich bewust van deze bezorgdheid. De Unie wil duurzame internationale handelsrelaties smeden en wil daarvoor de ‘Critical Raw Materials Club’ oprichten. Deze club moet de verbruikende landen met de grondstofrijke landen verbinden en zo een veilige en duurzame voorziening van kritieke grondstoffen bestendigen. En, zo staat er te lezen in de officiële communicatie van de EU, ‘de CRM club moet investeringen in producerende landen aanwakkeren, zodat die landen kunnen opklimmen in de waardeketen’. Voor deze investeringen kan de EU gebruik maken van de budgetten die voor de Global Gateway werden vrijgemaakt.
Een dergelijke eerlijke samenwerking kan een goed argument zijn om Afrikaanse landen te overtuigen om met Europese landen in zee te gaan in plaats van met China. Want het win-winverhaal dat China graag presenteert, draait toch vooral om Chinees gewin. ‘Chinese projecten houden weinig rekening met gemeenschappen’, zegt Lotte Hoex, onderzoekster bij International Peace Information Service (IPIS). ‘Om vruchtbaar samen te werken is het belangrijk dat de EU de Afrikaanse landen als gelijkwaardige zakenpartners behandeld. De EU moet dus opletten om geen paternalistische of moreel superieure positie aan te nemen’, vervolgt ze.
De EU heeft er een handje van weg om regels op te leggen aan partners. Maar proberen dergelijke standaarden op te leggen die vaak niet goed passen bij de erg complexe lokale situaties passen, bevordert de samenwerking niet. Het is volgens Hoex juist cruciaal dat de EU goed luistert naar wat de Afrikaanse partners echt willen. Dat de Afrikaanse landen een sterke positie hebben omdat zij de rijkdommen hebben die de EU zo nodig heeft kan daar bij helpen.
Kan het niet met wat minder?
Een zeer pertinente opmerking die Willems maakt, is dat al het huidige beleid gebaseerd is op projecties die uitgaan van een status quo. Dat wil zeggen dat de voorspellingen van de EU die zeggen dat de vraag naar lithium in 2050 57 keer hoger zal liggen dan nu ervan uitgaan dat wij op dezelfde manier zullen blijven consumeren.
Daar stelt Willems zich vragen bij. Hij vindt dat ‘er te weinig wordt nagedacht over manieren om de totale vraag naar grondstoffen te verminderen’. Als de vraag naar grondstoffen minder snel stijgt, zijn er minder nieuwe milieubeschadigende ontginningsprojecten nodig die lokale gemeenschappen kunnen ontwrichten.
De mobiliteitssector kan als voorbeeld dienen waar ander beleid tot grondstoffenbesparing kan leiden. ‘We hoeven er niet van uit te gaan dat iedere mens per se zijn eigen Tesla of elektrische SUV wil hebben. Als we meer inzetten op collectieve mobiliteit kan dit de vraag naar materialen voor elektrische wagens drukken’, zegt Willems.