Exploderende Syrische vluchtelingencrisis: Wat doen Europa en België?
© (CC Wikimedia Commons)
© (CC Wikimedia Commons)
Op 28 oktober verzamelden vertegenwoordigers van veertig landen en organisaties in Berlijn om de Syrische vluchtelingencrisis te bespreken. Meer dan 3 miljoen Syriërs zijn na 3,5 jaar oorlog naar de omliggende buurlanden gevlucht, en 6,5 miljoen Syriërs zijn intern ontheemd.
Op 28 oktober vond in Berlijn een internationale conferentie plaats over de Syrische vluchtelingencrisis. De Syrische buurlanden bereiken ondertussen hun opvanglimiet, maar Europese regeringen lijken niet geneigd tot meer actie. Mensenrechten- en hulporganisaties roepen nochtans op tot meer humanitaire hulp, meer opvangplaatsen in Europa en meer inspanningen om verdrinkingsdoden bij Syrische bootvluchtelingen op de Middellandse Zee te vermijden. Regeringen houden hiervoor de vinger op de knip, terwijl België alleen al tien miljoen euro per maand spendeert aan de militaire operatie in Irak.
Libanon, een land van vier miljoen inwoners, herbergt meer dan 1,1 miljoen vluchtelingen, terwijl ook Turkije de kaap van één miljoen vluchtelingen overschreed. Bijna 620.000 Syriërs staken daarnaast de grens over naar Jordanië, en nog eens 140.000 lotgenoten vluchtten naar Egypte. De terreur van Islamitische staat (IS) zou bovendien bijna doen vergeten dat meer dan 215.000 Syriërs naar Irak vluchtten.
VN-vluchtelingenbaas Guterres had het in Berlijn over ‘de meest dramatische humanitaire crisis in zeer lange tijd waar de wereld mee geconfronteerd wordt.’
Buurlanden bereiken limiet
‘Hulp aan Syrische vluchtelingen is niet enkel een morele kwestie’
‘De buurlanden [van Syrië], inclusief Turkije, hebben tot nog toe een oneerlijk deel van de humanitaire last van het conflict in Syrië moeten dragen. De bijdrage van de internationale gemeenschap die we hiertoe ontvingen voldoet niet aan onze verwachtingen’, stelde de Turkse vice-buitenlandminister Koru.
Ook Libanon en Jordanië sloten de laatste weken steeds meer hun grenzen voor Syrische vluchtelingen nadat de Syrische vluchtelingenstroom de afgelopen jaren steeds meer druk zette op hun economie, sociale voorzieningen en water- en elektriciteitsvoorzieningen.
Duits buitenlandminister Steinmeier benadrukte in Berlijn dat meer hulp aan Syrische vluchtelingen niet enkel een morele kwestie is: ‘Hopeloosheid en wanhoop maken mensen kwetsbaar voor radicalisering en manipulatie. Dat is een echt gevaar aangezien de helft van de vluchtelingen kinderen en tieners zijn.’
© UNHCR
Helft financiële noden niet ingevuld
‘We zijn getuige van de ramp van de eeuw’
De aankomende winter dreigt de humanitaire crisis bovendien nog te verergeren, maar de VN slaagde er tot nog toe slechts in de helft van de nodige middelen voor 2014 in te zamelen.
Duitsland stelde tijdens de conferentie alvast de oprichting van een speciaal noodfonds ter waarde van 1 miljard euro voor.
‘We zijn getuige van de ramp van de eeuw. Vele doden zullen volgen in de winter als we geen duidelijk gezamenlijke inspanning doen. Als de andere 27 lidstaten zouden bijdragen volgens hun grootte en capaciteit kunnen we het overleven van families en kinderen verzekeren’, verklaarde de Duitse ontwikkelingsminister Müller.
Asiel voor Syrische vluchtelingen?
Een coalitie van vijftig nationale en internationale ngo’s stelde in de aanloop naar de Berlijnconferentie dat enkel financiering niet volstaat. De coalitie benadrukt dat het verlenen van bescherming voor vluchtelingen niet enkel de verantwoordelijkheid is van de buurlanden, en riep de internationale gemeenschap op zelf meer Syrische vluchtelingen op te nemen.
Turkije nam op drie dagen tijd meer Syrische vluchtelingen op als alle EU-lidstaten samen in drie jaar
De European Council on Refugees and Exiles (ECRE) wees er op 22 oktober op dat Turkije in de drie voorafgaande dagen meer vluchtelingen opving dan alle Europese lidstaten samen in de afgelopen drie jaar. De Europese Unie beloofde tot nog toe 35.000 Syrische vluchtelingen te hervestigen, één procent van de totale Syrische vluchtelingenpopulatie. België beloofde tot nog toe 75 Syrische vluchtelingen op te vangen.
Dit ondanks een oproep van het Vluchtelingenagentschap van de Verenigde Naties (UNHCR), die Europese regeringen in een rapport van juli 2014 opriep meer inspanningen te leveren inzake het opnemen van vluchtelingen en verlenen van toegang tot asielprocedures. UNHCR organiseert begin december een internationale conferentie rond deze kwesties.
Ook mensenrechtenorganisatie Human Rights Watch benadrukt het belang van toegang tot Europees asiel voor Syrische vluchtelingen. ‘Het zou het toppunt van hypocrisie zijn als non-host countries de buurlanden van Syrië onder druk zetten om hun grenzen open te houden voor vluchtelingen – zoals vereist door het internationale vluchtelingenrecht -, maar tegelijk maatregelen aanscherpen om Syriërs te verhinderen een toevluchtsoord te zoeken in hun eigen grondgebied’, aldus Stephanie Kim van Human Rights Watch.
Meer doden op de Middellandse Zee
Het UNHCR-rapport wijst ook op het toegenomen aantal Syrische vluchtelingen die Europa proberen te bereiken via de Middellandse Zee. Het roept Europese regeringen op meer inspanningen te doen in het voorzien van veilige en legale toegangswegen tot Europa.
Sinds de scheepsramp nabij het Italiaanse eiland Lampedusa, die op 3 oktober 2013 meer dan 300 slachtoffers eiste, kwamen 3000 bootvluchtelingen die Europa wilden bereiken om het leven in de Middellandse Zee.
‘Het is alsof je voorbij een rivier loopt en een kind gegrepen ziet worden door de stroming, en dan denkt ‘ik laat het kind verdrinken zodat de andere kinderen weten dat ze niet in de rivier moeten vallen”
Italië kondigde in de nasleep van de ramp de ontplooiing van Operatie ‘Mare Nostrum’ aan, en redde op die manier het leven van 150.000 personen.
De Europese Commissie kondigde eind augustus de ontplooiing aan van een nieuwe Europese missie, “Operatie Triton”, ter ondersteuning van de Italiaanse inspanningen in het Middellandse Zeegebied.
Triton moet op 1 november van start gaan, terwijl de Italiaanse binnenlandminister Alfano begin oktober aankondigde Mare Nostrum te willen stopzetten.
Mensenrechtenorganisaties als Amnesty International wijzen er op dat Triton slechts over een budget van drie miljoen euro per maand beschikt, terwijl Italië maandelijks 9 miljoen euro spendeert aan Mare Nostrum. Triton zou bovendien geen zoek-en-reddingsoperaties (search and rescue, SER) uitvoeren, maar enkel patrouilleren binnen een afstand van 25 tot 30 kilometer van de Italiaanse kust.
‘Operatie Triton is een duidelijk toonbeeld van hoe Europese lidstaten meer bezig zijn met het beschermen van grenzen dan van mensen’, stelt Nicolas J. Beger van het Europese bureau van Amnesty International.
UNHCR en ECRE stellen in een gezamenlijke mededeling dat het ‘beëindigen van Mare Nostrum zonder vervanging door een voldoende gefinancierde Europese zoek- en reddingsoperatie zal leiden tot meer doden op zee.’ Het blijft voorlopig onduidelijk of Mare Nostrum op 1 november ook effectief opgedoekt wordt.
Het Verenigd Koninkrijk kondigde ondertussen aan niet langer te willen deelnemen aan Europese zoek- en reddingsoperaties, omdat deze ‘meer migranten aanmoedigen de Middellandse Zee over te steken.’
Michael Diedring van ECRE heeft het over een ‘moreel shockerende’ beslissing: ‘Het is alsof je voorbij een rivier loopt en een kind gegrepen ziet worden door de stroming, en dan denkt ‘ik laat het kind verdrinken zodat de andere kinderen weten dat ze niet in de rivier moeten vallen.’
Kwestie van prioriteiten?
‘Er is nooit genoeg geld voor humanitaire projecten, maar altijd voldoende geld voor een militaire respons’
Aron Lund, onderzoeker en hoofdredacteur van het project Syria in Crisis, vraagt zich af waarom westerse regeringen niet meer geld veil hebben voor Syrische vluchtelingen en maakt de vergelijking met de kost van militaire operaties in Syrië en Irak.
‘Uiteindelijk is het een kwestie van prioriteiten. Zelfs wanneer miljarden werden gespendeerd aan militaire voorbereidingen en internationale leiders spraken over de dringende noodzaak van het redden van burgerlevens (met militaire middelen), werd de humanitaire oproep van de VN grotendeels genegeerd’, aldus Lund.
Lund heeft het over een ‘eeuwigdurende regel in de internationale politiek’: ‘Er lijkt nooit genoeg geld te zijn om uit te geven aan humanitaire projecten die een sociale ineenstorting kunnen voorkomen, maar er is altijd voldoende geld voor een militaire respons wanneer geweld onvermijdelijk wordt.’
Wat doet België?
Minister van Ontwikkelingssamenwerking De Croo, die België vertegenwoordigde in Berlijn, wees er op dat België de afgelopen drie jaar twintig miljoen euro aan humanitaire hulp in Syrië uitgaf. Hij stelde in duidingsprogramma Terzake ook dat ‘je een probleem als Syrië niet oplost door meer asielplaatsen aan te bieden. Dat kan enkel door een politieke oplossing.’
Gevraagd door MO* of het opvangen van 1,09 procent van alle Syrische vluchtelingen door de hele EU niet wat mager uitvalt, verkoos het kabinet van de minister ondanks herhaaldelijk aandringen voorlopig niet te reageren.
Het kabinet-De Croo onthield zich van commentaar bij vragen over het onevenwicht tussen de Belgische humanitaire en militaire uitgaven
MO* informeerde daarnaast bij het ministerie van Defensie naar de kostprijs van de militaire operaties in Irak, maar dit verzoek werd niet beantwoord ‘gezien alles nog lopende is.’
Op de daaropvolgende vraag of dit betekent dat de Belgische bevolking niet ingelicht zal worden over de kostprijs van de militaire operaties in Irak tot na het beëindigen van dergelijke operaties, werd niet gereageerd door Defensie.
Federaal Parlementslid Wouter De Vriendt (Groen) bevestigde wel aan MO* dat er sprake is van een bedrag van tien miljoen euro per maand voor de operatie in Irak.
Het kabinet-De Croo onthield zich van commentaar bij de vraag of een bedrag van twintig miljoen euro aan humanitaire hulp (gericht op het beschermen van burgers) over een periode van drie jaar niet wat mager uitvalt, als de maandelijkse kostprijs van de militaire operatie in Irak (eveneens gericht op het ‘beschermen van burgers’) tien miljoen euro bedraagt.
Ook op vragen van MO* rond de Belgische positie over een gezamenlijke Europese zoek-en-reddingsoperatie op de Middellandse Zee werd niet gereageerd.