Hernieuwbare energie in de lift door schokeffect Russische invasie
Geen energie meer van dubieuze regimes? ‘Coöperaties zijn steeds meer deel van de oplossing’
Door de energiecrisis en de oorlog in Oekraïne moest de wereld – en vooral Europa – op zoek naar alternatieven. Het gevolg was een opstootje in de vraag naar olie en steenkool. Maar vandaag is duidelijk dat op de langere termijn vooral ingezet wordt op schone energie.
© Jade Yaert
De wereldwijde energietransitie was al ingezet na covid, maar anderhalf jaar na de Russische inval heeft ze een flinke duw in de rug gekregen. Ook in Vlaanderen schudde de de oorlog in Oekraïne de energiemarkt dooreen. Dat ervaarde ook Jeroen Baets, projectcoördinator bij Energent, een coöperatie die burgers in en rond het Gentse ondersteunt om hun energievoorziening te verduurzamen.
‘Door de inval en de prijsstijgingen kregen we vorig jaar een nooit geziene vraag naar zonne-installaties en renovatiebegeleiding. Renovatieprojecten met snel veel effect, zoals spouwmuurisolatie, zijn tijdelijk sterk versneld door de crisis. En voor warmtepompen ging het met factor tien omhoog.’
Voor elke dollar die vandaag aan fossiele brandstoffen wordt gespendeerd, gaat 1,7 dollar naar schone energie.
Maar die inspanningen waren van korte duur. ‘Tegen eind 2022 was het collectief doorgedrongen dat de energiecrisis niet zo zwaar zou zijn als voorspeld. Het werd duidelijk dat de overheid erin slaagde de crisis te temperen. Onze werking is daardoor wel wat stilgevallen. Het leek alsof iedereen die wilde renoveren, dat versneld had gedaan.’
‘We kunnen niet zeggen dat bij burgers echt iets structureel veranderd is na het wegvallen van die prijsdruk. Wat wel veranderde, is de mate waarin politieke beslissingen worden genomen, zoals de renovatieverplichting bij de aankoop van een slecht geïsoleerd huis. Het tempo daarvan is verhoogd.’
Investeringsgolf
Dat hogere tempo lijkt dé rode draad in de rapporten die het Internationaal Energieagentschap (IEA) de laatste maanden uitbracht. Crisistijden richten de schijnwerpers op overheden en hoe die reageren. Het investeringsbudget in schone energie steeg in 2022 over heel de wereld sterk, en blijft stijgen. Dat komt door de combinatie van de nood aan betrouwbare en veilige energie, politieke klimaatengagementen en vooral de torenhoge energieprijzen.
Cruciaal in die groene investeringsgolf zijn sterke overheidsprogramma’s, zoals de Amerikaanse Inflation Reduction Act, het Europese Fit for 55-pakket en het REPowerEU-programma, het Japanse GX-programma en ambitieuze groene energiedoelen in China, India, Korea en Indonesië. Het gaat daarbij om enorme bedragen.
Het IEA schat dat in 2022 bijna driekwart van de 2400 miljard dollar aan energie-investeringen wereldwijd gingen naar schone energie. Dat omvat zowel hernieuwbare energie als lage-emissiebrandstoffen zoals waterstof, maar ook elektrificatie, de uitbouw van elektriciteitsnetten, energieopslag en maatregelen voor energie-efficiëntie. Ook nucleaire energie wordt beschouwd als schone energie.
Het gevolg is: voor elke dollar die vandaag aan fossiele brandstoffen wordt gespendeerd, gaat 1,7 dollar naar schone energie. Vijf jaar geleden was die verhouding nog 1 op 1.
‘Zonnepanelen kregen tijdens de energiecrisis een enorme boost. Maar eigenlijk gaat het al zes à zeven jaar goed met zonne-energie.’
Jeroen Baets (Energent)
Al gaat de inspanning wereldwijd niet gelijk op: 90 procent van de projecten wordt gedragen door China, de Europese Unie en de Verenigde Staten. Er gaapt een grote kloof tussen de inspanningen van geavanceerde economieën en lage- en middeninkomenslanden. Al zijn er uitzonderingen, zoals een belangrijke boom van zonne-energie in India.
Er zijn nog steeds veel landen waar de oorlog weinig structureel heeft veranderd aan de energieconsumptiepatronen. Het IEA schat dat de crisis ervoor zorgde dat zo’n 70 miljoen mensen die recent toegang kregen tot energie, die toegang mogelijk opnieuw verliezen. Zo’n 100 miljoen mensen zouden ook de toegang tot schone brandstoffen verliezen en mogelijk terugvallen op meer vervuilende methodes, zoals houtvuurtjes om op te koken.
Maar ook in fossiele energie is meer geïnvesteerd door de oorlog in Oekraïne, vooral om de energieveiligheid te verzekeren. Dat is, volgens de definitie van het IEA, ‘de toegang tot energiebronnen zonder onderbrekingen en voor een betaalbare prijs’.
Nadat de bevoorrading van Russisch gas via de Nord Stream-gaspijpleidingen in het gedrang kwam in september 2022, zocht en vond de Europese Unie alternatief gas, onder andere via pijpleidingen uit Noorwegen en Algerije. Ook werd er aan de infrastructuur gesleuteld, bijvoorbeeld door de capaciteit uit te breiden om LNG (vloeibaar gas) op te slaan en weer te vergassen. Daardoor werd meer LNG aangevoerd uit de Verenigde Staten, Qatar, Algerije en Nigeria. Ook steen- en bruinkool wonnen aan belang.
Maar het IEA verwacht dat die opflakkering van fossiele energie tijdelijk is, alvast in de geavanceerde economieën. Want in het beleid zijn vaak sterke klimaatdoelen vastgelegd. Hoe levensvatbaar zijn deze investeringen dan op lange termijn?
Zon op kop
Dé grote winnaar van de energiecrisis is zonder twijfel hernieuwbare energie, met zonne-energie op kop. Voor zon was 2022 een absoluut recordjaar. Volgens een rapport van SolarPower Europe werd vorig jaar wereldwijd zo’n 239 gigawatt aan nieuwe zonne-installaties geïnstalleerd. Ter vergelijking: de kerncentrales in Doel en Tihange leveren elk een vermogen van circa 1 gigawatt.
Voor 2023 wordt een nog grotere groei voorspeld, van 341 gigawatt. En zon zwemt in het geld: in 2023 zal er naar schatting elke dag meer dan 1 miljard dollar naar zonne-energie gaan.
Ook in Gent en omstreken is zonne-energie een blijver. ‘Zonnepanelen kregen tijdens de crisis een enorme boost. Maar eigenlijk gaat het al zes à zeven jaar goed’, vertelt Jeroen Baets van Energent. ‘Ook nu blijven zonnepanelen rendabel. De elektriciteitsprijzen zijn nog steeds hoger dan voor de crisis.’
© Jade Yaert
Windenergie volgt met twee derde van de budgetten van zon, en ook voor elektrische wagens, batterijen en warmtepompen stegen de budgetten aanzienlijk, al liggen die bedragen wel lager.
‘Ecopower heeft 23 windturbines en 220 zonneprojecten. Toch komt veruit het grootste deel van onze stroom uit wind’, stelt Margot Vingerhoedt van Ecopower, met zo’n 67.000 coöperanten de grootste Belgische energiecoöperatie. ‘Bij hernieuwbare energieprojecten moet je een goede mix hebben. Zon zit enorm in de lift. De ambitie om grotere zonneprojecten uit te bouwen is ook bij ons de laatste jaren toegenomen.’ Zo investeert de coöperatie in 2023-2024 het dubbele in vermogen aan zonnepanelen tegenover de twee voorgaande jaren.
In Vlaanderen werd vorig jaar het dubbele vermogen aan zonnepanelen bijgeplaatst tegenover 2021, blijkt uit voorlopige cijfers van het Vlaams Energie- en Klimaatagentschap (VEKA). Ook elektrificatie doet het goed. Dit jaar verdubbelde de verkoop van warmtepompen en warmtepompboilers ten opzichte van vorig jaar. ‘Verwacht wordt dat in 2023 zo’n 60.000 warmtepompen verkocht worden in België, tegenover 17.000 stuks in 2021’, meldt Geert Flipts van het VEKA.
Kwetsbare groei
The only way is up, lijkt het wel voor duurzame energie. Maar de groeiende markt in schone energie is ook kwetsbaar. Zo dreigt er op korte of lange termijn een tekort aan kritieke grondstoffen zoals koper, silicium en zilver voor zonnepanelen, zeldzame aardmetalen voor windturbinemotoren of lithium voor batterijen.
Een andere flessenhals zijn vergunningen voor hernieuwbare energie, die veel tijd in beslag kunnen nemen. Ook in Vlaanderen is dat een heikel punt. ‘Winddossiers lopen gemiddeld tien jaar’, vertelt Margot Vingerhoedt. ‘Zon gaat veel sneller. Voor installaties op het dak heb je geen vergunning nodig. Daar zit de bottleneck eerder bij de installatie, want zonnepanelen moeten voorradig zijn en installateurs beschikbaar.’
Veerkrachtige coöperaties
De energiecrisis had nog een bijkomend effect. Opeens stonden burgercoöperaties in het centrum van de belangstelling. Onder andere Ecopower zag zich gedwongen om een klantenstop in te voeren.
‘Wij leveren, kort door de bocht, de stroom die we zelf opwekken,’ stelt Margot Vingerhoedt, ‘en we proberen zo onafhankelijk mogelijk te zijn van de markt. In de crisis hebben we getoond dat we de bokkensprongen van de markt beter kunnen stabiliseren dan meer marktgebonden spelers. Gemiddeld betaalden onze coöperanten 500 euro minder dan bij andere stroomleveranciers.’ Maar ook: ‘Het grote besef is gekomen dat we voor onze energie afhankelijk zijn van dubieuze regimes en marktgedreven multinationals. Daarop biedt het coöperatief model een mooi antwoord.’
Jeroen Baets is hoopvol. ‘Op dit moment worden coöperaties in veel landen meer en meer gezien als deel van de oplossing. Het zou mooi zijn moest een deel van het kapitaal voor de windmolenparken op de Noordzee opgehaald kunnen worden bij burgers. Dat kan bijdragen aan de betrokkenheid en sensibilisering van burgers. Burgerparticipatie is alvast opgenomen in de aanbesteding voor de laatste grote Belgische concessie voor windenergie op zee.’
De donderslag op de energiemarkt heeft in elk geval een versnelling in gang gezet: overheden doen meer inspanningen om vooruit te raken op de weg richting meer duurzame energie. Zon, wind en elektrificatie kregen een boost die nog jaren zal doorwerken.
Maar zijn het schokeffect en de duurzame investeringen genoeg om de klimaatopwarming tegen te gaan? Het IEA maakte de berekening voor wat nodig is om tegen 2050 naar een nuluitstoot te gaan met de energiesector. Wat blijkt? Daarvoor mogen de huidige inspanningen nog eens maal drie.
Deze analyse werd geschreven voor het herfstnummer van MO*magazine. Vind je dit artikel waardevol? Word dan proMO* voor slechts 4,60 euro per maand en help ons dit journalistieke project mogelijk maken, zonder betaalmuur, voor iedereen. Als proMO* ontvang je het magazine in je brievenbus én geniet je tal van andere voordelen.
Correctie 21 september 2023
In dit artikel stond aanvankelijk: ‘Nadat Rusland de gaskraan dichtdraaide, zocht en vond de Europese Unie alternatief gas, onder andere via pijpleidingen uit Noorwegen en Algerije.’
Hiermee werd verwezen naar de bevoorradingsproblemen van de gaspijpleidingen Nord Stream 1 en 2 in de Baltische Zee. Begin september liet Rusland liet weten dat de leidingen met ‘technische problemen’ kampten. Later die maand volgden explosies die sabotage bleken te zijn. Wie er precies voor verantwoordelijk is, is vandaag nog steeds onduidelijk.