De ene trein kan de andere verbergen. Achter het beeld van China als wereldkampioen milieuvervuiling doemt een ander beeld op: dat van China als groene koploper. De regering wil het land zelfs ontwikkelen tot een ecologische beschaving. Luchtspiegeling of werkelijkheid? John Vandaele zocht het uit in Beijing.
Rond de jaarwisseling kwam China in het nieuws toen de concentratie fijn stof in de lucht van Beijing nogmaals alarmfase rood haalde en de scholen om die reden enkele dagen sloten. Even later kwam er ook “positief” nieuws: Beijing bleek niet langer de meest vervuilde stad ter wereld, die fakkel was nu overgenomen door de Indiase hoofdstad Delhi.
Ook horrorverhalen over vergiftigde rivieren of uitgeroeide bijen bereikten ons de voorbije jaren heel geregeld uit het Rijk van het Midden. Voorts werd China in 2006 ’s werelds grootste uitstoter van broeikasgassen – een kwart van het wereldtotaal – en speelt het zodoende een hoofdrol in de klimaatverandering.
document nr. 12
En toch. Op 25 april 2015 verscheen Centraal Document nummer 12 – Opinies van het Centraal Comité van de Communistische Partij en de Staatsraad over de verdere ontwikkeling van de ecologische samenleving. Klinkt misschien niet erg sexy en het was zeker niet de eerste keer dat partijtoppers de term ecologische samenleving of shengtai wenming gebruikten, maar het was wel nieuw dat ’s lands topleiders zich in een dermate omvattende tekst over het onderwerp uitlieten.
De tekst bevat concrete doelen tegen 2020 – niet meer dan 670 miljard kubieke meter water consumeren, het bosareaal uitbreiden tot 23 procent van de totale oppervlakte, het aandeel niet-fossiele energie opkrikken tot vijftien procent van het totale energieverbruik om er een paar te noemen – maar tevens een hele reeks beleidsmaatregelen om die te bereiken: financiering van de transitie, fiscale stimulering van groene producten, innovatie, onderwijs, waarden.
De Amerikaanse sinoloog Laurence Brahm is eveneens overtuigd van het belang van het document. Hij was betrokken bij de voorbereiding ervan in het kader van een Europees-Chinese dialoog. ‘De Chinezen zelf hebben gevraagd om een dialoog met de EU over de ecologische beschaving’, aldus Chris Brown, die in opdracht van de EU de dialoog organiseerde.
‘In ons politieke systeem is dit een belangrijk document’, zegt dr. Jianpeng Chen, van het Ontwikkelingsonderzoekscentrum van de Staatsraad, de belangrijkste denktank van de regering. ‘Dit is een richtlijn voor alle ministeries die nu dit document moeten vertalen in concreet beleid.’
Brahm: ‘De milieuproblemen aanpakken, is voor de partij een zaak van overleven geworden.’
Brahm was een van de eerste Amerikanen die in China gingen werken, begin jaren tachtig. Hij werkte er jarenlang als adviseur van buitenlandse bedrijven en van regeringen in Oost-Azië. ‘Terwijl het Amerikaanse Congres de klimaatverandering ontkent, zetten de Chinese topleiders een heus groen beleid op de rails. Niet uit goedheid of bevlogenheid, maar uit bittere noodzaak: de milieuproblemen aanpakken is voor de partij een zaak van overleven geworden. Daarnaast ziet ze de ontwikkeling van groene technologie als een belangrijke economische kans.’
grootste producent
Dat ze met dat laatste al ernstig bezig zijn, bleek meer dan ooit in 2015.
‘Vier vijfde van alle zonnepanelen wordt door Chinese bedrijven geproduceerd,’ zegt Pierre Verlinden, de Belg die in Shanghai de onderzoeksafdeling van China’s grootste producent van zonnepanelen, Trinasolar, leidt. ‘Wij verkochten vorig jaar voor meer dan vijf gigawatt aan panelen. Dat zijn dus vijf kerncentrales. Wij zijn daarmee China’s grootste zonnebedrijf: de mondiale top tien van producenten van fotovoltaïsche (FV)-panelen is Chinees.’
Die opgang voltrok zich in niet veel meer dan tien jaar, want in 2002 was er nog nauwelijks FV-productie in China. Yingli-baas Liangsheng Miao produceerde in de jaren negentig nog cosmeticaproducten, maar in 2007 gingt Yingli al als FV-producent naar de beurs van New York en in 2010 werd het een sponsor van de wereldbeker voetbal in Zuid-Afrika. Vorig jaar verkocht Yingli voor meer dan 3 gigawatt aan panelen.
Verlinden vindt dat de Chinezen de wereld een enorme dienst hebben bewezen. ‘Zonder hen zouden zonnepanelen veel duurder zijn. In 2002 was de prijs nog 3,5 tot 4,5 euro per geproduceerde watt, nu is dat een halve euro.’
‘Zonder China zouden zonnepanelen acht keer zoveel kosten’
Voor Pierre Verlinden ligt de verklaring vooral in het vermogen van Chinese bedrijven om de kosten te drukken: ‘Geen luxe in de hoofdkwartieren of de kantoren, zeer goede mensen die heel hard werken – hun werkhouding is indrukwekkend. Ik kan vergelijken, want ik heb zowel in de VS en Australië als in China gewerkt.’
Dat de Chinese regering in 2009 FV tot een strategische sector maakte, hielp ook, zegt James Watson, directeur van Solarpower Europe, de spreekbuis van de Europese zonnesector. ‘Van toen af zag je gigawattfabrieken ontstaan. Chinese ondernemers hebben ook meer gedurfd en financiering is makkelijker in China.’
Ook de Chinese producenten van windmolens zijn succesvol, zij het dat de Chinese dominantie hier niet zo groot is als in de zonnepanelensector. Ongetwijfeld speelt mee dat windturbines moeilijker te transporteren en dus te exporteren zijn, maar dat verandert snel: in 2014 is de Chinese export met zestig procent gestegen, zegt de Europese vereniging van windmolenproducenten EWEA.
Een jaar geleden voerde Goldwind, China’s grootste producent, tientallen windturbines uit naar Roemenië. ‘Windmolens zijn in China minstens 35 procent goedkoper dan in ander regio’s’, zegt Oliver Joy, woordvoerder van EWEA. Goldwind steekt nu de Europese kampioen Vestas naar de kroon. Het opende ook een productievestiging in Portugal.
grootste wind- én zonnepark
Maar China produceert niet alleen zonnepanelen en windturbines, het installeert ze zelf ook op reusachtige schaal. China was vorig jaar veruit de grootste installateur van zowel nieuwe windturbines als nieuwe zonnepanelen. Prognoses gaan ervan uit dat in beide sectoren wereldwijd zo’n 50 gigawatt werd geïnstalleerd en in beide gevallen was China goed voor minstens een derde daarvan.
Duitsland had een streefcijfer van 2,5 gigawatt voor zonne-energie, maar realiseerde uiteindelijk 1 gigawatt. Heel Europa was goed voor 7 gigawatt, minder dan de helft van China, dat wellicht op 18 gigawatt afklokte. Daarmee kwam het land boven de 40 gigawatt capaciteit. Sinds 2015 heeft China het grootste zonnepark ter wereld. ‘De komende jaren zullen ze 20 gigawatt per jaar installeren, daar ben ik van overtuigd’, aldus James Watson van Solarpower Europe.
China installeerde in 2015 2,5 keer zoveel zonnepanelen als Europa
De cijfers voor wind liggen nog hoger: China installeerde 20 gigawatt aan windturbines en heeft daarmee nu een windpark van meer dan 100 gigawatt, veruit het grootste van de wereld. Wel is de aansluiting op het net een probleem. ‘Men schat dat gemiddeld tien procent van de windparken niet is aangesloten’, zegt Jaakko Wu, die voor The Switch werkt, een Finse leverancier van generatoren die voor 11 gigawatt aan turbines in China heeft geleverd.
Persbureau Bloomberg berekende dat China in 2015 met 110 miljard euro een derde van de wereldwijde investeringen in hernieuwbare energie voor zijn rekening nam. Dat ligt een stuk boven zijn aandeel in de wereldeconomie en is uiteraard alleen maar mogelijk omdat China een voluntaristisch beleid voert. Net als Duitsland stimuleert het hernieuwbare energie met subsidies.
China heeft ook meer zonneboilers op daken staan dan enig ander land ter wereld. Ook hier heeft China een product ontwikkeld dat veel goedkoper is dan andere varianten.
China heeft meer zonneboilers op daken staan dan enig ander land ter wereld.
Vmenkov : Wikimedia (CC by-sa 3.0)
ook leider in innovatie?
China is dus momenteel erg dominant in de sector van de groene energie. Pierre Verlinden verwacht dat dat nog geruime tijd zo blijft in de FV-branche. ‘Alle vertakkingen van de FV-sector, zoals productiemachines en dienstverlening, zie je nu ook China verschijnen. Tegelijkertijd is de productie van de zonnepanelen zelf opnieuw geografisch aan het verschuiven, onder meer omdat Chinese bedrijven de invoerheffingen van de EU kunnen omzeilen door fabrieken naar Thailand, Vietnam of India te verhuizen.
‘EU leidt research zonne-energie, maar in China krijgt de sector meer politieke steun’
Ook de oplopende loonkosten in China spelen een rol. Hoe dan ook, in de toekomst wordt deze industrie nog honderdmaal groter, te groot en te strategisch om zich in één enkel land te bevinden.’
Leiden in een branche betekent evenwel niet alleen goedkope kwaliteitsproducten maken, maar ook vernieuwend zijn: nieuwe wegen vinden naar efficiëntere en dus goedkopere hernieuwbare energie.
Waar staat China inzake onderzoek en ontwikkeling? Jef Poortmans, die bij IMEC de afdaling zonnecellen leidt, is duidelijk: ‘Op het gebied van onderzoek en ontwikkeling leidt de EU. Daar is weinig discussie over. Dat is de laatste vijftien jaar zo geweest en IMEC bekleedt een prominente positie. Dat neemt niet weg dat China wel stilaan komt kijken. Europa heeft de mensen en de patenten om een goed draaiende industrie te hebben, maar heeft het ook het kapitaal? Op dat gebied staat China er beter voor, omdat de politieke ruggensteun voor de zonne-industrie er sterker is dan in de EU.’
Pierre Verlinden nuanceert: ‘In mijn lab werken 350 ingenieurs. Ik durf gerust te zeggen dat wij inzake toegepast onderzoek voor niemand onder hoven te doen. Waar Europa het verschil nog kan maken, is in het fundamentele onderzoek op de lange termijn.‘
Markku Rajala is manager intellectuele eigendomsrechten van Pegasor, een Fins technologiebedrijf dat meetinstrumenten voor luchtvervuiling maakt, en succesvol is in China. Hij wijst erop dat er in 2015 voor het eerst meer patenten werden toegekend door het Chinese patentbureau dan door het Amerikaanse. ‘Dat is tekenend, ook al is niet altijd duidelijk wat de kwaliteit van de Chinese patenten is. Maar ik ben ervan overtuigd dat China, nog tijdens ons leven, de nummer één zal zijn in groene technologie. We hebben dat alleen aan onszelf te danken: we hebben hen zelf aangespoord om kwaliteit te produceren voor een lage prijs en ze hebben dat voortreffelijk geleerd. De Europeanen zijn dom, omdat ze hun marktomvang veel te weinig gebruiken. Ze denken nog te veel als 29 nationale markten.’
centrum verstrakt milieucontrole
Lin Li, directeur van het Wereldnatuurfonds in Beijing, is ervan overtuigd dat de top van de centrale regering doordrongen is van de noodzaak van een milieuvriendelijke economie. ‘Dat blijkt uit onze contacten. De grote vraag is of de regering erin zal slagen die ommekeer op het lokale niveau te bewerkstelligen.’ Dr. Jianpeng Chen Chen wijst erop dat de vervuiling door sommige stoffen al heefti gepiekt. ‘De ervaring uit het Westen leert dat de piek voor CO2 wat later volgt, maar hij zal volgen. Maar om dat waar te maken, is goede regelgeving cruciaal.’
Chen vertelt dat vorig jaar precies op dat gebied een betekenisvol beleidsdocument werd goedgekeurd. ‘Vroeger werden de chefs van de lokale milieubeschermingsbureaus ook lokaal benoemd, waardoor ze erg onderhevig waren aan lokale invloeden en soms logen over de werkelijke vervuiling. Met de nieuwe regeling worden de lokale milieumensen van bovenaf benoemd. Bovendien mag het hogere niveau de lokale bureaus inspecteren en zelfs lokaal eigen meetstations opzetten. Zo verkleinen de promotiekansen van sjoemelaars en krijgt de top meer vat op de basis.’
In het Westen speelde de milieubeweging een belangrijke rol in de ontwikkeling van het milieubeleid. Dr. Chen vindt dat dat ook in China zo is: ‘Het publiek speelt een belangrijke rol, zij het op een andere manier. In plaats van op straat te komen, laten mensen via de sociale media blijken wat ze voelen. Dat is heel duidelijk het geval met de luchtvervuiling en de regering houdt er rekening mee.’
Lin Li, directeur Wereldnatuurfonds China: ‘We zwemmen in de kansen’
Lin Li van het Wereldnatuurfonds ziet dat de regering ruimte schept voor binnenlandse milieu-ngo’s en tegelijk de buitenlandse ngo’s aan een kortere lijn houdt. ‘Binnenlandse ngo’s kunnen nu milieuklachten indienen. Buitenlandse ngo’s daarentegen vallen sinds kort onder het ministerie voor Publieke Veiligheid. De vrees voor een kleurenrevolutie is groot.’
Li vertelt hoe president Xi op 1 januari 2016 aan de oevers van de Jangstekiang verklaarde dat de bescherming van de rivier belangrijker is dan de economische ontwikkeling. ‘Je beseft niet half hoe belangrijk dat is in een land als China. In onze cultuur vervult de president nog altijd een beetje de rol van vader van de natie: als Xi zoiets zegt, is dat een steun voor allen die zoals wij al jaren ijveren voor de bescherming van de rivieren. En een signaal voor diegenen die economische ontwikkeling ten koste van alles willen.’
Li is dan ook optimistisch: ‘Mensen worden steeds gevoeliger voor milieuproblemen, zeker als ze zelf de gevolgen kunnen voelen, zoals de vervuiling van water en lucht. Als milieu-ngo zwemmen we in de kansen.’
Dit artikel werd geschreven voor het lentenummer van MO*magazine. Voor slechts €20 kan u hier een jaarabonnement nemen!