Jongeren in Myanmar zijn militair regime beu
‘Gelijke rechten voor alle bevolkingsgroepen zijn cruciaal voor echte vrede’
© Hlaing Thar Yar – Sacca
© Hlaing Thar Yar – Sacca
Op 21 februari 2021 pleegde het Myanmarese leger een gewelddadige staatsgreep. Die trof niet alleen de voorzichtige democratie, maar ook de Rohingya, de ongeveer 18 miljoen mensen die behoren tot andere minderheden, én de jongeren. Hun verzet maakt hen tot een geduchte tegenstander van het militaire regime.
In een van de grote steden van Myanmar pleegt de 18-jarige Taylor van thuis uit haar kleine daad van verzet tegen de junta die 3,5 jaar geleden weer de volledige macht greep. ‘Ik boycot het onderwijs zolang dat onder militair gezag staat’, vertelt ze via Signal. In plaats van naar school te gaan volgt ze online cursussen om zich voor te bereiden op een diploma.
Ook talloze leeftijdgenoten gaan uit protest tegen de coup niet naar school. Duizenden anderen besloten deel te nemen aan het gewapende verzet dat sinds de staatsgreep in grote delen van het land is opgelaaid. Nadat leger en politie de vreedzame protesten tegen de coup met geweervuur en arrestaties neermaaiden, geloofden ze niet meer in geweldloos verzet. Taylor heeft begrip voor hun keuze. ‘Natuurlijk willen we in vrede leven’, zegt ze. ‘Maar zolang de militairen aan de macht zijn, zal er in ons land nooit vrede zijn. Eerst moeten we hen verslaan.’
Ze praat vanuit het donker. Alleen het scherm van haar mobiele telefoon verlicht flauwtjes haar gezicht. Net als elders in Myanmar is elektriciteit schaars in haar woonplaats. Het land verkeert in een diepe economische crisis. Taylors houvast in deze onzekere tijden is om zoveel mogelijk kennis op te doen. Ze vertelt enthousiast over wat ze leert, de historische politieke processen in de wereld, de lange weg naar democratie en een grondwet in de Verenigde Staten.
Als ze haar gedachten over de toekomst van haar eigen land laat gaan, klinkt ze al snel ouder dan achttien jaar. Taylor beseft heel goed dat, ook als het zou lukken om het regime te onttronen, vrede niet vanzelfsprekend zal zijn. ‘Gelijke rechten voor alle bevolkingsgroepen zijn cruciaal als we ooit echte vrede willen’, zegt ze in zorgvuldig Engels.
© Hlaing Thar Yar – Sacca
Ongeveer een derde van de 55 miljoen Myanmarezen bestaat uit etnische minderheden. De meesten van hen strijden vanuit hun afgelegen thuislanden al decennialang voor meer autonomie en gelijke rechten. Taylors vader is actief in de democratische oppositie, maar hij dook onder toen na de staatsgreep de klopjachten en arrestaties begonnen. Ze weet niet precies waar hij zich nu bevindt. Af en toe spreken ze elkaar via een verbinding die lang niet altijd helder is.
Als jong meisje vertelde hij haar al dat het leger de aanstichter van het kwade is in het land. Maar waar de etnische minderheden voor vochten, ontging haar destijds. Ze vormden een verre wereld waarvan ze niemand persoonlijk kende. Die gewapende groepen werden door de autoriteiten en in de staatsmedia voortdurend neergezet als misdadige rebellen die de eenheid van het land bedreigden. ‘We waren gehersenspoeld’, zegt ze. Ze duwt haar bril steviger tegen haar neus als om haar woorden te benadrukken. ‘Minderheden hebben nog meer te lijden van het leger dan wij. Zij leven al heel lang in onderdrukking én in oorlog.’
Solidariteit met etnische minderheden
In de huidige situatie kan Taylor haar ideeën over vrede en gelijke rechten alleen maar in een kleine kring van vrienden bespreken. Jongeren worden extra in de gaten gehouden sinds zovelen zich bij het verzet aansloten. Maar ooit hoopt ze leeftijdgenoten van allerlei achtergronden verspreid over heel het land te leren kennen, en van henzelf te horen hoe ze denken over een gezamenlijke toekomst.
Net als veel anderen van de jongere generatie is Taylor kritisch over de oudere leiders van de democratische beweging die tijdens de coup door de militairen werden afgezet en gearresteerd. De politici uit de regering van Nobelprijswinnares Aung San Suu Kyi, die na de eerste vrije verkiezingen van 2015 aantrad, bouwden nooit echt een band met de gewone burgers op. Van de belofte van vrede aan de etnische minderheden kwam niets terecht, oordeelt ze.
Die scherpe blik op het seniore leiderschap is ongebruikelijk in een conservatieve, hiërarchische samenleving als Myanmar. En ook sympathie voor het lot van de minderheden is niet vanzelfsprekend. Maar Taylor en haar leeftijdgenoten groeiden op in een periode van fragiele vrijheid. Die begon nadat de militairen in 2011 een semi-civiele regering aan de macht brachten, en ging verder onder de regering van Aung San Suu Kyi. Terwijl hun ouders en grootouders in de afgesloten duisternis van de dictatuur volwassen werden, vond deze jeugd een ruime wereld vanzelfsprekend. Internet bracht kennis en connecties, en een bescheiden middenklasse begon te reizen.
Veel jongeren ontwikkelden ambities en dromen over een kansrijke toekomst. De staatsgreep van 1 februari 2021 sloeg hun vrijheid en perspectief met één klap aan diggelen. Het schudde hen ook wakker over de ware aard van het leger en versterkte hun solidariteit met etnische minderheden die het geweld van de militairen maar al te goed kenden. In de demonstraties tegen de coup verschenen ook leuzen als ‘Stop de oorlog’, ‘Eenheid’ en ‘Gelijke rechten voor iedereen’. Sommige stedelijke demonstranten droegen kleding van de minderheden.
Zij die besloten te vechten, vonden een schuilplaats en militaire training bij enkele van de etnische minderheden. Buitenlandse deskundigen achtten dit verzet kansloos, maar kregen ongelijk. Het scala aan gewapende groepen van ervaren etnische legers en nieuwe strijders uit Centraal-Myanmar, is uitgegroeid tot een geduchte tegenstander van het regime. Anno 2024 zijn de militairen in een groot deel van het land de controle kwijt. Nooit eerder in de geschiedenis moest het leger op zoveel fronten tegelijk de strijd aangaan.
Zolang ze leven in gebieden die nog onder controle van de junta staan, zijn de handen van Taylor en haar geestverwanten gebonden. Nu zoveel mensen de wapens hebben opgenomen, ziet de junta in iedere jongere een potentiële vijand. Razzia’s zijn aan de orde van de dag. Een enkele keer wagen de dappersten zich aan een onverwachte demonstratie, of brengen ze een protestleus op een prominente plek aan. Zoals op 23 juli van dit jaar, de dag waarop in 2022 vier activisten werden opgehangen.
De wimpel met de woorden ‘De strijd voor gerechtigheid zal voortduren zolang de wereld bestaat’, wapperde net lang genoeg aan het viaduct om er een foto van te maken en die via sociale media te verspreiden.
Verdeel-en-heersbeleid
‘An outspoken human-rights activist. Humanist, Pro-People. Wannabe Vegetarian’, zo omschrijft Thet Swe Win op X zijn lange staat van dienst als geweldloze actievoerder. Na de staatsgreep belandde hij al snel op de wanted-lijst van de junta. ‘Opruiing’, oordeelde het regime over zijn deelname aan de protesten, een misdaad waarop maximaal levenslang staat. Net als duizenden anderen ontkwam hij naar Thailand.
In zijn cafeetje tegen de grens met Myanmar vertelt hij hoe hij als jochie niets gemeen had met de bevlogen 37-jarige die hij vandaag is. Hij groeide op met wantrouwen ten opzichte van andere bevolkingsgroepen. Het vooroordeel werd gevoed door een militair bewind en een beweging van extremistische nationalistische monniken die Birmaanse boeddhisten als superieur neerzetten. ‘Ik haatte moslims’, zegt hij.
Zijn opvattingen veranderden toen hij net als talloze andere Myanmarezen een baan aannam in Singapore. Als opzichter in de bouw werkte hij samen met mensen van allerlei achtergronden. ‘Het bleek helemaal geen probleem te zijn om met een team van zoveel verschillende etnische en religieuze groepen te werken.’ Op zijn bovenarm is een gelaat met twee gedaanten getatoeëerd. De ene helft is Boeddha, de andere helft de duivel. Een waarschuwing aan zichzelf. ‘Ik ken het kwaad,’ licht hij toe, ‘het zit ook in mij’.
Terug in Myanmar besefte Thet Swe Win des te beter hoe de militaire autoriteiten de haat tegen moslims aanwakkerden en met een verdeel-en-heersbeleid aan de macht bleven. Zijn antwoord op dit sinistere spel was om vrede en begrip tussen de verschillende bevolkingsgroepen aan te moedigen. Samen met enkele geestverwanten zette hij een twaalftal jaar geleden Synergy op, een organisatie die met allerlei acties sociale en religieuze harmonie bevordert.
In 2017 barstte in West-Myanmar een nieuwe geweldscampagne tegen de Rohingya uit, een moslimminderheid waarvan het merendeel staatloos is. Ongeveer 800.000 Rohingya werden naar kampen in buurland Bangladesh verdreven. Thet Swe Win reisde er met een handjevol medeactivisten heen om zijn solidariteit te betuigen en hulp aan te bieden. In 2019 organiseerden hij en zijn collega’s de White Rose Campaign waarbij ze, naar het voorbeeld van een progressieve monnik, tijdens de ramadan bloemen uitdeelden in wijken waar ook andere moslims het slachtoffer waren van geweld.
Rozen voor vrede, tolerantie en respect
Vanuit zijn ballingschap in Thailand zet hij zijn werk zo veel mogelijk voort. Het geld dat hij verdient met zijn kleine theehuis gaat, na aftrek van personeels- en andere kosten, naar burgers op de vlucht voor de oorlog. Boven de tafels hangen handgeschreven kaartjes met de namen van plaatsen die door de militairen werden aangevallen. Van Myaung, in het midden van het land, tot het verre Mindat in het westen. Hij blijft hameren op tolerantie en respect. ‘Dit theehuis moet een plek zijn waar iedereen welkom is en zich thuis kan voelen.’ Op de muren staan bemoedigende woorden van gelijkgestemde jongeren uit de regio met wier bewegingen hij nauwe banden heeft gesmeed.
‘Ik moet er zelf niet aan denken om te gaan vechten, maar ik zal de gewapende strijd nooit ondermijnen.’Thet Swe Win
Eerder dit jaar stampte Thet Swe Win met enkele medestanders even verder op een open veld een nieuw café uit de grond. Aan de ingang zeggen houten bordjes: ‘Vrijheid, vrede, liefde, vriendschap’. Op beide locaties worden regelmatig concerten en andere evenementen gehouden die gestreamd worden. Daar werft hij dan fondsen mee voor humanitaire hulp.
Om de recente geschiedenis levendig te houden worden belangrijke data uit de democratiseringsbeweging herdacht. 19 juni is de verjaardag van Aung San Suu Kyi. Zij zit opgesloten op een onbekende plek. Om haar, en de bijna 21.000 andere politieke gevangenen te gedenken, kregen op die dag alle gasten, net als het personeel, een rode roos.
Al is hij vredesactivist in hart en nieren, toch toont Thet Swe Win begrip voor zij die oorlog voeren tegen de junta. ‘Ik moet er zelf niet aan denken om te gaan vechten, maar ik zal de gewapende strijd nooit ondermijnen’, zegt hij. ‘Mensen zijn daartoe gedwongen door het geweld van het regime. We hebben het recht ons te verdedigen.’
Tegelijkertijd is hij een van de weinigen die er niet voor terugdeinst om ook kanttekeningen bij het gewapende verzet te plaatsen. Het regime en eraan gelieerde milities zijn verantwoordelijk voor verreweg het grootste deel van de tienduizenden slachtoffers. Maar ook sommige verzetsgroepen begaan mensenrechtenschendingen, zoals marteling, of het executeren van burgers die van collaboratie worden verdacht. Thet Swe Win vindt dat zij niet zomaar het recht in eigen hand moeten nemen. ‘We willen na de revolutie geen land vol krijgsheren.’
© Hlaing Thar Yar – Sacca
Op 25 augustus was het zeven jaar geleden dat het leger een nieuwe operatie tegen de Rohingya startte. Daarbij werd gemoord en verkracht, en werden dorpen platgebrand. Honderdduizenden burgers werden verdreven naar buurland Bangladesh.
Militairen en extremistische monniken slaagden erin om met een massale, vooral online haatcampagne niet-islamitische burgers tegen de Rohingya op te hitsen. De Rohingya werden afgeschilderd als een terreurbeweging die uit zou zijn op de vestiging van een kalifaat. Een golf van angst en paniek overspoelde het land, en veel mensen schaarden zich zelfs achter het anders zo gehate leger.
Om die gruwelen te herdenken organiseerde Thet Swe Win een bijeenkomst waarbij de bezoekers – opnieuw – een witte roos kregen. Momenteel is de Rohingyabevolking al wekenlang het slachtoffer van de strijd tussen het leger en gewapende verzetsgroepen die ook in West-Myanmar in alle hevigheid woedt. Tijdens die bijeenkomst waarschuwen boeddhistische en islamitische vertegenwoordigers het publiek om niet in dezelfde propagandaval van 2017 te trappen, en als burgers samen te blijven zoeken naar een toekomst.
Ondanks de sombere berichten stemt het bescheiden initiatief een jonge bezoekster van Thet Swe Wins café enigszins hoopvol. ‘We begrijpen elkaar beter nu. We lijden sinds de staatsgreep immers allemaal onder het regime.’
Deze analyse werd geschreven voor de MO*special over bouwen aan duurzame vrede. Dit extra nummer kwam er in samenwerking met onze lidorganisatie Search for Common Ground.
Vind je dit artikel waardevol? Word dan proMO* voor slechts 4,60 euro per maand en help ons dit journalistieke project mogelijk maken, zonder betaalmuur, voor iedereen. Als proMO* ontvang je het magazine in je brievenbus én geniet je tal van andere voordelen.
Word proMO*
Vind je MO* waardevol? Word dan proMO* voor slechts 4,60 euro per maand en help ons dit journalistieke project mogelijk maken, zonder betaalmuur, voor iedereen. Als proMO* ontvang je het magazine in je brievenbus én geniet je van tal van andere voordelen.
Je helpt ons groeien en zorgt ervoor dat we al onze verhalen gratis kunnen verspreiden. Je ontvangt vier keer per jaar MO*magazine én extra edities.
Je bent gratis welkom op onze evenementen en maakt kans op gratis tickets voor concerten, films, festivals en tentoonstellingen.
Je kan in dialoog gaan met onze journalisten via een aparte Facebookgroep.
Je ontvangt elke maand een exclusieve proMO*nieuwsbrief
Je volgt de auteurs en onderwerpen die jou interesseren en kan de beste artikels voor later bewaren.
Per maand
€4,60
Betaal maandelijks via domiciliëring.
Meest gekozen
Per jaar
€60
Betaal jaarlijks via domiciliëring.
Voor één jaar
€65
Betaal voor één jaar.
Ben je al proMO*
Log dan hier in