Genadeslag voor taliban in Pakistan?
Pervez Hoodbhoy
10 juli 2014
Na jaren van dubbelzinnigheid lanceerde het Pakistaanse leger vorige maand een militaire operatie tegen de Pakistaanse taliban. Politieke islamisten zijn daar niet blij mee, maar ook progressief Pakistan twijfelt. Nucleair wetenschapper en progressief boegbeeld Pervez Hoodbhoy geeft zijn analyse.
De aanslag op de luchthaven van Karachi op 8 juni was meer dan een druppel die de emmer deed overlopen. De Pakistaanse taliban (Tehreek Taliban Pakistan, TTP) bewezen er definitief mee dat ze zich tegen de Pakistaanse staat gekeerd hebben en dat ze hun rol allang niet meer zien als een verlengstuk van leger en inlichtingendienst, in functie van een “oplossintg” in Afghanistan die gunstig uitvalt voor Pakistan.
Op 15 juni lanceerde het leger dan ook de operatie Zarb-e-Azb in Noord-Waziristan, het tribale gebied op de grens met Afghanistan, waar zowel de TTP als internationale jihadi’s en het Afghaanse Haqqani-netwerk hun hoofdkwartieren hebben.
Moeten de mensen de operatie Zarb-e-Azb steunen, belemmeren of gewoon negeren?
Wat vaststaat is dat deze operatie het terrorisme niet zal uitroeien. Maar als de radicale militanten niet worden tegengehouden, zullen ze Pakistan binnenkort overnemen. De recente gebeurtenissen in Irak en Syrië tonen aan dat zoiets mogelijk is. Het is daarom belangrijk dat progressieve Pakistanen deze operatie openlijk steunen. Het zou onverantwoord en verkeerd zijn om tegen te werken zonder een alternatief op te werpen.
Uiteraard kan niemand goedkeuren dat tanks en F-16’s worden ingezet om huizen en dorpen te bombarderen. Maar zolang de intelligentie en de precisie van dit geschut niet honderd procent is, zullen er altijd burgerslachtoffers vallen.
Een half miljoen mensen is Noord-Waziristan al ontvlucht. We moeten wél waakzaam blijven ten aanzien van de officiële dodentol tijdens Zarb-e-Azb, omdat er geen onafhankelijke berichtgeving vanuit de regio mogelijk is.
Soms hoor je ook dat gevluchte mensen worden verzorgd door hulporganisaties als Jamaat-ud-Dawa en Falah-e-Insaniyat. Dat zijn welbekende voorhoedes van jihadisten. Zij waren ook actief na de aardbeving in 2005 en de overstromingen in 2010.
Tientallen poliowerkers werden vermoord, duizenden scholen werden vernietigd en vrouwenrechten werden beknot.
Maar is er iemand die nog kan ontkennen dat Noord-Waziristan het epicentrum van terrorisme is geworden? Jihadisten van overal ter wereld komen hierheen. Vroeger was hun terrorisme op het buitenland gericht en werd het bijgevolg getolereerd. Nu richten ze hun woede direct tegen de Pakistaanse bevolking, de staat en het leger.
Tientallen poliowerkers werden vermoord, duizenden scholen werden vernietigd en vrouwenrechten werden beknot. Dit kon gebeuren doordat de traditionele autoriteit van stamhoofden, en hun specifieke wetgeving, over een periode van twintig jaar werd onderdrukt. In hun plaats installeerden de taliban joinge strijders en hun versie van de sharia.
De media en het leger hebben lang het idee verspreid dat alle anti-Pakistaanse strijders worden gesteund door India. Miljoenen Pakistanen geloven zelfs dat de plegers van zelfmoordaanslagen onbesneden en dus geen moslim zijn. Vandaag is het leger wel verplicht om publiek toe te geven dat deze militanten vanuit Pakistan zelf komen. Zij versterken zich met strijdende Arabieren, Oezbeken en Tsjetsjenen, maar ook met extremisten uit Europa.
Door het stijgende aantal slachtoffers had het leger zich al een tijdje voorgenomen om over te gaan tot actie tegen de TTP. Dankzij verspreide documenten van de voormalige directeur-generaal van het de militaire communicatiedienst (ISPR) weten we nu dat vele hooggeplaatste militairen vragende partij waren voor deze militaire operatie, maar dat generaal Kayani dit altijd heeft tegengehouden. Hij vreesde waarschijnlijk het verzet van talibansympathisanten in de rechtervleugel van het leger.
Zal het leger niet teruggrijpen naar het onderscheid tussen “goede” en “slechte” taliban?
Niet onmiddellijk. Het duurt altijd een tijdje vooraleer oude gebruiken en gewoonten verdwijnen. Hafiz Saeed [leider van de organisatie Jamaat-ud-Dawa en voormalig hoofd van de Lashkar-e-Taiba, de groep die verantwoordelijk gehouden wordt voor de terroristische aanslag op Mumbai in 2008] kan nog steeds op steun rekenen binnen het leger, net zoals de gewapende, extremistische groepen Lashkar-e-Jhangvi, Sipah-e-Sahaba en Jundullah in Baloetsjistan.
De laatste heeft een feitelijke volmacht om tegen de nationalisten van Baluchistan te strijden, maar het is zeer waarschijnlijk dat het leger steeds meer van deze groepen zal moeten laten vallen als de situatie verder polariseert. Vergeet niet dat men ook de Afghanistan taliban heeft moeten laten vallen na 11 september. Dit zorgt voor duidelijkheid en kan alleen maar worden toegejuicht.
Het leger zat in een ideologische tweestrijd: moet het de islam dienen of de natie?
We moeten ook durven erkennen dat het Pakistaanse leger in een staat van verwarring verkeert. Vroeger was de enige vijand India. Daarmee was alles duidelijk. Het leger beschouwde zichzelf als degene die de islam en de Pakistans “ideologische grenzen” verdedigde. Nu wordt het geconfronteerd met een gebaarde en devote vijand, waardoor het verwikkeld is geraakt in een ideologische tweestrijd: moet dit leger de islam dienen of de natie?
Enkele jaren geleden stond het leger heel zwak, omdat het niets kon inbrengen tegen het verhaal van de taliban. Het bleef verkondigen dat India achter deze gruweldaden zat, ook al werden militairen gefolterd en onthoofd in naam van de islam en werd het leger ervan beschuldigd de schoothond van de Amerikanen te zijn. De soldaten die het leven lieten in de gevechten moesten in alle stilte begraven worden, omdat de imams in de dorpen de traditionele begrafenisrituelen weigerden uit te voeren. Slechts zelden werden zij martelaren genoemd, wat voor de families en het leger erg demoraliserend werkte.
Maar hoe meer het leger de bittere waarheid onder ogen durfde te zien, hoe meer het perspectief veranderde. Beide kampen bidden en vasten met dezelfde toewijding, maar de taliban waren strikter in de toepassing van de religieuze rituelen. Zij beschouwen zichzelf daarom zuiverder. Het leger werd gedwongen in een oorlog die het niet wilde en is nu op zoek naar een uitweg. Als ik artikels lees die verschijnen in militaire kranten, dan ben ik verbaasd over de toon die daaruit naar boven komt: nationalistischer en minder religieus. Dat is een goed teken.
Vele Pakistanen zeggen dat het leger en de militante organisaties waartegen het vecht eigenlijk twee kanten van dezelfde medaille zijn. Klopt dat?
Lang geleden klopte dit inderdaad. De Pakistaanse staat en zijn diensten hebben sinds de late jaren 1980 de jihad gestimuleerd om “India te laten bloeden door duizend messteken”. Tegen het midden van de jaren 1990 konden al meer dan twintig gewapende groepen worden geteld, alle onderhouden door de Pakistaanse geheime diensten. Jihadisten pronkten trots met hun militaire successen door spandoeken in de straten van Kasjmir op te hangen en grote publieke bijeenkomsten te organiseren in de steden. Hafiz Saeed doet dat vandaag nog steeds, maar de hoogmoed was vooral vóór 11 september merkbaar.
In Afghanistan heeft de anti-Indiase ideologie de zoektocht van Pakistan naar strategische diepte gestimuleerd. Aanvankelijk waren er in de ogen van het Pakistaanse establishment geen slechte taliban, enkel goede. De hoop was dat de taliban na 2002 het Afghaanse nationale leger opnieuw zouden verslaan, en Kaboel net als in 1996 binnen de invloedsfeer van de Pakistaanse overheid zouden brengen.. De opstand in Afghanistan werd dit gezien als een investering met weinig kosten en een hoge opbrengst. Dus heeft het leger geld en middelen ingezet op Maulvi Nazir, Hafiz Gul Bahadur en, voornamelijk, Jalaludin Haqqani.
Het leger is ondertussen al meer mensen kwijtgeraakt door deze extremisten dan in alle oorlogen met India samen.
Dat is drastisch veranderd. De communicatiedienst van het leger zei dat de operatie Zarb-e-Azb alle terroristen in Noord-Waziristan wil vernietigen, inclusief het netwerk van Haqqani. Daarmee geeft het leger toe dat de Afghaanse strategie gefaald heeft en dat bepaalde bondgenoten voortaan vijanden zijn. Vandaag is het Pakistaanse leger in een oorlog verwikkeld met een fanatieke en religieuze tegenpartij. Het leger is ondertussen al meer mensen kwijtgeraakt door deze extremisten dan in alle oorlogen met India samen.
We kunnen het leger en de taliban dus niet langer over dezelfde kam scheren. De TTP wil Pakistan als moslimland omverwerpen en er een islamitische staat installeren. Daarom vallen ze ook luchthavens en vliegtuigen van de nationale luchtvaartmaatschappij aan. Zij zien hun acties als opstapjes naar een transformatie van alle moslimstaten in replica’s van de staat Medina uit de zevende eeuw.
Deze droom conflicteert met de wensen van het Pakistaanse etablishment en van het leger in het bijzonder. Het militaire apparaat wil de invloedrijke minderheid van toegewijde islamisten in zijn rangen behouden, maar het is niet geïnteresseerd in een kalifaat en wil ook zijn enorme financiële verworvenheden niet op het spel zetten.
Wat zal de politieke impact van deze operatie zijn?
Ik denk dat Zarb-e-Azb, net zoals de operatie tegen de Rode Moskee in 2007, een keerpunt zal zijn. De operatie heeft de relaties tussen het leger en zijn vroegere bondgenoten ernstig verstoord en zal ook de breuk binnen het leger vergroten. De oudste islamitische partij Jamaat-e-Islami staat traditioneel aan de kant van de militairen, maar veroordeelt deze actie en eist in de plaats gesprekken.
Hafiz Saeed (JuD, LeT) doet hard zijn best om aan de rechterzijde van het leger te blijven, toch zal hij steun verliezen van zijn eigen achterban die voornamelijk uit jihadisten bestaat.
De populaire politicus Imran Khan, van de Pakistan Tehrik-e-Insaaf partij (PTI) die de regering van de provincie Khyber Pakhtunkwa leidt en vooral steun oogstte met zijn verzet tegen de Amerikaanse drone-aanvallen tegen de bolwerken in Noord-Waziristan, komt nu heel incoherent over. De taliban hadden hem aangeduid als onderhandelaar in de vredesonderhandelingen met de centrale regering -wat Khan weigerde-, maar voelen zich nu bedrogen door de steun die de PTI geefet aan de militaire operatie.
De media steunen Zarb-e-Azb en zelfs de Human Rights Commission Pakistan en vrouwenrechtenorganisaties staan achter de operatie. Blijft dat duren?
Er heerst inderdaad een positief gevoel in het voordeel van het leger en de operatie in de media. Er is ook veel ruchtbaarheid gegeven aan de Pew Global Survey, die zegt dat 59 procent van de Pakistanen eerder negatief staat tegenover de taliban, terwijl 33 procent geen mening heeft en slechts 8 procent de taliban steunt. Dat is goed nieuws.
Toch is deze consensus wellicht maar van tijdelijke aard. Ook de militaire actie tegen de terroristen van de Rode Moskee in Islamabad werd snel heel onpopulair werd, ondanks de initiële publieke afwijzing van de geestelijken en studenten.
De voornaamste eisen van de taliban zijn de omvorming van Pakistan tot een sharia-staat en het afwijzen van de moderne en westerse wereld. Daarin kunnen miljoenen mensen zich wel vinden. Een eerder onderzoek van Pew toonde immers aan dat 87 procent van de jonge Pakistanen de sharia wilde invoeren en meer religie wil in de samenleving. De Pakistanen accepteren de gewelddadige acties van de taliban niet, maar ze voelen wel sympathie voor hun doelstellingen.
Religieus extremisme en onverdraagzaamheid zijn diep doorgedrongen in alle delen van de samenleving.
Het grootste probleem in Pakistan is dat religieus extremisme en onverdraagzaamheid diep zijn doorgedrongen in alle delen van de samenleving. De strijdlust die kenmerkend is voor de taliban, is daar een direct gevolg van.
Madrassa’s indoctrineren onze kinderen en overstelpen ze met haat, de tekstboeken op school vergiftigen de jonge geesten met verkeerde informatie over andere landen en andere religies. Godslastering wordt voortdurend gebruikt om tegenstanders uit te schakelen. De wereld is bang van Pakistan, niet alleen van de taliban.
We kunnen van het Pakistaanse leger niet verwachten dat het dit alles verandert. Alleen verlichte zielen kunnen verlichte ideeën doorgeven. Het terrorisme uitroeien zal een werk van lange adem zijn. Het houdt ook in dat haatdragende schoolboeken moeten worden verwijderd, dat een eerlijkere inkomensverdeling wordt verzekerd en dat het rechtssysteem word versterkt.
Maar er zal geen toekomst zijn als we deze woeste en moordende vijand niet snel stoppen. We moeten daarom de offers erkennen die de soldaten en burgerslachtoffers brengen.