Geringe ruimte voor Poolse ultranationalisten
Peter Blasic
24 april 2014
De Poolse Nationale Beweging bracht vorig jaar op 11 november – de Poolse Onafhankelijkheidsdag – tienduizenden sympathisanten de straat op om te demonstreren voor het ‘culturele, demografische en biologische overleven van Polen’. Jonge gezinnen trokken gezamenlijk op met voetbalhooligans, allen gekleed in de nationale rood-witte kleuren.
De auteur van dit artikel kwam in opspraak. MO* kan de juistheid van de artikels niet garanderen. Om transparant te zijn tegenover onze lezers, halen we de artikels niet offline. Lees voor meer informatie: Wat betreft de verwerpelijke journalistieke praktijken van Peter Blasic
Tegen het einde van de betoging verdwenen de gezinnen, waarna de overblijvende demonstranten een kunstwerk in de vorm van een regenboog in brand staken. Niet veel later trof een wachthokje bij de Russische ambassade hetzelfde lot, waarop het tot gevechten kwam tussen ultranationalistische radicalen en de politie.
Ondanks de massale opkomst bij dergelijke protestbijeenkomsten, weet de beweging van leider Winnicki in de verkiezingsprognoses niet uit de verf te komen. Extreemrechts in Polen lijkt zelfs op zijn retour. De Liga van Poolse Families, een xenofobe groepering met een jeugdafdeling die bekend staat om haar openlijk antisemitisme, wist zich al in 2007 niet meer in het parlement te handhaven.
De schijn bedriegt evenwel, want in Polen is voldoende voedingsbodem te vinden voor extreemrechtse partijen. Zo zou volgens recente peilingen een op de vijf Polen nationalistische opvattingen aanhangen en is het verzet tegen het homohuwelijk massaal. De aanstaande Europese verkiezingen bieden daardoor juist uitstekende kansen voor de opkomst van nieuwe nationalistische bewegingen. De opkomst zal naar verwachting laag zijn, waardoor een relatief beperkt aantal stemmen – circa 400.000 – voldoende is om een zitje in het Europees Parlement te bemachtigen.
Gematigde partijen óók rechts
De Poolse Nationale Beweging kan van een zetel in Brussel alleen maar van dromen. Volgens Miroslav Mares, politiek wetenschapper aan de universiteit van Brno, komt dit doordat de stereotype extreemrechtse kiezer niet bestaat. Mares: ‘Slechts een klein deel van de Poolse bevolking is tegen de EU, xenofoob én bereid om democratie in te ruilen voor een autoritair regime.’
Bovendien, zo weet Mares, blijken de “gematigde” partijen voor de doorsnee kiezer al rechts genoeg. Mares: ‘Die scoren al op onderwerpen zoals het homohuwelijk; in Polen staat men zeer terughoudend tegenover dit onderwerp. Voor extreemrechts vallen er hierdoor weinig stemmen te winnen, omdat ook de gevestigde partijen zich dergelijke onderwerpen eigen hebben gemaakt – in een restrictieve zin.’
Hierdoor kan de Poolse partij voor Recht en Rechtvaardigheid (PiS) op een omvangrijke electorale aanhang rekenen. Het is de partij van de voormalige premier Jaroslaw Kaczynski en van zijn tweelingbroer en voormalig president Lech Kaczynski, die in 2010 bij een vliegtuigongeluk het leven liet.
De PiS is sociaal gezien veel rechtser dan de meeste westerse conservatieven. De partij is mild nationalistisch, maar niet xenofoob. Ze is tegen de introductie van de Euro, maar niet tegen de EU –althans niet openlijk. Door het enthousiasme dat onder Polen nog bestaat ten aanzien van de EU, blijft een eurosceptische houding in Polen achterwege. PiS behaalde bij de laatste verkiezingen 27 procent van de stemmen en daardoor 15 zetels in het Europees Parlement.
Het resterende (extreem)rechtse electoraat kan rekenen op de belangstelling van verschillende partijen, waar de Nationale Beweging slechts één van is. Een andere is Solidarna Polska, een groepering van de voormalige minister van Justitie Zbigniew Ziobro. Ziobro behoorde eerder bij de PiS, maar heeft zich in de aanloop naar de verkiezingen geradicaliseerd. Ook het nieuwe Rechts strijdt om de stem van de kiezer en wel met een mix aan nationalisme en economisch liberalisme. De rivaliteit tussen deze partijen zal het rechtse blok verder fragmenteren.
Weinig etnische minderheden
Ook het gebrek aan onderwerpen die het land en de burgers raken draagt ertoe bij dat de steun aan nationalisten beperkt blijft. Mares: ‘In West-Europa kunnen extreemrechtse partijen teren op anti-migrantensentimenten. In Zuid-Europa kwam extreemrechts op tijdens de financiële crisis. In Hongarije, Tsjechië en Slowakije – landen met een Roma-minderheid tot tien procent van de bevolking – doet anti-Romaretoriek het goed.’
In Polen is er evenwel sprake van slechts zeer beperkte immigratie, voornamelijk uit Oekraïne en andere voormalige Sovjetstaten. En volgens Mares staat de bevolking bovendien relatief positief tegenover deze arbeidsmigranten. De Roma-minderheid in Polen is beperkt en de impact van de economische crisis is beperkt gebleven. Voor 2014 wordt een groei van drie procent verwacht.
EU = populair
Ook de EU blijft populair in Polen. Acht op de tien Polen is vóór. Daar komt bij dat extreemrechtse partijen niet beschikken over voldoende fondsen en adequate politieke structuren, laat staan herkenbare en aansprekende leiders. De rellen van november 2013 hebben hun imago geen goed gedaan, waardoor de kansen voor de verkiezingen van het Europees Parlement beperkt zijn.
Desalniettemin zullen de verkiezingen interessant zijn. Het centrum-rechtse Burgerplatform van premier Donald Tusk – goed voor twintig procent van de stemmen in de verkiezingsprognoses – zou kunnen verliezen van PiS en dat zou voor het eerst sinds 2005 zijn. De steun voor de partij van Tusk brokkelt af door de stijgende werkloosheid. Die bedraagt nu bijna veertien procent, meer dan in 2009, op de piek van de financiële crisis.
Als die negatieve trend zich doorzet tijdens de lokale verkiezingen in de herfst van 2014, dan is het ook zeer aannemelijk dat het Burgerplatform de landelijke verkiezingen van 2015 verliest en de PiS weer terug in het zadel komt. Daarmee blijft het heft stevig in handen van nationalistisch rechts, maar ruimte voor ultranationalisten blijft in Polen onverminderd gering.